Gemeenteblad van Leiden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Gemeenteblad 2016, 28668 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Gemeenteblad 2016, 28668 | Verordeningen |
Bomenverordening Leiden 2015 vastgesteld
Op 11 februari 2016 heeft de gemeenteraad de Bomenverordening Leiden 2015 vastgesteld. De Bomenverordening 2015 regelt de vergunningplicht en bescherming van bomen en houtopstanden in de gemeente Leiden. De Bomenverordening 2015 is opgesteld na evaluatie van de Bomenverordening 2012. De Bomenverordening 2015 realiseert een betere bescherming van bomen en houtopstanden ten opzichte van de oude verordening. Tevens is in de nieuwe verordening de procedure vastgesteld voor het aanmelden van bomen en houtopstanden voor de Groene Kaart.
De verordening treedt in werking op 10 maart 2016. Nadere informatie bij afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling, tel. 071 – 516 58 28.
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Bomenfonds: het door burgemeester en wethouders ingestelde fonds waarin door kapvergunninghouders gelden worden gestort ter uitvoering van een in de kapvergunning opgenomen voorschrift tot financiële compensatie van de met vergunning te vellen bomen of andere houtopstanden; of ter uitvoering van handhavingsmaatregelen betreffende een houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, en zonder vergunning is geveld en geen herplantplicht op het perceel kan worden opgelegd;
compensatieplan: een door burgemeester en wethouders vastgesteld document waarin door de rechthebbende en vergunninghouder is aangegeven waar en hoe compensatie van de te vellen houtopstand zal plaatsvinden. Het document is ten minste voorzien van een gemaatvoerde tekening van de situatie vóór en na het vellen;
bestendig beheer: alle handelingen, zoals knotten, leiden van leibomen, reguliere snoei, dunnen, afzetten hakhout, die volgens een door de rechthebbende vastgesteld beheerplan uitgevoerd worden, ter instandhouding van vorm of functie en ter bevordering van de gewenste ontwikkeling van de houtopstand;
openbare ruimte: openbare plaats, een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder begrepen de weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, hieronder vallen ook erven en terreinen die niet kenbaar ten opzichte van de openbare weg zijn begrensd of afgescheiden door inrichting, beplanting of begroeiing;
Hoofdstuk 3. Vergunningstelsel houtopstanden
Artikel 5. Kapverbod voor beschermde solitaire houtopstand
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor een beschermde solitaire houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een last onder bestuursdwang of onder dwangsom van burgemeester en wethouders , waarbij het bepaalde over herplant en schadevergoeding in deze verordening van kracht blijft.
Artikel 6. Kapverbod voor houtopstand binnen beschermde boomstructuur, boomgebied en voorbomen in de openbare ruimte met een stamomtrek van 45 centimeter of meer, gemeten op 130 cm
Artikel 7. Indienen aanvraag kapvergunning voor een beschermde houtopstand en voor een boom in de openbare ruimte met een stamomtrek van 45 centimeter of meer
Als de vergunningaanvraag tot vellen als gevolg van een verondersteld verminderde stabiliteit en/of vitaliteit van de houtopstand wordt ingediend, dient de aanvraag voorzien te zijn van een rapportage door een boomdeskundige welke aantoont dat de verminderde vitaliteit of stabiliteit de kap rechtvaardigt.
Artikel 8. Criteria voor vergunningverlening vellen beschermde houtopstanden en bomen in de openbare ruimte met een stamomtrek van 45 centimeter of meer
Artikel 9. Criteria voor weigering vergunning vellen houtopstanden binnen aangewezen boomstructuren en boomgebieden en voor bomen die zich bevinden in de openbare ruimte met een stamomtrek van 45 centimeter of meer
Artikel 10. Bijzondere vergunningvoorschriften; herplanten, boombeschermingsplan, storting Bomenfonds, flora- en fauna regelgeving
Indien niet ter plaatse, op hetzelfde perceel of in de nabije omgeving kan worden herplant met bomen van vergelijkbare waarde, kan als voorschrift worden opgenomen dat een financiële bijdrage gestort dient te worden in het Bomenfonds. De financiële bijdrage is gelijk aan het bedrag van de boomwaarde zoals genoemd in de boomwaardebepaling.
