Gemeenteblad van Amersfoort
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amersfoort | Gemeenteblad 2016, 41919 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amersfoort | Gemeenteblad 2016, 41919 | Beleidsregels |
Beleidsregels Oplaadinfrastructuur Elektrische Voertuigen gemeente Amersfoort
Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort,
gelezen de nota d.d. 29 maart 2016.
overwegende dat het gewenst is regels te stellen voor de plaatsing van laadpalen voor elektrische voertuigen in de openbare ruimte;
gelet op artikel 2:10A van de APV en de Algemene wet bestuursrecht;
Artikel 2 Aanvraag vergunning en verkeersbesluit
Een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2:10A van de Algemene Plaatselijke Verordening voor het plaatsen van een of meerdere oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur op, onder of aan de openbare weg wordt ingediend in combinatie met een verzoek tot het nemen van een verkeersbesluit waarbij een of meerdere parkeerplaatsen worden aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen.
Voor het behandelen van de aanvraag brengt de gemeente leges in rekening. Het geldende tarief is opgenomen in de Verordening Leges van de gemeente Amersfoort, te vinden via www.overheid.nl.
De kosten voor het nemen van een verkeersbesluit en de kosten voor het plaatsen van een verkeersbord, tegel en/of markering op de aangewezen parkeerplaats(en) komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 3 Aanvraag locatie oplaadpaal/-infrastructuur
Een aanvraag voor een locatie voor het plaatsen van een oplaadinfrastructuur bevat een duidelijke foto en tekening van de betreffende locatie, waarop de exacte plek van de gewenste oplaadinfrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaats(en) zijn aangegeven.
Artikel 4 Definitieve locatie oplaadpaal/-infrastructuur
Het college bepaalt in overleg met de aanvrager de definitieve locatie van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaats(en), zodat het beoogde gebruik geen schade oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats (weigeringsgrond aanvraag, als opgenomen in artikel 2:10A, lid e, aanhef en sub a).
Het college toetst hierbij aan de volgende criteria:
Artikel 5 Bijzondere omstandigheden
In specifieke, bijzondere of onvoorziene omstandigheden kan het college besluiten van deze beleidsregels af te wijken.
Toelichting bij de beleidsregels
Elektrische voertuigen: het gaat hierbij om alle voertuigen die op de openbare weg mogen rijden, geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kunnen rijden en voorzien zijn van een stekker om op te laden. Veelal zal het gaan om volledig elektrische auto’s of plug-in hybride elektrische auto’s, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om andere voertuigen, zoals gehandicaptenvoertuigen, motoren, trikes en quads die de parkeerplaatsen voor auto’s gebruiken.
Artikel 2 en 3 Aanvraag vergunning
Het is de bedoeling dat een openbare aanbieder van de oplaadinfrastructuur de formele aanvraag voor de APV- vergunning en het verzoek om een verkeersbesluit indient. Wanneer een bewoner of bedrijf bij de gemeente aanklopt voor het plaatsen van een oplaadpaal of andere oplaadinfrastructuur op, onder of aan de openbare weg, zal de gemeente hen doorverwijzen naar openbare aanbieders van oplaadinfrastructuur. Vanwege het intensieve gebruik van de ondergrondse ruimte en de veiligheidsrisico’s hanteert de gemeente als gedragslijn dat in beginsel geen toestemming wordt verleend voor het leggen van private of niet-openbare kabels c.q. leidingen (anders dan kabels en leidingen met een publieke of openbare functie).
Op grond van de Wegenverkeerswetgeving kunnen voor bewoners of bedrijven ook geen eigen parkeerplaatsen worden aangewezen op de openbare weg. De enige uitzondering hierop is de individuele gehandicaptenparkeerplaats, die met een verkeersbesluit kan worden aangewezen (Bord E6 met als onderbord het kenteken van de betreffende auto). Bij zo’n individuele gehandicaptenparkeerplaats kan uiteraard ook een oplaadpaal worden geplaatst, wanneer de betreffende persoon over een elektrisch voertuig beschikt. In dat geval hoeft er geen verkeersbesluit te worden genomen om het gebruik van de parkeerplaats te regelen, want dat is in feite al gebeurd.
