Nadere Regels Jeugdhulp Gemeente Olst-Wijhe 2017

 

Inhoudsopgave 

Artikel 1 Begrippen

Artikel 2 Gecontracteerde aanbieders

Artikel 3 Vormen van jeugdhulp

Artikel 4 Voorwaarden PGB

Artikel 5 Bestedingsmogelijkheden PGB

Artikel 6 Geen PGB mogelijk

Artikel 7 Voorwaarden PGB sociaal netwerk

Artikel 8 Kwaliteitseisen inzet ondersteuning/jeugdhulp professionals

Artikel 9 Kwaliteitseisen PGB sociaal netwerk

Artikel 10 Uitruil tussen voorzieningen

Artikel 11 Gebruikelijke zorg

Artikel 12 Wijzigingen doorgeven

Artikel 13 Gewijzigde omstandigheden tijdens de gebruiksduur

Artikel 14 Beeindiging PGB en maatwerkvoorziening in natura

Artikel 15 Hoogte en tarieven jeugdhulp

Artikel 16 Verantwoording PGB

Artikel 17 Inwerkingtreding

Artikel 18 Overgangsregeling

Artikel 19 Citeertitel

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Olst-Wijhe,

Overwegende, dat de Verordening Jeugdhulp gemeente Olst-Wijhe 2015 de bevoegdheid geeft om nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in voorgenoemde verordening;

BESLUIT:

vast te stellen de Nadere Regels Jeugdhulp Olst-Wijhe 2017;

 

Artikel 1 Begrippen

Lid 1:

In deze Nadere Regels wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Afwegingskader PGB jeugd:

    Bevat de lokale richtlijnen voor de beoordeling (onderzoek) van de aanvraag GB jeugd.

    • b.

      Consulent jeugd:

      Medewerker van het ‘Toegangsteam Jeugd’ van de gemeente Olst – Wijhe, handelend namens het college van Burgemeester en Wethouders.

  • c.

    Gebruikelijke zorg:

    De normale, dagelijkse zorg die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden. De basis van deze zorgplicht voor elkaar berust op het feit dat er sprake is van een leefeenheid met een gezamenlijk huishouden en de bijbehorende gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het functioneren van dat huishouden.

    d. Informele zorg/ondersteuning:

Hulp en ondersteuning die wordt verleend door mantelzorgers, familieleden, buren, vrienden en vrijwilligers aan mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, zonder daarvoor aanspraak te maken op betaling van loon. Het betreft personen uit het sociaal netwerk van degene die hulp en/- of ondersteuning behoeft. Het gaat hierbij om activiteiten in aanvulling op de zorg die door beroepskrachten geleverd wordt. We onderscheiden drie vormen van informele zorg/- ondersteuning:

 

  • 1.

    Mantelzorg

Een mantelzorger zorgt langdurig en intensief voor iemand in de thuissituatie of in een instelling, met wie hij of zij al een persoonlijke band heeft. Dat kan een kind, ouder, partner, buur, vriend of kennis zijn. Het gaat dus om zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden. Bij mantelzorg is de verzorging minimaal 8 uur per week gedurende 3 maanden of langer.

  • 2.

    Familie – en netwerkparticipatie

Minder intensieve en/of onregelmatige zorg en ondersteuning die familieleden en/of andere bekenden uit het sociaal netwerk bieden aan een naaste waar ze een persoonlijke relatie mee onderhouden. Of aan de mantelzorger zodat deze voor de naaste kan zorgen.

  • 3.

    Vrijwilligerswerk in de zorg

Werk dat in enig georganiseerd verband wordt verricht ten behoeve van anderen die zorg en ondersteuning nodig hebben, geleverd door mensen die – bij aanvang van hun werkzaamheden- geen persoonlijke betrekking hebben met de cliënt.

 

  • e.

    Professionele zorg/ondersteuning:

    • .

      Zorg/ondersteuning verleend door mensen die daar een diploma voor hebben en die daarvoor betaald worden.

    • f.

      Toegangsteam Jeugd:

      • .

        Het team van consulenten van de gemeente Olst – Wijhe.