Artikel 11. Herplant-/instandhoudingsplicht bij vellen zonder vergunning
Nadat een houtopstand, waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning is geveld, kunnen burgemeester en wethouders bij een last onder bestuursdwang of onder dwangsom aan de overtreder de verplichting opleggen te herplanten. De herplant vindt plaats overeenkomstig de bij een last onder bestuursdwang of onder dwangsom van burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen en binnen een door hen te stellen termijn. Deze verplichting wordt opgelegd aan de rechthebbende van de gevelde houtopstand, en/of aan degene die de houtopstand heeft geveld of heeft laten vellen.
Wordt een beschermde houtopstand in het voortbestaan bedreigd door menselijk handelen, dan kunnen burgemeester en wethouders aan de rechthebbende van de bedreigde houtopstand, of aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, in het kader van de op te leggen last onder bestuursdwang of last onder dwangsom, de verplichting opleggen om:
schades aan bomen waarvan de gemeente de rechthebbende is, en veroorzaakt zijn omdat een beschermde houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is en in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd door menselijk handelen, te vergoeden door het bedrag van een boomschade taxatie door de overtreder te laten vergoeden door een storting in het Bomenfonds.
In het door burgemeester en wethouders ingestelde Bomenfonds worden financiële bijdragen gestort:
door rechthebbenden en/of overtreders nadat een houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning is geveld, en in het kader van handhavingsmaatregelen geen herplantplicht op het perceel kan worden opgelegd ter uitvoering van een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom.
Artikel 13. Schadevergoedingsverzoek op grond van Boswet
Burgemeester en wethouders zijn het bevoegde bestuursorgaan om te beslissen op een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 17 van de Boswet.
Artikel 14. Afstand van de erfgrenslijn
De afstand van de erfgrenslijn als bedoeld in artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek is voor bomen vastgesteld op 0,5 meter (50 cm.) en voor heesters en heggen op 0,0 m. (0 cm).
Artikel 15. Bestrijding iepziekte en andere boomziekten
Indien zich op een erf of terrein een of meer iepen bevinden die naar het oordeel van burgemeester en wethouders gevaar opleveren voor verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van de iepenspintkever, is de rechthebbende, indien hij daartoe door burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn:
Degene die handelt in strijd met het bij of krachtens artikel 10, artikel 15, lid 2 en artikel 19 bepaalde kan worden gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke veroordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter uitvoering van het bepaalde in deze verordening nadere regels vast te stellen.
Deze verordening en de door burgemeester en wethouders op grond van deze verordening vastgestelde nadere regels treden gelijktijdig in werking nadat deze gepubliceerd zijn in de Stadskrant en op de gemeentelijke website op een bij die bekendmakingen genoemde datum. Op datzelfde tijdstip wordt de Bomenverordening gemeente Leiden 2012 ingetrokken.
Indien voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag of verzoek op grond van de Bomenverordening gemeente Leiden 2012 is ingediend en op de datum van de inwerkingtreding van deze verordening nog niet op de aanvraag of het verzoek is beslist, blijven daarop de bepalingen van de Bomenverordening gemeente Leiden 2012 van toepassing.
Toelichting Bomenverordening Leiden 2015
Als basis voor de Bomenverordening 2015 is het model Bomenverordening “Groene Kaart” gehanteerd. Dit model is door de Vereniging Stadswerk en de Bomenstichting ontwikkeld. De verordening bestaat uit een tekstgedeelte en een Groene Kaart.
De Bomenverordening Leiden 2015 sluit aan op andere relevante regelgeving, zoals Flora- en Faunawet, Plantenziektenwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Daarnaast is afgestemd de beleidsnotities Handboek Openbare Ruimte en de Nota ‘Versterken en verbinden van groen in Leiden’ met de bijlage Overlast van bomen.
