Gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningsschap de kanaalstreek (Wedeka Bedrijven): wijziging gemeenschappelijke regeling

In navolging van het besluit van de colleges en gemeenteraden van de bij Wedeka bedrijven aangesloten gemeenten, verzoeken wij u het definitieve besluit te nemen de volgende wijziging van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven vast te stellen.

Artikel 1  

Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Wijziging

Toelichting

1. Het bestuur van het werkvoorzieningsschap bestaat uit

een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter

1. Vervallen.

Al geregeld in artikel 12 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

2. Het algemeen bestuur staat aan het hoofd van het werkvoorzieningsschap.

2. Vervallen.

3. De voorzitter is tevens voorzitter van het algemeen bestuur en van het

dagelijks bestuur.

3. Vervallen.

 

Artikel 6 lid 2 en 4 worden gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Wijziging

Toelichting

2. Elk lid van het algemeen bestuur dient aan de raad die

hem heeft aangewezen desgevraagd inlichtingen te

verstrekken op de wijze, bepaald in het Reglement van Orde van

de betreffende raad.

2. Elk lid van het algemeen bestuur dient aan de raad die

hem heeft aangewezen de door een of meer leden van die raad

gevraagde inlichtingen te verstrekken op de wijze, bepaald

in het Reglement van Orde van de betreffende raad.

Aansluiten bij artikel 16 lid 1

van de Wet gemeenschappelijke

regelingen.

 

4. De raad die een lid heeft aangewezen kan dat lid te allen

tijde als lid ontslaan als dat lid niet meer het vertrouwen van

die raad geniet.

4. De raad die een lid heeft aangewezen kan dat lid te allen

tijde als lid ontslaan als dat lid niet meer het vertrouwen van

die raad bezit.

4. redactionele aanpassing

aansluitend bij de Wet

gemeenschappelijke regelingen.

 

Artikel 7 lid 2 en 4 worden gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Wijziging

Toelichting

2. De artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 t/m 33 van de

Gemeentewet zijn, voor zover daarbij in de Wet gemeenschappelijk

regeling niet van is afgeweken, op het houden en de orde van de

vergaderingen van het algemeen bestuur van overeenkomstige

toepassing

2. Vervallen.

Al geregeld in artikel 22 lid 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

4. De vergaderingen zijn openbaar. De deuren worden gesloten

wanneer éénvijfde deel van de aanwezige leden daarom verzoekt

of de voorzitter zulks nodig oordeelt. Het algemeen bestuur beslist

vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd

4. Vervallen.

Al geregeld in artikel 22 lid 4 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

 

Artikel 8 lid 1 t/m 3 worden gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Wijziging

Toelichting

1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, een secretaris en

voorts in ieder geval zoveel leden dat alle gemeenten erin ver-

tegenwoordigd zijn.

1. Het dagelijks bestuur bestaat uit maximaal

5 leden, waaronder de voorzitter en een secretaris.

Wijzigingen na DB 210915 en juridische afstemming:

Het dagelijks bestuur bestaat uit maximaal 5 leden,

waaronder de voorzitter en een secretaris, zodanig

dat alle deelnemende gemeenten in het dagelijks

bestuur vertegenwoordigd zijn.

1. Op grond van artikel 14 lid 3

van de Wet gemeenschappelijke

regelingen mogen de leden van

het dagelijks bestuur niet de

meerderheid van de algemeen bestuur

vormen.

2. De ledenvan het dagelijks bstuur worden door en, tenzij toepassing is

gegeven aan het bepaalde in het derde lid, uit het algemeen bestuur

benoemd. Bij beëindiging van het lidmaatschap van het algemeen bestuur

eindigt ook het lidmaatschap van het dagelijks bestuur. De leden van het

dagelijks bestuur kunnen door het algemeen bestuur te allen tijde worden

ontslagen.

2. Vervallen.

2. Al geregeld in artikel 14 lid 1,

artikel 13 lid 2 en 19a lid 3 van de

Wet gemeenschappelijke regelingen.

3. Het algemeen bestuur kan bepalen, dat één of meer leden van het

dagelijks bestuur, niet zijnde voorzitter, worden aangewezen van buiten

de kring van het algemeen bestuur, met dien verstande, dat op deze

wijze aangewezen leden nimmer de meerderheid van het dagelijks

bestuur uitmaken.

3 Vervallen.

3. Al geregeld in artikel 14 lid 2 van de

Wet gemeenschappelijke regelingen.

