2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 3 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.2.1
|
Bouwactiviteiten
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.2.1.1
|
Indien de bouwkosten:
minder bedragen dan € 1.500,–
|
€ 165,00
|
2.2.1.2
|
€ 1.500,– of meer bedragen te vermeerderen met:
|
€ 165,00
|
|
24 ‰ van het bedrag aan bouwkosten boven de € 1.500,–, doch niet hoger dan € 100.000,–
|
|
|
23 ‰ van het bedrag aan bouwkosten boven de € 100.000,–, doch niet hoger dan € 250.000,–
|
|
|
22 ‰ van het bedrag aan bouwkosten boven de € 250.000,– doch niet hoger dan € 1 000.000,–
|
|
|
21 ‰ van het bedrag aan bouwkosten boven de € 1.000.000,–
|
|
2.2.1.3
|
Verplicht advies agrarische commissie
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Adviescommissie agrarische bouwaanvragen nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 816,75
|
2.2.1.4
|
Aanpassing vergunning
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning betrekking hebbende op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo waarvoor al eerder een vergunning is verleend, welke vergunning nog van kracht is en van welke vergunning nog geen gebruik is gemaakt en het nieuwe plan slechts op ondergeschikte onderdelen afwijkt van het plan waarvoor al vergunning was verleend, worden de leges bepaald over de méérkosten van het gewijzigde plan ten opzichte van het plan waarvoor al vergunning was verleend, met een minimum van
|
€ 331,95
|
2.2.1.5
|
Niet verder in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning
Indien een besluit is genomen om een aanvraag tot het verlenen van een vergunning betrekking hebbende op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, niet verder in behandeling te nemen wegens het ontbreken van voldoende gegevens en de aanvrager hieromtrent is bericht wordt op aanvraag teruggaaf van 60% van de geheven leges verleend.
|
|
2.2.1.6
|
Als een aanvraag betrekking heeft op een activiteit, waarvoor een toetsing zorgvuldige veehouderij is vereist op basis van de provinciale verordening ruimte:
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor de vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.2.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
wanneer de aanlegkosten excl. BTW minder bedragen dan € 1.500,–
|
€ 69,10
|
2.2.2.1
|
wanneer de aanlegkosten excl. BTW € 1.500,– of meer bedragen,
|
€ 69,10
|
2.2.2.2
|
vermeerderd met 2 ‰ van het bedrag boven € 1.500,–
|
|
|
|
|
2.2.3
|
Planologisch strijdig gebruik
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1.:
|
|
2.2.3.1
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 150,00
|
2.2.3.2
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
|
2.2.3.2.1
|
Als de projectkosten minder dan € 5.000,– bedragen
|
€ 150,00
|
2.2.3.2.2
|
Als de projectkosten € 5.000,– of meer bedragen
|
€ 300,00
|
2.2.3.2.3
|
Als de projectkosten betrekking hebben op een afwijking als bedoeld in artikel 4, negende lid, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht.
|
€ 1.000,00
|
2.2.3.3
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 3.730,00
|
2.2.3.4
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 595,00
|
2.2.3.5
|
Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 533,00
|
2.2.3.6
|
Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 533,00
|
2.2.3.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 533,00
|
|
|
|
2.2.4
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: Indien de bouwkosten:
|
|
2.2.4.1
|
minder bedragen dan € 10.000,00
|
€ 165,00
|
2.2.4.2
|
€ 10.000,00 of meer bedragen
|
€ 165,00
|
|
te vermeerderen met: 5 ‰ van het bedrag aan bouwkosten boven de € 10.000,00, doch niet hoger dan € 100.000,00 te vermeerderen met 1 ‰ van het bedrag aan bouwkosten boven de € 100.000,00
|
|
2.2.5
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, of op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
€ 107,00
|
|
|
|
2.2.6
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of Dorpsgezicht Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€ 165,00
|
|
|
|
2.2.7
|
Uitweg/inrit
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.2.7.1
|
Voor het in behandeling nemen van de aanvraag
|
€ 50,00
|
2.2.7.2
|
Het bedrag voor afhandelings- en aanlegkosten dat voorafgaand aan de feitelijke uitvoering van de aanleg aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
|
|
2.2.8
|
Kappen
|
|
2.2.8.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 41,35
|
2.2.8.2.
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het vellen van 1 t/m 5 bomen met een stamomtrek van meer dan 70 centimeter
|
€ 41,35
|
2.2.8.3
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunningen voor het vellen van 6 of meer bomen met een stamomtrek van meer dan 70 centimeter, basistarief € 41,00 en daarnaast per boom tot een maximum van 20 bomen
|
€ 6,25
|
|
|
|
2.2.9
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
2.2.9.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
|
€ 370,00
|
2.2.9.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en voedselkwaliteit aangewezen gebied, als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
|
€ 370,00
|
|
|
|
2.2.10
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is bedraagt het tarief:
|
€ 367,00
|
|
|
|
2.2.11
|
Omgevingsvergunning in twee fasen Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.2.11.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.2.11.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
|
2.2.12
|
Beoordeling bodemrapport Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.2.12.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 149,00
|
|
|
|
2.2.13
|
Advies
|
|
2.2.13.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.2.13.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.2.13.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor de vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.2.14
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.2.14.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.2.14.1.1
|
Indien een ander bestuursorgaan dan de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.2.14.1.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.2.14.1.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor de vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.2.15
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.2.15.1
|
Indien het betrekking heeft op een bouwwerk met een bruto vloeroppervlak
van niet meer dan 2.000 m²
|
€ 425,00
|
2.2.15.2
|
Indien het betrekking heeft op een bouwwerk met een bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m²
|
€ 1.280,00
|
|
|
|
2.2.16
|
Activiteiten met betrekking tot handelsreclame Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2 eerste lid onder H van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€ 165,00
|
|
|
|
|
Andere activiteiten
|
|
2.2.17
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.2.17.1
|
Behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder 1, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 650,00
|
2.2.17.2
|
Behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 650,00
|
2.2.17.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning.
|
|
2.2.17.2.2
|
Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: Als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor de vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|