Op 3 december 2013 heeft het college de nota Versterken en verbinden van groen in Leiden vastgesteld (BW 13.1088), inclusief de bijlage Overlast van bomen. Duurzaam boombeheer in relatie tot overlastklachten (per brief voor kennisgeving aangeboden aan de leden van de raad (DIV-2013-13451). In deze nota staat dat de accenten in het groenbeleid de komende jaren gelegd worden bij het beschermen en versterken van de groene hoofdstructuur in de stad (de houtopstanden op de Groene Kaart) en bij het verbinden van groengebieden in en om de stad door middel van recreatieve routes.
Er is tevens afgesproken om in de gemeentelijke organisatie een werkwijze te borgen dat de planvorming van projecten die ingrijpen in de groene hoofdstructuur, start met een groenparagraaf, die inhoudelijk en financieel onderbouwd wordt en die ook inzicht geeft in de mate waarin het plan bijdraagt aan de gewenste groene kwaliteit (het referentiebeeld) van het betreffende deel van de hoofdstructuur.
Bij het beheer(beleid) dient zo veel mogelijk gebruik gemaakt te worden van de kennis en inzet van burgers en maatschappelijke instanties. Ook is bepaald dat een gezonde boom in principe blijft staan en dat geen actie plaatsvindt bij overlastklachten die te maken hebben met de gevolgen van natuurlijke groei, cyclus en leefomgeving van de boom zoals blad- en bloesemval, pluizen en vruchten, e.d. Aan de hand van een indeling van klachten in verschillende categorieën van overlast wil het college zowel de groenbeheerders als de burgers duidelijkheid bieden of en zo ja, welke maatregelen de gemeente neemt ten aanzien van de specifieke overlastklachten. De nota “Overlast van bomen? Duurzaam boombeheer in relatie tot overlastklachten” geeft een uiteenzetting van dit duurzaam boombeheerbeleid.
In de verordening is het boombeheerbeleid verduidelijkt door het vergunningstelsel rechtstreeks te verbinden met de waarden die gebruikt worden voor de nieuwe opname van houtopstanden als beschermde solitaire boom, boomstructuur of boomgebied op de Groene Kaart en het bijbehorende register.
De Groene Kaart bevat de aangewezen boomstructuren, boomgebieden en beschermde houtopstanden in de stad met bijbehorend register. De Groene Kaart vertegenwoordigt daarmee de kernkwaliteit van het groen in de gemeente Leiden. Het vormt het groene raamwerk van de stad.
Op grond van de Bomenverordening 2012 is de Groene Kaart opgebouwd en zijn de aangewezen en beschermde houtopstanden samengebracht in de Groene Kaart 2012 behorende bij de Bomenverordening 2012, met bijbehorend register.
De Groene Kaart 2012 is onder de werking van de Bomenverordening 2012 ontwikkeld en samengesteld. Dat is in hoofdzaak via papieren documenten gebeurd. Inmiddels zijn de Groene kaart en het register als elektronisch bestand samengesteld. Tevens is de Groene Kaart 2012 op papier beschikbaar als kopie van het elektronische bestand.
De Groene Kaart 2012 en bijbehorend register bevat de beschermde solitaire bomen en andere houtopstanden, de beschermde boomstructuren en boomgebieden.
De op deze wijze samengestelde Groene Kaart en bijbehorend register gaat als vastgestelde Groene Kaart en register over naar de nieuwe Bomenverordening. Dat is in artikel 20, lid 3 van de Bomenverordening 2015 bepaald.
Zodoende blijft de onder de werking van de Bomenverordening 2012 samengestelde Groene Kaart bindend voor de rechthebbenden, belanghebbenden en maatschappelijke organisaties.
Het college zal aan de hand van de in artikel 2, lid 6 gegeven bevoegdheid een houtopstand toe te voegen of af te voeren van de Groene Kaart en de in artikel 19 van de Bomenverordening 2015 toegekende bevoegdheid, door het stellen van nadere regels, de Groene Kaart en het register beheren en voor de rechthebbenden, belanghebbenden en betrokkenen elektronisch beschikbaar te stellen.
