Gemeenteblad van Olst-Wijhe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Olst-Wijhe | Gemeenteblad 2016, 188384 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Olst-Wijhe | Gemeenteblad 2016, 188384 | Overige besluiten van algemene strekking |
Nadere Regels Jeugdhulp Gemeente Olst-Wijhe 2017
Artikel 2 Gecontracteerde aanbieders
Artikel 3 Vormen van jeugdhulp
Artikel 5 Bestedingsmogelijkheden PGB
Artikel 7 Voorwaarden PGB sociaal netwerk
Artikel 8 Kwaliteitseisen inzet ondersteuning/jeugdhulp professionals
Artikel 9 Kwaliteitseisen PGB sociaal netwerk
Artikel 10 Uitruil tussen voorzieningen
Artikel 12 Wijzigingen doorgeven
Artikel 13 Gewijzigde omstandigheden tijdens de gebruiksduur
Artikel 14 Beeindiging PGB en maatwerkvoorziening in natura
Artikel 15 Hoogte en tarieven jeugdhulp
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Olst-Wijhe,
Overwegende, dat de Verordening Jeugdhulp gemeente Olst-Wijhe 2015 de bevoegdheid geeft om nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in voorgenoemde verordening;
vast te stellen de Nadere Regels Jeugdhulp Olst-Wijhe 2017;
In deze Nadere Regels wordt verstaan onder:
De normale, dagelijkse zorg die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden. De basis van deze zorgplicht voor elkaar berust op het feit dat er sprake is van een leefeenheid met een gezamenlijk huishouden en de bijbehorende gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het functioneren van dat huishouden.
Hulp en ondersteuning die wordt verleend door mantelzorgers, familieleden, buren, vrienden en vrijwilligers aan mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, zonder daarvoor aanspraak te maken op betaling van loon. Het betreft personen uit het sociaal netwerk van degene die hulp en/- of ondersteuning behoeft. Het gaat hierbij om activiteiten in aanvulling op de zorg die door beroepskrachten geleverd wordt. We onderscheiden drie vormen van informele zorg/- ondersteuning:
Een mantelzorger zorgt langdurig en intensief voor iemand in de thuissituatie of in een instelling, met wie hij of zij al een persoonlijke band heeft. Dat kan een kind, ouder, partner, buur, vriend of kennis zijn. Het gaat dus om zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden. Bij mantelzorg is de verzorging minimaal 8 uur per week gedurende 3 maanden of langer.
Minder intensieve en/of onregelmatige zorg en ondersteuning die familieleden en/of andere bekenden uit het sociaal netwerk bieden aan een naaste waar ze een persoonlijke relatie mee onderhouden. Of aan de mantelzorger zodat deze voor de naaste kan zorgen.
Werk dat in enig georganiseerd verband wordt verricht ten behoeve van anderen die zorg en ondersteuning nodig hebben, geleverd door mensen die – bij aanvang van hun werkzaamheden- geen persoonlijke betrekking hebben met de cliënt.
Alle begrippen die in deze Nadere Regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, het Uitvoeringsbesluit behorende bij de Jeugdwet, het Beleidsplan transitie en transformatie Jeugdzorg gemeente Olst-Wijhe; Van Jeugdzorg naar Jeugdhulp 2015-2019, de Verordening Jeugdhulp gemeente Olst-Wijhe 2015 en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Artikel 2 Gecontracteerde aanbieders
Indien het college meerdere aanbieders heeft gecontracteerd voor het leveren van een bepaalde maatwerkvoorziening in natura wordt de jeugdige en/of zijn ouders de mogelijkheid geboden om uit deze aanbieders een keuze te maken. Alleen het gemeentelijk aanbod van jeugdvoorzieningen als bedoeld in artikel 9, lid 2 van de Verordening Jeugdhulp gemeente Olst-Wijhe 2015 wordt door de gemeente vergoed.
De jeugdige en/of zijn ouders mag/mogen met een PGB naar een andere aanbieder gaan als bedoeld in het eerste lid, mits aan de voorwaarden voor toekenning van een PGB wordt voldaan.
Artikel 3 Vormen van jeugdhulp
De volgende vormen van algemeen gebruikelijke voorzieningen zijn beschikbaar en vrij toegankelijk: (beschikbaar voor alle inwoners, vooraf geen beschikking nodig vanuit de gemeente om toegang te krijgen)
De volgende vormen van maatwerkvoorzieningen zijn beschikbaar, maar niet vrij toegankelijk:
(via een onderzoek, conform artikel 6 verordening Jeudhulp Olst – Wijhe, wordt beoordeeld of dit de best passende hulp is)
Begeleiding bij het dagelijkse leven en persoonlijke verzorging; gericht op het bevorderen, het behoud of het compenseren van zelfredzaamheid van jeugdigen met een lichamelijke, zintuiglijke en/of verstandelijke beperking, en/of een psychiatrische of somatische aandoening en hun omgeving. De activiteiten in het kader van begeleiding kunnen zowel individueel als in een groep worden uitgevoerd (of beide).