 

Lid 2:

Alle begrippen die in deze Nadere Regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, het Uitvoeringsbesluit behorende bij de Jeugdwet, het Beleidsplan transitie en transformatie Jeugdzorg gemeente Olst-Wijhe; Van Jeugdzorg naar Jeugdhulp 2015-2019, de Verordening Jeugdhulp gemeente Olst-Wijhe 2015 en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

 

Artikel 2 Gecontracteerde aanbieders 

Lid 1:

Indien het college meerdere aanbieders heeft gecontracteerd voor het leveren van een bepaalde maatwerkvoorziening in natura wordt de jeugdige en/of zijn ouders de mogelijkheid geboden om uit deze aanbieders een keuze te maken. Alleen het gemeentelijk aanbod van jeugdvoorzieningen als bedoeld in artikel 9, lid 2 van de Verordening Jeugdhulp gemeente Olst-Wijhe 2015 wordt door de gemeente vergoed.

Lid 2:

De jeugdige en/of zijn ouders mag/mogen met een PGB naar een andere aanbieder gaan als bedoeld in het eerste lid, mits aan de voorwaarden voor toekenning van een PGB wordt voldaan.

 

Artikel 3 Vormen van jeugdhulp

Lid 1:

De volgende vormen van algemeen gebruikelijke voorzieningen zijn beschikbaar en vrij toegankelijk: (beschikbaar voor alle inwoners, vooraf geen beschikking nodig vanuit de gemeente om toegang te krijgen)

  • a.

    informatie en advies en voorlichting, trainingen en cursussen;

  • b.

    jeugdgezondheidszorg;

  • c.

    jeugd/school maatschappelijk werk;

  • d.

    kortdurende ambulante opgroei- en opvoedondersteuning;

  • e.

    coördinatie van hulp en/-of ondersteuning;

  • f.

    advies- en meldpunten.

 

Lid 2:

De volgende vormen van maatwerkvoorzieningen zijn beschikbaar, maar niet vrij toegankelijk:

(via een onderzoek, conform artikel 6 verordening Jeudhulp Olst – Wijhe, wordt beoordeeld of dit de best passende hulp is)

a. Diagnostiek

b. Jeugdhulp ambulant:

  • -

    Begeleiding bij het dagelijkse leven en persoonlijke verzorging; gericht op het bevorderen, het behoud of het compenseren van zelfredzaamheid van jeugdigen met een lichamelijke, zintuiglijke en/of verstandelijke beperking, en/of een psychiatrische of somatische aandoening en hun omgeving. De activiteiten in het kader van begeleiding kunnen zowel individueel als in een groep worden uitgevoerd (of beide).

  • -

    Respijtzorg; gericht op het voorkomen van overbelasting van, of het herstellen van de draagkracht van de persoon die mantelzorg levert aan jeugdigen met een lichamelijke, zintuiglijke en/of verstandelijke beperking, en/of een psychiatrische of somatische aandoening. De dienstverlening die gevraagd is met betrekking tot respijt betreft dag-/naschoolse opvang en logeerzorg.

  • -

    Ambulante behandeling van ontwikkelingsproblematiek bij het jonge kind; gericht op het verkrijgen van zicht op en het herstellen of op gang brengen van een vastgelopen of verstoorde ontwikkeling van het jonge kind, en het versterken van de opvoedingskracht van de ouders en waar nodig de betrokken (opvoed) professional. De hulp is bedoeld voor kinderen tussen 0 en 7 jaar met een ontwikkelingsachterstand en/of complexe gedragsproblematiek, en zijn ouders/verzorgers.

  • -

    Ambulante behandeling psychische/psychiatrische problematiek; gericht op het herstel of stabiliseren van jeugdigen met psychische of psychiatrische aandoeningen. Het betreft stoornissen die zeer divers zijn en sterk kunnen variëren in duur.

  • -

    Ambulante behandeling Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED); gericht op het bereiken van een functioneel niveau van technisch lezen en spellen door de jeugdige. Dyslexie is een neurocognitieve functiestoornis en vereist deskundigheid op het gebied van cognitieve informatieverwerking en de toepassing daarvan in diagnostiek en behandeling.

  • -

    Ambulante behandeling problematiek door (licht) verstandelijke beperking; gericht op het vergroten van de participatiemogelijkheden en/of het voorkomen van verergering van gedragsproblemen van jeugdigen met een (licht) verstandelijke beperking. Het betreft het verlenen van behandeling van specifiek medische, gedragswetenschappelijke of paramedische aard gericht op beperkingen veroorzaakt door een verstandelijke handicap.

