Gemeenteblad van Ameland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ameland | Gemeenteblad 2016, 3936 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ameland | Gemeenteblad 2016, 3936 | Verordeningen |
Beleidsregel Standplaatsen en Venten
2.1. Algemene Plaatselijke Verordening
In deze afdeling wordt onder venten verstaan: het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten op een openbare en in de open lucht gelegen plaats of aan huis.
Onder venten wordt niet verstaan:
Het vorenstaande impliceert dat een ventverbod gerelateerd dient te zijn aan de te behartigen belangen. Voor zover na te gaan is valt het venten als zodanig niet onder de Dienstenrichtlijn. Daarbij moet wel de opmerking worden gemaakt dat dit afhankelijk is van wat er aan de deur wordt verkocht. Een energie- of telefonieleverancier die huis-aan-huis klanten werft waarbij aan de deur een contract wordt ondertekend valt onder de noemer dienstenverlening en valt dat niet onder het venten.
Het tijdelijk stilstaan in afwachting van klanten is geen venten. Het helpen van klanten waarbij er gewacht dient te worden voordat de klant het al dan niet te bakken product ter hand kan worden gesteld is wel mogelijk.
In de thans nog geldende Beleidsregel standplaats- en ventvergunningen is vermeld dat bij venten niet op een locatie langer dan één uur achtereenvolgend mag worden stilgestaan. Dit dient te worden gewijzigd in die zin dat dit niet langer dan 10 minuten mag zijn, zodat bij de landelijke benadering wordt aangesloten.
Overlast kan onder het openbare ordebegrip worden gebracht, indien deze een aantasting is van of een duidelijke inbreuk maakt op de maatschappelijke orde zoals deze geldt in Nederland. Wel kunnen nadere eisen gesteld worden in het belang van de openbare orde/openbare veiligheid (waaronder dus vallen: overlast en verkeersveiligheid).
2.1.2 Stellen van nadere regels bij het venten
Bij het ventverbod in artikel 5:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening is aangegeven dat het college nadere regels kan stellen. Het wordt wenselijk geacht om tot de vaststelling te komen van nadere regels. Immers zonder deze regels heeft de venter wel veel vrijheid bij het venten. Juist door die nadere regels kan het venten in goede banen worden geleid. Het is tevens van belang dat de venters weten wat mag en kan. Bij een handhavingsactie dient de gemeente een goede argumentatie te hebben om te kunnen corrigeren. Zolang er geen excessen zijn is er niets aan de hand maar wanneer zich een probleem voordoet moet de gemeente adequaat kunnen (laten) optreden om te handhaven.
Er kan tegen venten worden opgetreden, zodra er sprake is van venten waardoor de openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid in gevaar komt. Deze belangen worden geacht te worden behartigd wanneer rekening wordt gehouden met de volgende aspecten:
De Afdeling bestuursrechtsspraak van de Raad van State heeft bepaald, dat het in het belang van de openbare orde kan zijn om het aantal vergunningsvrije venters aan een maximum te binden. Het aantal te verlenen vergunningen kan worden beperkt tot een van tevoren vastgesteld maximum als de openbare orde in gevaar wordt gebracht. Dit geldt enkel als er sprake is van een vergunningstelsel en dat wordt nu niet meer gehanteerd. Nu er geen vergunningplicht (meer) bestaat om te kunnen venten en ook is afgezien van een meldingsplicht, is het de verantwoordelijkheid van de ambulante handelaren te venten op een wijze die recht doet aan het APV-artikel.
2.1.6 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
De in artikel 1:8 van de A.P.V. genoemde weigeringsgronden zijn:
− de bescherming van het milieu.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen
2.1.7 Privaatrechtelijke bevoegdheid
In de meeste gevallen zullen de standplaatsen in de gemeente worden ingenomen op een stuk grond dat in eigendom van de gemeente is. Naast de publiekrechtelijke bevoegdheid als vergunningverlenende instantie, is de gemeente ook privaatrechtelijk bevoegd als grondeigenaar.
Gronden die in eigendom van de gemeente zijn, kunnen normaal en bijzonder worden gebruikt. Onder normaal gebruik dient te worden volstaan het gebruik overeenkomstig de bestemming. Bijvoorbeeld het parkeren van auto’s op het parkeerterrein. Normaal gebruik dient door de gemeente te worden geduld en mag niet afhankelijk worden gesteld van een privaatrechtelijke toestemming. Bijzonder gebruik is gebruik op een andere wijze dan overeenkomstig de bestemming. Bijvoorbeeld het plaatsen van een tent op een parkeerterrein. Bijzonder gebruik mag afhankelijk worden gesteld van een privaatrechtelijke toestemming van de eigenaar van de grond.
De overheid als eigenaar van de gronden neemt een andere positie in dan een andere eigenaar. Dit is wel gebleken uit de jurisprudentie van de afgelopen jaren. De gemeente mag haar privaatrechtelijke bevoegdheid als eigenaar van een stuk grond niet gebruiken om te regelen wat via de publiekrechtelijke weg geregeld kan/dient te worden of juist niet geregeld kan of mag worden.
Met het bij dit beleid aanwijzen van standplaatsen wordt voor de betreffende locaties expliciet aangegeven dat er geen bezwaar bestaat tegen het op dat stuk grond innemen van een standplaats.
