Gemeenteblad van Krimpenerwaard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Krimpenerwaard | Gemeenteblad 2016, 20831 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Krimpenerwaard | Gemeenteblad 2016, 20831 | Beleidsregels |
Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit ‘bouwen van een bouwwerk’
Hoewel meer en meer bouwactiviteiten door de wetgever als vergunningvrij worden aangemerkt, verleent de gemeente Krimpenerwaard nog veel omgevingsvergunningen voor de activiteit ‘bouwen van een bouwwerk’. Ook de voormalige gemeenten Bergambacht, Ouderkerk, Nederlek, Schoonhoven en Vlist verleenden samen jaarlijks ruim 500 omgevingsvergunningen voor bouwwerkzaamheden. Al met al een aanzienlijk vergunningenbestand waarop toezicht gehouden moet worden.
Niet in alle gevallen wordt direct gebruik gemaakt van een omgevingsvergunning, omdat daartoe het geld of de tijd ontbreekt bij de initiatiefnemer. Daarnaast komt het voor dat de werkzaamheden om wat voor reden dan ook geruime tijd stil liggen. In de loop der tijd kan dan ook de situatie ontstaan dat bouwplannen niet meer voldoen aan de op het moment van vergunningverlening geldende eisen voor onder meer brand- en constructieve veiligheid uit het Bouwbesluit en de Bouwverordeningen. Ook vanuit planologisch oogpunt kunnen bouwplannen ‘verouderd’ raken, omdat deze niet langer voldoen aan een goede ruimtelijke ordening.
Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bestaat de mogelijkheid omgevingsvergunningen voor de activiteit ‘bouwen van een bouwwerk’ in te trekken als daar geen of niet langer gebruik van wordt gemaakt. Om op een actieve en structurele wijze invulling te geven aan deze mogelijkheid, zijn de onderhavige beleidsregels opgesteld. Hiermee wordt tegelijkertijd rechtszekerheid en rechtsgelijkheid gecreëerd, omdat elke vergunninghouder weet wanneer een niet uitgevoerde omgevingsvergunning voor de activiteit ‘bouwen van een bouwwerk’ door het college wordt ingetrokken.
Een bijkomend effect van het intrekken van omgevingsvergunningen voor de activiteit ’bouwen van een bouwwerk’ is een actuele Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG). Vanaf het moment dat de omgevingsvergunning is verleend, worden de voorlopige gegevens (zoals het huisnummer, het bouwjaar, het gebruiksdoel, de gebruiksoppervlakte en de geometrie) vastgelegd in de BAG. Wanneer een omgevingsvergunning niet wordt geëffectueerd, is het dan ook wenselijk om de eerder opgenomen voorlopige gegevens na het intrekken van de omgevingsvergunning uit de BAG te verwijderen.
Artikel 2.33, tweede lid, onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bepaalt dat het bevoegd gezag een omgevingsvergunning voor de activiteit ‘bouwen van een bouwwerk’ geheel of gedeeltelijk kan intrekken voor zover gedurende 26 weken onderscheidenlijk de in de vergunning bepaalde termijn geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning.
Artikel 1.2, eerste lid, aanhef en onder g van de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bepaalt dat een vergunning als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet die onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.1, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van kracht en onherroepelijk is, wordt voorzover voor de betrokken activiteit een omgevingsvergunning is vereist, gelijkgesteld met een omgevingsvergunning voor de betrokken activiteit.
Artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een bestuursorgaan beleidsregels kan vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijke uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid. Onder beleidsregel wordt ingevolge artikel 1:3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht verstaan een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan.
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
omgevingsvergunning voor de activiteit ‘handelen in strijd met een ruimtelijk plan’: vergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
urgente en/of zwaarwegende planologische belangen: een situatie waarin voor het gebied waarin het vergunde bouwwerk is geprojecteerd een voorbereidingsbesluit of een ontwerpbestemmingsplan (als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening) ter inzage is gelegd en het vergunde bouwwerk dit toekomstig planologisch kader frustreert.
Indien de omgevingsvergunning voor de activiteit ‘bouwen van een bouwwerk’ onlosmakelijk samenhangt met een omgevingsvergunning voor de activiteit ‘handelen in strijd met een ruimtelijk plan’ en tot stand is gekomen met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als bedoeld in paragraaf 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:
Artikel 5 – Gunnen ruimere termijn voor start of herstart bouwwerkzaamheden
In de volgende situaties is sprake van een concreet geval als bedoeld onder b.:
de vergunninghouder kan persoonlijke omstandigheden, zoals een sterfgeval, ziekte in de familie of langdurige werkloosheid, opvoeren welke aantoonbaar tot uitstel van het bouwen hebben geleid, waarbij de persoonlijke omstandigheid zich niet meer dan 26 weken voor de start van de procedure als bedoeld in artikel 4 heeft voorgedaan of deze op dat moment nog voortduurt.
Artikel 7 – Uitsluiting overige intrekkingsgronden
Deze beleidsregels laten besluitvorming ten aanzien van de overige in artikel 2.33 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht opgenomen intrekkingsgronden onverlet.
Het college handelt overeenkomstig deze beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
Voor omgevingsvergunningen voor de activiteit ‘bouwen van een bouwwerk’ die zijn verleend voor de inwerkingtreding van dit beleid, geldt dat deze niet eerder dan 26 weken na inwerkingtreding worden ingetrokken.
Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit ‘bouwen van een bouwwerk’’.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-20831.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.