Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2015

 

De raad van de gemeente Renkum;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2015;

gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid, en 15, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

besluit

vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Renkum 2015

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissie: commissie ingesteld op grond van artikel 82, 83 of 84 van de Gemeentewet; voor de gemeente Renkum betreffen dit de raadscommissies en de commissies met een bijzondere beroepsmatige deskundigheid;

  • -

    bijzondere commissie: commissie met een andere grondslag dan artikel 82, 83 of 84 van de Gemeentewet; voor de gemeente Renkum betreffen dit de Woon adviescommissie, de WWB adviesraad en de WMO adviesraad en de Commissie ruimtelijke kwaliteit;

  • -

    commissielid: lid van een commissie.

Artikel 2 Werkkostenregeling

Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en

commissieleden respectievelijk als bedoeld in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit Wethouders.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 3 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1.

    Hij, die gedurende een deel van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2, 8a en 8b van het Rechtspositiebesluit raads- / en commissieleden, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2.

    De vergoedingen als bedoeld in de artikelen 2, 8a en 8b van het Rechtspositiebesluit raads- / en commissieleden worden maandelijks uitbetaald.

Artikel 4 Reis- en verblijfkosten

  • 1.

    Aan raadsleden worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte reis- en verblijfkosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2.

    De vergoeding als bedoeld in het eerste lid is:

    • a.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

  • 3.

    De reiskosten worden voor ten hoogste één vergadering per dag vergoed.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.

  • 5.

    De reis- en verblijfkosten worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 5 Computer en communicatieapparatuur

  • 1.

    Het college verstrekt aan het raadslid ten laste van de gemeenteeen bedrag, ter hoogte van € 650,- voor een raadsperiode van vier jaar. Dit bedrag is uitsluitend bedoeld voor de aanschaf, het gebruiken het onderhoud van, voor de uitoefening van het raadslidmaatschap benodigde en geëigende, computerapparatuur met accessoires en software.

  • 2.

    Op verzoek van het raadslid vindt uitbetaling van het in het eerste lid genoemde bedrag plaats ofwel in eens aan het begin van de raadsperiode, ofwel verspreid in vier jaarlijkse termijnen van € 162,50.

  • 3.

    Het raadslid is verplicht alle facturen en betalingsbewijzen voor de gemaakte kosten, zoals bedoeld in het eerste lid, te bewaren, zodat deze desgevraagd aan de belastingdienst kunnen worden getoond.

  • 4.

    Bij tussentijds aftreden van het raadslid bestaat recht op een bedrag, dat evenredig is aan de duur van het raadslidmaatschap. Het raadslid, dient het teveel verstrekte bedrag terug te betalen aan de gemeente.

  • 5.

    Vóór uitbetaling van het bedrag ondertekent het raadslid een overeenkomst tegemoetkoming kosten computer c.a. met de gemeente.

  • 6.

    Het college stelt het model van de in het vijfde lid genoemde overeenkomst vast.

  • 7.

    Er bestaat geen recht op vergoedingen voor ASDL, ISDN e.d. abonnementen en aansluitingen en een telefoonvergoeding.

Artikel 6 Buitenlandse excursie of reis

  • 1.

    De gemeenteraad kan een delegatie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of vanwege de gemeente wordt georganiseerd. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2.

    De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 7 Scholing

  • 1.

    De kosten voor deelname van een raadslid aan opleiding, cursus, congres, seminar of symposium, die in het gemeentebelang door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente. Hieraan ligt een opleidingsplan ten grondslag, dat door de raad zo spoedig mogelijk na de gemeenteraadsverkiezingen wordt vastgesteld voor de komende raadsperiode. De griffier is verantwoordelijk voor de nadere concretisering en uitvoering van dit plan.

  • 2.

    Het raadslid dat wil deelnemen aan een opleiding, cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als het volgen van deze opleiding van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap. Dit staat ter beoordeling van de desbetreffende raadsfractie.