Uiteraard is wel een standplaatsvergunning vereist alvorens standplaats mag worden ingenomen.
De gemeente mag als eigenaar van een stuk grond uiteraard wel voorschriften stellen aan het gebruik van de grond. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het stellen van de voorwaarde dat het stuk grond schoon wordt achtergelaten. Ook is het zo dat de gemeente voor het gebruik van de grond een adequate vergoeding mag vragen. De enige beperking hierin is dat die vergoeding niet zo hoog mag zijn dat daarmee privaatrechtelijk wordt tegengegaan wat publiekrechtelijk moet worden toegestaan. De gemeente behoeft de vergunninghouder niet toe te laten op de standplaats voordat overeenstemming is bereikt over de gebruiksvoorwaarden en de vergoeding.
Het gemeentebestuur kan beleid vaststellen voor de uitgifte van standplaatsvergunningen aan de hand van de hierboven genoemde gronden. Ofschoon ook het ongeoorloofd innemen van een standplaats natuurlijk geen reden is om beleid aan te passen, immers verkeerd gedrag wordt dan beloond, kan een uitbreiding van het aantal standplaatslocaties een optie zijn om problemen in de toekomst te voorkomen. Een tweede argument is dat deze uitbreiding een kwalitatieve en kwantitatieve verbetering kan zijn van het voorzieningenniveau, zowel voor de eigen inwoners als voor onze gasten. Ook moet worden gekeken of uitbreiding van het aantal standplaatsen past in een toeristische visie.
Er wordt niet nader ingegaan bij wat voor evenementen standplaats mag worden ingenomen. Ook is geen aandacht besteed aan de organisatie van de evenementen. Denkbaar is dat een organisatie van een evenement geen standplaats wil in de buurt van het evenement, of zelf iets wil organiseren.
Jaarlijks komen er weinig of geen aanvragen van ondernemers die hier gedurende korte of langere tijd een standplaats in willen nemen om hun goederen of diensten aan te bieden. Het uiterlijk aanzien van het eiland Ameland en de daarin gelegen dorpen, met de karakteristieke landschappelijke en natuurwetenschappelijke natuurwaarden, is er niet mee gebaat wanneer er verscheidene standplaatsen zouden kunnen worden ingenomen en ter zake een ruimhartig beleid wordt gevoerd. Genoemde waarden zijn nader omschreven in onder meer bestemmingsplannen en beleidsnota's. Het uitgangspunt bij het te voeren standplaatsenbeleid is in principe terughoudendheid met betrekking tot de toelating van afzonderlijke standplaatsen. Dit is uiteraard onverminderd de invloed van de andere weigeringsgronden. Alles overziende is er vooralsnog geen aanleiding om extra standplaatsen te komen.
Op Ameland kan momenteel op de volgende locaties een standplaats worden ingenomen:
2.1.9 Voorwaarden standplaatsen
De belangen worden geacht te worden behartigd wanneer rekening wordt gehouden met de volgende aspecten:
Het is de vergunninghouder verboden gebruik te maken van luidsprekers, versterkers of enig ander geluidsapparaat. De vergunninghouder dient zich, op eerste verzoek van een toezichthouder of de politie, te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven identiteitsbewijs.
Voorkomen dient te worden dat er handel zou worden gedreven in standplaatsvergunningen. Het feit dat de vergunning persoonsgebonden is, voorkomt deze mogelijkheid.
Om op tijd zicht te hebben op de hoeveelheid aanvragen, dienen aanvragen van standplaatshouders die prijs stellen op voortzetting van hun plaats hun aanvraag voor het komende jaar voor 15 december in gediend te hebben. Indien geen aanvraag binnenkomt, kan worden vastgesteld dat geen prijs meer wordt gesteld op de standplaats. Hiermee komt een vaste standplaats vrij. Om eenvormigheid te krijgen in de aanvragen zal een aanvraagformulier worden opgesteld. Alleen aanvragen per aanvraagformulier worden behandeld. Een aanvraag moet voor het komende jaar vóór 15 december worden ingediend. Bij niet of te laat indienen van een aanvraag vervalt het recht op de standplaats. Deze standplaats komt dan vrij voor een andere ondernemer. Alleen aanvragen per aanvraagformulier worden behandeld.
Het in deze notitie vastgelegde beleid, heeft een geldigheidsduur van 5 jaar. In deze 5 jaar wordt bij aanvragen om vergunning op grond van artikel 5.2.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Ameland gehandeld overeenkomstig het in deze notitie vastgelegde beleid, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met het beleid te dienen doelen. Na een jaar, nadat het nieuwe beleid is vastgesteld, deze 5 jaar, of eerder als daartoe omstandigheden zijn, zal dit beleid worden geëvalueerd en zal worden beoordeeld of de wensen van ondernemers, de omstandigheden en/of de inzichten over het standplaatsenbeleid zich hebben gewijzigd en aanleiding geven dit beleid te wijzigen.
Deze beleidsregels kunnen orden aangehaald als “Beleidsregel Standplaatsen en Venten
Deze regels treden in werking op 14 januari 2016. Op die datum vervalt de eerdere Beleidsregel standplaatsen− en ventvergunningen van 16 december 2003.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-3936.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.