Gemeenteblad van De Ronde Venen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Ronde Venen | Gemeenteblad 2016, 32535 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Ronde Venen | Gemeenteblad 2016, 32535 | Beleidsregels |
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016
Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma toezicht & handhaving 2016 van de gemeente De Ronde Venen. Dit uitvoeringsprogramma is de verdere concretisering van het handhavingsbeleid zoals dat is verwoord in het Integraal Handhavingsbeleid De Ronde Venen 2016-2018.
In dit uitvoeringsprogramma zijn de handhavingsinspanningen op het gebied van toezicht en handhaving op het gebied van Bouwen en Wonen, Milieu, Ruimtelijke Ordening, Openbare ruimte en brandveiligheid vastgelegd.
Het vaststellen van het uitvoeringsprogramma is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Jaarlijks doen wij verslag van onze inspanningen en resultaten op het gebied van Toezicht & Handhaving in een zogenoemde jaarrapportage.
Uit het jaarverslag over 2014 blijkt dat wij veel middelen hebben ingezet op toezicht op verleende (omgevings)vergunningen, asbest gerelateerde zaken, klachten en meldingen (openbare ruimte) en formele handhavingsverzoeken, Maar ook dat de in gebruik zijn applicatie SquitXO nog niet de juiste MARAP gegevens kan genereren. In 2016 willen wij nadrukkelijk SquitXO zo laten inrichten dat de ingevoerde data er uitgehaald kan worden en gebruikt voor de jaarlijkse evaluaties en beleidsaanpassingen.
In 2016 willen wij het toezicht op een andere wijze invullen, namelijk op een meer projectmatige wijze. Daarbij zal de nadruk komen te liggen op gebiedsgericht toezicht en handhaving. De ruimte hiervoor wordt gecreëerd door het toezicht op de verleende omgevingsvergunningen sterk te reduceren.
Bij de keuze voor de projecten haken we aan bij de actuele ontwikkelingen en de herziening van bestemmingsplannen. Op basis van de informatie daaruit willen we komen tot een nulmeting met betrekking tot het naleefgedrag, waardoor we voor de volgende beleidsperiode in staat zijn om naleefdoelstellingen te formuleren.
Tevens willen wij die informatie gebruiken om op basis daarvan zal een communicatiestrategie te gaan uitwerken op welke wijze en op welke onderdelen de gemeente actief communiceert over haar toezicht en handhavingstaken.
Het uitvoeringsprogramma 2016 sluit aan bij het Integraal Handhavingsbeleid De Ronde Venen 2016-2018.
In dit uitvoeringprogramma is de capaciteitsinzet per handhavingstaak opgenomen.
Een goede verantwoording is een middel bij uitstek om de effectiviteit en efficiëntie van de uitgevoerde handhaving te kunnen beoordelen. Jaarlijks wordt verantwoording afgelegd met behulp van een jaarrapportage. Het jaarverslag is bedoeld om de gemeenteraad periodiek te informeren over het bij de uitvoering gevoerde beleid en de voortgang en resultaten bij de uitvoering van de handhavingstaken.
Over het jaar 2014 hebben we voor de eerste keer een jaarverslag gemaakt, waarbij inzichtelijk is geworden op welke wijze de beschikbare middelen zijn ingezet. De inhoud van het jaarverslag 2014 is mede gebruikt als input voor dit uitvoeringsprogramma.
In dit uitvoeringsprogramma is rekening gehouden met de speerpunten uit het Integraal Veiligheidsplan (IVP). De daarin opgenomen thema’s met prioriteiten wijken niet af van de in dit programma opgenomen prioriteiten. De activiteiten en projecten die op voor een groot deel op gebied van preventie liggen, leveren geen extra druk op het uitvoeringsprogramma, maar kunnen binnen dit uitvoeringsprogramma uitgevoerd worden..
Het nieuwe handhavingsbeleid wijkt ten opzichte van 2015 behoorlijk af. In principe geldt vanaf 1 januari 2016 direct de nieuwe werkwijze. Nog lopende zaken worden zo mogelijk volgens de nieuwe werkwijze afgewikkeld als dat past binnen de nieuw opgezette strategie verwoord in het beleid.