  • 3.

    De fracties ontvangen ten behoeve van de in lid 2 genoemde scholing jaarlijks een bedrag ad € 195,- per raadslid in de desbetreffende fractie.

  • 4.

    De betaling van het budget aan de fracties en de verantwoording over de besteding van het budget door de fracties vindt plaats op dezelfde wijze als is geregeld voor de gemeentelijke bijdrage voor fractieondersteuning in artikel 13 Verordening op de ambtelijke ondersteuning en fractieondersteuning 2009.

  • 5.

    Indien de fractie, in enig jaar, niet het gehele budget voor scholing heeft benut kan een gedeelte hiervan worden gereserveerd ter besteding aan scholing door die fractie in volgende jaren.

  • 6.

    De reserve, als bedoeld in lid 5, is niet groter dan 50% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam op grond van dit artikel.

  • 7.

    Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de verantwoording van dat jaar.

  • 8.

    De reserve blijft na de verkiezingen beschikbaar voor de fractie, die onder dezelfde naam terugkeert. In andere gevallen wordt de reserve teruggestort naar de gemeente Renkum.

Artikel 8 Fietsregeling

  • 1.

    Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2.

    Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor leden van een commissie ingesteld op grond van artikel 82, 83 of 84 van de Gemeentewet

Artikel 9 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen (en voor andere in deze verordening genoemde werkzaamheden)

  • 1.

    Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid ontvangen de leden van de Commissie personele aangelegenheden, Hoorcommissie sociale wetgeving, Commissie bezwaarschriften en Rekenkamercommissie een vergoeding zoals bepaald in artikel 10.

  • 4.

    Geen vergoeding ontvangt diegene die zitting (als lid of voorzitter) heeft in een commissie:

    • a.

      als raadslid of wethouder;

    • a.

      in zijn hoedanigheid als medewerker van de gemeente.

Artikel 10 Vergoeding commissies beroepsmatige deskundigheid

  • 1.

    De leden van de Commissie personele aangelegenheden, de Hoorcommissie sociale wetgeving en de Commissie bezwaarschriften ontvangen per zitting een vergoeding ter hoogte van 393% (afgerond op euro’s) van het in artikel 9 lid 1 bedoelde bedrag.

  • 2.

    De leden van de Rekenkamercommissie ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding van € 167,-- per zitting. Daarnaast ontvangen zij € 84,-- per uur:

  • -

    voor het bijwonen van andere vergaderingen en bijeenkomsten dan die van de Rekenkamercommissie, mits deelname daaraan tevoren door de Rekenkamercommissie is geaccordeerd; en

- voor het schrijven van onderzoeksopzetten en onderzoeksrapportages, voor het doen van feitelijk onderzoek en voor begeleiding van externe onderzoekers, een en ander binnen de door de Rekenkamercommissie tevoren vastgestelde

onderzoeksopzet met bijbehorende begroting.

3. De vergoedingen genoemd in lid 2 worden aangepast aan de hand van de indexering die in de circulaire ’Bezoldiging en ambtstoelage burgemeesters, wedde en (onkosten)vergoeding wethouders, (onkosten)vergoeding raads- en commissieleden’ wordt toegepast voor commissieleden.

Artikel 11 Reiskosten

  • 1.

    Aan leden van een commissie als bedoeld in artikel 9 lid 3 worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed.

  • 2.

    De hoogte van de vergoeding sluit aan bij de Vervoers- en verplaatsingsregeling voor medewerkers van de gemeente Renkum.

  • 3.

    De externe leden van de Rekenkamercommissie, inclusief de voorzitter, hebben recht op een vergoeding van de reiskosten voor het bijwonen van andere vergaderingen en bijeenkomsten dan die van de Rekenkamercommissie, mits deelname daaraan tevoren door de Rekenkamercommissie is geaccordeerd.

