Gemeenteblad van Katwijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Katwijk | Gemeenteblad 2016, 26215 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Katwijk | Gemeenteblad 2016, 26215 | Verordeningen |
Uitvoeringsregeling hoofdstuk 3
Daarbij wordt gerealiseerd dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar ten minste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naast hogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naast lagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.
Burgemeester en wethouders van Katwijk,
Gelet op de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk;
Stellen vast de volgende regels ter uitvoering van artikel 3:14 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk:
Regeling inconveniëntentoelage
In verband met bijzonder vuil-, zwaar- of gevaarlijk werk verlenen burgemeester en wethouders een toelage van 25%, 50%, of 100% aan ambtenaren toelage voor bijzonder vuil-, zwaar of gevaarlijk werk (voorheen artikel 3:1:0:18):
50% van de toelage geldt voor de functie van medewerker reiniging C/met gedeeltelijke taak brugwachter: € 51,00 per maand;
25% van de toelage geldt voor de functie van gemeentelijk opsporingsambtenaar: € 25,50 per maand.
Aan de ambtenaar, die een functie bekleedt, waarin het dragen van specifieke uniformkleding door burgemeester en wethouders is voorgeschreven, wordt door de gemeente zodanige uniformkleding verstrekt, zonder toepassing van korting op zijn salaris.
Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling inconveniëntentoelage’.
Burgemeester en wethouders van Katwijk;
Gelet op de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk;
Stellen vast de regeling ter uitvoering van het nadere overgangsrecht met betrekking tot artikel 3:19 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk:
Overgangsregeling ambtsjubileum
De medewerker die gedurende 12,5 jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld in de periode tussen 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020, ontvangt een netto ambtsjubileumgratificatie als bedoeld de richtlijn representatie (cadeauregeling) zoals deze tot 1 januari 2016 van kracht was, te weten € 270,–. (kan ook als voetnoot worden geplaatst bij artikel 3:19)
De medewerker die gedurende 25 jaar en voor 1 april 1997 in dienst bij de overheid een betrekking heeft vervuld in de periode tussen 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020 ontvangt een jubileumtoelage van 70% van het maandsalaris over de maand van jubileren, plus de vakantietoelage berekend over deze maand en de in deze maand toegekende salaristoelagen.
Burgemeester en wethouders van Katwijk;
Gelet op de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk;
Stellen vast de regeling ter uitvoering van artikel 1:2a (stageplaats), vijfde artikel; van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk:
Burgemeester en wethouders van Katwijk;
Gelet op de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk;
Stellen vast de onderstaande regeling ter uitvoering van artikel 1:2, onder c (vergoeding ambtenaar burgerlijke stand), van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk:
Regeling vergoeding Ambtenaar burgerlijk stand
Ambtenaar van de Burgerlijke Stand heeft per huwelijksvoltrekking recht op de volgende vergoeding:
Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling vergoeding ambtenaar burgerlijke stand’.
Let op: onderstaande betekent dat hoofdstuk 25 uit de AVR komt te vervallen.
Burgemeester en wethouders van Katwijk,
Gelet op de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk;
stellen vast de volgende nadere regels ter uitvoering van artikel 3:21 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk:
Regeling Reis- en verblijfkostenvergoeding
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder dienstreis:
de noodzakelijke verplaatsing van een ambtenaar ten behoeve van het verrichten van dienst:
ondernomen krachtens een doorlopende of afzonderlijke machtiging van het bevoegde gezag;
achteraf goedgekeurd door het bevoegde gezag.
Dienstreizen worden zoveel mogelijk gemaakt met openbare vervoermiddelen. De directeur/afdelingshoofd kan echter machtiging verlenen om van een eigen auto gebruik te maken.
De vergoeding voor het gebruik van een eigen auto wordt verleend overeenkomstig de volgende bepalingen.
Een vergoeding voor het gebruik van een eigen auto voor dienstreizen wordt niet verleend tenzij de ambtenaar heeft voldaan aan de voorschriften van artikel 15:1:24.
De vergoeding voor het gebruik van een eigen auto wordt berekend volgens de bepalingen in artikel 2, lid 1, van de Reisregeling binnenland (vergoeding € 0,37 per kilometer (19 cent fiscaal onbelast/18 cent fiscaal belast).
Vervallen (zie artikel 15:1:23).
