Wijziging van de Uitvoeringsregeling subsidies Zorg en Welzijn 2014 gemeente Waterland

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

 

overwegende dat het wenselijk is om een afwegingskader te formuleren voor de behandeling van de aanvragen voor een eenmalige subsidie en de stimuleringsregeling;

 

overwegende dat het wenselijk is de grondslag voor de indexering van periodieke subsidies te preciseren;

 

gelet op de Algemene subsidieverordening Waterland 2014,

 

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende wijziging van de Uitvoeringsregeling subsidies Zorg en Welzijn 2014.

 

Artikel I  

A. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel d komt te luiden: d. incidentele subsidie: een subsidie te verlenen voor een eenmalige activiteit;

  • 2.

    De onderdelen f tot en met h worden geletterd g tot en met i.

  • 3.

    Er wordt een onderdeel f ingevoegd luidende:

    • f.

      stimuleringssubsidie: een subsidie voor vernieuwende activiteiten, voor kleine bouwwerken in de openbare ruimte of voor straatmeubilair in de openbare ruimte;

 

B. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

In het derde lid vervalt het zinsdeel ’Z&W-’.

 

C. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste lid worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, onderdelen c en d toegevoegd, luidende:

  • c.

    de dienst/het product waarvoor subsidie wordt aangevraagd al “afdoende” door andere organisaties wordt aangeboden;

  • d.

    de dienst/het product ook op een commerciële markt en/of door commerciële organisaties wordt aangeboden.

 

D. Onder vernummering van de artikelen 9 tot en met 17 tot de artikelen 17 tot en met 25 komt hoofdstuk 2 te luiden:

Hoofdstuk 2: Incidentele subsidies

 

Artikel 5 Incidentele subsidies

De incidentele subsidies kunnen verstrekt worden voor:

  • a.

    een evenement in de gemeente Waterland;

  • b.

    een culturele expositie in de gemeente Waterland.

 

Artikel 6 Doelgroep

Subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt verstrekt aan rechtspersonen, daaronder begrepen een zelfstandig onderdeel van een rechtspersoon naar burgerlijk recht, die zich zonder winstoogmerk bezig houden met activiteiten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Waterland.

 

Artikel 7 Procedurebepalingen

  • 1.

    Een aanvraag voor een incidentele subsidie moet uiterlijk dertien weken vóór aanvang van de activiteit worden ingediend.

  • 2.

    Als de aanvraag niet tijdig of onvolledig wordt ingediend is de gemeente niet gehouden om een beslissing te nemen vóór het plaatsvinden van de activiteit.

  • 3.

    Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de wet de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 4.

    Een organisatie kan maximaal eenmaal per jaar in aanmerking komen voor een incidentele subsidie.

  • 5.

    Binnen zes weken na ontvangst van de benodigde informatie voor de vaststelling van de subsidie wordt de subsidie definitief vastgesteld.

 

Artikel 8 Berekening van de subsidie

  • 1.

    Voor incidentele subsidies geldt een maximum van € 2.500,-- per aanvraag.

  • 2.

    De gemeente verleent een bijdrage in het subsidiabele exploitatietekort.

  • 3.

    Subsidieverlening vindt plaats voor het geheel van de activiteiten waarbij rekening gehouden wordt met kosten die verband houden met de organisatie, gebruik van materialen, aanschaf van duurzame goederen, inventaris en huisvesting.

  • 4.

    Kosten die verband houden met consumpties, versnaperingen, attenties, prijzengeld en andere gelijksoortige kosten komen niet voor subsidieverlening in aanmerking.

  • 5.

    Kosten die gemaakt worden uit een oogpunt van winstbejag zoals het verhuren van barvoorzieningen, het drukken van loten en andere gelijksoortige kosten komen eveneens niet voor subsidieverlening in aanmerking.

  • 6.

    Voor incidentele subsidies tot en met € 500,-- bedraagt de subsidie maximaal het in de subsidiebeschikking genoemde subsidiebedrag.