Artikel 12 Overeenkomstige toepassing

Het bepaalde in artikel 4, leden 3, 4 en 5 (Reiskosten), artikel 5 (Computer en communicatie-apparatuur), artikel 6 (Buitenlandse reis of excursie) en artikel 7 lid 1 van deze verordening (Scholing) van deze verordening is van overeenkomstige toepassing op raadscommissieleden, niet zijnde raadsleden.

Hoofdstuk IV Vergoedingen voor leden van een bijzondere commissie.

Artikel 13 Vergoedingen

  • 1.

    Aan commissieleden van de Woon adviescommissie, de WWB adviesraad en de WMO adviesraad wordt een vaste vergoeding per jaar toegekend gebaseerd op een gemiddeld aantal van 10 vergaderingen van de commissie per jaar ter hoogte van 67% van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag per zitting in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 1.

    Het burgerlid in de commissie Ruimtelijke kwaliteit ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van 67% van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    Voor de deskundigen monumentenzorg en cultuurhistorie van de Commissie ruimtelijke kwaliteit geldt voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding van € 167 per zitting alsmede een vergoeding van € 102,- per formele beoordeling van een plan.

  • 3.

    De vergoedingen genoemd in lid 3 worden aangepast aan de hand van de indexering die in de circulaire ’Bezoldiging en ambtstoelage burgemeesters, wedde en (onkosten)vergoeding wethouders, (onkosten)vergoeding raads- en commissieleden’ wordt toegepast voor commissieleden.

  • 4.

    De voorzitters genoemd in lid 1 ontvangen een vaste vergoeding per jaar toegekend gebaseerd op een gemiddeld aantal van 10 vergaderingen van de commissie per jaar, uitgaande van het bedrag van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag per zitting in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 5.

    Personen, bedoeld in lid 1 en 3, ontvangen geen vergoeding indien zij namens een organisatie lid worden van een adviesraad en zij voor deze werkzaamheden een salaris van die organisatie ontvangen.

Hoofdstuk V Voorzieningen voor wethouders

Artikel 14 Cursussen en congressen/scholing

Facturen voor cursussen en congressen, die een wethouder in het belang van de vervulling van zijn ambt heeft gevolgd of bijgewoond, worden bij besluit van het college van burgemeester en wethouders rechtstreeks door de gemeente betaalbaar gesteld.

Het college van burgemeester en wethouders kan voor het volgen van cursussen en congressen nadere regels stellen.

Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer

De wethouder die niet in de gemeente woont en waaraan de Raad een ontheffing heeft verleend om tijdelijk buiten de gemeente te wonen komt in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten van het reizen tussen zijn woning en zijn werkplaats (woon-werkverkeer). De door de Minister bij ministeriële regeling vastgestelde nadere regels over de hoogte van de vergoeding en de voorwaarden voor de aanspraak, zijn hierbij van toepassing.

Artikel 16 Zakelijke reiskosten

De reiskosten als bedoeld in artikel 23 lid 1 onder b van het Rechtspositiebesluit wethouders worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 17 Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    Als de wethouders in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maken worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2.

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 18 Computer en communicatieapparatuur

  • 1.

    De wethouders aan wie een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2.

    De wethouders aan wie communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 19 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming

De wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • a.

    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders, en

  • b.

    verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 20 Creditcard

Aan de wethouder kan een creditcard ter beschikking worden gesteld. Met deze card kunnen kosten voor rekening van de gemeente komen, voor zover deze verordening daartoe regels stelt. Kosten die buiten de kaders van deze regeling vallen worden door de gemeente in rekening gebracht bij de betrokken wethouder.

Artikel 21 Outplacement gewezen wethouders

  • 1.

    In dit artikel wordt verstaan onder:

    - belanghebbende : hij die ophoudt wethouder te zijn en in het genot is van een (wachtgeld-) uitkering op grond van de APPA;

    - bureau: organisatie bij voorkeur aangesloten bij de Nederlandse organisatie voor outplacement en loopbaanbegeleiding;

  • 2.