Het toevoegen of afvoeren van houtopstanden van de Groene Kaart gebeurt volgens procedure en behandelingsvoorschriften die in de Nadere regels zullen worden opgenomen.
Rechthebbenden en belanghebbenden worden over de voorgenomen besluiten tot toevoegen en afvoeren geïnformeerd en kunnen zienswijzen indienen. Het definitieve besluit is een beschikking en staat open voor bezwaar en beroep.
De Bomenverordening gaat over bomen, die in de verordening vaak houtopstanden worden genoemd. In de begripsbepalingen van de verordening is aangegeven welk samenhangend verband er is tussen boom, houtopstand, solitaire houtopstand en beschermde houtopstand.
Bomenverordening 2015 t.o.v. vigerende verordening
In deze verordening is het stelsel van de Bomenverordening 2012 verduidelijkt.
Het stelsel bestaat uit volgende onderdelen:
Cruciaal voor de toepassing van de verordening is de redengeving voor de aanwijzing als beschermde houtopstand en het gebruik daarvan bij de behandeling van de vergunningaanvraag, en het beoordelen of de aanvraag moet worden geweigerd of voor verlening onder te stellen voorschriften en beperkingen in aanmerking komt.
De redenen die aanleiding kunnen geven voor de aanwijzing als beschermde houtopstand en opname op de Groene Kaart zijn uitdrukkelijk opgenomen in artikel 2, lid 4 en kunnen één of meer van de volgende waarden betreffen:
c. cultuurhistorische waarden;
e. waarden voor recreatie en leefbaarheid;
f. waarde voor de groene structuur van de stad.
Deze redengevende waarden moeten op grond van de artikel 8, lid 2 en artikel 9, lid1 getoetst worden bij de behandeling van de vergunningaanvraag en vormen de motivering van de aanwijzing als beschermde houtopstand op de Groene Kaart en opname in het register.
Zowel bij besluiten over bescherming van houtopstanden als bij de behandeling van de vergunningaanvraag worden deze waarden getoetst aan en afgewogen met het maatschappelijk belang van de rechthebbende, de verzoeker of de aanvrager.
Bij de behandeling van een kapvergunning aanvraag betreffende een beschermde houtopstand, wordt bij de verlening of de weigering nagegaan welk door de aanvrager aangegeven maatschappelijk belang het instandhouden van de houtopstand of boom al dan niet overstijgt. Bij die belangen-inventarisatie en afweging moeten de waarden aan de orde komen die in de redengeving voor de aanwijzing als beschermde houtopstand en voor opname op de Groene Kaart zijn genoemd.
Buiten de categorie aangewezen beschermde houtopstanden op de Groene Kaart, zijn er bomen in het openbaar gebied die door natuurlijke omstandigheden een stamomtrek bereiken van 45 cm of meer. Deze bomen in het openbaar gebied worden bij het bereiken van die stamomtrek vergunningplichtig op grond van artikel 6, lid 2 van de verordening.
Bij de behandeling van de vergunningaanvraag worden de in artikel 2, lid 4 genoemde waarden getoetst aan en afgewogen met het maatschappelijk belang van de rechthebbende en de vergunningaanvrager op grond van art. 8, lid 2 onder b.)
In de door het college op te stellen Nadere regels Uitvoering Bomenverordening 2015 zullen de waarden inhoudelijk worden beschreven. Daarbij wordt aangesloten bij de reeds bestaande en gebruikte uitwerking. In de Nadere regels zullen ze zodanig verduidelijkt worden dat ze goed te gebruiken zijn bij de verdere samenstelling van de Groene Kaart en bij de behandeling van vergunning aanvragen.
Ook kan in de Nadere regels aan de orde komen of bij de voorbereiding van toevoegingen of afvoeren van de Groene Kaart advies wenselijk is van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. Datzelfde zal nagegaan worden voor vergunningaanvragen die beschermde boomstructuren of boomgebieden betreffen.
