Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
|
|
|
|
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
2.1.1.1
|
aanlegkosten:
|
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
|
2.1.1.2
|
bouwkosten:
|
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.
|
|
|
|
Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
|
|
|
2.1.1.2.1
|
Als richtlijn voor de vaststelling van de bouwkosten op basis waarvan de bouwleges worden berekend wordt de “Richtlijn bouwkosten Lingewaard 2012” gehanteerd, welke als bijlage B bij deze verordening is opgenomen.
|
|
|
2.1.1.3
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
|
|
|
|
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
|
|
|
|
2.2.1
|
voor een richtinggevend ambtelijk vooroverleg
|
€ 610,00
|
|
2.2.2
|
om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:
|
€ 610,00
|
|
|
|
|
2.2.3
|
Indien de aanvraag vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag uitsluitend betrekking heeft op een aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.4.1 of 2.3.4.2 bedraagt het tarief 50% van het onder artikel 2.2.1 en 2.2.2 genoemde bedrag.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
|
|
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project:
|
|
|
|
de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief 2,69% van de bouwkosten met een minimum van:
|
€ 228,00
|
|
2.3.1.1.1
|
In afwijking van het bepaalde in 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de bouw van een tuinderskas of -warenhuis: 2,27% van de bouwkosten.
|
|
|
2.3.1.1.2
|
Indien het bouwplan uit een oogpunt van welstand door een niet-gemeentelijk orgaan wordt beoordeeld, wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 en 2.3.1.1.1 berekende bedrag verhoogd met de door dat orgaan voor deze beoordeling aan de gemeente in rekening te brengen kosten, conform de voor dat orgaan geldende tariefsregeling, welke als bijlage A bij deze tarieventabel is gevoegd.
|
|
|
2.3.1.1.3
|
Achteraf ingediende aanvraag.
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3.1.1. en 2.3.1.1.1 wordt het verschuldigde bedrag, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, verhoogd met 20%, met een minimum van € 100,00 en een maximum van
|
|
|
|
€ 1.000,00.
|
|
|
2.3.1.1.4
|
Niet via het digitale omgevingsloket ingediende aanvraag.
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3.1.1. en 2.3.1.1.1 wordt het verschuldigde bedrag, indien de aanvraag niet via het digitale omgevingsloket wordt ingediend, verhoogd met 0,5% van de bouwkosten, met een minimum van € 100,00 en een maximum van € 1.000,00.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Extra welstandstoezicht
|
|
|
2.3.1.2
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.1.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is, het bedrag dat door het orgaan als bedoeld in 2.3.1.1.2 conform de daar genoemde tariefsregeling bij de gemeente in rekening wordt gebracht.
|
|
|
|
|
|
|
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
2.3.1.3
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.1.1.1 bedraagt het tarief:
|
|
|
|
indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld, afhankelijk van de oppervlakte van het betrokken perceel:
|
|
|
2.3.1.3.1
|
bij een oppervlakte van minder dan 1.000 m²
|
€ 580,00
|
|
|
bij een oppervlakte van 1.000 m² tot 5.000 m²
|
€ 1.159,00
|
|
|
bij een oppervlakte van 5.000 m² tot 10.000 m²
|
€ 1.741,00
|
|
|
bij een oppervlakte van 10.000 m² en groter
|
€ 2.326,00
|
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.1.1.1 bedraagt het tarief:
|
|
|
|
indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, afhankelijk van de oppervlakte van het betrokken perceel:
|
|
|
2.3.1.4.1
|
bij een oppervlakte van minder dan 1.000 m²
|
€ 580,00
|
|
|
bij een oppervlakte van 1.000 m² tot 5.000 m²
|
€ 1.159,00
|
|
|
bij een oppervlakte van 5.000 m² tot 10.000 m²
|
€ 1.741,00
|
|
|
bij een oppervlakte van 10.000 m² en groter
|
€ 2.326,00
|
|
2.3.1.5
|
Indien de aanvraag uitsluitend een vooronderzoek als bedoeld in de NEN 5740, naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid betreft
|
€ 146,00
|
|
2.3.1.6
|
Voor het in behandeling nemen van een verzoek om bodeminformatie uit het bodeminformatiesysteem (G-BIS) bedraagt het tarief
|
€ 56,80
|
|
|
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€ 447,00
|
|
|
|
|
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
|
|
|
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): 10% van de bouwkosten met een maximum van
|
€ 491,00
|
|
|
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): 10% van de bouwkosten met een maximum van
