Convenant Meldpunt Zorg en Woonoverlast (MZW)(3B, 2015, 287)

 

Afdeling 3B

Nummer 287

Publicatiedatum 30 december 2015

Onderwerp

Convenant Meldpunt Zorg en Woonoverlast (MZW)

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 15 december 2015 hebben besloten:

In te stemmen met: het convenant Meldpunt Zorg en Woonoverlast

Belangrijkste punten zijn:

  • 1.

    Omschrijving partners en werkwijze Meldpunten

  • 2.

    Omschrijving begrippen

  • 3.

    Omschrijving van de samenwerking

  • 4.

    De gegevensverwerking door de meldpunten

  • 5.

    De omgang met persoonsgegevens in het kader van de samenwerking

  • 6.

    De klachtenprocedure

  • 7.

    Looptijd en inwerkingtreding

Burgemeester en wethouders voornoemd,

A.H.P. Van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester

Convenant

Meldpunt Zorg en Woonoverlast

Preambule Convenant Meldpunt Zorg en Woonoverlast

Inleiding

Ieder stadsdeel heeft een Meldpunt Zorg en Woonoverlast waar burgers of instanties (zoals de GGD, maatschappelijke dienstverlening, politie en woningcorporaties) woonoverlast in hun woonomgeving kunnen melden en melding kunnen maken van bezorgdheid over (geestelijke) gezondheid van buurtbewoners. De meldpunten vallen onder de bevoegdheid van de diverse bestuurscommissies in de gemeente Amsterdam.

In 2014 is besloten dat het werkproces van de Meldpunten Zorg en Woonoverlast wordt geüniformeerd. Naar aanleiding hiervan zullen alle Meldpunten Zorg en Woonoverlast gaan werken met hetzelfde modelconvenant. Per stadsdeel verschillen wel enkele partners van het convenant omdat niet elke organisatie in elk stadsdeel actief is.

Samenwerkingsverband

Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Amsterdam, GGD, Rve Inkomen, Rve Participatie, Rve Onderwijs, Jeugd en Zorg, de Politie, woningcorporaties en hulpverlenende instanties, zoals GGZ InGeest, MEE Amstel en Zaan, Arkin, het Leger des Heils, Cordaan en de maatschappelijke dienstverleners. De samenwerking tussen bovengenoemde partijen heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een onmisbaar netwerk in het bieden van zorg aan kwetsbare bewoners en het (daarmee) aanpakken van woonoverlast. Waarbij elke afzonderlijke partij een gedeelde verantwoordelijkheid draagt vanuit zijn eigen rol voor het behalen van het doel. Alle betrokken partijen vinden het daarom van belang om de aanpak voort te zetten.

Wat is het Meldpunt Zorg en Woonoverlast

Als er sprake is van hevige of te langdurige woonoverlast van buren en/of er zorgen over een buurtbewoner zijn, kunnen bewoners of instellingen terecht bij het Meldpunt Zorg en Woonoverlast.

Voorbeelden van overlast in de nabije woonomgeving zijn:

• lawaai- en stankoverlast;

• vervuiling;

• bedreiging, agressie, of intimidatie;

• jongerenoverlast.

Voorbeelden van zorgen over een buurtbewoner zijn

• buurtbewoners die zorg nodig hebben maar dit niet krijgen;

• buurtbewoners die verward overkomen;

• vereenzaming, verwaarlozing of vervuiling van buurtbewoners;

• aanstaande ontruiming wegens huurschuld;

Doel en doelgroep

Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast heeft tot doel om een bijdrage te leveren aan het tegengaan van overlast in de woonomgeving en aan het gecoördineerd bieden van hulp aan mensen die zorg nodig hebben, maar dit niet altijd vragen (bemoeizorg). Hiertoe kunnen bewoners en professionals een zorg of overlastmelding doen bij het Meldpunt Zorg en Woonoverlast.

De doelgroep van het meldpunt zijn bewoners die overlast ondervinden of zich zorgen maken over personen in hun woonomgeving, en professionals die een overlast- of zorgmelding kunnen doen.

Bemoeizorg

In de handreiking Gegevensuitwisseling in de bemoeizorg van GGD GHOR Nederland, GGZ Nederland, KNMG, d.d. september 2014 wordt het volgende begrip bemoeizorg gehanteerd:

• zogeheten `zorgwekkende zorgmijders’ helpen bij het onderkennen en stellen van hun hulpvraag als er sprake is van complexe en psychische en/of psychosociale en/of somatische problematiek,

• het actief uit nodigen zorg te accepteren, en;

• het zorgaanbod op hun vragen en problemen af te stemmen.

Een deel van de bewoners waarover een zorg (en/of overlast) melding wordt gedaan bij het meldpunt, heeft op meerdere vlakken ernstige problemen waardoor meerdere instanties betrokken zijn. Door met elkaar samen te werken ontstaat er een beter beeld van de situatie en zal het mogelijk zijn hulp te bieden aan de desbetreffende bewoner.

Aangezien bij bemoeizorg de cliënt niet zelf heeft gevraagd om de zorg, is altijd een zorgvuldige afweging vereist of het opdringen van de hulp en het daarmee uitwisselen van gegevens in verhouding staat tot het probleem.

Buitenkantinformatie

Partijen die op grond van de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst en de Wet Beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG) gebonden zijn aan het medisch beroepsgeheim spannen zich in om toestemming van de betrokkene te krijgen voor het verwerken van persoonsgegevens. Indien geen toestemming van betrokkene wordt verkregen, beoordeelt die partij of er sprake is van een noodzaak tot het delen van buitenkantinformatie. Buitenkantinformatie betreft relevante persoonsgegevens, met inbegrip van bejegeningsadviezen, die betrekking hebben op hulpverleningscontacten of mogelijkheden daartoe en die ondanks het beroepsgeheim in bepaalde gevallen, mede in het belang van de cliënt, gedeeld kunnen worden (vgl. Informatieblad van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), nummer 31A, februari 2012).