  • 7.

    Voor incidentele subsidies van meer dan € 500,-- bedraagt de subsidie maximaal het in de beschikking tot verlening van de subsidie genoemde bedrag per gespecificeerde activiteit.

 

Artikel 9 Verdeling van het subsidieplafond

  • 1.

    Het jaarlijkse budget voor incidentele subsidies wordt voor de aanvang van het jaar waarvoor het beschikbaar is, bekend gemaakt.

  • 2.

    De behandeling van de aanvragen vindt plaats op volgorde van binnenkomst.

 

Artikel 10 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    De vaststelling van de subsidie vindt plaats op grond van de werkelijk verrichte gesubsidieerde activiteiten tegen de bij subsidieverlening vermelde normbedragen.

  • 2.

    Incidentele subsidies tot en met maximaal € 500,-- worden direct vastgesteld.

  • 3.

    Van de bij het eerste lid genoemde wijze van vaststellen kan worden afgeweken als de vorm van de activiteiten en/of de subsidieverlening zich hier redelijkerwijze niet voor lenen. In de beschikking tot verlening van de subsidie wordt in dat geval duidelijk omschreven op welke wijze de subsidie wordt vastgesteld.

E. Na Hoofdstuk 2 wordt een Hoofdstuk 2A ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 2A: Stimuleringssubsidies

 

Artikel 11 Stimuleringssubsidies

De stimuleringssubsidies kunnen verstrekt worden voor:

  • a.

    een vernieuwende activiteit of voorziening;

  • b.

    een startende activiteit voor een nieuwe organisatie of voorziening;

  • c.

    een activiteit gericht op samenwerking en versterking van het integraal voorzieningenaanbod op kernniveau;

  • d.

    een activiteit die gericht is op de maatschappelijke participatie en integratie van kwetsbare inwoners;

  • e.

    een activiteit die gericht is op het optimaliseren van het gebruik en de toegankelijkheid van maatschappelijke voorzieningen en voorzieningen in de openbare ruimte.

  • f.

    een activiteit die gericht is op het stimuleren van vrijwilligerswerk en de waardering voor de vrijwillige inzet ten behoeve van de lokale gemeenschap;

  • g.

    een activiteit die bijdraagt aan het vergroten van de zelfredzaamheid en zelfstandigheid van onze inwoners;

  • h.

    een activiteit die bijdraagt aan het vergroten van het cultureel-historisch bewustzijn over de kernen in de gemeente Waterland.

 

Artikel 12 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt verstrekt aan rechtspersonen, daaronder begrepen een zelfstandig onderdeel van een rechtspersoon naar burgerlijk recht, die zich zonder winstoogmerk bezig houden met activiteiten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Waterland.

  • 2.

    Het college kan, in afwijking van het eerste lid, besluiten subsidie te verstrekken aan natuurlijke personen die ingezetene zijn van de gemeente Waterland.

 

Artikel 13 Procedurebepalingen

  • 1.

    Een aanvraag voor een stimuleringssubsidie moet uiterlijk op 1 april of op 1 oktober vóór aanvang van de activiteit worden ingediend.

  • 2.

    Als de aanvraag niet tijdig of onvolledig wordt ingediend is de gemeente niet gehouden om een beslissing te nemen vóór het plaatsvinden van de activiteit.

  • 3.

    Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de wet de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 4.

    Een organisatie kan maximaal eenmaal per jaar in aanmerking komen voor een stimuleringssubsidie.

  • 5.

    Na afsluiting van de activiteit of een afgerond deel van het geheel van activiteiten, verstrekt de aanvrager binnen twee maanden nadat de activiteit heeft plaatsgevonden inzage in het verloop van de activiteit onder overlegging van een exploitatieoverzicht met de nodige bewijsstukken inzake de inkomsten en uitgaven die hebben plaatsgevonden en een evaluatieverslag over de uitvoering en de resultaten, getoetst aan de beoogde doelstellingen.