Uitvoeren van de herplantregeling
Met het vergunningenstelsel in deze verordening wordt gestreefd naar herplant indien mogelijk, of anders naar compensatie in de Groene Hoofdstructuur, als uitvloeisel van een voorgeschreven storting in het Bomenfonds. In de Nadere regels Uitvoering Bomenverordening 2015 worden de al bestaande regels over gebruik van de herplantplicht en de bepaling en de uitvoering van de compensatie opgenomen. De bestaande regels worden verduidelijkt, zodat voor de rechthebbende en de belanghebbenden duidelijk is wat de herplantplicht inhoudt en hoe de compensatie is onderbouwd.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Beschermde houtopstand is een kernbegrip in deze verordening, waarop het kapverbod met bijbehorend vergunningstelsel van toepassing is.
Onder houtopstand vallen bomen en boomvormers, zoals struiken en hagen.
Uit de begripsomschrijving van bestendig beheer en vellen en het kapverbod in artikel 5 en 6 is af te leiden dat bestendig beheer van beschermde houtopstanden onder de vergunningplicht valt. Op grond van een door burgemeester en wethouders vastgesteld beheerplan wordt een vergunning verstrekt. Bestendig beheer wordt uitgevoerd op grond van een door de rechthebbende opgesteld beheerplan dat voor een periode 5, 10 of 15 jaar geldt.
De rechthebbende is in eerste instantie een eigenaar of een beperkt zakelijk gerechtigde. Een beperkt gerechtigde is iemand die een beperkt recht heeft dat kadastraal geregistreerd moet zijn, zoals een erfpachter, opstalhouder, vruchtgebruiker e.d. en als zodanig gerechtigd is over de boom te beschikken.
Met ‘ernstig ontsierd’ wordt bedoeld het ontdoen van natuurlijke habitus, m.u.v. lei- en snoeivormen.
Artikel 2 De Groene Kaart en de aanwijzing van beschermde houtopstanden
Burgemeester en wethouders stellen de Groene Kaart vast met bijbehorend register. De kaart hoort bij de Bomenverordening en bevat de volgende beschermde houtopstanden:
Voor de beschermde bomen op de Groene Kaart geldt het kapverbod en het bijbehorende vergunningstelsel dat in Hoofdstuk 3 van de verordening is opgenomen (art. 5 t/m art.11).
De redenen die aanleiding kunnen geven voor de aanwijzing als beschermde houtopstand en opname op de Groene Kaart zijn opgenomen in artikel 2, lid 4 en kunnen één of meer van de volgende waarden betreffen:
c. cultuurhistorische waarden;
e. waarden voor recreatie en leefbaarheid;
f. waarde voor de groene structuur van de stad.
In de Nadere regels Uitvoering Bomenverordening 2015 zijn deze waarden nader beschreven.
Artikel 3 Medelingsplicht rechthebbende beschermde houtopstand
Boombedreigende situaties en handelingen of tenietgaan van de houtopstand door natuurgeweld moeten door de rechthebbende worden gemeld bij het college. Ook eigendomsoverdracht moet worden gemeld.
Deze plicht van de rechthebbenden draagt bij aan het inzetten van instandhoudingsmaatregelen en om het illegaal teloorgaan van beschermde houtopstanden te voorkomen of te beperken. Bovendien kan snel beoordeeld worden welke handhavingsmaatregelen geboden zijn, zoals het stilleggen van ondeskundige en niet vergunde handelingen.
Artikel 4 Uitvoeren boomveiligheidscontrole houtopstanden
Burgemeester en wethouders voeren een boomveiligheidscontrole uit met betrekking tot door hen aan te geven houtopstanden. Hiermee verzorgt het college dat de rechthebbende van een houtopstand op de hoogte is van de staat en conditie van de gecontroleerde bomen. De rechthebbende kan naar aanleiding daarvan maatregelen nemen die het behoud bevorderen. In de Nadere regels Uitvoering Bomenverordening 2015 is dit onderwerp uitgewerkt.
