Verordening tot wijziging van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Neder-Betuwe 2015 en de Re-integratieverordening Participatiewet 2015, gemeente Neder-Betuwe

De raad van de gemeente Neder-Betuwe;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders,  

 

gelet op het bepaalde in artikel 8 e.v. van de Participatiewet;

 

overwegende dat het als gevolg van wijzigingen in de Participatiewet en Fraudewet SZW nodig is om de de Afstemmingsverordening Participatie en de Re-integratieverordening aan te passen;

 

B E S L U I T :

 

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Neder-Betuwe 2015 en de Re-integratieverordening Participatiewet 2015 en de toelichting op de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Neder-Betuwe 2015 te wijzigen.

Artikel I Wijziging Afstemmingsverordening

De Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de raad: de gemeenteraad van gemeente Neder-Betuwe.

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Neder-Betuwe.

    • c.

      uitkering: algemene bijstand op grond van de Participatiewet, alsmede een uitkering op grond van de Bbz 2004, IOAW en de IOAZ.

    • d.

      bijstandsnorm: de toepasselijke bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5 onderdeel c, van de Participatiewet of, voor zover sprake is van een IOAW of IOAZ uitkering, de grondslag van de uitkering als bedoeld in artikel 5 IOAW respectievelijk artikel 5 IOAZ.

    • e.

      benadelingsbedrag: netto-uitkering waarop eerder, langer of tot een hoger bedrag een beroep wordt of is gedaan ten gevolge van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid in het bestaan.

 

  • B.

    Artikel 2:

De verwijzing naar wetsartikel 38 van de IOAW en IOAZ wordt vervangen door een verwijzing naar artikel 35 van de IOAW en IOAZ.

 

  • C.

    Artikel 4 lid 2 onder a komt te luiden:

    • a.

      ” Elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt, of”

 

  • D.

    Artikel 7a wordt toegevoegd en luidt:

 

“Artikel 7A. - Niet meewerken aan de taaltoets

Als een belanghebbende niet meewerkt aan het afleggen van de taaltoets als bedoeld in artikel 18b, lid 1, van de Participatiewet, wordt een verlaging opgelegd van:

  • a.

    20 % van de bijstandsnorm gedurende één maand;

  • b.

    40 % van de bijstandsnorm gedurende één maand als belanghebbende zich binnen 12 maanden na bekendmaking van het besluit waarmee een verlaging is toegepast vanwege het niet meewerken aan het afleggen van de taaltoets opnieuw schuldig maakt aan dezelfde verwijtbare gedraging.

  • c.

    100 % van de bijstandsnorm gedurende één maand als belanghebbende zich binnen 12 maanden na bekendmaking van het besluit in de zin van artikel 7A, onderdeel b, van deze verordening, opnieuw schuldig maakt aan dezelfde verwijtbare gedraging.”

 

  • E.

    Aan artikel 15. Samenloop van gedragingen wordt toegevoegd onder lid 1, 2, 3 en 4:

    • -

      “of als in artikel 18b van de Participatiewet”

 

  • F.

    In de Algemene toelichting komt de passage “Verrekening bestuurlijke boete bij recidive

    De Participatiewet verplicht in een verordening nadere regels te stellen over de bevoegdheid de beslagvrije voet tijdelijk buiten werking te stellen bij verrekening van de recidiveboete(….).De regels over de bevoegdheid om de beslagvrije voet tijdelijk buiten werking te stellen bij verrekening van de recidiveboete zijn neergelegd in de ´Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015.” te vervallen.

Artikel II Wijziging Re-integratieverordening

De Re-integratieverordening Participatiewet 2015 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    De wettelijke grondslag komt te luiden:

“gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde lid, van de Participatiewet;de artikelen 34, 35 en 36, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers (IOAW) en de artikelen 34, 35 en 36, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);”

 

  • B.

    Artikel 1 komt te luiden:

“Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de gemeentewet.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de raad: de gemeenteraad van gemeente Neder-Betuwe.

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Neder-Betuwe.

    • c.

      de wet: de Participatiewet.

    • d.

      doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, lid 1, onderdeel a, van de wet.

    • e.

      grote afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet mogelijk binnen één jaar.

    • f.

      korte afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs mogelijk binnen één jaar.

    • g.

      mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

    • h.

      zorgtaken: de opvang van (een) ten laste komend(e)) kind(eren) tot vijf jaar en/of de noodzakelijkheid van het verrichten van mantelzorg.”

 

  • C.

    Artikel 4 wordt toegevoegd en komt te luiden:

Artikel 4 Werkstage

  • 1.

    Het college kan een persoon met een werkstage gericht op arbeidsinschakeling aanbieden als deze:

    • a.

      behoort tot de doelgroep, en

    • b.

      nog niet actief is geweest op de arbeidsmarkt of een afstand tot de arbeidsmarkt heeft door langdurige werkloosheid.

  • 2.

    Het doel van de werkstage is het opdoen van werkervaring dan wel het leren functioneren in een arbeidsrelatie.

  • 3.

    Het college stelt nadere regels vast ten aanzien van de noodzakelijkheid en de duur van de werkstage.

  • 4.

    Het college plaatst de persoon alleen indien door zijn plaatsing de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt.

  • 5.

    In een schriftelijke overeenkomst wordt tenminste vastgelegd het doel van de werkstage en de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt. “

 

  • D.

    Artikel 5 wordt toegevoegd en komt te luiden:

“ Artikel 5. - Sociale activering

  • 1.

    Het college kan aan een persoon die behoort tot de doelgroep activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering voor zover de mogelijkheid bestaat dat hij op enig moment algemeen geaccepteerde arbeid kan verkrijgen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening.

  • 2.

    Het college stemt de duur van de in het eerste lid bedoelde activiteiten af op de mogelijkheden en capaciteiten van die persoon.”

 

  • E.

    Artikel 6 wordt toegevoegd en komt te luiden:

Artikel 6. - Detacheringsbanen

  • 1.

    Het college kan zorgen voor toeleiding van een persoon die behoort tot de doelgroep naar een dienstverband met een werkgever, gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2.

    De werknemer wordt voor het verrichten van arbeid gedetacheerd bij een onderneming. De detachering wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen zowel werkgever en inlenende organisatie als tussen werknemer en inlenende organisatie.

  • 3.

    Een werknemer wordt alleen geplaatst indien door zijn plaatsing de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en indien door zijn plaatsing geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt.”

     

  • F.

    Artikelen 4, 5, 6 en 7 worden vernummerd tot respectievelijk 7, 8, 9 en 10

     

  • G.

    Artikel 8 No risk-polis vervalt.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze wijzigingsverordening treedt in werking op 1 januari 2017.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 8 december 2016

de griffier,

drs. E. van der Neut

de voorzitter,

ir. C.W. Veerhoek

Naar boven