Gemeenteblad van Weesp
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Weesp | Gemeenteblad 2016, 3892 | Overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Weesp | Gemeenteblad 2016, 3892 | Overige overheidsinformatie |
Aangepaste uitvoeringsregels bij de verordening Jeugdhulp SWW
Op grond van de Jeugdwet kunnen gemeenten nadere regels vaststellen voor het uitvoerende beleid. De verordening vaststellen is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Nadere regels, in SWW uitvoeringsregels genoemd, liggen bij het college.
De Jeugdwet schrijft in de artikelen 2.9, 2.10 en 2.12 voor dat de gemeenteraad per verordening in ieder geval uitvoeringsregels opstelt:
ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit van jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, waar het college ten aanzien daarvan de uitvoering van de Jeugdwet door derden laat verrichten. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de deskundigheid van de beroepskrachten en de toepasselijke arbeidsvoorwaarden.
Bij het maken van de Verordening jeugdhulp 2015 gemeenten SWW – op basis van de modelverordening VNG – zijn diverse lokale keuzes gemaakt die in het model werden geboden.
Een belangrijke keuze is om meer bevoegdheden bij het college te leggen in plaats van bij de gemeenteraad. Hiervoor is gekozen omdat 2015 een overgangsjaar is, waarin veel verandert en de mogelijkheid aanwezig moet zijn om, als de praktijk daarom vraagt, aanpassingen door te voeren. Het is belangrijk om het nieuwe, lokale stelsel aan de praktijk te kunnen toetsen én flexibel aan de werkelijkheid te kunnen aanpassen.
Deze uitvoeringsregels zijn een uitwerking van de Verordening Jeugdhulp 2015 Stichtse Vecht, Weesp en Wijdemeren.
ARTIKEL 1 BESCHIKBARE VOORZIENINGEN
Het college is, conform artikel 2 verordening Jeugdhulp SWW, verantwoordelijk voor het verstrekken van jeugdhulp in de vorm van algemene voorzieningen, overige voorzieningen en individuele voorzieningen.
Individuele voorzieningen zijn voorzieningen gericht op intensieve, specialistische en/of excluderende ondersteuning. De volgende individuele voorzieningen zijn beschikbaar:
specialistische ondersteuning, residentieel, crisisopvang, gezinsvervanging, AM(h)K, jeugdbescherming, jeugdreclassering, basis jeugd GGZ, specialistische jeugd GGZ, dagbesteding, individuele begeleiding, kortdurend verblijf, jeugdzorg plus.
Overige voorzieningen zijn voorzieningen gericht op lichte ondersteuning.
De volgende overige voorzieningen zijn beschikbaar:
participatie, signaleren, kortdurende ondersteuning jeugdhulp en coördinatie van zorg.
ARTIKEL 2 VOORWAARDEN EN AFWEGING VERSTREKKING INDIVIDUELE VOORZIENING VIA HUISARTS, MEDISCH SPECIALIST OF JEUGDARTS
voorwaarden voor toekenning, wijze van beoordeling, afwegingsfactoren
Cliënt komt in aanmerking voor een individuele voorziening door verwijzing door huisarts, medisch specialist of jeugdarts, die hiervoor zijn eigen afwegingsfactoren gebruikt.
De gemeentelijke website wordt zodanig ingericht dat alle noodzakelijke informatie hierop terug te vinden is. Tevens kan de informatie desgewenst in papieren vorm worden verstrekt.
procedureregels voor de toegang tot jeugdhulp
Na een verwijzing door een arts meldt de zorgaanbieder dit aan de gemeente. Het college verstrekt hierop een beschikking, waarbij in beginsel het oordeel van de aanbieder wordt over genomen. De privacywetgeving wordt hierbij in acht genomen.
Het college kan een nader onderzoek laten uitvoeren naar het door de aanbieder opgestelde behandelplan. Hierbij kan worden meegenomen of het behandelplan in redelijkheid qua intensiviteit in verhouding staat tot de problematiek en of voor de juiste zorgvorm is gekozen.
