Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2016, 20269 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2016, 20269 | Verordeningen |
Wijziging diverse regelingen, onder andere in verband met nieuwe beloningsregeling
Het Ambtenarenreglement wordt gewijzigd als volgt.
In artikel 1, tweede lid, vervalt onderdeel s.
In artikel 52, dertiende lid, wordt ‘het volledige salaris en de toegekende salaristoelage(n) wordt doorbetaald’ vervangen door: het volledige salaris en de toegekende salaristoelage(n) worden doorbetaald.
In artikel 56d, eerste lid, wordt ‘de salaris’ vervangen door: het salaris.
In artikel 61, derde lid, wordt ‘de dienstverband’ vervangen door: het dienstverband.
In artikel 77, vijfde lid, wordt ‘de ingevolge het bepaalde in de voorgaande leden ingehouden salaris’ vervangen door: het ingevolge het bepaalde in de voorgaande leden ingehouden salaris.
In artikel 87, eerste lid, wordt ‘vierde en vijfde lid’ vervangen door: derde en vierde lid.
Artikel 88 wordt gewijzigd als volgt:
Na artikel 88 wordt artikel 88a ingevoegd, dat luidt:
Artikel 121a, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
De Regeling mandaat en volmacht P&O 2012 wordt gewijzigd als volgt.
Artikel 2, vierde lid, onderdeel a, komt te luiden:
Artikel 6, derde lid, komt te luiden:
In de Bijlage, onderdeel A, komt onderdeel 8a te luiden:
Het Sociaal Statuut Rotterdam 2013 wordt gewijzigd als volgt.
In artikel 9.6 worden het vijfde tot en met achtste lid vernummerd tot het vierde tot en met zevende lid.
Het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 wordt gewijzigd als volgt.
In artikel 11, eerste lid, wordt ‘eerste lid, onder pp’ vervangen door: tweede lid, onderdeel o.
In artikel 13, tweede lid, wordt ‘eerste lid, onder pp’ vervangen door: tweede lid, onderdeel o.
Artikel 18 wordt gewijzigd als volgt:
De Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 wordt gewijzigd als volgt.
Artikel 12 wordt gewijzigd als volgt:
na het achtste lid (nieuw) wordt een nieuw lid toegevoegd, dat komt te luiden:
In afwijking van artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van het Ambtenarenreglement wordt een eventuele tijdelijke persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 13 van het Bezoldigingsbesluit 1993, zoals deze bepaling op 31 december 2015 gold, voor de toepassing van deze regeling beschouwd als een salaristoelage.
In artikel 12a wordt, onder vernummering van het zesde lid tot het zevende lid, na het vijfde lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:
Indien een medewerker aanspraak heeft op een opslag zoals bedoeld in het tweede tot en met vijfde lid en deze medewerker gedurende het kalenderjaar 2016, 2017, 2018, 2019 of 2020 uit dienst treedt of niet langer in aanmerking komt voor een toelage die aanspraak geeft op deze opslag, geldt dat deze medewerker aanspraak heeft op de tot die datum opgebouwde opslag over de vergoeding voor overwerk dat gedurende het betreffende kalenderjaar is verricht. Indien de medewerker uit dienst treedt, wordt deze opslag bij de laatste salarisbetaling uitbetaald; indien de medewerker niet langer in aanmerking komt voor een toelage die aanspraak geeft op deze opslag, wordt de opslag uitbetaald in januari van het volgende kalenderjaar.
Fietsregeling Rotterdam 2014 wordt gewijzigd als volgt.
De Vakantie- en Verlofregeling 1971 wordt gewijzigd als volgt.
Artikel 3b, tweede lid, komt te luiden:
Na artikel 6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Compenserend verlof voor beschikbaarheidsdiensten
De ambtenaar die buiten de voor hem geldende werktijden beschikbaarheidsdienst heeft en op grond daarvan een toelage beschikbaarheidsdienst ontvangt als bedoeld in artikel 13 van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016, heeft naast deze toelage recht op een vergoeding, bestaande uit verlofuren.
Tijdens de periode dat de ambtenaar wegens ziekte verhinderd is zijn betrekking te vervullen, wordt verlof toegekend naar evenredigheid van het aantal uren verrichte beschikbaarheidsdienst. Hierbij wordt uitgegaan van ten hoogste 48 weken per jaar, gedurende welke de ambtenaar beschikbaarheidsdiensten kan verrichten. De uitkomst wordt naar boven afgerond op hele uren.
Het Besluit betaald ouderschapsverlof 2003 wordt gewijzigd als volgt.
In artikel 1, tweede lid, wordt ‘wordt een salaris geniet’ vervangen door: een salaris geniet.
Het Rechtspositiebesluit buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand wordt gewijzigd als volgt.
Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:
De Regeling openbaarmaking nevenwerkzaamheden wordt gewijzigd als volgt.
Openbaarmaking van de nevenwerkzaamheden geschiedt door een actuele opgave van nevenwerkzaamheden op de gemeentelijke website te plaatsen.
De Wachtgeld- en Uitkeringsverordening wordt gewijzigd als volgt.
In artikel 2:5, tweede lid, wordt ‘artikel 35, eerste lid, onder c, van het Ambtenarenreglement’ vervangen door: artikel 13 van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016.
Artikel I, onderdelen A tot en met E, artikel II, onderdelen B en C, artikel IX en artikel XIII
Op 17 november 2015 heeft het college met de vaststelling van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 en de Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 de nieuwe beloningsregeling voor de gemeente Rotterdam vastgesteld. Deze regelingen traden op 1 januari 2016 in werking.
De invoering van de nieuwe beloningsregeling vloeit voort uit afspraken in de cao gemeenten 2013–2015.