 

Artikel 10 lid 2 en 3 worden gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Wijziging

Toelichting

2. De leden van het dagelijks bestuur geven tezamen dan wel ieder

afzonderlijk aan het algemeen bestuur, wanneer dit bestuur of één

of meer leden hierom verzoekt dan wel verzoeken, alle gevraagde

inlichtingen. Het verstrekken van inlichtingen gebeurt mondeling in

de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur en indien

het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur daartoe besluit

tevens schriftelijk.

2. Het verstrekken van inlichtingen zoals bedoeld in

artikel 19a van de Wet gebeurt mondeling in de eerstvolgende

vergadering van het algemeen bestuur en indien het algemeen

bestuur of het dagelijks bestuur daartoe besluit tevens

schriftelijk.

Redactionele wijziging als gevolg van

artikel 19a van de Wet gemeenschappelijke

regelingen.

3. De leden van het dagelijks bestuur zijn tezamen en ider afzonderlijk

aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door

hen gevoerde bestuur. Zij leggen op verzoek van het algemeen

bestuur verantwoording af aan het algemeen bestuur. Het afleggen

van verantwoording gebeurt mondeling in de eerstvolgende

vergadering van het algemeen bestuur en indien het algemeen

bestuur of het dagelijks bestuur daartoe besluit tevens schriftelijk.

3. Het afleggen van verantwoording zoals bedoeld in artikel

19a van de Wet gebeurt mondeling in de eerstvolgende

vergadering van het algemeen bestuur en indien het algemeen

bestuur of het dagelijks bestuur daartoe besluit tevens

schriftelijk.

 

Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Wijziging

Toelichting

Aan het begin van elke nieuwe zittingsperiode van het algemeen bestuur

benoemt het algemeen bestuur uit zijn midden een voorzitter en een

plaatsvervangend voorzitter. Zij die in een vorige periode voorzitter en

plaatsvervangend voorzitter waren blijven als zodanig functioneren tot

de benoeming heeft plaatsgevonden en zijn herbenoembaar.

Aan het begin van elke nieuwe zittingsperiode van het

algemeen bestuur benoemt het algemeen bestuur uit zijn

midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter

Aanpassing in verband met artikel 13 lid 3

van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

 

Artikel 12 lid 2 en 3 worden gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Wijziging

Toelichting

2. De voorzitter is belast met de uitvoering van de besluiten van het

algemeen en dagelijks bestuur en ondertekent daartoe met de

secretaris alle daarvan uitgaande stukken.

2. De voorzitter ondertekent met de secretaris alle van het

algemeen en het dagelijks bestuur uitgaande stukken.

2. In artikel 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen

is geregeld dat het dagelijks bestuur besluiten van het algemeen

bestuur voorbereid en uitvoert.

3. De voorzitter vertegenwoordigt het werkvoorzieningsschap in en

buiten rechte.

3. Vervallen.

3. Al geregeld in artikel 33d van de Wet gemeenschappelijke

regelingen.

 

Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Wijziging

Toelichting

het algemeen bestuur kan overeenkomstig artikel 24 van de Wet

gemeenschappelijke regelingen commissies instellen.

Het in dit artikel in de Wet gemeenschappelijke regelingen vermelde

is op deze regeling overeenkomstig van toepassing.

Vervallen.

Al geregeld in artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

 

Artikel 15 wordt gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Wijziging

Toelichting

1. Het werkvoorzieningsschap kan ter uitvoering van zijn taak

ambtenaren aanstellen dan wel arbeidsovereenkomsten afsluiten.

1. Vervallen.

Al geregeld in artikel 33 b lid 1 sub c en d van de Wet gemeenschappelijke

regelingen (bevoegdheid dagelijks bestuur).

2. Op de krachtens het eerste lid benoemde personeelsleden

zijn de rechtspositie-regelingen voor personeel in dienst van de gemeente

Stadskanaal van toepassing, voor zover het algmeen bestuur niet anders

heeft bepaald.

2. Vervallen.

3. De in het eerste lid bedoelde personeelsleden worden benoemd,

geschorst en ontslagen door het dagelijks bestuur.

3. Vervallen

 

Artikel 16 wordt gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Wijziging

Toelichting

De directeur van het werkvoorzieningsschap is belast met de dagelijkse

leiding van het schap. Hij wordt door het algemeen bestuur dagelijks bestuur

benoemd , geschorst en ontslagen.

Vervallen.