1.3. Organisatie en taakstelling
Uit de begroting van 2016 volgt het volgende:
“In 2016 leggen wij op het gebied van VTH prioriteit bij het tijdig afhandelen van vergunningen en secundair bij het maken van een kwaliteitsslag”.
Zoals uit de tabel blijkt is er in 2016 minder capaciteit beschikbaar om de toezicht en Handhavingstaken uit te voeren.
Uit het jaarverslag over 2014 blijkt dat de toezicht en handhavingstaken onder druk hebben gestaan door een hoog ziekteverzuim, door organisatievraagstukken en ontwikkeling van beleid.
Uitgaand van de op dit moment beschikbare informatie wordt verwacht dat de situatie in 2016 niet veel rooskleuriger zal zijn.
Daarnaast staat het team Vergunningen Toezicht en Handhaving (VTH) voor een forse opgave vanwege een aantal grote (wets)wijzigingen, zoals de Omgevingswet, de kwaliteitseisen zoals vastgelegd in de wet VTH en het wetsvoorstel met betrekking tot de private kwaliteitsborging. Deze laatste beoogt een verbetering van de bouwkwaliteit en de kwaliteitsborging, waarbij de bouwsector (private partijen) zelf expliciet verantwoordelijk is voor de bouwkwaliteit en die verantwoordelijkheid neemt. Voor de toekomst betekent dit voor het toezicht deel minder middelen behoeven te worden ingezet op de naleving van bouwtechnische voorschriften.
Het aantal gemeentelijke handhavingstaken is zeer omvangrijk en divers. Als gevolg hiervan is het feitelijk niet mogelijk om al deze taken voor de volle 100% uit te voeren met de vaak beperkte beschikbare capaciteit. Daarom is het noodzakelijk om prioriteiten aan de verschillende handhavingstaken toe te kennen. Door middel van een risicoanalyse op basis van een landelijk erkende systematiek zijn deze prioriteiten bepaald.
Uitgangspunt is dat alle meldingen, klachten en handhavingsverzoeken worden geregistreerd en waar mogelijk wordt er een rapportage van gemaakt (foto, adres, soort overtreding).
Voor klachten en meldingen maken we een globale inschatting van de prioriteit op basis van de aard, omvang en ernst van de overtreding. Daarna beoordelen we op hoofdlijnen of de overtreding valt te legaliseren. De overtredingen worden op basis van de vastgestelde prioriteiten afgehandeld, waarbij er altijd een besluit volgt op een verzoek om handhaving.
De afhandelingstermijn van een handhavingsverzoek wordt standaard gezet op 8 weken. Deze termijn wordt verlengd als niet binnen de termijn een voldoende gemotiveerd besluit kan worden genomen en/of een pre-mediation/informele aanpak traject is gestart.
Bij overtredingen volgen wij de interventiematrix zoals opgenomen in de Landelijke Handhavingsstrategie.
Het taakveld bevat het toezicht en de handhaving van veiligheid en gezondheid op het gebied van bouwen en wonen.
Uit de risico analyse blijkt voor bouwen en wonen in het algemeen sprake van een lage of gemiddelde prioriteit. Een uitzondering hierop vormt illegale sloop met asbest die de prioritering “hoog” heeft. (zie ook paragraaf 2.2.2., 3e alinea)
Op 2 maart 2015 heeft de rijksoverheid bekend gemaakt dat vanaf 2024 asbestdaken in Nederland verboden zijn. Dit betekent dat eigenaren van gebouwen met asbesthoudende dakbedekking deze voor die tijd moeten verwijderen. Op dit moment ligt er nog geen rol voor de gemeente om hier actief mee aan de gang te gaan. Eigenaren van asbestdaken zijn zelf verantwoordelijk voor het verwijderen van asbest. De rijksoverheid heeft aangekondigd dat er per 1 januari 2016 een subsidieregeling komt voor de sanering van asbest daken. In het kader van voorlichting zullen de toezichthouders eigenaren op de hoogte brengen van de komende wettelijke verplichting en de mogelijke subsidies. Het is daarnaast niet ondenkbaar dat er vanaf 2024 een wettelijke handhavingstaak voor de gemeente komt om de nog niet verwijderde asbestdaken te verwijderen.