Werkwijze en Proces

De werkwijze van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast is als volgt. Naar aanleiding van een melding geven de medewerkers van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast advies aan de melder en brengen de situatie van de betrokken personen in kaart. Vervolgens wordt bepaald welke inzet/hulp nodig is om woonoverlast te stoppen en/of de zorgsituatie in goede banen te leiden. Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast maakt zo nodig afspraken met samenwerkende hulpverleningsinstanties en coördineert en bewaakt de voortgang van het oppakken van de melding. Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast doet dit vanuit haar regierol. Wanneer partijen zich niet aan de afspraken houden spreekt de coördinator van het meldpunt de partijen hierop aan.

Als de overlast niet stopt

Indien de inspanningen van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast en de samenwerkende partijen niet tot verbetering leiden en – in overleg met de instanties waarmee in het betreffende geval wordt samengewerkt - geconcludeerd wordt dat er geen passend aanbod meer is om de overlastgevende of hulpbehoevende te helpen, zijn verschillende opties mogelijk. Soms wordt een “laatste kans-“brief verzonden, met een aantal voorwaarden waaraan de betrokkene zich dient te houden, om de huurwoning te kunnen blijven bewonen. Als uiterste middel kan namens alle betrokken instanties een Einde Interventie Verklaring (EIV) worden afgegeven, waarna de woningcorporatie verhuurder een eventuele huisuitzettingsprocedure in gang kan zetten in geval van extreme overlast

Treiteraanpak

Wanneer een melding bij het Meldpunt Zorg en Woonoverlast blijkt te gaan om structurele treiterijen, bedreigingen en overlast gericht tegen een specifiek persoon of huishouden , dan wordt deze intimidatie met de werkwijze `treiteraanpak’ tegen gegaan. De treiteraanpak moet er voor zorgen dat slachtoffers zich beschermd weten door de overheid en dat daders worden aangepakt. Als andere oplossingen niet werken, moet het uiteindelijk de dader zijn die gedwongen verhuist in plaats van het slachtoffer.

Het Meldpunt doet het vooronderzoek voor de Treiteraanpak. En blijft gedurende het proces betrokken in de rol van informatiemakelaar.

Ontruimingen

Daarnaast houdt het Meldpunt Zorg en Woonoverlast zich bezig met het voorkomen van ontruimingen wegens huurschuld in samenwerking met de schuldhulpverlener en de woningbouwcorporatie. Het Meldpunt behandelt een aangezegde ontruiming wegens huurschuld als een zorgmelding.

Verwerken gegevens

In de praktijk houden de Meldpunten Zorg en Overlast nu de volgende informatie bij over cliënten:

  • -

    Bekend bij zorginstellingen ja/nee

  • -

    Bekend bij politie

  • -

    Meldingen over huurdersgedrag met betrekking tot overlast

  • -

    Datum van de klachten

  • -

    Inhoud van de klacht

  • -

    Situatieschets

  • -

    Soort overlast

De bij te houden soorten overlast zijn:

  • -

    Afwijkend gedrag

  • -

    Agressie

  • -

    Geluid

  • -

    Overige overlast

  • -

    Vervuiling/stank

Inhoudsopgave

I Algemene bepalingen

II Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast

III De samenwerking

IV Gegevensverwerking door Meldpunt Zorg en Woonoverlast

V Omgang met persoonsgegevens in het kader van de samenwerking

VI Klachten over het Meldpunt Zorg en Woonoverlast

VII Slotbepalingen

CONVENANT MZWO, DE PARTIJEN

Partij Handtekening

Gemeente Amsterdam

Namens de gemeente Amsterdam, College van B&W en de burgemeester:

de burgemeester

Mr. E.E. van der Laan

Ook namens de onderdelen: de GGD, RvE Inkomen, RvE Participatie, RvE Onderwijs, Jeugd en Zorg,

RvE Wonen

De Stadsdelen van de gemeente Amsterdam, namens de bestuurscommissie en de stadsdeelvoorzitters :

  • -

    Noord: C. van Berkum

  • -

    Zuid: S. Capel

  • -

    Oost: I. Manuel

  • -

    Nieuw-West: A.Baadoud

  • -

    Zuid-Oost: M. Dalgliesh

  • -

    Centrum: B. Oranje

  • -

    West: G.Bouwmeester

Partners

Politie Eenheid Amsterdam

De korpschef van politie, namens deze de politiechef van de eenheid Amsterdam namens deze:

J.C.J. Ekelmans,

hoofd Operatiën

Woningstichting Eigen Haard:

B.Halm, voorzitter Raad van Bestuur

Woningcorporatie Ymere:

E.van Kaam, directeur Wonen en Leven

Woonstichting De Key:

L.Bobbe, directeur

Woningstichting Rochdale:

M.H.W. van Buren, lid Raad van Bestuur

Stichting Stadgenoot:

F.Storm, directeur Wonen

Woningcorporatie De Alliantie:

R.C. Haans, voorzitter directie

Stichting GGZ inGeest:

E.de Ruijter, voorzitter Raad van Bestuur

Stichting Arkin:

J.Muller, voorzitter Raad van Bestuur

Stichting Cordaan:

P.Nieuwlaat, manager Welzijn, Werk en Dagbesteding

Mee Amstel en Zaan:

W.Hagen, Regiomanager

Stichting Leger des Heils, Welzijns en gezondheidszorg, vestiging Amsterdam:

H.J. Dijkstra, algemeen directeur

HVO-Querido:

Bestuurder C.M.L. Blaas

Stadsdeel Noord

Leefkringhuis:

P.A. Scheerder, directeur

Stichting Doras:

W.van Schendel, directeur

Beter Samen:

W.van Schendel, directeur

Stadsdeel Oost

Dynamo:

G.Douma, directeur

Civic Amsterdam:

B.Spijkers, directeur

Stadsdeel West

Combiwel:

A.Kok, bestuurder a.i.