    Het college besluit op aanvragen omtrent de toekenning van outplacementfaciliteiten. Alvorens een besluit te nemen consulteert het college het seniorenconvent om haar zienswijze te vernemen. De kosten van deze faciliteiten komen voor rekening van de gemeente tot een maximum van de bezoldiging over twee maanden van de belanghebbende in zijn actieve periode. Het college sluit hiertoe een overeenkomst met het bureau.

  • 3.

    Eventuele reis- en verblijf- en andere kosten komen voor rekening van belanghebbende.

  • 4.

    De outplacementfaciliteiten worden toegekend voor ten hoogste één jaar.

  • 5.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet

    a.is het college bevoegd een voorziening te treffen, voor zover de hiermee gepaard gaande kosten ten laste van de gemeente niet meer bedragen dan de bezoldiging over twee maanden van de belanghebbende in zijn actieve periode. Alvorens een besluit te nemen consulteert het college het seniorenconventom haar zienswijze te vernemen.

    b. is de raad bevoegd een voorziening te treffen voor zover lid 5.a. niet van toepassing is en de hiermee gepaard gaande kosten ten laste van de gemeente niet meer bedragen dan de bezoldiging over één jaar van de belanghebbende in zijn actieve periode. Het college doet een voorstel hiertoe aan de raad.

Hoofdstuk VI De procedure van declaratie

Artikel 22 Betaling vaste vergoedingen raadsleden en wethouders

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden door raadsleden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 23 Betaling vaste vergoeding commissieleden

  • 1.

    De in deze verordening genoemde vaste jaarvergoedingen voor commissieleden en voor de leden van een commissie als bedoeld in artikel 13, worden in vier termijnen, per kwartaal, vooruitbetaald aan de rechthebbende. Als peildatum voor de betaling aan rechthebbenden gelden het zitting hebben in de commissie op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober. Aan nieuwe commissieleden wordt de eerste volle kwartaaltermijn betaald op grond van de eerste deelname aan een zitting van de commissie. Vertrek uit de commissie in de loop van het kwartaal leidt niet tot terugbetaling.

  • 2.

    De vergoedingen die worden uitbetaald per zitting (artikel 10) worden uitbetaald op basis van declaraties.

  • 3.

    Bedragen in deze regeling worden geïndexeerd op grond van door de minister bij AMvB vast te stellen verhogingen en afgerond naar veelvouden van € 1,--.

  • 4.

    De uitbetalingen ingevolge deze regeling zijn bruto tenzij anders bepaald.

  • 5.

    Rechthebbenden kunnen kiezen voor de opting-in-regeling.

Artikel 24 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1.

    Raads- en commissieleden en wethouders dragen ten behoeven van het vergoeden van kosten zorg voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

  • 2.

    Verantwoording van de vergoeding door het raadslid, het commissielid, het lid van een commissie als bedoeld in artikel 12 en 13 respectievelijk de wethouder vindt plaats door een door het college vastgesteld formulier volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3.

    Facturen komen alleen voor vergoeding in aanmerking als voldaan wordt aan de bepalingen in deze verordening.

  • 4.

    Het formulier wordt ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar.

Artikel 25 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1.

    De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van reiskosten met de eigen auto vindt plaats door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Het formulier wordt binnen twee maanden na de betaling c.q. de datum van de gemaakte rit volledig ingevuld en ondertekend door het raads- of het commissielid respectievelijk de wethouder en ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de bewijsstukken.

Hoofdstuk V II Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 26 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Renkum 2014, zoals vastgesteld op de raad op 26 februari 2014, wordt ingetrokken.

Artikel 27 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2014.

Artikel 28 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Renkum 2015

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2015

De raad van de gemeente Renkum,

De griffier, de voorzitter,

mr. J.I.M. le Comte drs. J.P. Gebben

 

Naar boven