Gemeenteblad van Vught
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vught | Gemeenteblad 2016, 188842 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vught | Gemeenteblad 2016, 188842 | Verordeningen |
De ‘Tarieventabel leges behorende bij de Legesverordening’ wordt vervangen door de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte ‘Tarieventabel leges 2017 behorende bij de Legesverordening’.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Vught in zijn openbare vergadering van 22 december 2016.
de raadsgriffier,
Mw. K.I. Goossens
de voorzitter,
R.J. van de Mortel
Bijlage 1: Tarieventabel leges 2017 behorende bij de legesverordening (incl ROEB-lijst)
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning |
||||||
Exemplaren bestemmingsplan, uitwerkingsplan en projectbesluit |
||||||
a. een volledig exemplaar van een bestemmingsplan, uitwerkingsplan of projectbesluit, omvattende plankaarten, voorschriften en toelichting: |
||||||
e. indien op basis van de tarieven genoemd onder 1.1.2 van de onderdelen a t/m d een lager tarief wordt berekend, geldt dit lager tarief. |
||||||
Inlichtingen bestemmingsplan, uitwerkingsplan en projectbesluit Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
||||||
a. het verkrijgen van schriftelijke informatie uit een bestemmingsplan, uitwerkingsplan of een projectbesluit per adres of bij het ontbreken van een adres per kadastraal perceel: |
||||||
b. het opzoeken van een dossier uit het archief, per adres of bij het ontbreken van een adres per kadastraal perceel: |
||||||
c. De op grond van dit lid verschuldigde leges worden verhoogd met de leges voor fotokopieën als vermeld in hoofdstuk 1 van deze tarieventabel. |
||||||
d. Bij toezending van de in dit lid genoemde stukken per fax of post, worden de geheven leges verhoogd met: |
||||||
a. de kosten die worden berekend aan de hand van de ‘ROEB-lijst’ zoals opgenomen in de bijlage bij deze tarieventabel; b. uitsluitend voor zover de in de aanvraag begrepen type bouwwerk redelijkerwijs niet kan worden geacht te zijn genomen in de ‘ROEB-lijst’ wordt onder bouwkosten mede het volgende verstaan: De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; |
||||||
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
||||||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot: a. Het beoordelen van een verzoek om vooroverleg met betrekking tot het bestemmingsplan, welstand en indien noodzakelijk of het college al dan niet bereid is, een onder 1.4.6 bedoelde afwijking op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º dan wel onder 2º, van de Wabo (binnenplanse of buitenplanse kleine afwijking) dan wel artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo (tijdelijke afwijking), toe te passen. Tenzij uit de beoordeling van het verzoek om vooroverleg blijkt dat er geen omgevingsvergunning is vereist: |
||||||
b. het verkrijgen van een schriftelijke verklaring omtrent de geldende bestemming alsmede het toegestane gebruik van gebouwen en/of terreinen, per adres of indien geen adres bestaat, per kadastraal perceel |
||||||
c. het verkrijgen van een principe-uitspraak met betrekking tot de vraag of het college al dan niet bereid is om voor een voorgenomen bouwplan een onder 1.4.6 bedoelde afwijking op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking) toe te passen of de bereidheid van het college om een bestemmingsplan ter vaststelling aan de gemeenteraad aan te bieden. |
||||||
d. het verkrijgen van een principe-uitspraak met betrekking tot de vraag of de gemeenteraad al dan niet bereid is om voor een voorgenomen plan een bestemmingsplan vast te stellen |
||||||
e. het verkrijgen van een principe-uitspraak met betrekking tot de vraag of het college al dan niet bereid is om voor een voorgenomen plan een wijzigingsplan vast te stellen |
||||||
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een plan, dat is uitgewerkt op basis van een ingediend verzoek om vooroverleg, worden de daarvoor geheven leges verrekend met de te heffen leges, mits: 1. de aanvraag wordt ingediend binnen drie maanden na het verzenden van de uitspraak over het verzoek om het vooroverleg hiervoor genoemd onder a; 2. de aanvraag wordt ingediend binnen zes maanden na het verzenden van de uitspraak over het verzoek om vooroverleg hiervoor genoemd onder c, d en e; 3. het uitgewerkt plan niet substantieel afwijkt van voornoemd vooroverleg. |
||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf en paragraaf 1.5. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||||||
€ 500.000,– bedragen of meer, doch minder dan € 1.000.000,–: |
||||||
1.4.3 Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen Openbaar Bestuur (Wet Bibob) |
||||||
a. Een in deze legesverordening en bijbehorende tarieventabel opgenomen tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een beschikking wordt, wanneer de aanvraag gepaard gaat met een beoordeling op basis van de Wet Bibob, vermeerderd met: |