Stadsdeel Nieuw West

Sezo:

E.P. Burgmans, directeur/bestuurder

Stadsdeel Zuidoost

Madizo:

J.Hooi, directeur/bestuurder

Stadsdeel Centrum

Centram:

E.de Wit, bestuurder

Stadsdeel Zuid

Puur Zuid:

J.Bos, bestuurder

PARTIJEN

Overwegende dat:

• woonoverlast de leefbaarheid en het woongenot aantast en moet worden tegengegaan;

• partijen afspreken door ondertekening van dit document om samen te werken met het doel om een bijdrage te leveren aan het tegengaan van overlast in de woonomgeving en aan het gecoördineerd bieden van hulp aan mensen die zorg nodig hebben, maar die niet vragen, waaronder personen met problematische schulden voor wie huisuitzetting dreigt;

• bewoners die hulp nodig hebben die hulp ook moeten krijgen;

• bewoners die overlast ervaren in staat worden gesteld overlast te melden;

• samenwerking en een integrale aanpak van woonoverlast en zorgcoördinatie een positieve en essentiële bijdrage levert aan de hiervoor genoemde doelstellingen;

• partijen beogen te komen tot die integrale aanpak van woonoverlast en zorgcoördinatie;

• partijen ieder vanuit hun eigen taak en doelstelling bij de aanpak van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast zijn betrokken;

• GGD Amsterdam vanuit haar taak tot bescherming en bevordering van de volksgezondheid;

• GGZ inGeest vanuit haar werkzaamheden ten behoeve van mensen met psychische problemen;

• de politie vanuit haar wettelijke taak om de rechtsorde en de openbare orde te handhaven en hulp te verlenen aan hen die dat behoeven;

• de woningcorporaties vanuit hun wettelijke taak om bij te dragen aan de leefbaarheid in de buurten en wijken waarin hun woningen gelegen zijn;

• Arkin vanwege haar taak tot het bieden van hulp aan verslaafden en mensen met een psychiatrische aandoening;

• Maatschappelijke dienstverleners vanuit haar taken op het gebied van maatschappelijke dienstverlening en schuldhulpverlening;

• MEE Amstel en Zaan vanwege haar taak tot het bieden van onafhankelijke ondersteuning aan mensen met een beperking;

• Cordaan vanwege haar taak tot het bieden van hulp aan mensen met een beperking

• Leger des Heils vanwege haar taak tot het bieden van hulp aan diegene die dat nodig hebben;

• HVO-Querido vanwege haar taak tot het bieden van hulp aan diegene met psychiatrische en/of psychosociale kwetsbaarheid;

• RVE Inkomen vanwege haar zijn coördinerende functie op het gebied van schuldhulpverlening;

• RVE Wonen vanwege haar inzet voor het beschikbaar stellen van informatie over aanstaande ontruimingen wegens huurschuld;

• Leefkringhuis vanwege haar taak tot het bieden van hulp aan mensen met ernstige schulden;

• Samen Doen vanwege haar taak tot het bieden van hulp aan huishoudens met meervoudige problematiek;

• Wijkzorg vanwege het bieden van hulp aan mensen met een beperking;

• het in het kader van deze samenwerking noodzakelijk en gewenst is onderling gegevens uit te wisselen, waaronder persoonsgegevens;

• partijen in dit kader heldere afspraken willen maken over de samenwerking en de omgang met persoonsgegevens.

Komen overeen:

I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    1 Woonoverlast: van woonoverlast is sprake als een individuele bewoner zich regelmatig of structureel zodanig gedraagt, dat deze persoon daarmee in ieder geval omwonenden in hun woongenot stoort. De overlast kan betreffen: lawaai, stank, vervuiling, intimidatie of agressie;

  • 1.

    2 Melder: melder van de woonoverlast en/of zorgbehoefte.

  • 1.

    3 Overlastgever: individuele bewoner die zich in of in de directe omgeving van de woning regelmatig of structureel zodanig gedraagt, dat deze persoon daarmee in ieder geval omwonenden in hun woongenot stoort en/of in hun vrijheid belemmert en daarnaast eventueel ook zichzelf schade toebrengt;

  • 1.

    4 Zorgbehoevende: bewoner die zichzelf verwaarloost en/of vervuilt, of anderszins afwijkend gedrag vertoont waardoor het welzijn en/of de gezondheid van betrokkene of anderen gevaar loopt. Ook slachtoffers van huiselijk geweld vallen hieronder en bewoners, die ontruimd dreigen te worden wegens een huurschuld.

  • 1.

    5 Coördinator Meldpunt Zorg en Woonoverlast: stadsdeelfunctionaris belast met de coördinatie van de afhandeling van de zorg- en of overlastmelding en de informatievoorziening rondom de overlast- en/of zorgmelding;

  • 1.

    6 Einde Interventie Verklaring (EIV): beslissing van de betrokken professionals om de bemiddeling van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast te beëindigen;

  • 1.

    7 Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon, zoals bedoeld in artikel 1, aanhef en onder a Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp);

  • 1.

    8 Bijzonder persoonsgegeven: een persoonsgegeven betreffende iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele leven, lidmaatschap van een vakvereniging, strafrechtelijke persoonsgegevens en persoonsgegevens over onrechtmatig of hinderlijk gedrag in verband met een opgelegd verbod naar aanleiding van dat gedrag, zoals bedoeld in artikel 16 Wbp

  • 1.

    9 Politiegegeven: elk persoonsgegeven dat in het kader van de uitoefening van de politietaak wordt verwerkt, zoals bedoeld in artikel 1 a Wet politiegegevens;

  • 1.

    10 Buitenkantinformatie: relevante persoonsgegevens, met inbegrip van bejegeningsadviezen, die betrekking hebben op hulpverleningscontacten of mogelijkheden daartoe en die ondanks het beroepsgeheim in bepaalde gevallen, mede in het belang van de cliënt, gedeeld kunnen worden (vgl. Informatieblad van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), nummer 31A, februari 2012).

  • 1.

    11 Betrokkene: degene op wie een persoonsgegeven betrekking heeft;

  • 1.

    12 Verantwoordelijke: degene die het doel en de middelen van de gegevensverwerking vaststelt, zoals bedoeld in artikel 1d Wbp ;

  • 1.

    13 Bewerker: degene die ten behoeve van de verantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt, zonder aan zijn rechtstreeks gezag te zijn onderworpen, zoals bedoeld in artikel 1eWbp

  • 1.

    14 Verwerken van persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder b, Wbp;

  • 1.