Respijtzorg; gericht op het voorkomen van overbelasting van, of het herstellen van de draagkracht van de persoon die mantelzorg levert aan jeugdigen met een lichamelijke, zintuiglijke en/of verstandelijke beperking, en/of een psychiatrische of somatische aandoening. De dienstverlening die gevraagd is met betrekking tot respijt betreft dag-/naschoolse opvang en logeerzorg.
Ambulante behandeling van ontwikkelingsproblematiek bij het jonge kind; gericht op het verkrijgen van zicht op en het herstellen of op gang brengen van een vastgelopen of verstoorde ontwikkeling van het jonge kind, en het versterken van de opvoedingskracht van de ouders en waar nodig de betrokken (opvoed) professional. De hulp is bedoeld voor kinderen tussen 0 en 7 jaar met een ontwikkelingsachterstand en/of complexe gedragsproblematiek, en zijn ouders/verzorgers.
Ambulante behandeling Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED); gericht op het bereiken van een functioneel niveau van technisch lezen en spellen door de jeugdige. Dyslexie is een neurocognitieve functiestoornis en vereist deskundigheid op het gebied van cognitieve informatieverwerking en de toepassing daarvan in diagnostiek en behandeling.
Ambulante behandeling problematiek door (licht) verstandelijke beperking; gericht op het vergroten van de participatiemogelijkheden en/of het voorkomen van verergering van gedragsproblemen van jeugdigen met een (licht) verstandelijke beperking. Het betreft het verlenen van behandeling van specifiek medische, gedragswetenschappelijke of paramedische aard gericht op beperkingen veroorzaakt door een verstandelijke handicap.
Verblijfszorg; betreft jeugdhulp waarbij kinderen en jeugdigen, op vrijwillige of gedwongen basis (tijdelijk) dag en nacht (24 uurs-voorziening) buiten hun eigen omgeving verblijven en passende hulpverlening en/of behandeling krijgen aangeboden. Verblijfszorg kan gericht zijn op behandeling van opvoed- en/of gedragsproblematiek, psychische /psychiatrische problematiek en/of problematiek van jeugdigen met een (licht)verstandelijke beperking
JeugdzorgPlus; gericht op de behandeling van jeugdigen met ernstige gedragsproblematiek. Het betreft een zeer intensieve vorm van gespecialiseerde jeugdhulp waarbij de vrijheden van de jeugdige kunnen worden ingeperkt, om te voorkomen dat de jeugdige zich onttrekt of onttrokken wordt aan de hulp die hij/zij nodig heeft.
Pleegzorg; gericht op het bieden van een vervangende opvoed- en/of behandelomgeving waarbij de jeugdige geplaatst wordt in een vervangende gezinssituatie. Pleegzorg kan worden ingezet indien de ouders (tijdelijk) pedagogisch onmachtig zijn om de veiligheid van het kind door de eigen en/of kindproblematiek te kunnen waarborgen.
Het inzetten van jeugdhulp en/of ondersteuning middels een PGB is gebonden aan onderstaande voorwaarden:
a. De jeugdige en/of zijn ouders hebben met – en/of met instemming van de consulent jeugd een familiegroeps – en/of ondersteuningsplan opgesteld, waarin onder andere benoemd is:
b. De jeugdige en/of zijn ouders kunnen motiveren dat de door het college gecontracteerde maatwerkvoorzieningen jeugdhulp niet passend zijn in zijn of haar specifieke situatie;
c. De jeugdige en/of zijn ouders volgens het advies van de consulent jeugd voldoende in staat worden geacht om – al dan niet met ondersteuning van het sociaal netwerk, een curator, bewindsvoerder, mentor of gemachtigde - de taken, die aan het PGB zijn verbonden, op verantwoorde wijze uit te voeren;
d. de jeugdhulp die met het PGB wordt ingekocht volgens het advies van de consulent jeugd van voldoende kwaliteit is.
Het besluit om wel of geen PGB te beschikken wordt genomen door de consulent jeugd, namens het college. Ook voor de jeugdhulp en/of ondersteuning, waarnaar door een niet – gemeentelijk verwijzer is verwezen, kan gekozen worden voor inzet in de vorm van een PGB. De niet – gemeentelijk verwijzer neemt alleen niet zélf een besluit over de toekenning van een PGB, dat doet de consulent jeugd, namens het college. De aanvraag voor een PGB wordt dan door de niet – gemeentelijk verwijzers overgedragen aan het college, voorzien van reeds ingewonnen informatie en een advies inzake de aan – of afwezigheid van overwegende bezwaren. Dit altijd met toestemming van de jeugdige en/of de ouders.
