Nadere regels subsidie voor amateurkunst 2017 gemeente Delfzijl

Algemene Subsidie verordening Delfzijl 2017 en nadere regelingen.

 

De raad van de gemeente Delfzijl heeft in de vergadering van 22 december 2016 de Algemene Subsidie verordening Delfzijl 2017 vastgesteld. Deze verordening treedt op 1 januari 2017 in werking.

 

Het college van burgemeester en wethouders hebben de volgende nadere regels behorende bij de Algemene Subsidieverordening vastgesteld:

  • Nadere regels voor peuterspeelzaalwerk

  • Nadere regels voor evenementen

  • Nadere regels voor culturele activiteiten

  • Nadere regels voor amateurkunst

  • Nadere regels voor migrantenorganisaties

  • Nadere regels voor welzijnsactiviteiten.

 

De genoemde nadere regels treden op 1 januari 2017 in werking.

 

De documenten liggen ter inzage in het gemeentehuis. U kunt zich hiervoor melden bij de receptie van het Klant Contact Centrum. U vindt de documenten ook op www.delfzijl.nl.

 

 

Nadere regels subsidie voor amateurkunst

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Delfzijl;

 

overwegende dat in de "Algemene Subsidieverordening Delfzijl 2017" de wettelijke grondslag voor de subsidieverstrekking ten behoeve van activiteiten is vastgelegd;

 

dat zij op grond van artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Delfzijl 2017 bevoegd zijn nadere regels te stellen waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein worden beschreven;

 

besluiten vast te stellen de volgende:

 

nadere regels subsidie voor amateurkunst 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    amateurkunst: de niet beroepsmatige beoefening van kunst in groepsverband door een stichting of vereniging;

  • 2.

    lid: een actieve beoefenaar bij het realiseren van de culturele doelstellingen van de instelling.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt ter uitvoering van amateurkunst.

  • 2.

    De instelling dient zich met zijn activiteiten tenminste eenmaal per jaar in het openbaar te presenteren. Onder openbaar wordt verstaan een voor een breed publiek toegankelijke voorstelling of concert in de gemeente Delfzijl, waaraan door publiciteit bekendheid wordt gegeven. Het zijn geen optredens op bedrijfsfeesten, politiek getinte feesten, begeleiding van kerkdiensten of vergelijkbaars.

  • 3.

    De meerderheid van het aantal leden van de instelling is woonachtig in de gemeente Delfzijl.

  • 4.

    Indien van toepassing wordt subsidie slechts verstrekt voor zover dit in overeenstemming is met beleid dat in nota's of programma's door de raad of het college is vastgelegd. Bedoeld beleid is richtinggevend bij de beslissing omtrent subsidieverstrekking.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan een instelling, die is aangesloten bij een erkende landelijke, provinciale of regionale organisatie voor zover deze aanwezig is en gevestigd is in Delfzijl.

Artikel 4 Berekening van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt een vast bedrag:

    • a.

      per muziekvereniging met:

      • -

        20 tot 30 leden: € 350,00

      • -

        30 tot 40 leden: € 650,00

      • -

        vanaf 40 leden: € 1000,00

    • b.

      per zangvereniging met minimaal 20 leden: € 350,00

    • c.

      voor overige verenigen met minimaal 10 leden of voor stichtingen: € 150,00

  • 2.

    Voor de berekening van het aantal leden wordt uitgegaan van de meest actuele ledenlijst van het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend.

Artikel 5 Verdeling van het subsidieplafond

Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

 

Als meerdere subsidie aanvragen op het zelfde tijdstip binnenkomen wordt er door middel van loting besloten aan welke subsidie aanvraag tegemoet wordt gekomen. Dit is alleen van belang wanneer het subsidieplafond bijna is bereikt en wanneer een van deze aanvragen het subsidieplafond zou overschrijden.

Artikel 6 Reservevorming en verrekening

  • 1.

    Voor de hoogte van de subsidie per kalenderjaar geldt de regel dat, voor zover de subsidie niet geheel is gebruikt, deze subsidie gereserveerd mag worden. Deze reservering mag echter niet meer bedragen dan 15% van de totale jaaromzet volgens de laatste exploitatierekening. Het meerdere wordt verrekend met de verstrekte subsidie.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie per kalenderjaar wordt vastgesteld overeenkomstig de subsidieverlening met dien verstande dat voor zover de subsidie niet geheel gebruikt is voor de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, het bedrag van de niet gebruikte subsidie gereserveerd mag worden tot maximaal 15% van het maximale bedrag, waarvoor subsidie is verleend. Indien daarna nog een restbedrag van de niet gebruikte subsidie overblijft, wordt de subsidie dienovereenkomstig lager vastgesteld. In de situatie dat sprake is van meerdere subsidiegevers wordt het bedrag dat geacht wordt niet te zijn gebruikt door ons college bepaald op basis van een toerekening van de niet benodigde middelen aan de verschillende subsidiegevers naar rato van het door ieder verstrekte subsidiebedrag.

  • 3.

    Indien sprake is van een onverschuldigd betaald subsidiebedrag wordt dit verrekend met de aan dezelfde subsidieontvanger voor een ander tijdvak verstrekte subsidie voor dezelfde activiteiten.

     

    Toelichting Voorbeeld

     

    “Stel, aan een instelling is door ons college in een subsidieverleningbeschikking een bedrag van maximaal € 1.000,00 toegekend. Dit bedrag is via een voorschot betaald. Daarnaast heeft een andere subsidiegever de instelling een subsidie van € 500,00 toegekend. De verhouding is dus 2/3 gemeentelijke subsidie en 1/3 van de andere subsidiegever. De activiteiten hebben € 1.200,00 gekost. Het beoogde gemeentelijke aandeel daarin is 2/3 van € 1.200,00 is € 800,00. De niet gebruikte subsidie is in totaal € 300,00. Op basis van de aangegeven verhouding is het bedrag van de niet gebruikte gemeentelijke subsidie derhalve 2/3 van € 300,00 is € 200,00.

     

    Van de niet gebruikte gemeentelijke subsidie mag maximaal 15% van het totale subsidiebedrag dat verleend is, gereserveerd worden. In dit geval maximaal 15% van € 1.000,00 is € 150,00.

     

    Bij de vaststelling wordt vervolgens het definitieve subsidiebedrag bepaald op € 800,00 plus € 150,00 is € 950,00.

     

    Het voorgaande houdt in dat € 1.000,00 (het voorschot) minus € 950,00 (de vastgestelde subsidie) is € 50,00 teveel is betaald. Dit bedrag wordt als onverschuldigd teruggevorderd en vervolgens verrekend met de subsidie voor een ander tijdvak.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen beargumenteerd afwijken van bovenstaande bepalingen.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 2.

    De regeling wordt aangehaald als: nadere regels subsidie voor amateurkunst 2017

  • 3.

    De regeling nadere regels subsidie voor amateurkunst wordt per 1 januari 2017 ingetrokken.

     

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders op 6 december 2016

Gerard Beukema

(burgemeester)

Peter Leeuw

(secretaris)

Naar boven