Voor een dienstreis wordt als aantal afgelegde kilometers aangemerkt het aantal kilometers afgelegd langs de kortste/snelste weg van het punt, waar de rit een aanvang neemt, via het reisdoel of de reisdoelen, naar het punt waar de rit eindigt, met – ter beoordeling van het bevoegde gezag – de woning of het kantoor van de reiziger als begin- en/of eindpunt. Het aantal kilometers wordt naar boven afgerond tot het naast hogere gehele getal.
Vergoeding op grond van de onderhavige regeling vindt niet plaats ten aanzien van de ambtenaar, die op grond van enige andere regeling, aanspraak kan maken op een vergoeding van reiskosten.
Aan de ambtenaar die naar het oordeel van het bevoegde gezag bij de uitoefening van zijn functie gebruik moet maken van een rijwiel of van een bromfiets, wordt bij gebruikmaking van een zodanig vervoermiddel een toelage toegekend.
De vergoeding voor het gebruik van een rijwiel wordt vastgesteld overeenkomstig onderstaande tabel (kilometervergoeding per 01-01-2006 € 0,05):
Gemiddeld aantal kilometers per maand voor plaatselijk vervoer
250 km x verg. ex art. 4 Reisregeling binnenland.
400 km x verg. ex art. 4 Reisregeling binnenland.
600 km x verg. ex art. 4 Reisregeling binnenland.
De vergoeding voor het gebruik van een bromfiets wordt vastgesteld aan de hand van onderstaande tabel (kilometervergoeding per 01-01-2006 € 0,10):
Gemiddeld aantal kilometers per maand voor plaatselijk vervoer
210 km x verg. art 2, Artikel 2 Reisregeling binnenland.
315 km x verg. art 2, Artikel 2 Reisregeling binnenland.
420 km x verg. art 2, Artikel 2 Reisregeling binnenland.
610 km x verg. art 2, Artikel 2 Reisregeling binnenland.
Aan de ambtenaar die is aangewezen om tijdelijk werkzaamheden te verrichten, waarbij naar het oordeel van het bevoegde gezag het gebruik van een eigen rijwiel of bromfiets noodzakelijk is, wordt voor de duur van die werkzaamheden een toelage toegekend, welke door het bevoegde gezag wordt vastgesteld met inachtneming van hetgeen is bepaald in artikel 3 of in artikel 4 van de onderhavige regeling Hierbij geldt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand.
Voor de ambtenaar, die tijdelijk met andere werkzaamheden wordt belast, waarbij geen gebruik meer behoeft te worden gemaakt van een eigen rijwiel of bromfiets, eindigt het genot van de toelage met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die, waarin deze tijdelijke werkzaamheden langer dan drie maanden achtereen hebben geduurd.
Indien de ambtenaar gedurende langer dan drie maanden onafgebroken wegens ziekte of andere buitengewone omstandigheden verhinderd is geweest zijn dienst te verrichten, eindigt het genot van de toelage met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die, waarin de verhindering drie maanden heeft geduurd.
Het genot van een toelage toegekend aan een ambtenaar die in militaire dienst wordt opgeroepen of aan wie verlof tot afwezigheid voor langer dan een maand wordt verleend, vervalt met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die, waarin de daadwerkelijke dienstverrichting eindigt.
Definitie gelijk aan definitie in artikel 1 van de vervallen Regeling reiskosten.
Tekst gelijk aan tekst in artikel 2 van de vervallen Regeling reiskosten.
Tekst gelijk aan tekst van artikel 4 van de vervallen Regeling reiskosten. Artikel 15:1:24 van de CAR bepaalt dat alleen toestemming wordt verleend gebruik te maken van een eigen auto als de desbetreffende ambtenaar de auto WA-verzekerd heeft.
In de vervallen Regeling reiskosten was de kilometervergoeding gerelateerd aan het aantal gereden kilometers, te weten:
De Reisregeling binnenland kent slechts één kilometervergoeding, namelijk fl. 0,60 (ingangsdatum 1-1-1996). De hierboven genoemde tabel is vervallen.
Reiskosten worden gedeclareerd op een vastgesteld formulier. Toetsing van de ingediende declaratie vindt plaats door de desbetreffende directeur/afdelingshoofd.
Tekst gelijk aan tekst artikel 6 van de vervallen Regeling reiskosten.
Tekst gelijk aan tekst artikel 9 van de vervallen Regeling reiskosten. Dit artikel houdt in dat reiskosten voor studies, die vallen onder de werking van hoofdstuk 17 Studiefaciliteiten, worden vergoed op basis van die verordening (= kosten openbaar vervoer 2e klasse).