Een PGB wordt doorgaans versterkt voor een periode van maximaal één jaar. In het geval dat een PGB voor een periode langer dan één jaar wordt verstrekt, vindt de evaluatie, ten minste één keer per jaar plaats.
Bij de beoordeling van de aanvraag (het onderzoek) hanteert de consulent jeugd het ‘Afwegingskader PGB jeugd’.
Artikel 5: Bestedingsmogelijkheden PGB
Het PGB is bedoeld om jeugdhulp in te kopen. De volgende onderdelen mogen niet uit het PGB worden betaald:
De volgende onderdelen mogen uit het PGB worden betaald:
Als een vast arbeidspatroon is opgenomen in het zorgcontract met de hulpverlener dan wordt op basis van een vast maandloon uitbetaald.
Op grond van de ‘Jeugdwet’ is een PGB niet mogelijk indien er sprake is van één van de volgende jeugdhulp en/of ondersteuningsvormen:
spoedeisende jeugdhulp, er is tenminste sprake van een spoedeisende casus in geval van risico’s voor de veiligheid als gevolg van huiselijk geweld. Als de consulent jeugd constateert dat er sprake is van een spoedeisende casus wordt er een tijdelijke maatwerkvoorziening in natura beschikt voor de duur van het onderzoek en de beschikking op de reguliere aanvraag;
pleegzorg, voor pleegzorg is in de Jeugdwet opgenomen dat pleegzorg uitsluitend via de pleegzorgaanbieder loopt. Voor pleegzorg geldt dat voor de pleegouder een pleegzorgvergoeding van toepassing is. Dit is een onkostenvergoeding die niet als inkomen wordt gezien en verschilt daarmee van het PGB. Voor de zorg die een kind extra nodig heeft kan een (pleegzorg)ouder wel een PGB ontvangen.
Het college verstrekt geen PGB:
voor vergoeding op basis van “bouwsteen coördinatie” van inkoop maatwerkvoorzieningen Jeugdhulp. Een budgethouder komt in principe alleen in aanmerking voor een PGB als hij zelf (of een vertegenwoordiger) op verantwoorde wijze regie kan voeren. Bij een budgethouder zal daarom coördinatie niet aan de orde zijn, deze rol vervult de budgethouder immers zelf of is belegd bij de vertegenwoordiger.
Artikel 7 Voorwaarden PGB sociaal netwerk
Een PGB voor het betrekken van jeugdhulp door een persoon die behoort tot het sociaal netwerk kan worden verstrekt als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
De jeugdige en/of diens ouders aan wie een PGB wordt toegekend, kunnen jeugdhulp betrekken van
personen die tot het sociaal netwerk behoren voor alle vormen van jeugdhulp, met uitzondering van
diagnostiek en behandeling, en de zorg/- ondersteuningsvormen en taken zoals benoemd in artikel 6 lid 1
en 2 van de ‘Nadere Regels jeugdhulp Olst-Wijhe 2017’.
In aanvulling op het eerste lid onder a, wordt inzet van het sociaal netwerk met een PGB in ieder geval
aantoonbaar beter geacht, indien één of meerdere van de volgende omstandigheden aan de orde zijn:
Artikel 8 Kwaliteitseisen inzet ondersteuning/jeugdhulp door professionals
Professionele jeugdhulpaanbieders (zowel ZIN als PGB), moeten voldoen aan de eisen die bij Jeugdwet aan de aanbieders van Jeugdhulp in natura worden gesteld.
Het college stelt de onderstaande aanvullende kwaliteitseisen aan professionele hulp en ondersteuning:
De ingekochte ondersteuning (ZIN en PGB):
Artikel 9 Kwaliteitseisen PGB sociaal netwerk
De jeugdige en/of diens ouders dragen de verantwoordelijkheid voor het bewaken van de kwaliteit van de jeugdhulp die zij betrekken van personen die tot het sociaal netwerk behoren. De Jeugdwet stelt geen kwaliteitseisen voor hulp en ondersteuning die met een PGB wordt betrokken vanuit het sociaal netwerk.
Het college stelt als minimale eis dat:
Artikel 10 Uitruil tussen voorzieningen
Uitruil tussen voorzieningen is alleen mogelijk als hierover afspraken zijn gemaakt in het familiegroepsplan en/of ondersteuningsplan.
Voor gebruikelijke hulp/zorg wordt geen maatwerkvoorziening toegekend.
De consulent jeugd bepaald namens het college wat “gebruikelijke hulp/zorg” is en past hierbij maatwerk toe.