    15 Bestand: elk gestructureerd geheel van persoonsgegevens, dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is en betrekking heeft op verschillende personen, zoals bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c Wbp

II Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast

Artikel 2 Doelen van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast

Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast streeft de volgende doelen na:

  • a.

    het (laten) nemen van maatregelen teneinde woonoverlast te beperken;

  • b.

    hulp (laten) bieden aan bewoners van het stadsdeel met meervoudige en/of complexe problemen die ertoe leiden dat zij overlast veroorzaken of zich in een sociaal isolement bevinden en/of onvoldoende zelfredzaam zijn; ook als zij daar zelf niet om vragen.

  • c.

    het (laten) verbeteren van de leefsituatie van de zorgbehoevende en diens omgeving en, indien nodig, doen verbeteren van de gezondheidstoestand van betrokkene.

  • d.

    het (laten) zorgen voor een sociaal veilige omgeving waarin overlast tot een minimum beperkt wordt.

  • e.

    Het (laten) voorkomen van ontruimingen wegens huurschuld in geval van problematische schulden.

Artikel 3 Werkwijze

  • 1.

    Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast neemt meldingen aan van bewoners en professionals over bewoners die kampen met ernstige, langdurige of steeds terugkomende overlast van buurtbewoners en/of over bewoners waarvan wordt vermoedt dat die zorg nodig hebben,, bijvoorbeeld vanwege sociaal isolement of dreigende ontruiming wegens huurschuld.

  • 2.

    Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast geeft advies aan de melder over hoe met de situatie om te gaan.

  • 3.

    Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast brengt de situatie van de betrokken personen in kaart door middel van een regiecheck. Bij de regiecheck wordt gekeken of de bewoner al bekend is bij een van de andere convenantspartijen of binnen de gemeente Amsterdam

  • 4.

    Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast zorgt ervoor dat, indien nodig, een melding ondergebracht wordt bij de juiste samenwerkingspartner of andere hulpverleningsinstantie.

  • 5.

    Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast heeft procesregie over de acties die worden ondernomen en houdt contact met de melder en de betrokken organisaties om na te gaan of de geboden hulp heeft geholpen.

III De samenwerkingsafspraken

Artikel 4 Doel van de samenwerking

Het doel van de samenwerking is de werkzaamheden van partijen op elkaar te laten aansluiten teneinde de doelstellingen zoals genoemd in artikel 2 te bereiken.

Artikel 5.1 Wie nemen deel aan de samenwerking?

De volgende medewerkers van partijen nemen op structurele basis deel aan de samenwerking:

• vanuit het stadsdeel: de medewerkers Meldpunt Zorg en Woonoverlast;

• vanuit GGD Amsterdam: een sociaal psychiatrisch verpleegkundige;

• vanuit GGZ inGeest: een sociaal psychiatrisch verpleegkundige;

• vanuit de politie: de wijkagent of de operationeel experts/specialisten van politie;

• vanuit de woningcorporaties: de medewerker Zorg en Overlast;

• vanuit Arkin (onderdeel Mentrum en Jellinek): een sociaal psychiatrisch verpleegkundige;

• vanuit een organisatie Maatschappelijke dienstverlening: een medewerker;

• Samen Doen: een casemanager;

• Leger des Heils: een casemanager;

• HVO-Querido: een medewerker;

• MEE Amstel en Zaan- een cliëntondersteuner;

• Cordaan: een casemanager;

• eventueel andere professionals van andere convenantpartners

Artikel 5.2

Voor het voorkomen van ontruimingen wegens problematische huurschuld wordt in ieder geval met de volgende partijen samengewerkt

• Instelling voor maatschappelijke dienstverlening: schuldhulpverlener;

• Leefkringhuis: directeur Leefkringhuis;

• RVE inkomen: participatie- klantmanager;

• Woningbouwcorporaties: casemanager.

Artikel 6 Inhoud van de samenwerking

  • 1.

    De samenwerking bestaat uit:

    • a.

      informatie uitwisselen over elkaars werkwijze en over inzet en resultaten van de werkzaamheden ten aanzien van overlastgevers dan wel zorgbehoevenden;

    • b.

      actief meewerken aan afstemming van op te leggen maatregelen en hulpverlening door partijen aan dezelfde overlastgevende / zorgbehoevende;

    • c.

      het Meldpunt Zorg en Woonoverlast coördineert de werkzaamheden die partijen ten behoeve van een overlastgever of zorgbehoevende verrichten, en spreekt de partijen aan wanneer zij zich niet aan afspraken houden;

    • d.

      het opschalen van overlastproblematiek naar de Treiteraanpak;

    • e.

      tijdig doorgeven aan het Meldpunt Zorg en Woonoverlast dat en wanneer de eigen inspanningen niet toereikend blijken om de problematiek het hoofd te bieden, waarna een besluit kan worden genomen over de Einde Interventie Verklaring (EIV).

    • f.

      in het halfjaarlijkse partneroverleg op directieniveau tussen de politie, GGD, Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties, de gemeente Amsterdam en zo nodig andere partners worden de samenwerkingsafspraken en eventuele knelpunten besproken.

  • 2.

    De informatie-uitwisseling vindt plaats tijdens of door:

    • a.

      Klein overleg, dat minstens één keer per drie weken plaatsvindt, tussen in ieder geval de in artikel 5.1 genoemde medewerkers van het stadsdeel (Meldpunt Zorg en Woonoverlast), de politie en de GGD om de (nieuwe) meldingen te beoordelen, de strategie te bepalen en de gemaakte afspraken in lopende zaken te bewaken.

    • b.

      Groot overleg, dat plaatsvindt wanneer dat noodzakelijk is, tussen in ieder geval de in artikel 5.1 genoemde medewerkers van het stadsdeel (Meldpunt Zorg en Woonoverlast), GGD Amsterdam, GGZ inGeest, politie, organisatie van Maatschappelijke Dienstverlening, Leger des Heils. De woningcorporaties worden voor dit overleg uitgenodigd wanneer het een overlastzaak betreft of een zorgvraag waar betreffende corporatie een belang in heeft. In dit overleg wordt gestemd over de inzet van een Einde Interventie of Laatste Kans Beleid, waarbij iedere partij een vetorecht heeft.

    • c.

      Regelmatig telefonisch contact tussen de partijen die bij een overlastgever of een zorgbehoevende betrokken zijn.

    • d.

