Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Loon op Zand

De raad van de gemeente Loon op Zand;

heeft op 4 februari 2016 besloten om de Algemene Plaatselijke Verordening te wijzigen;

gelet op, artikel 147 en 149 Gemeentewet;

overwegende dat, nieuw hondenbeleid is vastgesteld en dit in de APV moet zijn verankerd;

de publicatie hiervan heeft plaatsgevonden op 17 februari 2016;

 

Besluit d.d. 4 februari 2016

1. De artikelen 2:57 tot en met 2:59 van de APV te wijzigen en dit in laten gaan na publicatie hiervan.

De Algemene Plaatselijke Verordening Loon op Zand wordt gewijzigd door:

De artikelen 2:57 tot en met 2:59 te vervangen door:

 

Artikel 2:57 loslopende honden

[1. Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond onaangelijnd te laten verblijven of te laten lopen:

a. binnen de bebouwde kom, op een openbare plaats;

b. buiten de bebouwde kom, op de weg.

2. Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen, ook als de hond is aangelijnd:

a. op een voor het publiek toegankelijke en als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide;

b. op een andere door het college aangewezen plaats.

3. Het losloopverbod in het eerste lid, is niet van toepassing op door het college daartoe aangewezen plaatsen.

4. Het verblijfsverbod in het tweede lid is niet van toepassing op geregistreerde geleidehonden of sociale hulphonden die iemand met een handicap begeleiden.

 

Artikel 2:58 verontreiniging door honden

1. Degene die zich met een hond op een openbare plaats begeeft, is verplicht ervoor te zorgen dat de uitwerpselen van die hond onmiddellijk worden verwijderd met een daartoe geschikt opruimmiddel in de vorm van een stevig zakje of hondenpoepgrijper. De verwijderde uitwerpselen moeten in een afgesloten zakje in een afvalbak worden gedeponeerd.

2. Degene die zich met een hond op een openbare plaats begeeft, dient op ieder moment, op verzoek van een door het college aangewezen persoon, een geschikt opruimmiddel te tonen, zoals genoemd in het eerste lid.

3. Het eerste lid is niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geregistreerde geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden.

4. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing:

a. op door het college daarvoor aangewezen plaatsen;

b. in openbaar gebied buiten de bebouwde kom.

 

Artikel 2:59 gevaarlijke honden

1. Indien het college een hond in verband met zijn gedrag gevaarlijk of hinderlijk acht, kan het de eigenaar of houder van die hond een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod opleggen voor zover die hond verblijft of loopt op een openbare plaats of op het terrein van een ander.

2. Een aanlijngebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond aangelijnd te houden met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter.

3. Een muilkorfgebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond voorzien te houden van een muilkorf die:

a. vervaardigd is van stevige kunststof, van stevig leer of van beide stoffen;

b. door middel van een stevige leren riem zodanig rond de hals is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van de mens niet mogelijk is; en

c. zodanig is ingericht dat de hond niet kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.

4. een hond als bedoeld in het eerste lid, dient voorzien te zijn van een door de bevoegde minister op aanvraag verstrekt uniek identificatienummer door middel van een microchip die met een chipreader afleesbaar is.

 

Naar boven