  • -

    Verblijfszorg; betreft jeugdhulp waarbij kinderen en jeugdigen, op vrijwillige of gedwongen basis (tijdelijk) dag en nacht (24 uurs-voorziening) buiten hun eigen omgeving verblijven en passende hulpverlening en/of behandeling krijgen aangeboden. Verblijfszorg kan gericht zijn op behandeling van opvoed- en/of gedragsproblematiek, psychische /psychiatrische problematiek en/of problematiek van jeugdigen met een (licht)verstandelijke beperking

  • -

    JeugdzorgPlus; gericht op de behandeling van jeugdigen met ernstige gedragsproblematiek. Het betreft een zeer intensieve vorm van gespecialiseerde jeugdhulp waarbij de vrijheden van de jeugdige kunnen worden ingeperkt, om te voorkomen dat de jeugdige zich onttrekt of onttrokken wordt aan de hulp die hij/zij nodig heeft.

  • -

    Pleegzorg; gericht op het bieden van een vervangende opvoed- en/of behandelomgeving waarbij de jeugdige geplaatst wordt in een vervangende gezinssituatie. Pleegzorg kan worden ingezet indien de ouders (tijdelijk) pedagogisch onmachtig zijn om de veiligheid van het kind door de eigen en/of kindproblematiek te kunnen waarborgen.

 

Artikel 4 Voorwaarden PGB

Het inzetten van jeugdhulp en/of ondersteuning middels een PGB is gebonden aan onderstaande voorwaarden:

Lid 1:

a. De jeugdige en/of zijn ouders hebben met – en/of met instemming van de consulent jeugd een familiegroeps – en/of ondersteuningsplan opgesteld, waarin onder andere benoemd is:

  • -

    dat een maatwerkvoorziening jeugdhulp benodigd is,

  • -

    hoe het PGB besteed gaat worden,

  • -

    welke doelen/resultaten worden behaald met het PGB;

  • -

    wanneer en hoe het plan, inclusief het gebruik van het PGB, door de jeugdige en/of de ouders en een medewerker van het toegangsteam jeugd geëvalueerd wordt.

 

b. De jeugdige en/of zijn ouders kunnen motiveren dat de door het college gecontracteerde maatwerkvoorzieningen jeugdhulp niet passend zijn in zijn of haar specifieke situatie;

c. De jeugdige en/of zijn ouders volgens het advies van de consulent jeugd voldoende in staat worden geacht om – al dan niet met ondersteuning van het sociaal netwerk, een curator, bewindsvoerder, mentor of gemachtigde - de taken, die aan het PGB zijn verbonden, op verantwoorde wijze uit te voeren;

d. de jeugdhulp die met het PGB wordt ingekocht volgens het advies van de consulent jeugd van voldoende kwaliteit is.

 

Lid 2:

Het besluit om wel of geen PGB te beschikken wordt genomen door de consulent jeugd, namens het college. Ook voor de jeugdhulp en/of ondersteuning, waarnaar door een niet – gemeentelijk verwijzer is verwezen, kan gekozen worden voor inzet in de vorm van een PGB. De niet – gemeentelijk verwijzer neemt alleen niet zélf een besluit over de toekenning van een PGB, dat doet de consulent jeugd, namens het college. De aanvraag voor een PGB wordt dan door de niet – gemeentelijk verwijzers overgedragen aan het college, voorzien van reeds ingewonnen informatie en een advies inzake de aan – of afwezigheid van overwegende bezwaren. Dit altijd met toestemming van de jeugdige en/of de ouders.

 

 

Lid 3:

Een PGB wordt doorgaans versterkt voor een periode van maximaal één jaar. In het geval dat een PGB voor een periode langer dan één jaar wordt verstrekt, vindt de evaluatie, ten minste één keer per jaar plaats.

 

 

Lid 4:

Bij de beoordeling van de aanvraag (het onderzoek) hanteert de consulent jeugd het ‘Afwegingskader PGB jeugd’.

 

 

Artikel 5: Bestedingsmogelijkheden PGB

 

Lid 1:

Het PGB is bedoeld om jeugdhulp in te kopen. De volgende onderdelen mogen niet uit het PGB worden betaald:

  • a.

    administratiekosten die de cliënt bij derden heeft belegd.

  • b.

    bemiddelingskosten door een derde.

  • c.

    eenmalige uitkering.

  • d.

    feestdagenuitkering, met uitzondering van formele hulpen.

 

 

Lid 2:

De volgende onderdelen mogen uit het PGB worden betaald:

  • a.

    een vergoeding voor reiskosten vanaf 6 kilometer van de woning van de hulpverlener op basis van het maximaal belastingvrije bedrag € 0,19 per kilometer met een maximum van 50 kilometer per hulpverlener heen en terug naar de woning van de cliënt. Het college kan hiervan gemotiveerd afwijken.