      Ontruimingsoverleg en de ontruimingslijst: het ontruimingsoverleg is een overleg, tussen de in artikel 5.2 genoemde partijen, met als doel ontruimingen wegens huurschuld te voorkomen. De ontruimingslijst is een lijst waarop aanstaande ontruimingen staan verwerkt. Deze wordt door de RVE Wonen aan de meldpunten verstrekt.

    • e.

      Uitvoeringsoverleg: een incidenteel overleg tussen partijen die bij een woonoverlast of zorgcasus betrokken zijn om vooruitgang te boeken en acties af te stemmen.

    • f.

      Caseloadoverleg: overleg minimaal een keer per kwartaal tussen het Meldpunt Zorg en Woonoverlast en een woningbouwcorporatie in het betreffende stadsdeel om de lopende caseload te bespreken.

  • 3.

    Ter voorbereiding van het Klein Overleg en het Groot Overleg wordt door het Meldpunt Zorg en Woonoverlast geanonimiseerd per mail of via RIS aan de deelnemers een overzicht van de te bespreken zaken toegezonden, met een korte beschrijving.

  • 4.

    Van het besprokene op zowel het Klein Overleg als het Groot Overleg wordt een verslag gemaakt, dat wordt opgeslagen in het RIS en dat geanonimiseerd per mail wordt toegezonden aan degenen die bij het desbetreffende overleg aanwezig waren.

  • 5.

    Indien een Einde Interventie Verklaring wordt afgegeven, wordt deze per post naar de betrokken woningcorporatie gezonden en wordt een afschrift gezonden aan de politie en aan de GGD, zodat de GGD samen met de politie (de buurtregisseur) de betrokkene kan informeren over de Einde Interventie Verklaring en de gevolgen daarvan.

  • 6.

    In het geval een overlastgever / zorgbehoevende onder de aanpak van een ander samenwerkingsverband valt, beziet de Coördinator Meldpunt Zorg en Woonoverlast, welke aanpak het meest geschikt is Er worden alleen gegevens uitgewisseld zover dit is toegestaan op grond van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. De Coördinator Meldpunt Zorg en Woonoverlast koppelt de uitkomst van de gegevensuitwisseling terug naar partijen.

IV Gegevensverwerking door Meldpunt Zorg en Woonoverlast

Artikel 7 De verantwoordelijke

De Voorzitter van de bestuurscommissie is de verantwoordelijke voor de gegevensverwerking van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast.

Artikel 8 Het doel van de verwerking

  • 1.

    Met de verzameling en verwerking van persoonsgegevens beoogt het Meldpunt Zorg en Woonoverlast de doelen als genoemd in artikel 2 te bereiken.

  • 2.

    In het kader van de doelstelling genoemd in lid 1 beoogt het Meldpunt Zorg en Woonoverlast met de verzameling en verwerking van persoonsgegevens:

• een bijdrage te leveren aan het op elkaar afstemmen van de werkzaamheden van partijen en van de werkzaamheden van hulpverleners en/of

• niet op betrokkenen herleidbare gegevens te genereren in de vorm van statistische en andere overzichten voor beheer- en beleidsdoeleinden.

Artikel 9 Voorwaarden voor een rechtmatige gegevensverwerking

  • 1.

    Persoonsgegevens worden in overeenstemming met de wet en op behoorlijke en zorgvuldige wijze verwerkt (artikel 6 Wbp).

  • 2.

    Persoonsgegevens worden door Meldpunt Zorg en Woonoverlast alleen voor de in artikelen 2 en 6 vermelde doelen verzameld en verwerkt en worden niet verder verwerkt – waaronder: verstrekt aan derden - op een wijze die onverenigbaar is met de doeleinden waarvoor ze zijn verkregen (artikel 9 Wbp).

  • 3.

    Persoonsgegevens worden slechts verwerkt voor zover zij toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig zijn (artikel 11 Wbp).

Artikel 10 Welke persoonsgegevens worden door het Meldpunt Zorg en Woonoverlast verwerkt?

1.De volgende persoonsgegevens worden door Meldpunt Zorg en Woonoverlast verwerkt door opname in zijn bestand:

• Naam en adres van de melder;

• Adresgegevens van het pand waarop de melding betrekking heeft;

• Personalia (NAW-gegevens geboortedatum) van de overlastgever / zorgbehoevende, indien deze bij de melder bekend zijn, dan wel NAW-gegevens uit de Basisregistratie personen van de overlastgever / zorgbehoevende;

• De aard, duur en ernst van de woonoverlast en/of (financiële) zorgen;

• Gegevens woonsituatie uit Atlas (check eigenaar / verhuurder van de woning en algemene gegevens betreffende de woning).

• Gegevens zoals genoemd in de Preambule onder ‘verwerken gegevens’.

2.Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast verwerkt geen bijzondere persoonsgegevens, tenzij dit is toegestaan op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens en/of andere privacybeschermende wetten.

Artikel 11 Grondslag verwerking persoonsgegevens door het Meldpunt Zorg en Woonoverlast

  • 1.

    De persoonsgegevens als bedoeld in artikel 8 mogen slechts worden verwerkt indien (artikel 8 Wbp):

    • a.

      de betrokkene voor de verwerking van de hem betreffende gegevens zijn ondubbelzinnige toestemming heeft verleend; de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de goede vervulling van de publiekrechtelijke taak van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast, dan wel het bestuursorgaan aan wie de gegevens worden verstrekt, of;

    • b.

      de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de behartiging van een gerechtvaardigd belang van de verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt, tenzij het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, prevaleert.

Artikel 12 Toegang tot het bestand en geheimhouding

  • 1.

    De door het Meldpunt Zorg en Woonoverlast verzamelde (persoons)gegevens worden opgeslagen in een bestand in het Registratie Informatie Systeem (RIS) van de gemeente Amsterdam.

  • 2.

    Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast beheert en bewerkt persoonsgegevens en draagt er zorg voor dat: a) dit convenant, de Wet basisregistratie personen en de Wet bescherming persoonsgegevens worden nageleefd, b) de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de verwerking door de bewerker wordt gecontroleerd, en c) de herkomst van de gegevens door de bewerker wordt vastgelegd en gecontroleerd.

  • 3.

    Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast neemt passende technische en organisatorische maatregelen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking.

  • 4.