|
€ 569,00
|
|
|
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)
|
€ 6.167,00
|
|
|
|
|
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 569,00
|
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)
|
€ 569,00
|
|
2.3.3.6
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)
|
€ 491,00
|
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)
|
€ 569,00
|
|
2.3.3.8
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 569,00
|
|
|
|
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)
|
€ 491,00
|
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)
|
€ 569,00
|
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 6.167,00
|
|
|
|
|
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 569,00
|
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 569,00
|
|
2.3.4.6
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 569,00
|
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)
|
€ 569,00
|
|
2.3.4.8
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 569,00
|
|
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken van bouwwerken in relatie tot brandveiligheid (gebruiksvergunning)
|
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo:
|
|
|
2.3.5.2
|
bedraagt het tarief
|
€ 458,00
|
|
2.3.5.2.1
|
verhoogd met, voor een bouwwerk met een bruto vloeroppervlakte (vlgs NEN 2580),
|
|
|
|
van 0 t/m 100 m² € 458,00;
|
|
|
van 101 t/m 500 m² € 226,00 plus € 2,21 per m²;
|
|
|
van 501 t/m 1.000 m² € 607,00 plus € 1,49 per m²;
|
|
|
van 1.001 t/m 2.000 m² € 996,00 plus € 1,09 per m²;
|
|
|
van 2.001 t/m 4.000 m² € 2.049,00 plus € 0,61 per m²;
|
|
|
van 4.001 t/m 6.000 m² € 3.563,00 plus € 0,24 per m²;
|
|
|
van meer dan 6.000 m² € 4.767,00 plus € 0,06 per m².
|
|
|
|
|
|
|
2.3.6
|
Beoordeling geluidsonderzoek
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.8.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift een akoestisch onderzoek wordt beoordeeld
|
€ 580,00
|
|
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief bij een gebouw of bouwwerk:
|
|
|
2.3.7.1.1
|
met een inhoud tot 50 m³ of een hoeveelheid sloopafval tot 15 m³
|
€ 164,00
|
|
2.3.7.1.2
|
met een inhoud van 50 m³ tot 750 m³ of een hoeveelheid sloopafval van 15 m³ tot 100 m³
|
€ 447,00
|
|
2.3.7.1.3
|
met een inhoud van 750 m³ en meer of een hoeveelheid sloopafval van
|
|
|
|
100 m³ en meer
|
€ 1.175,00
|
|
2.3.7.1.4
|
als er sprake is van een paraplu sloopvergunning
|
€ 447,00
|
|
|
|
|
|
2.3.8
|
Uitweg/inrit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond artikel van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2:12, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€ 40,30
|
|
|
|
|
|
2.3.9
|
Kappen
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€ 40,30
|
|
|
|
|
|
2.3.10
|
Handelsreclame
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het uiten van handelsreclame waarvoor op grond van artikel 4:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist als bedoeld in artikel 2.2 eerste lid, aanhef en onder h van de Wabo, bedraagt het tarief, vermeerderd met de kosten verbonden aan de advisering door de Welstandscommissie (Gelders Genootschap) conform bijlage A onder 4 behorende bij deze verordening.
|
€ 168,00
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3.11
|
Andere activiteiten
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
2.3.11.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€ 433,00
|
|
2.3.12
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.12.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase, het bedrag dat voortvloeit uit de toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft.
|
|
|
2.3.12.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase, het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
2.3.13
|
Advies
|
|
|
2.3.13.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:
|
€ 87,10
|
|
|
|
|
|
2.3.14
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
2.3.14.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
2.3.14.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven
|
€ 433,00
|
|
2.3.14.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven
|
€ 175,00
|
|
|
|
|
|
2.3.15
|
Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied)
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onveminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 43,60
|
Nieuw tarief ivm de nieuwe Wet natuurbescherming. Is gelijk aan tarief 2.10.
|
|
|
|
|
2.3.16
|
Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onveminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 43,60
|
Nieuw tarief ivm de nieuwe Wet natuurbescherming. Is gelijk aan tarief 2.10.