  • b.

    het lidmaatschap van een belangenvereniging van mensen met een PGB.

  • c.

    kosten die zijn opgenomen op de vergoedingenlijst PGB van de gemeente Olst-Wijhe .

 

 

Lid 3:

Als een vast arbeidspatroon is opgenomen in het zorgcontract met de hulpverlener dan wordt op basis van een vast maandloon uitbetaald.

 

 

Artikel 6 Geen PGB mogelijk

Lid 1:

Op grond van de ‘Jeugdwet’ is een PGB niet mogelijk indien er sprake is van één van de volgende jeugdhulp en/of ondersteuningsvormen:

  • a.

    spoedeisende jeugdhulp, er is tenminste sprake van een spoedeisende casus in geval van risico’s voor de veiligheid als gevolg van huiselijk geweld. Als de consulent jeugd constateert dat er sprake is van een spoedeisende casus wordt er een tijdelijke maatwerkvoorziening in natura beschikt voor de duur van het onderzoek en de beschikking op de reguliere aanvraag;

  • b.

    de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel en jeugdreclassering, de uitvoering van jeugdhulp in een gesloten accommodatie met machtiging;

  • c.

    pleegzorg, voor pleegzorg is in de Jeugdwet opgenomen dat pleegzorg uitsluitend via de pleegzorgaanbieder loopt. Voor pleegzorg geldt dat voor de pleegouder een pleegzorgvergoeding van toepassing is. Dit is een onkostenvergoeding die niet als inkomen wordt gezien en verschilt daarmee van het PGB. Voor de zorg die een kind extra nodig heeft kan een (pleegzorg)ouder wel een PGB ontvangen.

     

Lid 2:

Het college verstrekt geen PGB:

  • a.

    voor een voorziening in het buitenland.

  • b.

    voor vergoeding op basis van “bouwsteen coördinatie” van inkoop maatwerkvoorzieningen Jeugdhulp. Een budgethouder komt in principe alleen in aanmerking voor een PGB als hij zelf (of een vertegenwoordiger) op verantwoorde wijze regie kan voeren. Bij een budgethouder zal daarom coördinatie niet aan de orde zijn, deze rol vervult de budgethouder immers zelf of is belegd bij de vertegenwoordiger.

  • c.

    indien er sprake is van zorg en/of ondersteuningsvormen voor een periode korter dan drie maanden.

  • d.

    voor zorgkosten waarbij vergoeding vanuit een aanvullende ziektekostenverzekering mogelijk is.

  • e.

    voor niet-directe zorgkosten (binnen het PGB is hiervoor geen vrij besteedbaar bedrag beschikbaar).

 

Artikel 7 Voorwaarden PGB sociaal netwerk

Lid 1:

Een PGB voor het betrekken van jeugdhulp door een persoon die behoort tot het sociaal netwerk kan worden verstrekt als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

 

  • a.

    de inzet van het sociaal netwerk is aantoonbaar beter;

  • b.

    de geboden jeugdhulp is passend, adequaat en veilig;

  • c.

    de personen uit het sociaal netwerk die de hulp gaan verlenen, hebben zich voldoende op de hoogte gesteld van de verantwoordelijkheden die aan het bieden van jeugdhulp verbonden zijn, en

  • d.

    er is bij de personen uit sociaal netwerk die de hulp gaan verlenen geen sprake van overbelasting.

 

 

Lid 2:

De jeugdige en/of diens ouders aan wie een PGB wordt toegekend, kunnen jeugdhulp betrekken van

personen die tot het sociaal netwerk behoren voor alle vormen van jeugdhulp, met uitzondering van

diagnostiek en behandeling, en de zorg/- ondersteuningsvormen en taken zoals benoemd in artikel 6 lid 1

en 2 van de ‘Nadere Regels jeugdhulp Olst-Wijhe 2017’.

 

 

Lid 3:

In aanvulling op het eerste lid onder a, wordt inzet van het sociaal netwerk met een PGB in ieder geval

aantoonbaar beter geacht, indien één of meerdere van de volgende omstandigheden aan de orde zijn:

  • a.

    de hulp is vooraf niet goed in te plannen;

  • b.

    de hulp moet op ongebruikelijke tijden geleverd worden;

  • c.

    de hulp moet op veel korte momenten per dag geboden worden;

  • d.

    de hulp moet op verschillende locaties worden geleverd;

  • e.

    de hulp moet 24 uur per dag en op afroep beschikbaar zijn;

  • f.

    de hulp moet vanwege de aard van de beperking worden geboden door een persoon met wie de jeugdige vertrouwd is en goed contact heeft.