Al geregeld in artikel 33 b lid 1 sub c en d van de Wet gemeenschappelijke

regelingen (bevoegdheid dagelijks bestuur)

 

Artikel 17 lid 1 en 3 worden gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Wijziging

Toelichting

1. De indienstneming, schorsing en ontslag van werknemers met een dienst-

verband bij het werkvoorzieningsschap, geschiedt door het dagelijks bestuur,

zulks met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet Sociale

Werkvoorziening.

1. Vervallen.

Vloeit voort uit artikel 33 b lid 1 sub c en d van de Wet

gemeenschappelijke regelingen (bevoegdheid

dagelijks bestuur).

3. Het algemeen bestuur dagelijks bestuur kan personen, die woonachtig zijn

buiten het rechtsgebied van deze regeling als werknemer een arbeidsplaats

aanbieden op verzoek van het gemeentebestuur van de gemeente waarvan

de betrokken persoon ingezetene is. Het algemeen bestuur stelt jaarlijks een

vergoeding per tijdseenheid vast, die door het betreffende gemeentebestuur

verschuldigd zal zijn en kan voorts nadere voorschriften stellen. De vergoeding

is tenminste gelijk aan het bedrag van de subsidie, waar de gemeente

overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens de Wet Sociale Werkvoorziening

aanspraak op heeft voor de betreffende werknemer, vermeerderd met een naar

evenredigheid te bepalen bijdrage als bedoeld in artikel 21 van deze regeling.

3. Het dagelijks bestuur kan personen, die

woonachtig zijn buiten het rechtsgebied van

deze regeling als werknemer een arbeids-

plaats aanbieden op verzoek van het

gemeentebestuur van de gemeente waarvan de

betrokken persoon ingezetene is. Het

algemeen bestuur stelt jaarlijks een vergoeding

per tijdseenheid vast, die door het betreffende

gemeentebestuur verschuldigd zal zijn en kan

voorts nadere voorschriften stellen.

De vergoeding is tenminste gelijk aan het bedrag

van de subsidie, waar de gemeente overeen-

komstig het bepaalde bij en krachtens de Wet

Sociale Werkvoorziening aanspraak op heeft voor

de betreffende werknemer, vermeerderd met een

naar evenredigheid te bepalen bijdrage als

bedoeld in artikel 21 van deze regeling.

 

Artikel 18 lid 1 t/m 3 worden gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Wijziging

Toelichting

1. het algemeen bestuur stelt een verordening vast betreffende het financiële

beheer van het werkvoorzieningsschap. Deze verordening dient binnen twee weken

ter kennis te worden gebracht aan gedeputeerde staten en moet tevens ter kennis-

neming worden verzonden aan de gemeentebesturen.

1. Vervallen.

Al geregeld in artikel 35 lid 6 Wet gemeenschappelijke regelingen.

2. Het algemeen bestuur is bevoegd tot het aangaan van geldleningen, rekening-

courantovereenkomsten en hetgeen overigens de geldmiddelen van het werk-

voorzieningsschap aangaat.

2. Vervallen.

2. Geregeld in artikel 33b lid 1 onder e (bevoegdheid dagelijks

bestuur).

3. De gemeenten staan jegens derden garant voor de juiste betaling van rente

en aflossing van de op grond van het bepaalde in het vorige lid opgenomen gelden.

3. De gemeente staan jegens derden

garant voor de juiste betaling van

rente en aflossing van de geldleningen,

rekening-courantovereenkomsten de door

het dagelijks bestuur opgenomen geld-

middelen.

3. Redactionele aanpassing, voortvloeiend uit het vervallen van lid 3.

 

Artikel 19 lid 1 tot en met 6 worden gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Wijziging

Toelichting

1. Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks een ontwerp van een begroting op van het

werkvoorzieningschap voor het volgende jaar voorzien van toelichting en

beleidsplan en zendt deze voor 1 mei van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor

de begroting dient toe aan de leden van het algemeen bestuur en aan de

gemeentebesturen.

1. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting

voor 1 mei aan de deelnemers.

De begrotingsprocedure is geregeld in artikel 34 t/m 35 van de

Wet gemeenschappelijke regelingen.

2. De gemeentebesturen kunnen hun beschouwingen naar aanleiding van de

begroting en het beleidsplan uiterlijk 15 juni van het jaar voorafgaande aan dat

waarvoor de begroting dient kenbaar maken aan het dagelijks bestuur.