In beginsel wordt er bij een nieuw te realiseren oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur één parkeerplaats aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen. Als het gebruik van de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur dit toelaat, kan het college besluiten ook een tweede parkeerplaats aan te wijzen. Het college heeft hiervoor twee mogelijkheden:
direct in het verkeersbesluit twee parkeerplaatsen aanwijzen en de feitelijke realisering hiervan uitstellen tot een nader door het college te bepalen datum. Ook tegen dit laatste besluit van het college staat bezwaar en beroep open, omdat dan pas het feitelijk rechtsgevolg in werking treedt (ook op de tweede parkeerplaats mag dan niet meer worden geparkeerd met een niet-elektrisch voertuig).
Behalve een vergunning voor het plaatsen van oplaadpalen in de openbare ruimte zal met de gemeente een gebruiksovereenkomst moeten worden gesloten voor het gebruik van gemeentegrond voor dat doel.
De gemeente zal de grond om niet in gebruik geven onder de voorwaarden, welke zijn opgenomen in bijgevoegde modelovereenkomst.
Artikel 4 Definitieve locatiebepaling
In artikel 2:10A APV is als weigeringsgrond opgenomen, dat geen vergunning wordt verleend, indien het beoogde gebruik schade oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats. In de beleidsregels is verduidelijkt, aan welke criteria de gemeente dat toetst. Daarbij is uitgangspunt dan in overleg met aanvrager een locatie wordt bepaald. De oplaadinfrastructuur wordt bij voorkeur geplaatst op strategische zichtlocaties in de nabijheid van de woningen/bedrijven van potentiële gebruikers. De voorkeur gaat ook uit naar centrale, goed bereikbare plekken in de wijken, zoals langs wijkontsluitingswegen of doorgaande wegen. Hiermee wordt voorkomen dat er grote verkeersstromen ontstaan binnen woonwijken wanneer elektrisch vervoer toeneemt.
Bijlage 2: Model Gebruiksovereenkomst
Overeenkomst gebruik gemeentegrond voor oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen
de publiekrechtelijke rechtspersoon gemeenteAmersfoort, gevestigd aan Stadhuisplein 1 te Amersfoort (Postbus 4000, 3800 EA), rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer S.T. van Nijen, manager afdeling Leefomgeving, hierna te noemen ‘de Gemeente’,
en ………, gevestigd aan ……… te ………, rechtsgeldig vertegenwoordigd door ………, hierna te noemen ‘Gebruiknemer’,
gezamenlijk te noemen: ‘Partijen’
Partijen nemenin aanmerking dat:
Gebruiknemer de wens heeft over te gaan tot het plaatsen van een of meerdere oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur op of aan de openbare weg, en aan de Gemeente heeft gevraagd daartoe een vergunning te verlenen als bedoeld in artikel 2:10A APV en bij de Gemeente een verzoek heeft ingediend een verkeersbesluit te nemen waarbij een of meerdere parkeerplaatsen worden aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen;
Partijen zijn het volgendeovereengekomen:
Artikel 1. Ingebruikgeving gemeentegrond
Artikel 2. Plaatsing en beheer oplaadpaal/-infrastructuur
De Gebruiknemer is verantwoordelijk voor realisatie, beheer, onderhoud en exploitatie van de oplaadpaal/-infrastructuur en neemt alle kosten hiervoor voor zijn rekening. De kosten ter bescherming van de oplaadpaal/-infrastructuur (hekjes, biggenruggen, ed.) zijn ook voor rekening van Gebruiknemer.
De Gebruiknemer is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar voor gebruikers, hulpdiensten en gemeenten in het geval van vragen, storingen en calamiteiten. De telefoonnummers van de storingsdienst en de helpdesk zijn vermeld op de oplaadpaal/-infrastructuur.
Artikel 4. Openbaarheid oplaadpaal/-infrastructuur
De oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is 24 uur per dag en 7 dagen per week openbaar toegankelijk, in die zin dat deze voor iedereen te gebruiken is voor het opladen van zijn/haar elektrische voertuig. De Gebruiknemer zorgt voor zoveel mogelijk actuele informatie richting gebruikers over de aanwezigheid en beschikbaarheid van het oplaadpunt, via algemeen beschikbare kanalen zoals deze gebruikelijk zijn in de markt voor openbare laaddiensten.
Het oplaadpunt is inter-operabel conform de landelijke en internationale afspraken, waaronder de uitwisselbaarheid van laadpassen en het gebruik van standaard stekkers.