2.2.1 Toezicht omgevingsvergunningen
In onderstaande tabel is de bouwprognose voor 2016 meegenomen. De verwachting is dat de bouwproductie met 3% zal toenemen en de volumegroei voor woningen met 11% (cijfers Economisch Instituut voor de Bouw).
De wettelijke ontwikkeling is dat in de bouwsector (private) partijen zelf verantwoordelijk zijn voor de bouwkwaliteit en de kwaliteitsborging en die verantwoordelijkheid neemt. Toezicht op omgevingsvergunningen is daarom laag geprioriteerd. Waarmee de toezichtcapaciteit voor 2016 op dit onderdeel beperkt wordt ingezet. Ook komt de wet Private Kwaliteitsborging er aan. Deze wet houdt in dat er niet meer wordt gecontroleerd op bouwtechnische zaken. Deze worden door de markt overgenomen.
Dit betekent uitgaande van verminderde capaciteit , voorsorteren op de nieuwe wet dat wij bij grotere bouwplannen maximaal de volgende controles doen:
Deze aanpak is nieuw en 2016 wordt dan ook nadrukkelijk als leerjaar beschouwd..
2.2.2. Overige bouw gerelateerde werkzaamheden
Het is lastig in te schatten hoeveel uur werk er nog in de bestaande werkvoorraad zit omdat veel plannen al in de uitvoeringsfase zitten of nog niet uitgevoerd worden. Doelstelling is om alle vergunningen die ouder zijn dan één jaar en die nog niet zijn uitgevoerd in te trekken. Dat betekent dat ca. 200 vergunningen worden gecontroleerd ( 1 controle). De reden hiervoor is het streven om alleen bouwwerken te laten bouwen die voldoen aan de huidige bouwtechnische eisen en volgens de best beschikbare technieken en materialen.
Vanuit administratief oogpunt is het gewenst dat de Basisadministratie Gebouwen en Adressen (BAG) overeenkomt met de feitelijke situatie buiten.
Bij asbestsloop kan in de praktijk met 1 controle worden volstaan. Asbestsloop dient namelijk door een gecertificeerd bedrijf te worden uitgevoerd. Geconstateerde overtredingen worden over het algemeen tijdens een controle direct ongedaan gemaakt. Milieu-invloeden gedurende de sloop van een bouwwerk worden in de sloopfase meegenomen door de toezichthouder. De nadruk ligt op het op een juiste wijze behandelen afvoeren en aanbieden van sloopafval en asbest (veiligheid en duurzaamheid).
Voor 2016 wordt geen extra inzet gepleegd op het toezicht bij monumenten. Veelal gaat dit gepaard met een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen.
2.2.4. Niet vergunning gebonden toezicht en handhaving
Het betreft de schriftelijk ingediende meldingen, klachten en handhavingsverzoeken. De prognose is gebaseerd op het jaarverslag 2014. De overige meldingen en toezichttaken zijn divers en betreffen voornamelijk toezicht in verband met formele handhavingszaken en incidenteel illegale bewoning, bouwplaatsopslag, inrichtingseisen Drank en Horeca Wet. In het proces van afwikkeling van handhavingszaken wordt nadrukkelijk pre-mediation/informele aanpak ingezet.
Uit de risico analyse blijkt voor illegaal bouwen en gebruik van bouwwerken een gemiddelde prioriteit te gelden. De toezicht en handhavingscapaciteit is bij dit onderwerp bij uitstek geschikt voor een projectmatige aanpak. Bij de keuze voor de projecten haken we aan bij de actuele ontwikkelingen en de herziening van bestemmingsplannen.
Het jaar 2016 willen wij benutten om ervaring op te doen met deze voor De Ronde Venen binnen toezicht en handhaving nieuwe werkwijze.
De verwachting is dat we op deze wijze ons toezicht effectiever kunnen inzetten en het maatschappelijk effect groter zal zijn.
PROJECT 1 PREVENTIE BOUWEN OP LEGAKKERS (voorkomen bebouwing)
Op dit moment vinden de voorbereidingen plaats voor de herziening van het bestemmingsplan (Plassengebied). Uitgangspunt is dat het nieuwe bestemmingsplan meer ontwikkelingen op de Vinkeveense Plassen mogelijk wil gaan maken.
