Verordening Toeristenbelasting 2017 Landsmeer

 

 

Agendapunt:

Landsmeer, 15 nov ember 20 1 6 voorstelnummer: 20 1 6 -

Voorstel:

I.In te trekken de Verordening toeristenbelasting 2016;

II. Vast te stellen de Verordening Toeristenbelasting 2017 volgens bijgaand concept.

Grondslag: artikel 224 Gemeentewet.

Algemeen:

De toeristenbelasting is een algemene belasting. Een belangrijk kenmerk van een algemene belasting is dat er geen aanwijsbare dienst is van de gemeente. Dat wil zeggen dat de inkomsten behoren tot de algemene middelen van de gemeente.

Verordening:

De vigerende verordening Toeristenbelasting is vergeleken met de modelverordening en de huidige jurisprudentie. Hieruit is naar voren gekomen dat de verordening voldoet aan de wettelijke vereisten en geldende jurisprudentie.

Bij het vaststellen van de Perspectiefnota 2017 op 7 juli 2016 heeft u besloten de gemeentelijke belastingen en heffingen voor 2017 met 2% te verhogen. Dit is inclusief de extra verhoging van 1%, waartoe al in de Perspectiefnota 2011 besloten is. Daarnaast heeft u per amendement besloten de maatstaf van heffing te wijzigen van een vast bedrag per overnachting naar een percentage van de vergoeding terzake het verblijf met overnachten. Dit is in de Verordening 2017 aangepast.

U wordt uitgenodigd tot besluitvorming over te gaan.

Het college,

De secretaris, de burgemeester

Besluit:

Volgens voorstel door de raad besloten op 22 december 2016.

de griffier, de voorzitter,

V ergadering 22 december 20 1 6

Agendapunt:

Landsmeer, 15 nov ember 20 1 6 voorstelnummer: 20 1 6-

De raad van de gemeente Landsmeer;

gelezen het voorstel van 15 november 2016;

gelet op artikelen 216 en 224 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2017.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • 2.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • 3.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • 4.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente tegen vergoeding, in welke vorm dan ook, in hotels, pensions, appartementen, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten, op vaste standplaatsen alsmede hiermee op één lijn te stellen ruimten en watervlakten, door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam 'toeristenbelasting' een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt berekend over de vergoeding die terzake van het verblijf met overnachten in rekening wordt gebracht, de toeristenbelasting daaronder niet begrepen.

  • 2.

    Als vergoeding kan worden aangemerkt het bedrag dat als verschuldigd wegens logies aan de heffing van omzetbelasting is onderworpen

Artikel 5Belastingtarief

De belasting bedraagt 3%.

Artikel 6Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf door degene:

  • 1.

    die op de dag waarop de eerste overnachting plaatsvindt, nog niet de leeftijd van drie jaren heeft bereikt;

  • 2.

    die als verzorgde in een van overheidswege erkende inrichting tot verzorging van zieken, gebrekkigen, hulpbehoevenden dan wel bejaarden verblijft;

  • 3.

    die als gebruiker van een woonwagen of woonschip als bedoeld in de Woningwet, daarin overnacht;

  • 4.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 8Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9Aanslaggrens

Aanslagen van minder dan € 25,-- worden niet opgelegd.

Artikel 10Termijnen van betaling

  • 1.

    De primitieve en definitieve aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet, en de tweede één maand later.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is een voorlopige aanslag invorderbaar in zo veel gelijke termijnen als er na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, nog maanden van het jaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste twee bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen tekens een maand later.

Artikel 11 Kwijtschelding

Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 13Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, dat schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 14Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening toeristenbelasting 2016' van 10 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2017'.

Aldus vastgesteld in openbare raadsvergadering van 22 december 2016.

De voorzitter,

De griffier,

Naar boven