Om te bewerkstelligen dat elektrische voertuigen ook aan de bron geen CO2-uitstoot veroorzaken, mag Gebruiknemer alleen gegarandeerd groene stroom (laten) leveren ten behoeve van de oplaadpaal/-infrastructuur.
De oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur voldoet aan alle daaraan gestelde (nationale en internationale) veiligheidseisen.
Het juridische en economische recht van eigendom van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur blijft bij Gebruiknemer. De Gemeente doet uitdrukkelijk afstand van enig haar toekomend recht op de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur. Mocht het eigendom van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur niettemin door natrekking op de Gemeente overgaan, dan is zij gehouden om op eerste aanzegging van Gebruiknemer of bij het einde van deze overeenkomst de oplaadpaal en/of om niet aan Gebruiknemer terug over te dragen.
Gebruiknemer vrijwaart de Gemeente voor aansprakelijkheid jegens derden voor schade door of in relatie tot het gebruik van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur.
Voor het plaatsen van voorwerpen op, onder of aan de weg is op grond van de APV art. 2:10A een ontheffing nodig van het college van burgemeester en wethouders. Het plaatsen van oplaadpalen of andere oplaadinfrastructuur wordt immers niet geacht te vallen onder ‘het gebruik van een weg overeenkomstig de publieke functie van een weg’.
Wanneer een bewoner, bedrijf of aanbieder van oplaadinfrastructuur bij de gemeente aanklopt voor het plaatsen van een oplaadpaal op, onder of aan de weg in de buurt van zijn woning of bedrijf, dan is hiervoor dus een ontheffing van APV art. 2:10A nodig. In de voorschriften die aan de ontheffing worden gekoppeld kan de gemeente eisen stellen aan de aanvrager en /of beheerder van de oplaadpaal.
APV Artikel 2:10 A: Vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op, onder of aan een openbare plaats in strijd met de publieke functie van de openbare plaats
De vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan in ieder geval worden geweigerd in het belang van:
Wanneer de gemeente bereid is een ontheffing te verlenen voor het plaatsen van een oplaadpaal of andere oplaadinfrastructuur op, onder of aan de weg, dan ligt het voor de hand dat de gemeente de parkeerplaats(en) bij de oplaadvoorziening ook aanwijst als parkeerplaats voor alléén het opladen van elektrische voertuigen. Het college van burgemeester en wethouders kan hiertoe op grond van art. 18 Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) jo. art. 12 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) een verkeersbesluit nemen. In zo’n verkeersbesluit wijst het college de betreffende parkeerplaats(en) aan met het plaatsen van de verkeersborden E4 of E8 met onderbord ‘opladen elektrische voertuigen’.
Overige vergunningen / ontheffingen
Voor het aansluiten van oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur op het elektriciteitsnetwerk in de openbare ruimte op, onder of aan de weg is op grond van de APV art. 2:11 of van de Telecommunicatie-verordening Amersfoort 2009 veelal ook een melding, vergunning of ontheffing nodig. De aanvrager van de oplaadinfrastructuur is verantwoordelijk voor de melding of de aanvraag van de benodigde vergunningen en/of ontheffingen.
APV Artikel 2:11 (Omgevings)Vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Opladen elektrische voertuigen vanuit woning of bedrijf
In de praktijk komt het voor dat mensen die een elektrisch voertuig hebben deze vanuit hun woning of bedrijf opladen met een snoer dat over het trottoir (en andere delen van de openbare weg) wordt uitgerold. Dit kan tot gevaarlijke situaties aanleiding geven, zeker als er geen direct toezicht wordt gehouden tijdens het opladen door degene die het snoer heeft uitgerold. Het gebruik van afdekmatten over de snoeren kan het gevaar beperken en wordt dan ook voorgeschreven.. In de APV is geen specifieke bepaling opgenomen over het hebben van snoeren op/boven de openbare weg. Eventueel kan het facultatieve APV art. 2:15 ‘Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp’ worden gebruikt. Als een dergelijke bepaling niet is opgenomen in de APV, dan biedt art. 5 WVW 1994 (het zogenaamde ‘kapstok-artikel’) de mogelijkheid om handhavend op te treden.
APV Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daaraan op andere wijze hinder of gevaar oplevert.
WVW 1994 Artikel 5Het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-41919.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.