Zolang het nieuwe bestemmingsplan voor de Vinkeveense Plassen nog niet definitief is, gelden de regels uit het oude bestemmingsplan Buitengebied. Die houden onder meer in dat op de legakkers in principe niets mag worden gebouwd.
Uit de handhavingsverzoeken blijkt dat er in de aanloop naar de herziening van het bestemmingsplan al intensiever wordt gebouwd.
Om te voorkomen dat er verdere bouwwerkzaamheden plaatsvinden op de legakkers zal geïnvesteerd worden in toezicht hierop:
De ervaring heeft de afgelopen periode geleerd dat de meeste activiteiten in het weekend worden uitgevoerd. Daarom zal toezicht het zwaartepunt in het weekend moeten krijgen..
PROJECT 2 INVENTARISATIE TEN BEHOEVE VAN BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED-WEST
Het bestemmingsplan Buitengebied-West wordt herzien.
Het uitgangspunt voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied-West is om de bestaande ruimtelijke situatie te voorzien van een nieuw en passend planologisch kader, waarin ruimte wordt geboden voor ontwikkeling. Om de bestaande situatie in het plangebied voorafgaande aan de bestemmingsplanprocedure goed in beeld te brengen, wordt in eerste instantie door het bureau dat het bestemmingsplan maakt een eerste inventarisatie gemaakt.
Hieruit komen een aantal zaken welke in het nieuwe bestemmingsplan niet kunnen worden ingepast. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om bouwen en gebruiken niet in overeenstemming met het in voorbereiding zijnde nieuwe bestemmingsplan.
Er zal een aanvullende uitgebreide inventarisatie plaatsvinden en er zal onderzocht worden op welke wijze de strijdige situaties aangepakt kunnen worden. De verwachting is dat hiervoor in de loop van 2016 toezichtcapaciteit wordt gevraagd. Daar waar op het moment van controles nieuwe strijdige situaties ontstaan zal direct worden ingegrepen. Dit project zal meerdere jaren in beslag nemen.
PROJEKT 3 AFRONDING BUITENBORGH
Er is een inventarisatie gemaakt in 2015 . Daar zijn verschillende bouwstops opgelegd. Het is nu noodzakelijk om per overtreding de belangenafwegingen te maken tussen handhaven en/of legaliseren. Na deze afwegingen worden de overtredingen die niet gelegaliseerd kunnen worden aangeschreven. Hieruit kunnen rechtszaken voortvloeien. In extreme situaties kan dit project meerdere jaren in beslag nemen.
In het kader van grootschalig onderhoud aan wegen en bruggen is gebleken dat de omgeving dermate verzakt is dat er risico’s kunnen ontstaan met de ondergrondse infrastructuur. Dit kan aanzienlijke gevolgen hebben voor de kwaliteit van de leefomgeving (bijv. riool-, gas- en wateraansluitingen).
Daarnaast is afgelopen jaren gebleken dat er veel illegale bouwwerken zijn gerealiseerd op Plaswijk.
Er zal op projectmatige wijze een integrale situatie-opname worden gemaakt voor zowel de ondergrondse infrastructuur als de illegale bouwwerken die zijn opgericht. Doel van dit project is om een overzicht van alle risico’s in beeld te brengen en vast te leggen. Wij stellen voor Plaswijk voor 2017 als integraal project op te pakken.
Binnen de VRU zijn de teamleiders zijn nog bezig om de ramingen voor 2016 op een rijtje te zetten. In dat jaarplan zal veel aandacht zijn voor Stimulerende Preventie, naast de klassieke VTH-taken. De verwachting is dat dit november is afgerond. Alsdan zal het als integraal onderdeel in het gemeentelijke uitvoeringsprogramma worden meegenomen.
De VRU zal zijn standpunten met betrekking tot brandveiligheid ook richting ODRU terugkoppelen.
Het voorkomen en beperken van onveilige situatie en situaties die de openbare orde verstoren gebeurt in nauwe samenwerking met onze veiligheidspartners, zoals de politie en brandweer.
