Mandaatregeling Gemeente Zwartewaterland

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Zwartewaterland, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

Gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en afdeling 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t e n

I. vast te stellen de Mandaatregeling gemeente Zwartewaterland;

II. de uitoefening van de bevoegdheden die staan vermeld in het bij deze regeling

behorende register te verlenen aan de daarin genoemde functionarissen onder de

daarbij vermelde specifieke bepalingen.

Artikel 1 Begripsbeschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan publiek- en privaatrechtelijke besluiten te nemen en te ondertekenen;

b. ondermandaat: de bevoegdheid om namens een gemandateerde besluiten te

nemen;

c. mandaatgever: het bestuursorgaan dat aan een bij functie in het mandaatregister genoemd functionaris de bevoegdheid geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen en te ondertekenen;

d. gemandateerde: de functionaris die van de mandaatgever de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen;

e. mandaatregeling: het besluit waarin is aangegeven wanneer mandaat en ondermandaat zijn toegestaan en welke spelregels in acht moeten worden genomen bij de uitoefening van mandaat en ondermandaat;

f. mandaatregister: een overzicht waarin per bevoegdheid is aangegeven welke functionaris bevoegd is met name genoemde besluiten te nemen en onder welke voorwaarden.

Artikel 2 Mandaat en ondermandaat

1. Mandaat, zoals opgenomen in het Mandaatregister wordt verleend aan de Algemeen Directeur met uitdrukkelijke toestemming deze mandaten onder te mandateren.

2. Ondermandaat door de gemandateerde, anders dan de Algemeen Directeur, is alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van de mandaatgever (= het college/Burgemeester)  en onder door de mandaatgever vast te stellen voorschriften.

Het ondermandaat wordt in het mandaatregister opgenomen.

3. Bij ondermandaat blijven de in de Mandaatregeling gegeven voorschriften onverminderd van toepassing.

Artikel 3 Algemene regels

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht omvat het mandaat naast het nemen en ondertekenen van besluiten, tevens het verrichten van

alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen die bij de uitoefening van de bevoegdheid behoren, zoals:

a. het verstrekken van algemene informatie betreffende aangelegenheden welke geregeld zijn in die administratieve regelingen, waarvan de beslissingsvoorbereiding en de administratieve uitvoering tot het takenpakket van de eenheid gerekend worden;

b. het toezenden aan overheidsinstellingen van gevraagde of verplicht te verstrekken gegevens of van inlichtingen betreffende het door de gemeente gevoerde beleid;

c. het verzenden van ontvangstbevestigingen van die brieven, waarvan de beantwoording naar verwachting enige tijd zal vergen;

d. het vragen van adviezen aan derden, voor zover daaraan geen kosten zijn verbonden;

e. het verrichten van werkzaamheden, die uitsluitend uitvoering betreffen, welke werkzaamheden worden geacht te zijn gemandateerd aan die ambtenaar, die bij de uitvoering het meest direct betrokken is, met dien verstande, dat ingeval van onduidelijkheden overleg wordt gepleegd met de eenheidsmanager en/of de algemeen directeur;

f. onder uitvoering, genoemd bij punt e, wordt tevens verstaan het doen van informele aanschrijving in geval dat zonder of niet overeenkomstig een reeds verleende vergunning. ontheffing of toestemming wordt gehandeld, echter niet eerder dan nadat met de formele handhaving belaste ambtenaren overleg is gepleegd.

2. Indien de algemene bevoegdheden, zoals genoemd in lid 1 van dit artikel leiden dan wel kunnen leiden tot rechtsgevolgen voor de gemeente dient controle plaats te vinden door de eenheids-manager of diens plaatsvervanger ingeval deze handelingen worden verricht door de behandelende ambtenaar, en door de algemeen directeur of diens plaatsvervanger indien deze handelingen worden verricht door de eenheidsmanager.

