Gemeenteblad van Doesburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Doesburg | Gemeenteblad 2016, 189038 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Doesburg | Gemeenteblad 2016, 189038 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doesburg 2016
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg;
gelet op de artikelen 11, zesde en zevende lid, 12, tweede lid, 13, vijfde lid, 14, tweede lid, 15, vierde lid, 16, negende lid, 17, 18, tweede lid, 21, tweede lid en 22, derde lidvan de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doesburg 2016;
In aanvulling op de begripsomschrijvingen in de wet en de verordening wordt in dit besluit en de daarop berustende bepalingen verstaan onder:
een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem en/of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een melding of een aanvraag doet of laat doen;
De hoogte/kostprijs van een pgb bedraagt voor:
een hulpmiddel, rolstoel of woningaanpassing ten hoogste de kostprijs van de voorziening die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.
een autoaanpassing wordt bepaald op basis van het programma van eisen voor de aanpassing en de laagste kostprijs voor een vergelijkbare aanpassing in natura opgenomen in het door de gemeente gesloten contract met een leverancier van autoaanpassingen of gebaseerd op minstens twee goedgekeurde offertes voor de goedkoopst adequate autoaanpassingen.
aanschaf en onderhoud sportrolstoel wordt bepaald op basis van het laagste tarief voor een sportrolstoel in natura opgenomen in het door de gemeente gesloten contract met een leverancier van hulpmiddelen of gebaseerd op minstens twee goedgekeurde offertes voor de goedkoopst adequate sportrolstoel. De gebruiksduur is minimaal drie jaar.
Wanneer de cliënt bij de pgb een persoon die behoort tot zijn sociaal netwerk wil inzetten, dient hij in het persoonlijk plan voldoende te motiveren dat dit tot betere en efficiëntere ondersteuning leidt en doelmatiger is dan het betrekken van hulp van een persoon buiten zijn sociaal netwerk. Daarbij gaat de cliënt in op:
Bij een pgb voor een vervoersvoorziening wordt ten hoogste het maximale pgb van één persoon per gezin toegekend, indien sprake is dat de vervoersbehoefte van gezinsleden geheel samenvalt. Bij gedeeltelijk samenvallen van de vervoersbehoefte in een gezin, wordt ten hoogste anderhalf maal het maximale pgb van één persoon toegekend.
Artikel 7. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s
De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.8, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. Deze zijn:
voor de ongehuwde cliënt, niet meer dan € 17,50 per bijdrageperiode met dien verstande dat dit bedrag, indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 22.632,– en hij de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt, wordt verhoogd met een dertiende deel van 12,50% van het verschil tussen dat inkomen en € 22.632,–;
voor de ongehuwde cliënt, niet meer dan € 17,50 per bijdrageperiode met dien verstande dat dit bedrag, indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 17.033,– en hij de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, wordt verhoogd met een dertiende deel van 12,50% van het verschil tussen dat inkomen en € 17.033,–;
voor de gehuwde cliënt of de gehuwde cliënten tezamen € 0,00 per bijdrageperiode, met dien verstande dat dit bedrag, indien het gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 35.000,– en een van beiden of beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt, wordt verhoogd met een dertiende deel van 12,50% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 35.000,–;
voor de gehuwde cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, niet meer dan € 17,50 per bijdrageperiode met dien verstande dat dit bedrag, indien het gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 23.525,– en beiden de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, wordt verhoogd met een dertiende deel van 12,50% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 23.525,–.
De eigen bijdrage is niet verschuldigd:
indien het college, na advies van een instelling voor algemeen maatschappelijk werk, de Raad voor de Kinderbescherming of het AMHK, van oordeel is dat de verschuldigdheid van de bijdrage kan leiden tot mishandeling, verwaarlozing of ernstige schade voor de opvoeding en ontwikkeling van een minderjarige door de ouder, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet;
Bij her verstrekte maatwerkvoorzieningen (roerende zaken) is de kostprijs 50% van de nieuwwaarde van de voorziening inclusief 100% onderhoud en verzekering gebaseerd op de prijzen van de op het moment van verstrekken gecontracteerde aanbieder. Als gebruiksperiode bij herverstrekkingen wordt de technische afschrijvingstermijn gevolgd.