Hier ligt lokale wet- en regelgeving aan ten grondslag op grond waarvan opgetreden kan worden. In het kader van het integraal handhavingsbeleid is de Algemene plaatselijke verordening (APV) de meest van toepassing zijnde regelgeving. De politie is aangewezen als toezichthoudende en handhavende instantie.
Voor evenementen is de prioritering “hoog”(prio 2) (zie paragraaf 2.5.1.)
Zwerfafval heeft ook een hoge prioritering gekregen. In de praktijk is daar moeilijk op te handhaven en wordt gekozen voor een pragmatische aanpak (weghalen van het zwerfafval).
Het toezicht op de Drank- en Horecawet is per 1 januari 2013 gewijzigd. In de Drank- en Horecawet is het toezicht overgedragen aan de gemeenten. Voorheen was dit een taak van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Met het toezicht op en de handhaving van de Drank- en Horecawet (DHW) beoogt de gemeente De Ronde Venen de naleving van de regelgeving in de DHW, het tegengaan van schadelijk alcoholgebruik en naleving van de leeftijdsgrenzen. De controles op de DHW richten zich op detailhandel, horeca inrichtingen, evenementen, sportverenigingen en andere para-commerciële stichtingen en verenigingen. De in 2014 ingezette systematiek van controles zal in 2016 worden voorgezet.
Voor 2016 zijn de volgende controles in het kader van de Drank- en Horecawetgeving gepland:
5 controles bij de grote evenementen
4 controles bij de cafés in de 4 grote kernen gecombineerd met detailhandel
2.5.2. Handhaving artikel 13b van de Opiumwet
Ook de gemeente De Ronde Venen ziet zich geconfronteerd met illegale hennepteelt in woningen en bedrijfspanden. Dit is niet alleen in strijd met de wet, maar levert ook vaak (voor de omgeving) zeer gevaarlijke situaties op door het onprofessioneel en illegaal aftappen van stroom, zodat er grote kans is op brand- en waterschade etc.
In november 2012 heeft de burgemeester beleidsregels opgesteld, waarin beschreven staat wanneer en hoe bestuursrechtelijke maatregelen genomen worden bij het aantreffen van een henneppand. De politie stelt een bestuurlijke rapportage op met een daarbij behorend advies aan de burgemeester om al dan niet op te treden (sluiting van een bedrijfspand, woning). Het is niet te voorzien hoeveel panden er jaarlijks aangetroffen worden, maar deze aanpak heeft hoge prioriteit.
De Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU) voert de milieuhandhavingstaken voor de gemeente uit. Vanuit het Rijk wordt daarbij sterk gestuurd op de kwaliteit van de milieuhandhaving. Om de milieuhandhaving verder te professionaliseren zijn landelijk kwaliteitscriteria vastgesteld (in de Wabo en de Wet VTH). De inzet (omvang) van de capaciteit is er op gericht om aan deze kwaliteitscriteria te voldoen.
De probleemanalyse, risicoanalyse, prioriteiten, doelen en indicatoren zijn opgenomen in het Integraal Handhavingsbeleid De Ronde Venen 2016-2018.
Elk jaar wordt voor de taken die worden uitgevoerd door de ODRU een dienstverleningsovereenkomst afgesloten met daarbij als bijlage een uitvoeringsprogramma met een gedetailleerd overzicht van de taken (producten en diensten) en uren. De uren uit het uitvoeringsprogramma zijn hieronder ook opgenomen. Vanuit de gemeente zelf wordt op milieugebied voor coördinatie, handhavingsbeleid (inclusief provinciale afstemming samenwerkingsprogramma), rapportage (waaronder voor Interbestuurlijk Toezicht: IBT) en het handhavingsuitvoeringsprogramma circa 60 uur ingezet.
2.6.1. Toezicht op inrichtingen (bedrijven)
Bij het milieutoezicht op de 1.612 inrichtingen (zie ook bijlage 2 voor een overzicht per branche) zijn er verschillende vormen van toezicht.