||||||
b. Wanneer een aanvraag als bedoeld onder a. wordt voorgelegd aan het Landelijk Bureau BIBOB, dan komen de (extra) kosten berekend door Bureau BIBOB voor rekening van de vergunningaanvrager. |
||||||
c. Indien het advies van het Landelijk Bureau Bibob leidt tot een positief besluit bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges als bedoeld onder b. |
||||||
d. Wanneer sprake is van gelijktijdige behandeling met meerdere vergunningaanvragen, dan wordt voor de BIBOB-toets slechts eenmaal de leges onder a. in rekening gebracht. |
||||||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een weg- over waterbouwkundig werk worden overeenkomstig 1.4.2 de volledige leges geheven. Eventuele toeslagen als bedoeld in 1.4.6, 1.4.18, 1.4.19 en 1.4.20 worden tevens volledig in rekening gebracht. Voor de toepassing van deze bepaling wordt onder weg- en waterbouwkundige werken voor het algemeen nut verstaan: bruggen, viaducten, geluidwerende schermen, onderdoorgangen, tunnels, kademuren, stuwen, sluizen, beschoeiingen, aanlegsteigers en oeververdedigingen voor algemeen nut. |
||||||
a. Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||||||
b. In voorkomende gevallen wordt het verschuldigde tarief verhoogd met onderscheidenlijk de in de onderdelen 1.4.6, 1.4.18, 1.4.19 en 1.4.20 genoemde tarieven. |
||||||
c. Indien de aanvraag wordt geweigerd alvorens toepassing wordt gegeven aan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht dan is een tarief verschuldigd van |
||||||
1. Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in 1.4.2: |
||||||
a. indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) of |
||||||
b. indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
||||||
Indien enkel de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, juncto artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 1º of 2º van de Wabo wordt aangevraagd, bedraagt het tarief: Indien er ook sprake is van een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo bedraagt het tarief: indien de bouwkosten minder dan € 25.000,– bedragen: € 25.000,– bedragen of meer, doch minder dan € 50.000,–: € 50.000,– bedragen of meer, doch minder dan € 100.000,–: € 100.000,– bedragen of meer, doch minder dan € 250.000,–: € 250.000,– bedragen of meer, doch minder dan € 500.000,–: € 500.000,– bedragen of meer, doch minder dan € 1.000.000,–: |
||||||
c. indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
||||||
d. indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): |
||||||
e. indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
||||||
f. indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
||||||
g. indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
||||||
h. indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
||||||
1.4.7 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
||||||
a. Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||||||
b. Indien de aanvraag om een vergunning, bedoeld onder 1.4.7 sub a betrekking heeft op een vergunning tot wijziging, dan wel uitbreiding van een vergunning, bedraagt het legestarief, indien het betreft: |
||||||
1. Uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: het legestarief vermeld in onderdeel 1.4.7 sub a, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding; |
||||||
2. Herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting, dan wel een deel van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat: 50% van het legestarief vermeld onder 1.4.7 sub a, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de wijziging. |
||||||
a. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het in gebruik hebben of houden van inrichtingen zoals bedoeld in artikel 2.1.1 lid 1, van de Brandbeveiligingsverordening ten behoeve van het gebruik van een in dat artikel omschreven inrichting niet zijnde bouwwerk: |
||||||
b. Indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 1.4.8 sub a betrekking heeft op een vergunning tot wijziging, dan wel uitbreiding van een vergunning bedraagt het legestarief, indien het betreft: |
||||||
1. uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: het legestarief vermeld in onderdeel 1.4.8 sub a, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding; |
||||||
2. herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting dan wel een deel van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling tenminste 10% van de gebruiksoppervlak te beslaat: 50% van het legestarief vermeld in onderdeel 1.4.7 sub a, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de wijziging. |
||||||
1.4.9 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of Dorpsgezichten |
||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Vught 2010 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 9, tweede lid van die gemeentelijke verordening een vergunning is vereist, bedraagt het tarief, naast eventuele andere bedragen die op grond van deze titel zijn verschuldigd: |