|
|
|
|
|
2.3.15
|
Externe advieskosten
|
|
|
2.3.15.1
|
De in dit hoofdstuk genoemde bedragen worden verhoogd met het bedrag aan externe advieskosten zoals die voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager zijn medegedeeld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde werkdag na de dag waarop op de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.16
|
Aanvraag oud recht
|
|
|
2.3.16.1
|
De in deze Titel genoemde bedragen en activiteiten zijn ook van toepassing op een aanvraag fase 2 reguliere bouwvergunning (oud recht)
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
|
|
|
|
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning zoals bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
|
2.4.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.14 en 2.3.15. De vermindering bedraagt:
|
|
|
2.4.2.1
|
bij 6 tot 10 activiteiten
|
2%
|
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
2.4.2.2
|
bij 10 tot 15 activiteiten
|
3%
|
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
2.4.2.3
|
bij 15 of meer activiteiten
|
5%
|
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
|
|
|
|
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente,
|
|
|
|
bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
|
|
De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan
|
25%
|
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
2.5.1.2
|
indien de aanvraag op een later tijdstip dan in 2.5.1.1 genoemd na het in behandeling nemen ervan, vòòr het verlenen van de vergunning wordt ingetrokken
|
25%
|
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.1.3
|
als de aanvraag om procedurele redenen op verzoek van de gemeente wordt ingetrokken én eenzelfde aanvraag binnen zes maanden na intrekking opnieuw wordt ingediend, wordt van de verschuldigde bouwleges 100% teruggegeven.
|
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 en 2.3.7 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat de kosten van de beoordeling door de welstandscommissie volledig verschuldigd blijven.
|
|
|
|
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt
|
25%
|
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat de kosten van de beoordeling door de welstandscommissie volledig verschuldigd blijven.
|
|
|
|
2.5.3.1
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
|
|
|
|
2.5.4
|
Indien een procedure op grond van artikel 2.3.3.3 en 2.3.4.3 van deze
|
|
|
|
verordening op enig hierna genoemd moment wordt stopgezet, wordt op verzoek teruggaaf van de geheven leges verleend tot onderstaand percentage:
|
|
2.5.4.1
|
voor de beslissing over de zienswijzen
|
25%
|
|
|
|
|
|
2.5.5
|
Indien een procedure op grond van artikel 2.8.1 van deze verordening op
|
|
|
|
enig hierna genoemd moment wordt stopgezet, wordt op verzoek teruggaaf van de geheven leges verleend tot onderstaand percentage:
|
|
2.5.5.1
|
voor de ter inzage legging van het ontwerp-bestemmingsplan
|
25%
|
|
2.5.5.2
|
voor de vaststelling van het bestemmingsplan
|
20%
|
|
|
|
|
|
2.5.6
|
Indien een procedure op grond van artikel 2.8.3 van deze verordening op
|
|
|
|
enig hierna genoemd moment wordt stopgezet, wordt op verzoek teruggaaf van de geheven leges verleend tot onderstaand percentage:
|
|
2.5.6.1
|
voor de beslissing over de zienswijzen
|
25%
|
|
|
|
|
|
2.5.7
|
Leges die in rekening zijn gebracht voor externe advieskosten en beoorde-
|
|
|
|
ling van diverse rapporten blijven in alle vorenstaande gevallen verschuldigd.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
|
Verwezen wordt naar Hoofdstuk 5
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
|
|
|
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project
|
€ 175,00
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen
|
|
|
|
|
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 7.711,00
|
|
2.8.2
|
Indien de procedure als genoemd in artikel 2.8.1 niet afzonderlijk wordt behandeld, maar in gezamenlijk verband én indien deze wordt betrokken bij een gemeentelijk initiatief tot vaststelling van een bestemmingsplan dan bedraagt het tarief (exclusief de kosten die verbandhouden met het opstellen van het bestemmingsplan cq het uitvoeren van onderzoeken welke toe te rekenen zijn aan de betreffende locatie.)
|
€ 771,00
|
10% van € 7711,00
|
2.8.3
|
Indien de procedure als genoemd in artikel 2.8.1 niet afzonderlijk wordt behandeld, maar in gezamenlijk verband dan bedraagt het tarief indien sprake is van:
|
|
|
2.8.3.1
|
Twee locaties
|
€ 4.626,00
|
60% van € 7.711,00
|
2.8.3.2
|
Drie tot en met vijf locaties
|
€ 3.085,00
|
50% van € 7.711,00
|
2.8.3.3
|
Zes of meer locaties
|
€ 1.928,00
|
25% van € 7.711,00
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, of artikel 3.6, 1e lid onder bvan de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 6.683,00
|
|
2.8.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag/verzoek om planologische medewerking (een voor bezwaar vatbaar besluit)
|
€ 563,00
|
|
2.8.3.1
|
Indien de aanvraag/het verzoek om planologische medewerking leidt tot een procedure tot wijziging van het bestemmingsplan (artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening) of een procedure als bedoeld in artikel 2.12 lid 1 onder a 3O,dan worden de daarvoor geheven leges met deze leges verrekend.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 Sloopmelding
|
|
|
|
nvt
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
|
|
|
|
|
|
2.10
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking
|
€ 43,60
|
|
|
|
|
|
|