3. Het dagelijks bestuur zendt de beschouwingen aan het algemeen bestuur

3. Vervallen.

4. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast

4. Vervallen.

5. Het dagelijks bestuur zendt de begroting twee weken na vaststelling doch

uiterlijk op 15 juli van het jaar voorafgaand aan dat waarvoor de begroting dient

aan gedeputeerde staten en aan de gemeentebesturen, die terzake aan

gedeputeerde staten hun beschouwingen kenbaar kunnen maken

5. Vervallen.

6. Het bepaalde in de voorgaande leden is, behoudens de daarin genoemde data,

van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting.

6. Vervallen.

6. Artikel 35 lid 5 van de Wet gemeenschappelijke regelingen

verklaart de leden 1, 3 en 4 van de Wet van overeenkomstige

toepassing op wijzigingen van de begroting.

 

Artikel 20 lid 1 tot en met 5 worden gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Wijziging

Toelichting

1. Het dagelijks bestuur zendt jaarlijks voor 1 mei van het jaar volgende op het jaar

waarop de jaarrekening betrekking heeft aan de leden van het algemeen bestuur

en de gemeentebesturen een ontwerp van een jaarrekening, vergezeld van een

registeraccountant.

1. Het dagelijks bestuur zendt de kadernota zoals

bedoelt in artikel 34 b van de Wet voor 1 februari

aan de deelnemers.

Aanpassing voortvloeiend uit

artikel 34b van de Wet

gemeenschappelijke regelingen en

een uniformering van de termijnen

voor het indienen van de jaarrekening

met de algemene en financiële kaders.

De procedure voor de jaarrekening is

vastgelegd in artikel 34 lid 3, 4; artikel

34b van de Wet gemeenschappelijke

regelingen.

2. De gemeentebesturen kunnen hun beschouwingen naar aanleiding van de jaar-

rekening uiterlijk 15 juni van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening

betrekking heeft kenbaar maken aan het dagelijks bestuur.

2. Vervallen.

3. Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening vast.

3. Vervallen.

4. het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening, het verslag van de registeraccountant

alsmede de ontvangen beschouwingen binnen twee weken na vaststelling doch

uiterlijk voor 1juli van het jaar volgend op het jaar waarop de jaarrekening betrekking

heeft aan gedeputeerde staten en aan de gemeentebesturen.

4. Het dagelijks bestuur zendt de op grond van artikel 34 lid 4 van

de Wet vastgestelde jaarrekening binnen twee weken na vaststelling

doch uiterlijk voor 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de

jaarrekening betrekking heeft aan de gemeentebesturen.

5. Het besluit van het algemeen bestuur, houdende vaststelling van de jaarrekening,

strekt voor zover het de daarin opgenomen inkomsten en uitgaven betreft tot

volledige ontheffing van aansprakelijkheid voor het gevoerde beheer, behoudens latere

in rechte gebleken valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden.

5. Vervallen.

5. Al geregeld in artikel 35 lid 6 van de

Wet gemeenschappelijke regelingen

(ook artikel 198 en 199 Gemeentewet zijn

daarin van overeenkomstige toepassing

verklaard).

 

Artikel 23 lid 3 en 4 worden gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Wijziging

Toelichting

3. In het geval de meerderheid van de gemeentebesturen het voorstel

heeft aangenomen zendt het algemeen bestuur het besluit ter goed-

keuring naar gedeputeerde staten.

3. Vervallen

Artikel 26 Wet gemeenschappelijke regelingen voorziet alleen in

toezending aan gedeputeerd staten.

4. Indien het voorstel uitgaat van één of meer gemeentebesturen

zendt het gemeentebestuur respectievelijk zenden de gemeentebesturen

het voorstel aan het algemeen bestuur, waarna het algemeen bestuur

het voorstel met zijn beschouwingen daaromtrent binnen twee maanden

na ontvangst daarvan aan de gemeentebesturen zendt, die binnen twee

maanden na ontvangst hun besluiten aan het algemeen bestuur kenbaar

maken. Indien de meerderheid van de gemeentebesturen het voorstel

heeft aangenomen zendt het algemeen bestuur het besluit ter goed-

keuring naar gedeputeerde staten.

 

4. Indien het voorstel uitgaat van één of meer gemeentebesturen

zendt het gemeentebestuur respectievelijke zenden gemeente-

besturen het voorstel aan het algemeen bestuur, waarna het

algemeen bestuur het voorstel met zijn beschouwingen daaromtrent

binnen twee maanden na ontvangst daarvan aan de gemeente-

besturen zendt, die binnen twee maanden na ontvangst hun besluiten

aan het algemeen bestuur kenbaar maken.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven d.d. 27 januari 2016

F.J.C. Boen

J.F.A. Alberts

voorzitter

secretaris

Naar boven