De in rekening gebrachte kosten dienen in lijn te zijn met de afgesproken tarieven.
De procedureregels worden nader uitgewerkt in de werkwijze rond het sociale wijkteam.
ARTIKEL 3 VOORWAARDEN EN AFWEGING VERSTREKKING INDIVIDUELE VOORZIENING DOOR DE GEMEENTE
voorwaarden voor toekenning, wijze van beoordeling, afwegingsfactoren
Cliënt komt in aanmerking voor een individuele voorziening door verwijzing door gemeentelijke toegang en/of deskundige. De gemeentelijke toegang stelt hieromtrent een protocol op.
Er wordt een gezamenlijk behandelplan opgesteld. De cliënt en/of zijn ouders zijn gerechtigd een familiegroepsplan op te stellen.
De gemeentelijke website wordt zodanig ingericht dat alle noodzakelijke informatie hierop terug te vinden is. Tevens kan de informatie desgewenst in papieren vorm worden verstrekt.
procedureregels voor de toegang tot jeugdhulp
Een zorgvraag wordt beoordeeld door de gemeentelijke toegang. Hiervoor kan desgewenst nader advies worden ingewonnen bij een deskundige.
Het college beoordeelt het verzoek en neemt een besluit binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoek. Als een redelijke beslissing binnen deze termijn niet mogelijk is dan kan de beslissing worden uitgesteld voor de duur van de periode die nodig is om alle benodigde informatie te verkrijgen.
ARTIKEL 4 PROCEDURE TOEGANG JEUGDHULP VIA DE GEMEENTE
4.1. Beoordeling voorzieningen
Voor het gesprek verschaffen de jeugdige (en)/of zijn ouders aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige (en)/of zijn ouders verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Het college – in de praktijk gemandateerd aan deskundigen – en de jeugdige (en)/of zijn ouders zorgen voor schriftelijke verslaglegging van het onderzoek en het gesprek, in het zogenoemde ondersteuningsplan. In dit ondersteuningsplan, dat binnen redelijke termijn moet worden opgesteld, staat in ieder geval opgenomen:
Een familiegroepsplan is een hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren. Op grond van art. 4.1.1.a Jw (amendement) biedt de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling als eerste de mogelijkheid om, binnen een redelijke termijn, een familiegroepsplan op te stellen. Het voorgaande is niet van toepassing op de gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert of die de voogdij uitoefent in het geval dat de ouders ontheven of ontzet zijn uit het ouderlijk gezag. Slechts indien de ouders aan de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling te kennen hebben gegeven dat zij geen gebruik wensen te maken van de in de eerste zin bedoelde mogelijkheid, concrete bedreigingen in de ontwikkeling van het kind hiertoe aanleiding geven of de belangen van het kind anderszins geschaad worden, kan de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling hier vanaf zien.
In de praktijk zal met betrokkene(n) worden besproken of zij een familiegroepsplan (art. 4.5) wensen te maken of een ondersteuningsplan (art. 4.4). Voor beide vormen geldt dat inwoners nauwgezet worden betrokken bij de zorg en het nemen van de eigen verantwoordelijkheid hierin.
Het college verstrekt jeugdhulp in de vorm van een PGB indien aan de voorwaarden van artikel 6 Verordening Jeugdhulp SWW is voldaan. Bij levering van een PGB door ZZP-er, freelancer of persoon in dienst van een zorgaanbieder is sprake van een arbeidsverhouding tussen de budgethouder en de zorgverlener vastgelegd in een arbeidsovereenkomst. Wanneer sprake is van informeel zorgverlener(s) is geen sprake van een arbeidsverhouding. Onder informeel zorgverleners verstaan we een persoon die ondersteuning levert aan de cliënt maar geen ZZp-er, freelancer of een persoon in dienst van een zorgaanbieder is. De zorg, van zowel informele als formele zorgverleners, gehouden aan de in de Jeugdwet gestelde kwaliteitseisen (art. 4 Jeugdwet).