||||||
a. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning m.b.t. het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument: |
||||||
b. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning m.b.t. het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
||||||
c. Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Vught 2006 aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
||||||
1.4.10 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of Dorpsgezicht |
||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: |
||||||
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo: |
||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vught een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag: |
||||||
Voor uitvoering van de werkzaamheden op of aan openbare grond zal door de afdeling Realisatie en Beheer een begroting worden opgesteld. De werkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd in opdracht van de gemeente. De kosten van aanleg komen voor rekening van de aanvrager van de omgevingsvergunning. |
||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is, waarvoor ingevolge artikel 4:16, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning is vereist en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 1.4.2 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag: |
||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vught een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||||||
1.4.14 Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 |
||||||
a. Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied) Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||||||
b. Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied) Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief: |
||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||||||
b. als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: |
||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||||||
a. voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
||||||
b. voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
||||||
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: |
||||||
a. indien volgens wettelijk voorschrift de beoordeling nodig is van een: |
||||||
2.1.1. Een aanvraag voor het schriftelijk verstrekken van adviezen inzake archeologische waarden en verwachtingen op basis van uurtarief (€ 108,00) |
||||||
2.1.2. De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Programma’s van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig opstellen Programma van Eisen, volgens de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA): |
||||||
2.1.3. De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek: |
||||||
2.1.4 De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van offertes tot het doen van archeologisch (voor)onderzoek: |
||||||
2.1.5. De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van rapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek: |
||||||
2.1.5.1 art. 9.1 Erfgoedwet juncto art. 39 lid 2 Monumentenwet: |
||||||
2.1.5.2 art. 9.1 Erfgoedwet juncto art. 40 lid 1 Monumentenwet: |
||||||
2.1.5.3 art. 9.1 Erfgoedwet juncto art. 41 lid 1 Monumentenwet: |
||||||
2.1.6. De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van tweede versies van rapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex art. 39 lid 2, art. 40 lid 1 of art. 41, lid 1 van de Monumentenwet (ongeacht het soort archeologisch onderzoek): |
||||||
b. de vaststelling van een hogere grenswaarde zoals bedoeld in artikel 83 van de Wet geluidhinder: |
||||||
c. een ontheffing van de bepalingen van de Bouwverordening of Bouwbesluit 2012: |
||||||
d. het beoordelen van een rapport over het plaatsgebonden en groepsrisico zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen: |
||||||
g. het beoordelen van een verzoek om gelijkwaardigheid zoals bedoeld in artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012: |
||||||
h. indien zich tijdens de beoordeling van een aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: |
||||||
i. indien krachtens wettelijk voorschrift voor een aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: |
||||||
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: |
||||||
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
||||||
a. indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
||||||
b. indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
||||||
1.4.21 Toetsing zorgvuldige veehouderij (Verordening ruimte 2014) Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) |
||||||
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het extra tarief, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning op grond van de Verordening ruimte 2014 getoetst moet worden aan de Toetsing zorgvuldige veehouderij en/of de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij(BZV): |
||||||