Tekst gelijk aan tekst artikel 2 van de vervallen Rijwieltoelageverordening 1966.
Tabel gelijk aan tabel in oude Reisbeschikking Nederland.
In artikel 3 van de vervallen Rijwieltoelageverordening 1966 was een tabel opgenomen die uitging van aantallen te rijden kilometers per jaar. In artikel 25:1:12:1 is deze tabel omgezet in aantallen te rijden kilometers per maand.
Tekst is gelijk aan tekst van artikel 4 en van artikel 5 van de vervallen Rijwieltoelageverordening 1966.
Tekst is gelijk aan tekst van artikel 4 en van artikel 5 van de vervallen Rijwieltoelageverordening 1966.
Burgemeester en wethouders van Katwijk,
Gelet op de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk;
stellen vast de volgende regels ter uitvoering van artikel 3:22 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk:
Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer
De werknemer die 5 kilometer of meer van de standplaats woont ontvangt maandelijks een vergoeding voor de reiskosten van € 0,09 per kilometer.
De vergoeding voor de reiskosten wordt verleend voor een reisafstand van het woonadres naar de standplaats van ten hoogste 20 kilometer.
In afwijking van artikel 2 wordt de vergoeding het eerste jaar na indiensttreding gebaseerd op de reisafstand van het woonadres naar de standplaats.
Berekening van de reisafstand vindt plaats op basis van de kortste route met toepassing van de ANWB-routeplanner.
Voor de werknemer die minder werkt dan 5 dagen per week, wordt voor de berekening van het aantal kilometers uitgegaan van het aantal dagen dat per week naar de standplaats wordt gereisd.
Indien een betrokkene over een aaneengesloten tijdvak meer dan zes weken wegens ziekte of anderszins (niet zijnde verlof) afwezig is, wordt de vergoeding voor de verdere duur van de afwezigheid ingehouden.
In geval van afwezigheid zoals genoemd in artikel 10, wordt de vergoeding de lopende maand en de eerstvolgende maand nog uitbetaald.
Hervatting van de vergoeding geschiedt per de eerste van de maand volgend op de maand van herstel/terugkeer.
Onder afwezigheid wordt ook verstaan gedeeltelijke afwezigheid. De vergoeding wordt dan naar rato aangepast.1
Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer’.
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016, onder gelijktijdige intrekking van artikel 18:1:7:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Katwijk.
Toepassingsregels vergoeding woon-werkverkeer
Voor de berekening van de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer wordt de volgende rekenmethode gehanteerd.
Bij een 5-daagse werkweek wordt uitgegaan van 234 werkdagen cq reisdagen in een jaar.
Hierbij is rekening gehouden met kortstondige afwezigheid wegens vakantie, ziekte en/of verlof:
52 weken x 5 dagen per week= 260 werkdagen. Minus 21 verlofdagen en 5 overige dagen zoals feestdagen of ander kortstondig verlof of afwezigheid = 234.
Bij een 1 t/m 4 daagse werkweek wordt het aantal werkdagen naar rato berekend, bijvoorbeeld bij een 3 daagse werkweek: 3/5 x 234.
Deze berekening van werkdagen is alleen bedoeld als rekenmethode. Een norm om de vaste vergoeding op eenduidige wijze te kunnen berekenen voor alle medewerkers die in aanmerking komen voor een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer. Het gaat hierbij dus niet om het feitelijk aantal dagen maar om het arbeidspatroon.
Het aantal werkdagen (afgerond op hele dagen) wordt vermenigvuldigd met het totale aantal kilometers per dag. Het totale aantal kilometers voor een jaar wordt vermenigvuldigd met de kilometervergoeding van € 0,09 per km. Voor de vaste vergoeding per maand wordt de uitkomst gedeeld door 12.
De vaste reiskostenvergoeding wordt doorbetaald tijdens maximaal 6 aaneensluitende weken waarin de medewerker wegens ziekte of anderszins (niet zijnde verlof) afwezig is. Als langdurige afwezigheid is te verwachten, wordt de vaste reiskostenvergoeding nog uitbetaald gedurende de lopende en de eerstvolgende kalendermaand. De vaste reiskostenvergoeding wordt daarna pas weer uitbetaald vanaf de maand volgend op de maand waarin de werknemer weer is gaan werken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-26215.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.