5.1 VOORWAARDEN VOOR PERSOON VAN HET SOCIALE NETWERK
Degene aan wie een PGB wordt verstrekt, kan de jeugdhulp onder de volgende voorwaarden betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk:
Wij hanteren bij het PGB geen vrij besteedbaar bedrag. Uit het PGB mogen wel enkele kostenposten worden vergoed, hiervoor wordt echter geen extra bedrag toegekend. De volgende kosten mogen uit het PGB worden betaald:
Bemiddelingskosten mogen niet uit het PGB worden betaald.
5.3 HOOGTE VAN HET PGB, TARIEVEN IN PERCENTAGES
In lijn met de Wmo wordt als uitgangspunt voor de tariefbepaling de laagste adequate zorg in natura gehanteerd. We hanteren hierbij de tarieven die in het inkoopbeleid zijn vastgesteld.
Eventuele uitvoeringskosten van de Sociale Verzekeringsbank worden niet doorberekend aan de budgethouder.
Voor de RTA aanbieders hebben we gemiddelde trajectprijzen afgesproken, hier is geen sprake van een bepaald % van het NZA tarief.
Instellingen, niet in het RTA, maar wel zorgcontinuïteit
Wij hanteren maximale tarieven die in rekening gebracht kunnen worden.
Voor de basis GGZ bedragen die maximum tarieven:
Voor de specialistische GGZ bedraagt het maximaal te declareren tarief 80% van het NZA tarief.
Voor KmB (AWBZ -18) bedraagt het maximaal te declareren tarief 75% van het NZA tarief
Met alle overige instellingen (die dus geen cliënten hebben), sluiten wij geen overeenkomst, maar is wel PGB mogelijk
Tarieven generalistische basis GGZ
Wij hanteren onderstaande maximumtarieven voor de generalistische basis GGZ:
Tarieven specialistische basis GGZ
Voor de specialistische GGZ (inclusief Dyslexie zorg) geldt een maximaal te declareren tarief van 75% van het NZA Tarief 2015.
Tarieven zonder cliënten uit die regio
Vrijgevestigden die geen cliënten hebben uit onze regio krijgen geen raamovereenkomst.
Voor deze aanbieders geldt dat wij een tarief van maximaal 60% van het NZA-tarief vergoeden, zowel voor basis als gespecialiseerde GGZ op declaratie basis.
Hiervoor zijn geen raamovereenkomsten gesloten, hiervoor geldt alleen maar PGB.
Het is niet altijd eenvoudig om voor een PGB het laagste (adequate) tarief te bepalen. In het geval de zorg in natura is ingekocht kunnen de tarieven worden vergeleken. Of het de meest adequate zorg is, moet worden bepaald door de indicator (bijv. het wijkteam).
Het is hierbij van belang om de meest adequate zorg net zo zwaarwegend te laten zijn als de meest goedkope. Niet elke zorgvorm laat zich goed vergelijken. Van belang is dat de meest doeltreffende zorg(vorm) wordt gekozen die naar inschatting, het meeste effect zal hebben.
De kwaliteit is geborgd in de gestelde voorwaarden en eisen aan de aanbieder in het inkoopcontract. Hierop wordt nagezien door de prestaties te monitoren en deze te bespreken tijdens de kwartaalgesprekken.
Daarnaast worden in 2015 voor de jaren daarna nieuwe prijs- en prestatie-afspraken met indien nodig aangepaste kwaliteitseisen afgesproken.
Tevens wordt de effectiviteit van de inzet van zorg, zowel in ZIN vorm als op basis van een PGB periodiek getoetst met jongeren, ouders en/of budgethouders.
Het college heeft de verantwoordelijkheid hierop toe te zien en hiervoor de organisatie dusdanig in te richten dat kwaliteit en afspraken daarover worden gemonitord.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-3892.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.