Bij het aanpassen van het Ambtenarenreglement, de Regeling mandaat en volmacht P&O 2012, het Besluit betaald ouderschapsverlof 2003 en de Wachtgeld- en Uitkeringsverordening 1996 naar aanleiding van de nieuwe beloningsregeling blijkt een aantal omissies te zijn opgetreden, die nu worden hersteld.
Artikel I, onderdelen F tot en met H, artikel VII en artikel X
Op 1 juli 2015 is de systematiek van de Wet Werk en Zekerheid ten aanzien van de (keten)bepalingen over de contractuele gevolgen van opeenvolgende tijdelijke dienstverbanden in het AR overgenomen. Dit leidde ook tot een aanpassing van de gehanteerde terminologie.
Naar gebleken is, is deze aanpassing niet geheel juist verwerkt in de tekst van artikel 88 AR, waarin nog gesproken werd over een tijdelijke aanstelling voor onbepaalde tijd en over een tijdelijke aanstelling voor onbepaalde tijd.
Met de aanpassing van artikel 88 en de invoering van artikel 88a als overgangsbepaling is dit nu hersteld.
Ook in de Fietsregeling Rotterdam 2014 en het Besluit buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand is de gehanteerde terminologie nu aangepast aan de systematiek van de Wet Werk en Zekerheid.
Artikel I, onderdeel I, artikel II, onderdeel A, artikel III, artikel IV onder A, B en C.a, artikel VI, artikel VIII, onderdeel A en artikel XIV
Periodiek worden regelingen op P&O-gebied gewijzigd om onvolkomenheden die daarin zijn opgetreden te herstellen. Het gaat nu om de volgende correcties:
Met de invoering van de nieuwe beloningsregeling per 1 januari 2016 is de wacht- en waakdienstwerktoelage vervallen. Deze toelage werd toegekend aan medewerkers die tijdens een wacht- en waakdienst werden opgeroepen.
Hiervoor in de plaats komen deze medewerkers sinds 1 januari jl. in aanmerking voor een overwerkvergoeding. Maar medewerkers die een functie in FSK 11 of hoger vervullen hebben zonder aanvullende regeling geen recht op een overwerkvergoeding, ook niet als het gaat om werkzaamheden die voortvloeien uit een oproep tijdens een beschikbaarheidsdienst. Voor deze gevallen is nu vastgelegd dat er wèl sprake is van recht op een overwerkvergoeding.
Met de invoering van de nieuwe beloningsregeling per 1 januari 2016 is het begrip ‘bezoldiging’ vervallen. Dit is zo goed als mogelijk doorvertaald naar de plaatsen waar dit begrip in de Rotterdamse rechtspositie wordt gebruikt.
Niettemin is gebleken dat er ongewenste verschillen zijn blijven bestaan tussen wat vóór 1 januari jl. onder ‘bezoldiging’ werd verstaan en vanaf 1 januari jl. onder ‘salaris en salaristoelagen’ wordt verstaan. Deze verschillen zouden tot een onbedoelde en ongewenste verslechtering voor medewerkers leiden.
De gesignaleerde ongewenste verschillen zijn met dit besluit van het college ongedaan gemaakt. Het gaat hierbij om de deeltijdwerktoelage van P&O-circulaire 2013/01 en de tijdelijke prestatietoelage.
In het tweede tot en met vijfde lid van artikel 12a van de Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 is vastgelegd dat medewerkers die een persoonlijke prestatietoelage (PPT), garantietoelage, harmonisatie garantietoelage, garantietoelage PPT of harmonisatietoelage PPT genieten en de jaren 2016, 2017, 2018, 2019 of 2020 overwerk verrichten, aanspraak hebben op een opslag over het bedrag aan vergoeding voor overwerk dat zij in deze jaren verrichten.
Daarbij is bepaald dat het bedrag van de opslag wordt uitbetaald als de medewerker op het moment dat de hoogte ervan wordt berekend nog steeds in aanmerking komt voor de toelage die aanspraak geeft op deze opslag.
Hierbij is onvoldoende rekening gehouden met gevallen waarin medewerkers gedurende het kalenderjaar uit dienst treden of, bijvoorbeeld doordat zij gedurende het kalenderjaar bevorderd worden, op het peilmoment geen recht meer hebben op de toelage die aanspraak geeft op deze opslag. Zij zouden niet in aanmerking komen voor deze opslag, ook niet over dat gedeelte van het kalenderjaar waarin zij nog in dienst waren, dan wel de betreffende toelage nog genoten.
Dit zou onvoldoende recht doen aan de reden voor de opslag.
Dit is nu hersteld: de medewerker heeft recht op de opslag die hij gedurende het kalenderjaar tot de datum van het ontslag of het verlies van aanspraak op de toelage heeft opgebouwd.
In de vergoedingsregeling voor beschikbaarheidsdiensten die vanaf 1 januari 2016 geldt, is geen sprake meer van compenserend verlof.
Aanvankelijk was de overtuiging dat de verhoging van de toelage voor beschikbaarheidsdiensten in de nieuwe regeling zodanig groot was, dat daarmee het vervallen van het compenserend verlof gecompenseerd werd.
Bij nader inzien bleek dit niet juist. Om deze reden is er een bepaling in de Vakantie- en Verlofregeling opgenomen, waarin alsnog compenserend verlof bij beschikbaarheidsdiensten is geregeld.
Op 1 januari 2016 is de Regeling organisatie van kracht geworden. Als gevolg daarvan is onder meer de Bestuursdienst opgeheven en is de concerncontroller hiërarchisch boven de clustercontrollers geplaatst.
De Regeling openbaarmaking nevenwerkzaamheden en de Regeling melding financiële belangen moesten hierop nog worden aangepast.
Dit gemeenteblad 2016, nummer 16, is uitgegeven op 17 februari 2016 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-20269.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.