Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017

De Raad der gemeente Zederik;

 

gelezen het voorstel van het college van 29 november 2016;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

Besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017 (Verordening lijkbezorgingsrechten 2017).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

 

a. begraafplaats(en):

de begraafplaats(en) in de gemeente Zederik;

 

b. graf:

een zandgraf;

 

c. grafkelder:

een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

 

d. asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

 

e. urn:

een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;

 

f. particulier graf:

een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

 

g. algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

 

h. particulier urnengraf:

een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

 

i. algemeen urnengraf:

een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

 

j. particuliere urnennis:

een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

 

k. particuliere gedenkplaats:

een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

 

l. verstrooiingsplaats:

een plaats waarop as wordt verstrooid;

 

m. particuliere verstrooiingsplaats:

een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om daarop as te doen verstrooien;

 

n. grafbedekking:

gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats.

 

o. particulier kindergraf:

een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen begraven en begraven houden van een lijk van een kind beneden 12 jaar;

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen van een kind beneden 12 jaar;

  • het doen verstrooien van as van een kind beneden 12 jaar.

 

p. algemeen kindergraf:

een graf, bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats, voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats of het crematorium.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8 Termijnen van betaling

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2014' van 25 november 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten 2017.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zederik, gehouden op 19 december 2016.

De griffier,

De voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2017

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

  • 1.1

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf (particulier graf) wordt geheven:

  • 1.1.1

    voor een periode van 30 jaar € 3.347,–

  • 1.2

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf (particulier urnengraf) wordt geheven:

  • 1.2.1

    voor een periode van 30 jaar € 3.347,–

  • 1.3

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnennis (particuliere urnennis) wordt geheven:

  • 1.3.1

    voor een periode van 30 jaar € 1.673,–

  • 1.4

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf (particulier graf) wordt geheven:

  • 1.4.1

    voor een periode van 30 € 2.232,–

  • 1.5

    Voor het gebruik van algemene graven voor een periode van 10 jaar wordt geheven voor een:

  • 1.5.1

    Algemeen graf € 600,–

  • 1.5.2

    Algemeen kindergraf € 300,–

  • 1.6

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 en 1.2 met 10 jaar wordt een recht geheven van € 1.265,–

  • 1.7

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3 met 10 jaar wordt een recht geheven van € 632,–

  • 1.8

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.4 met 10 jaar wordt een recht geheven van € 759,–

  • 1.9

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in artikel 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4 kan, in het geval dat na een bijzetting de grafrust korter is dan de wettelijke periode van 10 jaar, deze termijn voortijdig verlengd worden met een periode van 10 jaar.

 

Hoofdstuk 2 Begraven

  • 2.1

    Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven:

  • 2.1.1

    in een particulier graf € 566,–

  • 2.1.2

    in een algemeen graf € 566,–

  • 2.2

    Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven:

  • 2.2.1

    in een particulier graf € 139,–

  • 2.2.2

    in een algemeen graf € 139,–

  • 2.3

    Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven:

  • 2.3.1

    in een particulier graf € 287,–

  • 2.3.2

    in een algemeen graf € 287,–

 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

  • 3.1

    Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

  • 3.1.1

    in een urnennis € 284,–

  • 3.1.2

    op een urnengraf € 284,–

  • 3.1.3

    in een urnengraf € 284,–

  • 3.1.4

    op een particulier graf € 284,–

  • 3.1.5

    in een particulier graf € 284,–

  • 3.1.6

    op een algemeen graf € 284,–

  • 3.1.7

    in een algemeen graf € 284,–

 

Hoofdstuk 4 Verstrooien van as

  • 4.1

    Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

  • 4.1.1

    op een particulier graf, particulier urnengraf of op een daartoe aangewezen plaats € 124,–

 

Hoofdstuk 5 Grafbedekking

  • 5.1

    Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 18 van de Beheersverordening begraafplaatsen Zederik 1987, wordt geheven:

  • 5.1.1

    voor de aanleg van een grafkelder € 1.392,–

  • 5.1.2

    voor de aanleg van een urnenkelder € 698,–

  • 5.1.3

    voor gedenktekens, kruisen, een zerk, een graftuin, bomen, heesters en andere gewassen

    • op een particulier graf € 276,–

    • op een algemeen graf € 139,–

    • op een particulier kindergraf € 139,–

    • op een algemeen kindergraf € 66,–

 

Hoofdstuk 6 Lijkschouwing

  • 6.1

    Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven: € 348,–

 

Hoofdstuk 7 Inschrijven en overboeken van particulier graf, particuliere urnennis, particuliere gedenkplaats of particuliere verstrooiingsplaats

  • 7.1

    Voor het inschrijven en overboeken van een particulier graf in een daartoe bestemd register wordt geheven: € 25,00.

  • 7.2

    Voor het inschrijven en overboeken van een particuliere urnengraf in een daartoe bestemd register wordt geheven: € 25,00.

  • 7.3

    Voor het inschrijven en overboeken van een particuliere urnennis in een daartoe bestemd register wordt geheven: € 25,00.

 

Hoofdstuk 8 Opgraven of ruimen

  • 8.1

    Voor het opgraven van een lijk wordt geheven: € 779,–

  • 8.2

    Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven: € 552,–

  • 8.3

    Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven: € 1.332,–

  • 8.4

    Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

  • 8.4.1

    uit een particulier graf € 325,–

  • 8.4.2

    uit een particulier urnengraf € 325,–

  • 8.4.3

    uit een particuliere urnennis € 325,–

  • 8.4.4

    uit een algemeen graf € 325,–

  • 8.4.5

    uit een algemeen urnengraf € 325,–

  • 8.5

    Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt het tarief geheven zoals opgenomen in Hoofdstuk 1 van deze tarieventabel met een maximum van € 1.750,–

  • 8.6

    Voor het na ruiming van een graf bijeen brengen van de overblijfselen van een lijk voor crematie of herbegraven wordt geheven: € 135,–

  • 8.7

    Voor het na ruiming van een graf ter beschikking houden van een asbus al of niet met een urn voor herbegraven of verstrooiing elders wordt geheven: € 135,–

 

Hoofdstuk 9 Overige diensten

  • 9.1

    Voor het gebruik van de gemeentelijke aula wordt geheven per dag of gedeelte daarvan: € 149,–

  • 9.2

    Voor het luiden van de klok wordt geheven per half uur of gedeelte daarvan: € 54,–

  • 9.3

    Voor het overluiden van de klok wordt geheven per halfuur of gedeelte daarvan: € 54,–

  • 9.4

    Voor het opbaren van een lijk in de gemeentelijke aula of het mortuarium wordt geheven per dag of gedeelte daarvan € 69,–

  • 9.5

    Voor het gebruik van een draagbaar wordt geheven: € 119,–

  • 9.6

    Voor het gebruik van een rijdende baar wordt geheven: € 119,–

  • 9.7

    Voor het gebruik van een asverstrooier: € 119,–

  • 9.8

    Bij het meer dan een uur te laat arriveren wordt € 110,– in rekening gebracht.

Naar boven