Artikel 12 Wijzigingen doorgeven
Onverminderd artikel 21 van de Verordening doet/doen de jeugdige en/of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging binnen één week aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan de jeugdige en/of diens ouders redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een maatwerkvoorziening.
In specifieke situaties, waarin redelijkerwijs duidelijk is dat de informatie of medewerking niet binnen één week is te leveren, kan een afwijkende termijn gesteld worden.
A rtikel 13 Gewijzigde omstandigheden tijdens de gebruiksduur
Indien de gebruiksduur van de maatwerkvoorziening waarvoor een persoonsgebonden budget is verstrekt, nog niet is verstreken, kan een - aanvullend - persoonsgebonden budget worden verstrekt in de volgende situaties:
a. er is sprake van een gewijzigde omstandigheid die aanpassing dan wel vervanging van de maatwerkvoorziening noodzakelijk maakt;
b. er is sprake van een calamiteit die de jeugdige en/of diens ouders niet is te verwijten.
Artikel 14 Beëindiging PGB en maatwerkvoorziening in natura
Een maatwerkvoorziening al dan niet in de vorm van een PGB wordt beëindigd met ingang van de dag dat de jeugdige, zijn ouders/opvoeder of eventuele nabestaande(n) het college schriftelijk op de hoogte heeft gesteld geen prijs meer te stellen op de verstrekte maatwerkvoorziening (bijvoorbeeld in verband met overlijden, verhuizen of op eigen verzoek).
Lid 2: Een PGB wordt beëindigd op de eerste dag van de maand volgend op de maand dat de jeugdige is overleden dan wel niet langer staat ingeschreven in het Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Olst-Wijhe.
Indien de situatie zoals beschreven in het voorgaande lid zich wijzigt dient indien van toepassing de jeugdige en/of zijn ouders of eventuele nabestaande(n) een deel van het budget terug te betalen.
Artikel 15 Hoogte en tarieven jeugdhulp
Bedragen genoemd in de Nadere Regels Jeugdhulp Olst-Wijhe 2017 zijn onderhevig aan verandering naar aanleiding van een aanbestedingstraject.
De (uur) tarieven voor jeugdhulp in natura worden bepaald op basis van door de gemeente afgesloten inkoopcontracten.
De vaststelling van een PGB ten aanzien van jeugdhulp vindt plaats in de vorm van een bedrag per eenheid en is een afgeleide van het vastgestelde tarief van zorg in natura.
Voor alle vormen van ondersteuning waarbij een uurtarief geldt, zijn de volgende tarieven van toepassing:
Wanneer de jeugdige en/of zijn ouders met het PGB een maatwerkvoorziening willen bekostigen die meer kost dan het PGB dat wordt toegekend, dan komen de meerkosten voor rekening van de budgethouder.
De jeugdige en/of zijn ouders die een persoonsgebonden budget ontvangt/ontvangen, bewaart/bewaren gedurende een periode van vijf jaar, de originele betaalbewijzen van alle tot het bestedingsdoel van het PGB behorende diensten.
Deze gegevens worden op verzoek van de gemeente door de jeugdige en/of zijn ouders aan wie het PGB is toegekend, dan wel diens wettelijke vertegenwoordiger(s) binnen een termijn van twintig werkdagen aangeleverd, nadat de gemeente hierom vraagt.
Voor zover het een persoonsgebonden budget voor een periodieke voorziening betreft, controleert het college steekproefsgewijs. Bij deze controle heeft de steekproef minimaal een omvang van tien procent van het aantal in een kalenderjaar verstrekte PGB’s.
Na de in het derde lid genoemde controle wordt door het college beoordeeld of er aanleiding bestaat het PGB geheel of gedeeltelijk terug te vorderen of te verrekenen.
Bestaande cliënten waarvoor de beschikking voor hulp en/of ondersteuning is afgegeven voor 1 januari 2017 geldt, bij het moment van herindicatie, een overgangstermijn van 6 maanden. Tijdens de overgangstermijn zijn de ‘Nadere Regels Jeugdhulp Olst – Wijhe 2016’ van toepassing.
Voor de jeugdige en/of zijn ouders die een melding/aanvraag hebben ingediend vóór 1 januari 2017 maar waarvan de beschikking wordt afgegeven na 1 januari 2017, geldt een overgangstermijn van 6 maanden. Tijdens de overgangstermijn zijn de ‘Nadere Regels Jeugdhulp Olst – Wijhe 2016’ van toepassing.
Deze Nadere Regels worden aangehaald als: “Nadere Regels Jeugdhulp Gemeente Olst-Wijhe 2017”.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Olst-Wijhe op 20 december 2016
Burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-188384.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.