Artikel 6 Kapvergunning voor houtopstand binnen aangewezen boomstructuren en boomgebieden en voor bomen in de openbare ruimte met een stamomtrek van 45 centimeter of meer
Artikel 6 bevat de tweede hoofdregel van het vergunningstelsel: het is verboden zonder vergunning een houtopstand in beschermde boomstructuren en boomgebieden en een houtopstand in de openbare ruimte met een stamomtrek van 45 cm of meer te vellen. Ook hier gelden vrijstellingen van de vergunningplicht: kap in verband met tegengaan verspreiding plantenziekten en bomen binnen beschermde boomstructuren of beschermde boomgebieden met een stamomtrek kleiner dan 30 cm.
Om de reikwijdte van het begrip een houtopstand in de openbare ruimte duidelijker te maken is het begrip openbare ruimte uitgebreid. Onder openbare ruimte vallen nu erven en terreinen die niet kenbaar ten opzichte van de openbare weg zijn begrensd of afgescheiden door inrichting, beplanting of begroeiing.
Het kan hier bijvoorbeeld gaan om terreinen van onderwijsinstellingen, bedrijvenparken of maatschappelijke instellingen. Bomen die daarop staan en door natuurlijke omstandigheden een stam omtrek van 45 cm of meer bereiken, vallen onder de vergunningplicht.
Houtopstanden op terreinen, erven en tuinen, die niet onder het begrip openbare ruimte vallen en niet zijn opgenomen op de Groene Kaart en het bijbehorende register zijn dus niet vergunningplichtig.
Artikel 7 Indienen aanvraag vergunning
De procedure voor de behandeling van de aanvraag verloopt volgens de voorschriften van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Artikel 8 Criteria voor vergunningverlening vellen beschermde houtopstand
en een boom in de openbare ruimte met een stamomtrek van 45 centimeter of meer
Bij de behandeling van een kapvergunning aanvraag betreffende een beschermde houtopstand, wordt bij de verlening nagegaan welk door de aanvrager aangegeven maatschappelijk belang het instandhouden van de houtopstand of boom overstijgt. Bij die belangen inventarisatie en afweging moeten ook de waarden aan de orde komen die in de redengeving voor de aanwijzing als beschermde houtopstand en voor opname op de Groene Kaart zijn genoemd.
Zie voor de aanduiding van de waarden in het algemene deel van toelichting onder Bomenverordening 2015 t.o.v. vigerende verordening.
Artikel 9 Criteria voor weigering vergunning vellen houtopstand binnen boomstructuren en boomgebieden en voor houtopstanden in de openbare ruimte met een stamomvang van 45 centimeter of meer
Bij de behandeling van een kapvergunning aanvraag betreffende een beschermde houtopstand, wordt bij de verlening of de weigering nagegaan welk door de aanvrager aangegeven maatschappelijk belang het instandhouden van de houtopstand of boom al dan niet overstijgt. Bij die belangen inventarisatie en afweging moeten ook de waarden aan de orde komen die in de redengeving voor de aanwijzing als beschermde houtopstand en voor opname op de Groene Kaart zijn genoemd.
Dit artikel verwijst bij behandeling en beoordeling van de aanvraag vellen van een houtopstand in de openbare ruimte met een stamomvang van 45 centimeter of meer, naar toetsing aan de waarden die gelden voor een beschermde houtopstand op de Groene Kaart. Daarmee wordt bereikt dat alle aanvragen aan de zelfde criteria worden getoetst.
Artikel 10 Bijzondere voorschriften
In de Nadere regels Uitvoering Bomenverordening 2015 worden de onderwerpen herplanten, feitelijke compensatie, financiële compensatie, boombeschermingsplan en bescherming flora en fauna uitgewerkt aan de hand van bestaande praktijk.