    Alleen de medewerkers van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast en medewerkers voor wie het functioneel noodzakelijk is, zijn geautoriseerd voor het raadplegen van het bestand, en uitsluitend voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van hun taak. Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast, althans een daartoe aangewezen medewerker van het stadsdeel, houdt een registratie bij van de personen die gemachtigd zijn tot toegang tot het bestand en houdt deze registratie actueel.

  • 5.

    Allen zijn verplicht tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarvan zij kennisnemen, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit. Voor zover zij niet als ambtenaar aangesteld zijn en uit dien hoofde aan een ambtsgeheim onderworpen zijn ondertekenen zij een geheimhoudingsverklaring.

Artikel 13 Bewaren van persoonsgegevens

  • 1.

    De persoonsgegevens worden niet langer bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkene(n) te identificeren dan noodzakelijk is voor de verwerkelijking van de doeleinden zoals genoemd in de artikelen 2 en 8.

  • 2.

    Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:

• in zaken waar woonoverlast en/of ondersteuning aan de orde is, worden de persoonsgegevens bewaard zo lang de overlastgever / de zorgbehoevende de woning bewoont, met een maximum van 5 jaar vanaf de datum van de laatste verwerking;

• in zaken waarin een overlastgever / zorgbehoevende maatregelen zijn opgelegd ter beëindiging of beperking van de woonoverlast – zoals een uithuiszetting of een contactverbod – worden de persoonsgegevens van de overlastgever / de zorgbehoevende maximaal 5 jaar bewaard vanaf de datum van de laatste verwerking.

3.Indien dit voor het doel van de verwerking noodzakelijk is, kan het stadsdeel in bijzondere gevallen gemotiveerd bij besluit afwijken van de bewaartermijn in het tweede lid.

Artikel 14 Informatieverstrekking aan de betrokkene

  • 1.

    Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast al dan niet via de GGD informeert de overlastgever / zorgbehoevende (de betrokkene) over de verwerking van persoonsgegevens in het bestand, en indien van toepassing over het verstrekken van deze gegevens aan een of meer van partijen.

  • 2.

    Tevens informeert het Meldpunt Zorg en WoonOverlast de betrokkene over zijn rechten, zoals hierna omschreven in volgende artikelen.

  • 3.

    De betrokkene wordt niet geïnformeerd over de verwerking van persoonsgegevens voor zover dat noodzakelijk is in het belang van: a) de veiligheid van de staat; b) de voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten; c) gewichtige economische en financiële belangen van de staat of andere openbare lichamen; d) het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de belangen onder b en c, of; e) de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen.

Artikel 15 Inzage en afschrift voor betrokkene

  • 1.

    De voorzitter van de bestuurscommissie verstrekt aan de betrokkene op diens verzoek zo spoedig mogelijk – uiterlijk binnen vier weken – inzage in en afschrift van de bescheiden die betrekking hebben op de betrokkene zelf.

  • 2.

    Een (gedeeltelijke) weigering van het verzoek om inzage is met redenen omkleed.

Artikel 16 Recht op correctie

  • 1.

    De betrokkene die in kennis is gesteld van de verwerking van zijn persoonsgegevens kan de voorzitter van de bestuurscommissie verzoeken de hem betreffende persoonsgegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen indien deze feitelijk onjuist dan wel onvolledig zijn, voor het doel van de verwerking onnodig of niet ter zake dienend zijn, of in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Het verzoek bevat de gewenste wijzigingen.

  • 2.

    De voorzitter van de bestuurscommissie bericht de verzoeker binnen 4 weken na ontvangst van het verzoek schriftelijk of dan wel in hoeverre aan het verzoek wordt voldaan. Een (gedeeltelijke) weigering is met redenen omkleed.

Artikel 17 Rechtsbescherming

Indien de betrokkene zich niet kan vinden in een beslissing van de voorzitter van de bestuurscommissie over het recht op inzage of het recht op correctie, kan de betrokkene bezwaar indienen op grond van artikel 45 Wbp bij de voorzitter van de bestuurscommissie, en / of zich wenden tot het College bescherming persoonsgegevens voor bemiddeling of advies in de zin van artikel 47 Wbp.

Artikel 18 Onderzoek CBP

Ook kan de betrokkene, dan wel diens wettelijk vertegenwoordiger, zich op grond van artikel 60 Wet bescherming persoonsgegevens wenden tot het College Bescherming Persoonsgegevens, met het verzoek een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop ten aanzien van de gegevensverwerking toepassing wordt gegeven aan het bepaalde bij of krachtens de wet.

V Afspraken met betrekking tot omgang met persoonsgegevens in het kader van de samenwerking

Artikel 19 Geheimhoudingsplicht / beroepsgeheim

  • 1.

    De informatie die wordt uitgewisseld heeft een vertrouwelijk karakter. De medewerkers die namens de partijen uitvoering geven aan de samenwerking zijn verplicht tot geheimhouding van alle informatie die zij in dit kader verwerken. Degenen die een beroepsgeheim hebben, nemen dit in acht.

  • 2.

    Het voorgaande leidt uitzondering indien en voor zover de noodzaak tot verstrekking van de informatie aan andere partijen uit hun taak in het kader van de samenwerking voortvloeit of zij op grond van een wettelijke verplichting gehouden zijn tot het verstrekken van informatie.

  • 3.

    Partijen met medewerkers, die niet vanuit hun functie zijn gehouden aan geheimhouding, laten deze een geheimhoudingsverklaring ondertekenen bij indiensttreding.

Artikel 20 De verantwoordelijken

Iedere partij is verantwoordelijk voor zijn eigen gegevensverwerking binnen de samenwerking.

Artikel 21 Het doel van de verwerking en uitwisseling van persoonsgegevens

Het doel van de verwerking van persoonsgegevens tussen partijen is:

• Het leveren van een bijdrage aan de doelstellingen van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast als omschreven in artikel 2,

Artikel 22 Voorwaarden voor een rechtmatige gegevensverwerking

  • 1.

    Partijen verwerken in het kader van dit convenant alleen persoonsgegevens voor zover dat noodzakelijk is met het oog op de in de artikelen 2, 8 en 21 omschreven doelen en in overeenstemming met de voor hen geldende wet- en regelgeving.

  • 2.

