Verordening afvalstoffenheffing

De raad van de gemeente Renkum;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2017

(Verordening afvalstoffenheffing 2017)

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt, op grond van de daarbij behorende tarieventabel, naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

  • Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2, 3 en 4 van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

  • 6.

    Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

  • 7.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het zesde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen onroerende zaakbelastingen of andere heffingen meer is dan € 50,00 doch minder dan € 6.750,00 dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3.

    In gevallen als bedoeld in het tweede lid geldt in afwijking in zoverre zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in elf termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

  • Bij de invordering van afvalstoffenheffing wordt kwijtschelding voor minima verleend voor paragraaf 1.1 van de tarieventabel aangevuld met het aantal aanbiedingen volgens paragraaf 2.1.5 en paragraaf 2.1.6 van de tarieventabel.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

  • Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffingen de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • De verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing van 15 december 2010, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 16 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 13 Citeertitel

  • Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing 2017.

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2016

    De voorzitter, mr. H.L.M. Bloemen

    De griffier, mr. J.I.M. le Comte

Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2017

Hoofdstuk 1 Maatstaf en jaarlijks tarief afvalstoffenheffing vaste tarief (basistarief)

  • 1.1.1

    De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar;

    • a.

      indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon € 181,00;

    • b.

      indien dat perceel wordt gebruikt door twee personen € 194,70;

    • c.

      indien dat perceel wordt gebruikt door drie of meer personen € 211,40;

  • 1.1.2

    Indien de afvalinzameling niet individueel wordt geregistreerd, bedraagt de belasting per perceel per belastingjaar;

    • a.

      indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon €212,00;

    • b.

      indien dat perceel wordt gebruikt door twee personen €240,90;

    • c.

      indien dat perceel wrodt gebruikt door drie of meer personen € 260,60;

  • 1.1.3

    Voor de berekening van de belasting overeenkomstig het bepaalde in onderdeel 1.1.1 en 1.1.2 gelden de omstandigheden aan het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 1.1.4

    Indien in de loop van het belastingjaar zodanige wijzigingen optreden dat voor de belastingplichtige aanspraak ontstaat op toepassing van het tarief voor een minder aantal personen, wordt op schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige bij de berekening van de belasting hiermee rekening gehouden.

Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing variabele deel

  • 2.1.

    De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt vermeerderd met een variabel deel gebaseerd op het aantal aanbiedingen voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een bepaalde container of de mogelijkheid gebruik te kunnen maken van een verzamelcontainer.

    Bij gebruik van kliko's (grondgebonden woningen bedraagt de belasting per aanbieding van:

    • 2.1.1

      Een container met een inhoud van 240 liter bestemd voor restafval € 5,00;

    • 2.1.2

      Een container met een inhoud van 140 liter bestemd voor restafval €3,00.

    • Bij gebruik van verzamelcontainers (hoogbouw) bedraagt de belasting per aanbieding:

    • 2.1.3

      bij een inwerptrommel van 30 liter € 0,50;

    • 2.1.4

      bij een inwerptrommel van 60 liter € 1,00.

    • 2.1.5

      De kwijtschelding bedraagt indien het perceel een grondgebonden woning betreft:

      Het bedrag van het van toepassing zijnde vaste tarief (basistarief), verhoogt met;

       

      • a.

        indien dat perceel wordt gebruik door één persoon € 40,00 (8 aanbiedingen per jaar x tarief 140 liter kliko);

      • b.

        indien dat perceel wordt gebruikt door twee personen € 65,00 (13 aanbiedingen per jaar x tarief 140 liter kliko);

      • c.

        indien dat perceel wordt gebruikt door drie of meer personen € 85,00 (17 aanbiedingen per jaar x tarief 140 liter kliko)

    • 2.1.6
      • a.

        indien dat perceel wordt gebruikt door één persoone € 40,00 (80 zakken van 30 liter, of 40 zakken van 60 liter per jaar);

      • b.

        indien dat perceel wordt gebruikt door twee personen € 65,00 (130 zakken van 30 liter, of65 zakken van 60 liter per jaar);

      • c.

        indien dat perceel wordt gebruikt door drie of meer personen € 85,00 (170 zakken van 30 liter, of 85 zakken van 60 liter per jaar).

      De kwijtschelding bedraagt indien het perceel een niet-grondgebonden woning betreft:

      Het bedrag van het van toepassing zijnde vaste tarief (basistarief), verhoogt met;

  • 2.2

    Toelichting

    Bewoners van hoogbouw zijn, conform de afvalstoffenverordening, vrijgesteld van het scheiden van gft+e. In het tarief voor hoogbouwbewoners is daarom een korting op het variabele tarief van toepassing.

  • 2.3

    Extra voorzieningen voor gebruikers stoma- en incontinentiemateriaal

    Indien de belastingplichtige, of personen die tot zijn of haar huishouden behoren, als gevolg van incontinentie of door het gebruik van stoma's, extra afval moet aanbieden aan de aangewezen afvalinzamelaar kan de belastingplichtige een verzoek indienen voor een extra kliko die tegen 50% korting kan worden aangeboden ter lediging. Een verzoek moet vergezeld gaan van een bewijsstuk zoals een rekening van apotheek of verzekeraar of een doktersverklaring. Een toekenning op een verzoek is 3 jaar geldig.

    • 2.3.1

      Inwoners van laagbouw kunnen een extra kliko aanvragen. Het ledigingstarief bedraagt 50% van de tarieven zoals genoemd in artikel 2.1.1 en 2.1.2.

    • 2.3.2

      Inwoners van hoogbouw kunnen 60 zakken van 30 liter of 30 zakken van 60 liter aanbieden in de ondergrondse containers. Het tarief bedraagt 50% van de tarieven zoals genoemd in artikel 2.1.3 en 2.1.4.

    • 2.3.3

      Incontinentiemateriaal kan ook zonder kosten aangeboden worden bij enkele brengpunten verspreid over de gemeente.

Hoofdstuk 3 Administratie- en leveringskosten voor het leveren van (extra) containers en het wijzigen van het containerpakket

  • 3.1

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedragen de administratie- en leveringskosten voor het op aanvraag:

    • 3.1.1

      Omwisselen van een kliko voor restafval: € 30,00;

    • 3.1.2

      Omwisselen van een kliko binnen 3 maanden na verhuizing (datum sleuteloverdracht): € 0,00;

    • 3.1.3

      Leveren (extra) gft+e kliko ongeacht volume € 30,00 (maximaal 3 extra gft+e kliko's);

    • 3.1.4

      Leveren (extra) restafval kliko ongeacht volume € 30,00 (maximaal 1 extra restafval kliko).

Hoofdstuk 4 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

  • 4.1

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt het bedrag voor het verstrekken van een vervangende milieupas bij verlies of diefstal, per keer € 15,00.

  • 4.2

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het aan huis inzamelen van grof huishoudelijk afval of de inname van elektrische en elektronische apparatuur of grof tuinafval, per aanvraag € 20,00.

  • 4.3

    Inwoners van de gemeente Renkum kunnen zonder extra kosten bij ACV een aanhanger reserveren om grof huishoudelijk afval zelf naar het ‘afvalbrengstation Veentjesbrug’ te brengen.

Behorende bij raadsbesluit van 21 december 2016.

 

Naar boven