Artikel 4 Grenzen aan mandaat en ondermandaat

1. Geen beslissingsmandaat wordt verleend ten aanzien van:

a. het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften;

b. het vaststellen van beleidsregels.

c. het beslissen op een bezwaarschrift;

2. Een in mandaat te nemen besluit dient vooraf aan het college c.q. de burgemeester te worden voorgelegd indien:

a. het besluit leidt tot afwijking van of aanvulling op het tot dan toe gevoerde beleid;

b. het besluit financiële gevolgen heeft en niet past binnen de daartoe bestemde budgetten;

c. de betrokken portefeuillehouder of de burgemeester dit kenbaar heeft gemaakt;

d. bij betrokkenheid van meerdere eenheden één van de eenheidsmanagers te kennen heeft gegeven niet akkoord te gaan met het te nemen besluit;

e. voorzienbaar is dat het te nemen besluit politiek gevoelige consequenties heeft;

f. er sprake is van persoonlijke betrokkenheid van de gemandateerde bij het te nemen besluit;

g. artikel 169, vierde lid van de Gemeentewet van toepassing is of indien de gemandateerde enige twijfel koestert of zulks het geval is.

3. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid van dit artikel geldt bij mandaat bovendien dat het te nemen besluit vooraf aan de portefeuillehouder dient te worden voorgelegd indien:

a. het besluit strekt tot gehele of gedeeltelijke weigering van hetgeen waarom wordt gevraagd;

b. door een belanghebbende met betrekking tot het te nemen besluit een negatieve zienswijze is ingediend, tenzij die zienswijze kennelijk ongegrond is, hetgeen in de motivering van het besluit tot uitdrukking te worden gebracht;

c. de beslissing afwijkt van een ingewonnen extern advies;

d. het besluit wordt genomen met gebruikmaking van een hardheidsclausule in een wettelijke regeling;

4. Indien in mandaat wordt gehandeld in strijd met het bepaalde in het tweede of derde lid van dit artikel, doet dit niet af aan de rechtsgeldigheid van het genomen besluit, met uitzondering van het besluit dat is genomen in strijd met het tweede lid onder f.

Artikel 5 Verslaglegging en informatieverstrekking

1. De gemandateerde draagt zorg voor een deugdelijke verslaglegging van de door hem in mandaat genomen besluiten.

2. De gemandateerde informeert het terzake bevoegde bestuursorgaan desgewenst over de

krachtens mandaat genomen besluiten en over de wijze waarop elk bijzonder mandaat wordt uitgeoefend.

3. Het in het eerste en tweede lid van dit artikel bepaalde geldt ook in geval van ondermandaat, met dien verstande dat in plaats van “bevoegd bestuursorgaan” moet worden gelezen “de gemandateerde”.

Artikel 6 Ondertekening bij afdoeningsmandaat

Voor ondertekening van in mandaat genomen besluiten geldt de volgende tekst:

Namens burgemeester en wethouders Namens de burgemeester van de

van de gemeente Zwartewaterland, of gemeente Zwartewaterland,

handtekening handtekening

(naam en functie gemandateerde) (naam en functie gemandateerde)

Artikel 7 Ondertekening bij ondertekeningsmandaat

Ingeval van ondertekeningsmandaat geldt de volgende tekst:

Overeenkomstig het door burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland genomen besluit

of

Overeenkomstig het door de burgemeester van de gemeente Zwartewaterland genomen besluit,

handtekening handtekening

(naam en functie gemandateerde) (naam en functie gemandateerde)

Artikel 8 Vervanging

Bij afwezigheid van degenen aan wie krachtens dit besluit bevoegdheden zijn gemandateerd, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door hun plaatsvervangers.

Artikel 9 Voorwaarden / opmerkingen

1. Tenzij anders is aangegeven is bij de toekenning van het afdoeningsmandaat de

bevoegdheid tot ondertekening inbegrepen.

2. De gemandateerde is gehouden aanwijzingen en instructies van de mandaatgever op te volgen.

3. De gemandateerde dient rekening te houden met de Regeling budgetbeheer en het

Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeente Zwartewaterland.

Artikel 10 Citeerartikel en Inwerkingtreding

1. Dit besluit kan worden aangehaald als Mandaatregeling gemeente Zwartewaterland en treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

2. Met ingang van de in het eerste lid bedoelde datum vervallen alle eerder vastgestelde mandaatbesluiten en de daarop gebaseerde ondermandaatbesluiten.

Hasselt, 16 februari 2016

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland,

de secretaris, de burgemeester,

J.Dijkstra ing E.J. Bilder

De burgemeester van de gemeente Zwartewaterland,

ing. E.J. Bilder