Artikel 8 Kwaliteitseisen inzet ondersteuning/jeugdhulp door professionals

Lid 1:

Professionele jeugdhulpaanbieders (zowel ZIN als PGB), moeten voldoen aan de eisen die bij Jeugdwet aan de aanbieders van Jeugdhulp in natura worden gesteld.

 

Lid 2:

Het college stelt de onderstaande aanvullende kwaliteitseisen aan professionele hulp en ondersteuning:

De ingekochte ondersteuning (ZIN en PGB):

  • a.

    is veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht;

  • b.

    voldoet aan de noodzakelijke/ gebruikelijke professionele standaard;

  • c.

    is verstrekt in overeenstemming met de op de aanbieder rustende verantwoordelijkheid voortvloeiende uit de professionele standaard;

  • d.

    is verstrekt met respect voor de rechten van de cliënt;

  • e.

    is proportioneel zodat onder- en overgebruik van de maatwerkvoorziening wordt vermeden.

Artikel 9 Kwaliteitseisen PGB sociaal netwerk

Lid 1:

De jeugdige en/of diens ouders dragen de verantwoordelijkheid voor het bewaken van de kwaliteit van de jeugdhulp die zij betrekken van personen die tot het sociaal netwerk behoren. De Jeugdwet stelt geen kwaliteitseisen voor hulp en ondersteuning die met een PGB wordt betrokken vanuit het sociaal netwerk.

Het college stelt als minimale eis dat:

 

  • a.

    de personen die zorg/ondersteuning verlenen vanuit het sociaal netwerk beschikken over een ‘Verklaring Omtrent het Gedrag’ (VOG). Uitzondering hierop vormen de ouders zelf. Een verklaring is niet eerder afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene gaat werken voor de aanvrager.

  • b.

    de personen die zorg/ondersteuning verlenen vanuit het sociaal netwerk voldoen aan de eis van veilige, doelmatige en cliëntgerichte zorg.

 

 

Artikel 10 Uitruil tussen voorzieningen 

Uitruil tussen voorzieningen is alleen mogelijk als hierover afspraken zijn gemaakt in het familiegroepsplan en/of ondersteuningsplan.

 

Artikel 11 Gebruikelijke zorg

Lid 1:

Voor gebruikelijke hulp/zorg wordt geen maatwerkvoorziening toegekend.

 

Lid 2:

De consulent jeugd bepaald namens het college wat “gebruikelijke hulp/zorg” is en past hierbij maatwerk toe.

 

Artikel 12 Wijzigingen doorgeven 

Onverminderd artikel 21 van de Verordening doet/doen  de jeugdige en/of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging binnen één week aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan de jeugdige en/of diens ouders redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een maatwerkvoorziening.

In specifieke situaties, waarin redelijkerwijs duidelijk is dat de informatie of medewerking niet binnen één week is te leveren, kan een afwijkende termijn gesteld worden.

 

A rtikel 13 Gewijzigde omstandigheden tijdens de gebruiksduur 

Indien de gebruiksduur van de maatwerkvoorziening waarvoor een persoonsgebonden budget is verstrekt, nog niet is verstreken, kan een - aanvullend - persoonsgebonden budget worden verstrekt in de volgende situaties:

a. er is sprake van een gewijzigde omstandigheid die aanpassing dan wel vervanging van de maatwerkvoorziening noodzakelijk maakt;

b. er is sprake van een calamiteit die de jeugdige en/of diens ouders niet is te verwijten.

 

Artikel 14 Beëindiging PGB en maatwerkvoorziening in natura

Lid 1:

Een maatwerkvoorziening al dan niet in de vorm van een PGB wordt beëindigd met ingang van de dag dat de jeugdige, zijn ouders/opvoeder of eventuele nabestaande(n) het college schriftelijk op de hoogte heeft gesteld geen prijs meer te stellen op de verstrekte maatwerkvoorziening (bijvoorbeeld in verband met overlijden, verhuizen of op eigen verzoek).

 

Lid 2: Een PGB wordt beëindigd op de eerste dag van de maand volgend op de maand dat de jeugdige is overleden dan wel niet langer staat ingeschreven in het Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Olst-Wijhe.