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.4.2 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, waarvoor een omgevingsvergunning verplicht is: 50% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. |
||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 1.4.18, 1.4.19 en 1.4.20. De vermindering beloopt: |
||||||
a. Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 1.4.2, 1.4.4, 1.4.5, 1.4.6 en 1.4.10, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan |
||||||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat in elk geval een bedrag is verschuldigd van: |
||||||
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het in behandeling nemen ervan |
||||||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat in elk geval een bedrag is verschuldigd van: |
||||||
b. Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 1.4.2, 1.4.4, 1.4.5, 1.4.6 en 1.4.10, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. |
||||||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat in elk geval een bedrag is verschuldigd van: |
||||||
c. Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 1.4.2, 1.4.4, 1.4.5, 1.4.6 en 1.4.10 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||||||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat in elk geval een bedrag is verschuldigd van: |
||||||
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 1.6.c wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
||||||
d. Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 1.4.16, 1.4.17, 1.4.18, 1.4.19, 1.4.20, 1.4.21 en 1.4.22 wordt geen teruggaaf verleend. |
||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 1.6.b van toepassing is: |
||||||
1.8 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, tenzij deze het gevolg is van de opheffing van een illegale situatie (legalisatievergunning 1.4.22): |
||||||
1.9 Vaststellen, wijzigen of ontheffing van het voorbereidingsbesluit c.a. |
||||||
1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het: |
||||||
a. vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening inclusief de publicatiekosten in het Klaverblad, Staatscourant en op de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl. |
||||||
b. verkrijgen van een wijziging van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder a., van de Wet ruimtelijke ordeninginclusief de publicatiekosten in het Klaverblad, Staatscourant en op de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl. |
||||||
c. Verkrijgen van een uitwerking van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening inclusief de publicatiekosten in het Klaverblad, Staatscourant en op de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl |
||||||
d. verkrijgen van een ontheffing van het voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7, lid 4, van de Wet ruimtelijke ordening inclusief de publicatiekosten in het Klaverblad, Staatscourant en op de landelijke website |
||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde beschikking: |
||||||
Hoofdstuk 2 Overige diensten en producten afdeling Realisatie en Beheer |
||||||
Voor het door of vanwege de gemeentelijke afdeling ‘Realisatie en Beheer’ doen van nasporingen in, eventueel gevolgd door het geven van inlichtingen uit archieven, of het statische documentatiemateriaal van de gemeente, ongeacht het resultaat van de nasporing, voor zover deze diensten niet met name in andere rechtsregels zijn genoemd, per nasporing: |
||||||
Voor het verstrekken van fotokopieën van de hierboven genoemde bescheiden gelden de tarieven onder Titel 1, hoofdstuk 1.1 |
||||||
1. Voor het op verzoek van de inrichtingdrijver aanbrengen van één of meerdere verzegelingen op een geluidsbegrenzer bij een inrichting in de zin van de Wet Milieubeheer: |
||||||
2. Voor het op verzoek van de inrichtingdrijver aanbrengen van één of meerdere verzegelingen op een geluidsbegrenzer naar aanleiding van een ontheffing in het kader van artikel 4:2 of 4:3. van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Vught: |
||||||
3. Voor het op verzoek van de inrichtingdrijver aanbrengen van een verzegeling op de bypass van een geluidsbegrenzer naar aanleiding van een ontheffing in het kader van artikel 4:2 of 4:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Vught: |
||||||
Indien een verzoek als bedoeld in 2.2 lid 1, lid 2 of lid 3 ertoe leidt, dat een ontheffing als bedoeld in artikel 4:3, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening moet worden verleend, dan worden de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van deze ontheffing afzonderlijk berekend. |
||||||
Voor het verstrekken van fotokopieën van de hierboven genoemde bescheiden gelden de tarieven onder Titel 1, hoofdstuk 1.1 |
Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekeningen voor de bouwleges-toets
Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekeningen voor de bouwleges-toets
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-188842.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.