  • 6.

    Binnen zes weken na ontvangst van de benodigde informatie voor de vaststelling van de subsidie wordt de subsidie definitief vastgesteld.

 

Artikel 14 Berekening van de subsidie

  • 1.

    Voor stimuleringssubsidies geldt een maximum van € 2.500,-- per aanvraag.

  • 2.

    De gemeente verleent een bijdrage in het subsidiabele exploitatietekort.

  • 3.

    Subsidieverlening vindt plaats voor het geheel van de activiteiten waarbij rekening gehouden wordt met kosten die verband houden met de organisatie, gebruik van materialen, aanschaf van duurzame goederen, inventaris en huisvesting.

  • 4.

    Kosten die verband houden met consumpties, versnaperingen, attenties, prijzengeld en andere gelijksoortige kosten komen niet voor subsidieverlening in aanmerking.

  • 5.

    Kosten die gemaakt worden uit een oogpunt van winstbejag zoals het verhuren van barvoorzieningen, het drukken van loten en andere gelijksoortige kosten komen eveneens niet voor subsidieverlening in aanmerking.

  • 6.

    Voor stimuleringssubsidies tot en met € 500,-- bedraagt de subsidie maximaal het in de subsidiebeschikking genoemde subsidiebedrag.

  • 7.

    Voor stimuleringssubsidies van meer dan € 500,-- bedraagt de subsidie maximaal het in de beschikking tot verlening van de subsidie genoemde bedrag per gespecificeerde activiteit.

 

Artikel 15 Verdeling van het subsidieplafond

  • 1.

    Het jaarlijkse budget voor incidentele subsidies wordt voor de aanvang van het jaar waarvoor het beschikbaar is, bekend gemaakt.

  • 2.

    Het budget voor de eerste indieningsdatum van de stimuleringssubsidies bedraagt maximaal de helft van het subsidieplafond.

  • 3.

    Het budget voor de tweede indieningsdatum van de stimuleringssubsidies bedraagt minimaal de helft van het subsidieplafond en wordt bij onderbesteding van de eerste tranche verhoogd met het overgebleven budget.

  • 4.

    Bij de verdeling van de subsidie wordt prioriteit toegekend aan activiteiten:

    • a.

      die bijdragen aan meerdere doelstellingen zoals hierboven onder artikel 11 is aangegeven;

    • b.

      waarbij meerdere lokale organisaties betrokken zijn.

 

Artikel 16 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    De vaststelling van de subsidie vindt plaats op grond van de werkelijk verrichte gesubsidieerde activiteiten tegen de bij subsidieverlening vermelde normbedragen.

  • 2.

    Stimuleringssubsidies tot en met maximaal € 500,-- worden direct vastgesteld.

  • 3.

    Van de bij het eerste lid genoemde wijze van vaststellen kan worden afgeweken als de vorm van de activiteiten en/of de subsidieverlening zich hier redelijkerwijze niet voor lenen. In de beschikking tot verlening van de subsidie wordt in dat geval duidelijk omschreven op welke wijze de subsidie wordt vastgesteld.

F. Artikel 20 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

Het vierde lid komt te luiden:

4.  Voor subsidies kan periodiek een indexering plaatsvinden met gebruikmaking van de CPB-index bruto overheidsinvesteringen met als peildatum de maand maart van het voorafgaande jaar.

H. Artikel 21, tweede lid,(nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De onderdelen e en f vervallen.

  • 2.

    De onderdelen g en h worden geletterd e en f.

 

Artikel II  

 

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en is voor het eerst toepasbaar op aanvragen voor subsidie voor het jaar 2016.

 

 

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, gehouden op 29 december 2015

mr. N. van Ginkel MPM

algemeen directeur/gemeentesecretaris

L.M.B.C. Wagenaar-Kroon

burgemeester

Naar boven