 

Lid 3:

Indien de situatie zoals beschreven in het voorgaande lid zich wijzigt dient indien van toepassing de jeugdige en/of zijn ouders of eventuele nabestaande(n) een deel van het budget terug te betalen.

 

Artikel 15 Hoogte en tarieven jeugdhulp 

Lid 1:

Bedragen genoemd in de Nadere Regels Jeugdhulp Olst-Wijhe 2017 zijn onderhevig aan verandering naar aanleiding van een aanbestedingstraject.

 

Lid 2:

De (uur) tarieven voor jeugdhulp in natura worden bepaald op basis van door de gemeente afgesloten inkoopcontracten.

 

Lid 3:

De vaststelling van een PGB ten aanzien van jeugdhulp vindt plaats in de vorm van een bedrag per eenheid en is een afgeleide van het vastgestelde tarief van zorg in natura.

 

Lid 4:

Voor alle vormen van ondersteuning waarbij een uurtarief geldt, zijn de volgende tarieven van toepassing:

  • 1.

    Het PGB tarief voor de inzet van formele hulp bedraagt ten hoogste de kostprijs van de goedkoopst adequate voorziening in natura.

  • 2.

    Maximaal 100% ZIN tarief voor ondersteuning door een aanbieder die de op de sector van toepassing zijnde cao en daarbij behorende kwaliteitsstandaarden hanteert.

  • 3.

    20% korting op het ZIN tarief voor ondersteuning door andere organisaties of hulpverleners zoals ZZP’ers.

  • 4.

    75% van het zorg in natura tarief met een maximum van € 20,- per uur (individueel) voor informele hulp en maximaal € 30 ,- per etmaal (kortdurend verblijf).

 

Lid 5:

Wanneer de jeugdige en/of zijn ouders met het PGB een maatwerkvoorziening willen bekostigen die meer kost dan het PGB dat wordt toegekend, dan komen de meerkosten voor rekening van de budgethouder.

 

Artikel 16 Verantwoording PGB

Lid 1: 

De jeugdige en/of zijn ouders die een persoonsgebonden budget ontvangt/ontvangen, bewaart/bewaren gedurende een periode van vijf jaar, de originele betaalbewijzen van alle tot het bestedingsdoel van het PGB behorende diensten.

    

Lid 2: 

Deze gegevens worden op verzoek van de gemeente door de jeugdige en/of zijn ouders aan wie het PGB is toegekend, dan wel diens wettelijke vertegenwoordiger(s) binnen een termijn van twintig werkdagen aangeleverd, nadat de gemeente hierom vraagt.

 

Lid 3: 

Voor zover het een persoonsgebonden budget voor een periodieke voorziening betreft, controleert het college steekproefsgewijs. Bij deze controle heeft de steekproef minimaal een omvang van tien procent van het aantal in een kalenderjaar verstrekte PGB’s. 

 

Lid 4: 

Na de in het derde lid genoemde controle wordt door het college beoordeeld of er aanleiding bestaat het PGB geheel of gedeeltelijk terug te vorderen of te verrekenen. 

 

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1.

    De Nadere Regels Jeugdhulp Olst-Wijhe 2017  treden in werking op 1 januari 2017.

  • 2.

    De nadere Regels Jeugdhulp Olst – Wijhe 2016 worden ingetrokken met ingang van 31 december 2016.

     

 

Artikel 18 Overgangsregeling

Lid 1:

Bestaande cliënten waarvoor de beschikking voor hulp en/of ondersteuning is afgegeven voor 1 januari 2017 geldt, bij het moment van herindicatie, een overgangstermijn van 6 maanden. Tijdens de overgangstermijn zijn de ‘Nadere Regels Jeugdhulp Olst – Wijhe 2016’ van toepassing.

 

Lid 2:

Voor de jeugdige en/of zijn ouders die een melding/aanvraag hebben ingediend vóór 1 januari 2017 maar waarvan de beschikking wordt afgegeven na 1 januari 2017, geldt een overgangstermijn van 6 maanden. Tijdens de overgangstermijn zijn de ‘Nadere Regels Jeugdhulp Olst – Wijhe 2016’ van toepassing.

 

Artikel 19 Citeertitel

Deze Nadere Regels worden aangehaald als: “Nadere Regels Jeugdhulp Gemeente Olst-Wijhe 2017”.

   

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Olst-Wijhe op 20 december 2016

  

Burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe,

  • de secretaris,

    de burgemeester,

           

     

    D.L.W. (Dries) Zielhuis

     

    A.G.J. (Ton) Strien.

 

 

 

 

Naar boven