    Bij dit convenant is als bijlage gevoegd de beslissing op grond van artikel 20 Wet politiegegevens, genomen door of namens de korpschef van de Nationale Politie, inhoudende dat ten behoeve van het samenwerkingsverband politiegegevens kunnen worden verstrekt aan een of meer partijen.

  • 3.

    Partijen en hun medewerkers zorgen voor een behoorlijke en zorgvuldige wijze van verwerking en uitwisseling van persoonsgegevens en nemen, voor zover van toepassing, bij de uitvoering van hun werkzaamheden hun eigen privacyreglement of -protocol in acht.

  • 4.

    Partijen en hun medewerkers nemen bij de verwerking en uitwisseling van persoonsgegevens de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht: persoonsgegevens worden slechts verwerkt en/of uitgewisseld voor zover dit noodzakelijk is om de beoogde doelen te bereiken en alleen indien niet met een minder ingrijpende maatregel kan worden volstaan.

Artikel 23 Grondslag verwerking persoonsgegevens in het kader van de samenwerking

Persoonsgegevens mogen door partijen – met uitzondering van de politie, voor wie uitsluitend de Wet politiegegevens geldt - slechts worden verwerkt en uitgewisseld indien:

• de betrokkene voor de verwerking van de hem betreffende gegevens zijn ondubbelzinnige toestemming heeft verleend;

• de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak door het desbetreffende bestuursorgaan, dan wel het bestuursorgaan aan wie de gegevens worden verstrekt, of;

• de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de behartiging van een gerechtvaardigd belang van de verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt, tenzij het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, prevaleert.

Artikel 24 Welke persoonsgegevens mogen worden verwerkt en uitgewisseld?

  • 1.

    Partijen verwerken en wisselen in het kader van de samenwerking alleen die persoonsgegevens uit die nodig zijn om de beoogde doeleinden, zoals neergelegd in de artikelen 2, 8 en 21, te bereiken.

  • 2.

    Zij maken hierbij onderscheid tussen “dat”-informatie (feitelijke informatie) en “wat”- informatie (inhoudelijke informatie). Het verwerken en uitwisselen van “wat”- informatie is voor de betrokkene(n) ingrijpender dan het verwerken en uitwisselen van “dat”-informatie, zodat de betrokken medewerkers zich bij het verwerken en uitwisselen van “wat”- informatie indringender moeten afvragen of dit echt noodzakelijk is en of niet met een lichtere maatregel kan worden volstaan, dan bij “dat”- gegevens.

Voorbeelden van “dat”-gegevens:

• Naam-, adres- en woonplaatsgegevens (van de betrokkene en eventuele familieleden),

• Geboortedatum en –plaats;

• De naam van betrokken hulpverleners;

Voorbeelden van “wat”-gegevens:

• Inhoudelijke informatie over de woon- en gezinssituatie;

• Informatie over de maatregelen die worden getroffen ter uitvoering van de doelstellingen van de samenwerking;

• Inhoudelijke informatie over maatregelen getroffen door andere hulpverleners (voor zover het geen bijzondere (medische) persoonsgegevens betreft).

  • 3.

    De politie mag de politiegegevens verwerken en uitwisselen conform de beslissing op grond van artikel 20 Wet politiegegevens zijn benoemd. Het betreft o.a. mutaties van wijkagenten of de noodhulp ter zake geluids- en/of stankoverlast, het aantreffen van een vervuilde woning, het niet aantreffen van een bewoner, of een huisbezoek van de wijkagent.

  • 4.

    De politie behoudt zich expliciet het recht voor in voorkomende gevallen, waarin het belang van de opsporing en/of de veiligheid dat vordert, geen gegevens aan te leveren.

  • 5.

    Het verwerken en uitwisselen van andere bijzondere persoonsgegevens dan politiegegevens, waartoe onder andere behoren gegevens omtrent nationaliteit, godsdienst of levensovertuiging en gezondheid, is verboden, tenzij dit is toegestaan op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens en/of andere van toepassing zijnde privacybeschermende wetten en, voor wat betreft persoonsgegevens betreffende iemands gezondheid.

  • 6.

    Partijen die op grond van de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst en de Wet Beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG) gebonden zijn aan het medisch beroepsgeheim spannen zich in om toestemming van de betrokkene te krijgen voor het verwerken van persoonsgegevens. Indien geen toestemming van betrokkene wordt verkregen, beoordeelt die partij of er sprake is van een noodzaak tot het delen van buitenkantinformatie. Buitenkantinformatie betreft relevante persoonsgegevens, met inbegrip van bejegeningsadviezen, die betrekking hebben op hulpverleningscontacten of mogelijkheden daartoe en die ondanks het beroepsgeheim in bepaalde gevallen, mede in het belang van de cliënt, gedeeld kunnen worden (vgl. Informatieblad van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), nummer 31A, februari 2012).

Artikel 25 Aan wie mogen persoonsgegevens worden verstrekt?

  • 1.

    De uitwisseling van persoonsgegevens op grond van dit convenant tussen partijen vindt uitsluitend plaats tussen medewerkers van partijen die door de partijen zijn belast met de uitvoering van de afspraken in het kader van de samenwerking en die in dat kader gemachtigd zijn tot het verwerken van persoonsgegevens.

  • 2.

    Partijen houden bij wie bevoegd zijn om in het kader van de samenwerking persoonsgegevens te verwerken. Zij garanderen dat de politie- en persoonsgegevens alleen toegankelijk zijn voor de daartoe bevoegde medewerkers.

  • 3.

    Partijen verstrekken slechts informatie aan de daartoe bevoegde personen voor zover dat, in het kader van de doelstelling van dit convenant, strikt noodzakelijk is.

  • 4.

    Partijen zorgen ervoor dat andere medewerkers niet over deze informatie kunnen beschikken en zich niet ongecontroleerd toegang kunnen verschaffen tot de bestanden.

  • 5.

