Gemeente Arnhem - Nadere Regels Objecten Openbare Ruimte 2016

 

 

Datum 22 maart 2016

Zaaknummer: 2016-03-00789

Documentnummer: 2016.0.015.410

 

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ARNHEM;

gelezen het voorstel van het cluster Openbare Ruimte van 22 maart 2016 over het vaststellen van de Nadere regels OOR 2016;

gelet op artikel 2.1.5.1 eerste lid en vierde lid van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Arnhem (APV);

b e s l u i t:

dat het aanbrengen en plaatsen van objecten op, aan of boven de weg geen overtreding is van het verbod als bedoeld in artikel 2.1.5.1, eerste lid APV, als aan de voorwaarden en eisen in de volgende nadere regels is voldaan.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Uitstalling: ieder verplaatsbaar voorwerp, dat voor een bedrijfspand op de weg wordt geplaatst, en dat bedoeld is om aandacht te vestigen op producten of diensten van een winkel of onderneming die in dat gebouw is gevestigd, met uitzondering van een terras of standplaats.

  • 2.

    Feestversiering: sfeerverhogende versiering, waaronder verlichting, ter gelegenheid van een gemeentelijk of (inter)nationaal evenement of feest.

  • 3.

    Houder: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die een uitstalling of feestversiering aanbrengt, plaatst of laat aanbrengen of plaatsen.

Artikel 2 Eisen en voorwaarden aan uitstallingen en feestversiering:

De uitstalling en feestversiering:

  • 1.

    kunnen niet omvallen of wegwaaien

  • 2.

    zijn van die kwaliteit en uitstraling dat zij het beoogde aanzien van de omgeving niet schaden;

  • 3.

    leveren geen gevaar, hinder of overlast op voor de omgeving en voorbijgangers;

  • 4.

    worden, door de houder, op eerste aanwijzing door of namens het bevoegde gezag verwijderd, als het dat nodig acht met het oog op de openbare orde, veiligheid, werkzaamheden aan of bij de weg, evenementen, markten, braderieën en dergelijke;

Artikel 3 Eisen en voorwaarden bij uitstallingen:

De houder:

  • 1.

    plaatst de uitstalling voor zijn bedrijfspand;

  • 2.

    plaatst geen uitstalling die breder is dan het bedrijfspand;

  • 3.

    plaatst de uitstalling op een diepte van maximaal 1.50 meter, gemeten vanuit de gevel van het bedrijfspand;

  • 4.

    houdt bij het plaatsen van de uitstalling een minimale doorgang vrij van:

    • a.

      3,50 meter breedte bij een hoogte van 4,20 meter voor hulpverleningsvoertuigen en

    • b.

      1,50 meter voor voetgangers, op het voor voetgangers bedoelde gedeelte van de weg;

  • 5.

    plaatst de uitstalling alleen tijdens de openingstijden van het bedrijfspand op de weg;

  • 6.

    plaatst de uitstalling niet voor, tegen of op brandkranen, bomen, blindegeleidelijnen of andere voor de openbare dienst bestemde voorwerpen;

  • 7.

    plaatst maximaal twee uitstallingen per klanteningang van zijn bedrijfspand;

  • 8.

    verkoopt geen producten vanuit de uitstalling;

  • 9.

    plaatst de uitstalling niet in of voor:

    • a.

      portieken met toegangen tot woningen

    • b.

      nooduitgangen.

  • 10.

    reinigt of laat de weg reinigen als de weg als gevolg van het uitstallen is verontreinigd;

Artikel 4 Eisen en voorwaarden bij feestversiering:

De houder:

  • 1.

    bevestigt de feestversiering niet aan bomen, lantarenpalen of met pennen in bestrating;

  • 2.

    brengt feestverlichting op een hoogte van ten minste 4,20 meter boven de weg aan;

  • 3.

    houdt tussen verlichtingsbogen een onderlinge afstand van ten minste 10 meter;

Artikel 5 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit aan te halen als: "Nadere regels OOR 2016"

  • 2.

    De Nadere regels OOR 2016 treden in werking op 1 april 2016

  • 3.

    De Nadere regels OOR uit 2009 in te trekken.

Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem,

de secretaris, de burgemeester,

Naar boven