Routinematige t o ezichtsbezoeken
De gemeente hanteert vanaf begin jaren negentig een controlefrequentie die mede is gebaseerd op de landelijke kengetallen. De milieurelevantie bepaalt welke milieucategorie aan een bedrijf is toegekend. Deze indeling in milieucategorieën vormt dus mede de prioritering en bepaalt daarnaast tevens de frequentie van de controles. Zo worden bedrijven in milieucategorie 4 jaarlijks bezocht en bedrijven in milieucategorie 1 eens in de 10 jaar of in sommige gevallen zelfs niet. Het zijn meestal integrale controles, dat wil zeggen dat alle milieuaspecten die op de inrichting van toepassing zijn tijdens het bedrijfsbezoek worden beoordeeld. De routinematige toezichtbezoeken worden tegenwoordig vooral projectmatig uitgevoerd.
Het overgrote deel van het milieuhandhaving wordt projectmatig uitgevoerd (zie ook bijlage 1).
Enkele maanden nadat het milieudeel van een omgevingsvergunning is verleend of een melding is afgehandeld, wordt een zogenoemde opleveringscontrole uitgevoerd. Tijdens deze controle wordt nagegaan in hoeverre de inrichting reeds conform de vergunning of melding in werking is.
Milieuk lachten over bedrijven
Milieuklachten die binnen komen worden binnen 2 dagen door de ODRU opgepakt. Onderzocht wordt of de klacht gegrond is en of er sprake in van een overtreding van de regels. Is dit het geval dan wordt er opgetreden. Situaties waar acute risico’s voor mens, milieu en omgeving worden geconstateerd worden met hoge prioriteit behandeld.
De handhaving van bedrijven die onder het Besluit risico's zware ongevallen 1999 gaat vanaf 1 januari 2016 over van bevoegd gezag gemeente naar bevoegd gezag provincie en wordt uitgevoerd door Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. In De Ronde Venen gaat het om het bedrijf SC Johnson Europlant BV (in 2015 ging het om 190 uur voor toezicht en handhaving).
In de onderstaande tabel staat een overzicht van de uren in totalen van de ODRU voor de milieuhandhaving bij bedrijven. In bijlage 1 zijn deze uren gedetailleerder met een nadere toelichting opgenomen conform het uitvoeringsprogramma 2016 ODRU.
2.6.3. Handhavingssamenwerkingsprojecten
Provinciebrede handhavingssamenwerking
Om aan de kwaliteitscriteria voor handhaving te voldoen moeten jaarlijks ook samenwerkingsprojecten worden uitgevoerd. Hiervoor is in het Provinciaal Milieu Overleg (PMO) van 5 oktober 2015 het “Provinciebreed Samenwerkingsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2016” vastgesteld. Het programma kent voor 2016 de volgende samenwerkingsprojecten:
Landelijke handhavingsprioriteiten voor samenwerking
Voorheen werden jaarlijks in de landelijke gremia voor handhavingssamenwerking meerjarige
landelijke handhavingsprioriteiten vastgesteld, die de regionale partners verplicht dienden mee
te nemen in hun provinciebrede samenwerkingsprogramma’s. Het verschijnsel “landelijke
handhavingsprioriteiten” bestaat nog steeds, maar heeft binnen de landelijke herziening van het
gehele VTH-stelsel voor 2016 en verder nog niet geleid tot concrete landelijke prioriteiten.
De enige landelijke afspraak tussen Rijk en koepels is, dat alle betrokken instanties ook in hun
VTH-taakuitvoering uitvoering gaan geven aan de afspraken van het SER-energie-akkoord.
In 2016 wordt met name op het gebied van bouwen en wonen en ruimtelijke ordening het toezicht en handhaving anders aangepakt. Er wordt meer ingezet op een projectmatig gebiedsgericht toezicht en handhaving. Op die manier verwachten wij effectiever toezicht en handhaving te kunnen uitoefenen en inzicht te krijgen in de naleving om daar in een volgende beleidsperiode meer op kunnen sturen.
Bijlage 1 Milieutoezicht en –handhaving bedrijven
Bijlage 2 Branches Inrichtingen per categorie
Bijlage 3 Capaciteit en prioritering
In verband met de beschikbare capaciteit is het toezicht en de handhaving geprioriteerd. Dat wil zeggen dat niet op alle in aanmerking komende zaken toezicht en handhaving plaatsvindt.
Onderstaand overzicht geeft aan wat het capaciteitsbeslag van toetsing en handhaving in 2016 zou zijn indien die prioritering niet zou zijn aangebracht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-32535.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.