Artikel 8. Terugbetaling woningaanpassing bij verkoop
Wanneer een woning binnen 10 jaar na gereedmelding van de woningaanpassing wordt verkocht, is de eigenaar van de woning gehouden om het college hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. De kosten van de aangebrachte aanpassingen en/of woonvoorzieningen dienen te worden terugbetaald volgens onderstaand afschrijvingsschema. Terug te betalen bij verkoop:
Artikel 9. Kwaliteiteisen maatschappelijke ondersteuning
In artikel 14 van de verordening wordt omschreven aan welke kwaliteitseisen aanbieders van
ondersteuning en hulpmiddelen moeten voldoen. Aanvullend wordt het volgende vastgesteld:
Artikel 10. Waarderingmantelzorgers
Het college belegt de ondersteuning van mantelzorgers en de daarmee samenhangende
waardering integraal bij een aanbieder als algemene voorziening. De jaarlijkse waardering van
mantelzorgers krijgt invulling conform de wettelijke vereisten.
Met de aanbieder wordt afgestemd hoe de waardering wordt vormgegeven. Deze afspraken
worden vervat in jaarlijks prestatieafspraken. De criteria waaronder een mantelzorger in
aanmerking komt voor de ondersteuning en waardering wordt in die jaarafspraken beschreven.
Artikel 11. Tegemoetkoming voor meerkosten
Een tegemoetkoming voor de meerkosten van (sociaal) vervoer wordt alleen op aanvraag verstrekt als blijkt dat een verstrekte vervoersvoorziening, zoals een pgb als bedoeld in artikel 3 lid 1 sub f, voor een persoon met een beperking of chronisch probleem ontoereikend is.
De tegemoetkoming is gelijk aan de meerkosten die de verstrekte vervoersvoorziening(en) overstijgt.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg,
gemeentesecretaris
P. Werkman
burgemeester
drs. L.W.C.M. van der Meijs
Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven, worden hieronder behandeld.
Deze bepaling is een uitwerking van artikel 9 van de verordening. Medewerking van de cliënt aan het onderzoek van de daartoe aangewezen adviesinstantie is nodig en wordt verwacht bij de behandeling van een aanvraag. Het gevolg als de cliënt daaraan geen gehoor geeft, is het niet in behandeling nemen van de aanvraag.
In deze bepaling zijn de verschillende tarieven als bedoeld in artikel 11 van de verordening nader uitgewerkt.
Deze bepaling is een uitwerking van artikel 11, zevende lid van de verordening.
Artikel 5. Verantwoording pgb voor diensten
Deze bepaling is een uitwerking van artikel 12 van de verordening.
Artikel 6. Verantwoording pgb voor overige voorzieningen
Deze bepaling is een uitwerking van artikel 12 van de verordening.
Artikel 7. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s
Deze bepaling is een uitwerking van artikel 13 van de verordening. De bedragen per vier weken en de inkomensbedragen worden op grond van artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 jaarlijks bij ministeriële regeling gewijzigd.
Artikel 8. Terugbetaling woningaanpassingen bij verkoop
Met grote woningaanpassingen zijn veelal hoge kosten gemoeid. Als uitwerking van artikel 16, tweede lid, onder b, d en e, van de verordening is deze bepaling opgenomen. Het is een zogenaamd anti-speculatiebeding welke zich richt op terugbetalen van de investering van de gemeente, de kosten van de aangebrachte aanpassingen en/of woonvoorzieningen, indien sprake is van verkoop van een aangepaste woning binnen 10 jaar na gereedmelding van de woningaanpassing.
Artikel 9. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Deze bepaling is een uitwerking van artikel 14, tweede lid van de verordening.
Artikel 10. Waardering mantelzorgers
Deze bepaling is een uitwerking van artikel 17 van de verordening en geeft aan hoe het college de jaarlijkse waardering voor mantelzorgers uit zal voeren.
Artikel 11. Tegemoetkoming voor meerkosten
De tegemoetkoming wordt op grond van artikel 18 van de verordening op aanvraag verstrekt. Er is geen directe relatie tussen de hoogte van de tegemoetkoming meerkosten en de kosten van het geval waarop de tegemoetkoming betrekking heeft. De beslissing op een dergelijke aanvraag is een beschikking en meer in het bijzonder een subsidiebeschikking. De bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht, onder andere over bezwaar en beroep en subsidies zijn hierop van toepassing.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-189038.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.