Artikel 11 Herplant- / instandhoudingsplicht bij vellen zonder vergunning
In de Nadere regels uitvoering Bomenverordening 2015 wordt dit onderwerp verder uitgewerkt.
Het Bomenfonds is te beschouwen als een voorziening voor de compensatie van met vergunning gekapte of illegaal gevelde houtopstanden. Burgemeester en wethouders beheren dit fonds. Zij besluiten bij de vergunningaanvraag of bij de handhavingsmaatregelen over de compensatie. In de Nadere regels Uitvoering Bomenverordening 2015 wordt de compensatie uitgewerkt.
Artikel 14 Afstand van de erfgrenslijn
Lid 1 en lid 2 van artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek (BW) geeft het verwijderingsrecht voor bomen, die staan binnen twee meter, en heesters en heggen, die staan binnen een halve meter vanaf de erfgrens. Maar in lid 2 van dit artikel 5:42 BW staat “tenzij ingevolge een verordening of gewoonte een kleinere afstand is toegelaten”. In deze verordening is een artikel toegevoegd waarbij de afstand tot de erfgrens wordt verkleind om niet alleen bomen en heesters/heggen beter te beschermen, maar vooral om burengeschillen beperkt te houden en artikel 5:42 niet op te veel bomen van toepassing te laten zijn. Er zijn immers ook nog artikelen over overlast/hinder (art. 5:37 BW) en overhangende takken en doorschietende wortels (art. 5:44 BW) en schade (art. 6:162 BW). Met “nihil”-afstand voor heesters en heggen is bedoeld bescherming te geven aan deze natuurlijke wijze van erfafscheiding. Het is al zeer vele jaren constante rechtspraak dat in een burengeschil de rechter eerst kijkt of in een gemeentelijke verordening de wettelijke twee meter afstand is ingeperkt.
Artikel 16 Toestemming of verplichting uitvoeren noodkap
Dit bestuursrechtelijke artikel laat onverlet de privaatrechtelijke verplichting, dat elke boomeigenaar ten alle tijde moet voldoen aan de zorgplicht voor de veiligheid van zijn houtopstand.
In acute probleemsituaties door houtopstanden, (meestal in geval van gevaar voor zaken of personen), moet er meteen gehandeld kunnen worden. Een voorbeeld van een acute probleemsituatie is dat uit een waarneming of inspectie blijkt dat een boom dermate instabiel is dat er een groot risico is voor het afbreken van grote takken of het omvallen van de boom, of op andere wijze gevaar vormt, waarbij het risico op schade of letsel voor aanwonenden of passanten groot is. Dit ter beoordeling door een toezichthouder of in noodsituaties door politie of brandweer.
Daarnaast kan de Burgemeester toestemming geven tot direct vellen, indien sprake is van acuut gevaar of vergelijkbaar spoedeisend belang van openbare orde of veiligheid, op grond van het artikel 175 van de Gemeentewet. Met ‘vergelijkbaar spoedeisend belang’ kan ook worden bedoeld dat ingegrepen moet worden in verband met boomziekte met een hoog besmettingsgevaar.
Overtreding van artikelen 5, 6, 8, 9,10, 11 en 15 van deze verordening en heeft als strafmaat een hechtenis van maximaal 3 maanden, taakstraf en/of een geldboete van de tweede categorie (maximaal € 3.900,-- (per 01.01.2015). Maar ingeval van een economisch delict vanwege handelen in strijd met een omgevingsvergunning (art. 2.3 Wabo) is de geldboete van de vierde categorie tot maximaal € 19.500,-- (per 01.01.2015) op grond van artikel 6 Wet economische delicten. De boomwaarde kan verhogend op de geldboete werken. Indien de boomwaarde hoger is dan een vierde gedeelte van € 19.500,-- kan een geldboete worden opgelegd van maximaal € 75.000,-.
Op vergunningen of ontheffingen, die zijn afgegeven voor de inwerkingtreding van deze verordening, waartegen nog een bezwaar, of beroep procedure aanhangig is, blijft de oude verordening van toepassing.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-28668.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.