Gemeenteblad van Hellendoorn
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hellendoorn | Gemeenteblad 2016, 45714 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hellendoorn | Gemeenteblad 2016, 45714 | Beleidsregels |
Beleidsregels taaleis Participatiewet gemeente Hellendoorn 2016
Nijverdal, 29 maart 2016, nr. 16INT00821
Burgemeester en wethouders van Hellendoorn;
Overwegende dat het om redenen van rechtmatigheid en doelmatigheid wenselijk is beleidsregels op te stellen met betrekking tot de Wet taaleis Participatiewet;
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 18b van de Participatiewet;
Beleidsregels taaleis Participatiewet gemeente Hellendoorn 2016
Artikel 4 Niet nakomen verplichtingen
Belanghebbende wordt na uitkomst van de toets, waaruit blijkt dat hij niet of niet in voldoende mate de vaardigheden in de Nederlandse taal beheerst, binnen 8 weken na het bekend worden van de uitkomst van de toets, als bedoeld in artikel 3, door het college schriftelijk in kennis gesteld van het redelijk vermoeden dat belanghebbende niet of in onvoldoende mate de Nederlandse taal beheerst.
Als de uitkering van de belanghebbende is verlaagd op grond van artikel 18b Participatiewet en de belanghebbende aantoont voldoende inspanningen te verrichten om op het gewenste taalniveau te komen, kan het college dit zien als omstandigheden van de belanghebbende als bedoeld in artikel 18b, zevende lid, Participatiewet en de verlaging herzien met ingang van de datum dat de belanghebbende hier melding van heeft gemaakt.
De taaltrajecten voor de Wet taaleis Participatiewet worden door het college kosteloos aangeboden binnen de kaders van de regionale Educatieve Raamovereenkomst 2015, 2016 en 2017 met het ROC.
Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze beleidsregel als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
De Participatiewet kent een brede arbeids- en re-integratieverplichting. Gezien het belang van de beheersing van de Nederlandse taal voor arbeidsinschakeling is ervoor gekozen om de Participatiewet uit te breiden met een taaleis. Met de Wet taaleis Participatiewet krijgen gemeenten de verplichting om van bijstandsgerechtigden te verlangen dat zij actief werken aan hun taalvaardigheid. Zonder Nederlands te begrijpen en te spreken is het immers veel moeilijker om aan het werk te komen en daarmee uit de bijstand te komen. Ook eenvoudige werkzaamheden vragen vaak een basiskennis van de Nederlandse taal. Voor de arbeidsparticipatie is het daarom van wezenlijk belang dat men zich in voldoende mate kan uitdrukken in de Nederlandse taal (mondeling en schriftelijk). Bovendien draagt kennis van de Nederlandse taal bij aan maatschappelijke participatie.
Als een belanghebbende bij de aanvraag van de uitkering niet kan bewijzen dat hij de Nederlandse taal voldoende beheerst, neemt het college binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag een taaltoets af.
Het is niet de bedoeling van de wetgever dat een belanghebbende op basis van de Wet inburgering én op basis van de Wet taaleis twee afzonderlijke taaltrajecten doorloopt. Daarom beschouwt het college een taaltraject in het kader van de Wet inburgering als voldoende inspanning van de belanghebbende, zoals bedoeld in de taaleis van de Participatiewet (Wet taaleis Participatiewet). Wel monitort het college de voortgang die de belanghebbende maakt. De taaltoets kan hiertoe als nulmeting dienen. Als de belanghebbende niet voldoet aan de voortgang die van hem verwacht mag worden, dan kan dit leiden tot een verlaging van de uitkering op grond van artikel 18b Participatiewet. De toets die het college laat afnemen door het ROC om te beoordelen of de vaardigheden in de Nederlandse taal voldoende door de belanghebbende beheerst worden, voldoet aan de regels die in het Besluit taaltoets Participatiewet zijn vastgelegd. Voor de niet-inburgeraars worden de afspraken over het taaltraject in een taalplan opgenomen, inclusief de redelijke en reële termijn waarbinnen de verbetering van de Nederlandse taal dient plaats te vinden. Indien de belanghebbende geen gebruik wenst te maken van het door het ROC aangeboden taalplan, dient deze zelf zorg te dragen voor een taalplan dat voldoet aan de bepalingen van de Wet taaleis Participatiewet en het Besluit taaleis Participatiewet.
Artikel 4 Niet nakomen verplichtingen
Als de uitkomst van de toets onvoldoende is, moet het college de belanghebbende, binnen 8 weken na de uitkomst van de toets, schriftelijk op de hoogte brengen van het redelijk vermoeden dat de belanghebbende niet of niet in voldoende mate de Nederlandse taal beheerst. Vanaf deze schriftelijke kennisgeving vindt in beginsel de verlaging van de uitkering plaats, tenzij de belanghebbende zich bereid verklaart binnen een maand vanaf de kennisgeving, te starten met een taaltraject, of elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
Bij de beoordeling of de verwijtbaarheid volledig ontbreekt als bedoeld in artikel 18b, zesde lid, Participatiewet, kunnen in ieder geval de volgende omstandigheden mee spelen:
Indien de belanghebbende weigert mee te werken aan toetsing, een taalplan of een taaltraject, dan wordt dat gezien als het niet willen meewerken aan de re-integratieverplichting van de Participatiewet. De belanghebbende zullen dan sancties worden opgelegd in dat kader.
De kaders betreffen de financiële kaders, maar ook de inhoudelijke onderwijskundige kaders van het raamcontract Educatie. Dat houdt in dat de aangeboden trajecten in het kader staan van taalniveau 2F (niveau startkwalificatie) en zijn gericht op re-integratie of maatschappelijke activering.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-45714.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.