    Verstrekking van persoonsgegevens aan derden door andere partijen dan de politie vindt uitsluitend plaats:

    • a.

      met uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene of diens wettelijke vertegenwoordiger; of

    • b.

      wanneer de verstrekking aan een derde noodzakelijk is om aan een wettelijke verplichting te voldoen; of

    • c.

      wanneer dit verenigbaar is met het oorspronkelijk doel of de doeleinden, waarbij rekening wordt gehouden met de volgende factoren: 1) de verwantschap tussen het doel van de beoogde verwerking en het doel waarvoor de gegevens zijn verkregen, 2) de aard van de betreffende gegevens, 3) de gevolgen van de beoogde verwerking voor de betrokkene, 4) de wijze waarop de gegevens zijn verkregen en 5) de mate waarin jegens de betrokkene wordt voorzien in passende waarborgen.

  • 6.

    Politiegegevens worden uitsluitend door de politie aan derden verstrekt, overeenkomstig de Wet politiegegevens en daarop gebaseerde regelgeving.

  • 7.

    De verwerking van persoonsgegevens, ook aan derden, blijft achterwege voor zover een geheimhoudingsplicht uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift daaraan in de weg staat.

Artikel 26 Bestanden en beveiliging

  • 1.

    Partijen – uitgezonderd de politie, op wie lid 2 van toepassing is - verwerken de uit gewisselde persoonsgegevens voor zover nodig in een (digitaal) bestand en zorgen, conform hun eigen privacyreglementen, voor passende technische en organisatorische maatregelen om de persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking, en voor een systeem van autorisaties dat voldoet aan de vereisten van zorgvuldigheid en evenredigheid.

  • 2.

    De politie verwerkt politiegegevens in een (digitaal) bestand en zorgt, conform de toepasselijke artikelen uit de Wet politiegegevens, voor passende technische en organisatorische maatregelen om de politiegegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking, en voor een systeem van autorisaties dat voldoet aan de vereisten van zorgvuldigheid en evenredigheid.

  • 3.

    Partijen zorgen ervoor dat de handelingen van hun medewerkers worden gelogd opdat intern onderzoek naar eventueel misbruik mogelijk is.

  • 4.

    Partijen garanderen zoveel mogelijk dat informatie van en over de andere partners niet onbedoeld in handen van derden kan vallen en hebben daartoe procedures ingericht die onder andere zorgen voor het uitsluiten van toegang tot informatie voor onderhoudsmonteurs en technische specialisten (van derden). De procedures bevatten minimaal de omgang met externe media en het beheer en gebruik van de gegevens.

Artikel 27 Beveiliging van gebouwen

  • 1.

    Partijen zorgen er zoveel mogelijk voor dat de gebouwen, werkruimten, en eventuele server- of rekenruimtes waarin gewerkt wordt met de politie- en persoonsgegevens die in het kader van deze samenwerking zijn uitgewisseld voorzien zijn van inbraakalarmering, alarmopvolging en toegangscontrole

  • 2.1.

    Partijen hebben procedures ingericht voor de omgang met inbraak- en brandalarmering en ontruiming van de gebouwen en werkplekken.

Artikel 28 Controle van de beveiliging

  • 1.

    Partijen zullen elkaar op verzoek gegevens aanleveren over de beveiliging van politie- en persoonsgegevens en geven elkaar feedback op dit onderwerp.

  • 2.

    In onderling overleg kunnen partijen bovendien bij elkaar bekijken òf en hoe de beveiliging bij de ander werkt.

Artikel 29 Bewaren en verwijderen van persoonsgegevens door de politie en de overige deelnemers

  • 1.

    De politie bewaart en verwijdert de in haar bestanden verwerkte persoonsgegevens conform de Wet politiegegevens en daarop gebaseerde regelgeving.

  • 2.

    De overige partijen bewaren persoonsgegevens die in het kader van de samenwerking zijn uitgewisseld niet langer in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkene(n) te identificeren dan noodzakelijk is voor de verwerkelijking van de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld of verwerkt. Voor zover het gaat om gegevens die in het kader van de taak van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast zijn verzameld en gedeeld, gelden in principe de bewaartermijnen als bedoeld in artikel 11, tenzij op grond van voor partijen geldende bijzondere wetgeving een andere termijn geldt.

  • 3.

    Indien dit voor het doel van de verwerking noodzakelijk is kunnen de overige partijen in bijzondere gevallen – bijvoorbeeld indien dit noodzakelijk is voor statistische of wetenschappelijke doeleinden - gemotiveerd besluiten af te wijken van het tweede en derde lid.

  • 4.

    Iedere partij kan een andere partij verzoeken persoonsgegevens uit haar bestanden te verwijderen. Aan een dergelijk verzoek wordt door de partijen voldaan, tenzij dit onmogelijk of onwenselijk is.

  • 5.

    De gegevens worden op een veilige wijze (inclusief alle kopieën en back-ups) vernietigd.

Artikel 30 Informatieplicht; rechten van betrokkenen

  • 1.

    Betrokkene(n) word(t)en conform artikel 14 door het Meldpunt Zorg en Woonoverlast of de GGD geïnformeerd over de verwerking en uitwisseling van hun persoonsgegevens in het registratiesysteem van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast.

  • 3.

    De rechten van betrokkenen op informatie, inzage en correctie van door de overige partijen verwerkte persoonsgegevens zijn voor iedere partij geregeld in het op hem toepasselijke privacyreglement, en voor wat de politie betreft in de Wet politiegegevens.

VI Klachten over het Meldpunt Zorg en Woonoverlast

Artikel 31 klachtenprocedure

  • 1.

    Klachten van bewoners of betrokkenen worden afgehandeld door de Bestuurscommissie in overeenstemming met de klachtprocedure van de Bestuurscommissies.

  • 2.

    De klachtcoördinator van de Bestuurscommissie is belast met de coördinatie van de klachtafhandeling.

  • 3.

    Klachten over andere partijen worden ingediend bij de betrokken partij en afgehandeld volgens de op die partij van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

VII Slotbepalingen

Artikel 32 Looptijd en tussentijdse beëindiging van de samenwerking

  • 1.

    Dit convenant heeft een looptijd van een jaar en wordt stilzwijgend verlengd, tenzij de meerderheid van de partijen zich hiertegen verzet.

  • 2.

    Indien één van de partijen de samenwerking tussentijds wil beëindigen meldt hij dit schriftelijk aan de overige partijen.

Artikel 33 Inwerkingtreding

1.Het convenant treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 december 2015.

Naar boven