Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Alkmaar

De raad van de gemeente Alkmaar;

 

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlage nr. 2016-2013;

 

gelet op het advies van de Ruimte;

 

b e s l u i t

Vast te stellen de Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening gemeente Alkmaar;

 

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Alkmaar

Artikel 1 – Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

  • b.

    Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

  • c.

    Antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet;

  • d.

    Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de Wet;

  • e.

    Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit;

  • f.

    Klager: Klager als bedoeld in artikel 1 van het Besluit;

  • g.

    Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 - Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 - Inrichting antidiscriminatievoorziening

  • 1.

    Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

  • 2.

    Als inrichting van de antidiscriminatievoorziening wordt aangewezen Art.1 Bureau antidiscriminatiezaken Noord-Holland Noord.

  • 3.

    De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    • a.

      per post;

    • b.

      per e-mail;

    • c.

      telefonisch;

    • d.

      op een door de gemeente beschikbaar gestelde locatie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

Artikel 4 - Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van het Besluit regelt in ieder geval:

  • a.

    de afdoeningstermijn van klachten;

  • b.

    de wijze van afdoening van klachten;

  • c.

    de registratie van klachten.

Artikel 5 - Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1.

    Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

  • 2.

    Het college draagt zorg voor de deskundigheid van de medewerkers die deze meldingen op adequate manier opnemen en de klager doorverwijzen naar de antidiscriminatievoorziening.

Artikel 6 Inwerkingtreding

  • 1.

    De Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening gemeente Alkmaar van 14 januari 2010, de Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening gemeente Graft-De Rijp en de Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening gemeente Schermer wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2017.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening gemeente Alkmaar.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2016.

 

De raad voornoemd,

P.M. Bruinooge,

voorzitter

drs. A.P.A. Koolen,

griffier

Toelichting

Algemeen

Artikel 1 van de Wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Zie ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening.

Artikel 2, tweede lid, van de Wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad “met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels “vaststelt” omtrent de inrichting van de antidiscriminatievoorziening, bedoeld in artikel 1, en de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a.” De wet is als bijlage toegevoegd aan deze verordening.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 – Begripsbepalingen

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

 

Artikel 2 - Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Zoals in het algemene deel van deze toelichting al aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de Wet. In wetstechnische zin is het dan ook niet noodzakelijk om deze hier te herhalen. Er is voor gekozen om dat wel te doen, nu deze zorgplicht zozeer de kern van deze regelgeving uitmaakt, dat het opnemen ervan sterk bijdraagt aan de begrijpelijkheid van deze verordening.

 

Artikel 3 – Inrichting antidiscriminatievoorziening

Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het Besluit, dat luidt: “Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”. Ook op een verantwoorde omgang met gegevens zal worden toegezien. De antidiscriminatievoorziening dient aan te geven of ze beschikt over een opleidingprotocol waar klachtbehandelaars gebruik van kunnen maken. Ook moet worden aangegeven hoe vaak van behandelaars wordt verwacht aan een opleiding deel te nemen. Het landelijke expertisebureau van Art.1 kan de opleidingen en cursussen verzorgen.

De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet- fysiek kan melden.

De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent tevens dat een burger redelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. De gemeente draagt zorg voor de aanwezigheid van een locatie. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een bestaande balie (zie ook de toelichting bij artikel 5). Uiteraard kan ook worden afgesproken dat de antidiscriminatievoorziening op locatie aanwezig is, zodat klachten direct bij de voorziening kunnen worden ingediend.

Bij niet-fysiek wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via sms, telefoon (0900 landelijk en 0900 ADV), brief of email om de klacht te melden of in te dienen.

Ook hier geldt dat op de gemeente een zorgplicht rust om ervoor zorg te dragen dat burgers kennis kunnen nemen van deze mogelijkheden.

 

Artikel 4 – Protocol klachtenbehandeling

Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het Besluit dat luidt: “De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten”.

Eenmaal per jaar brengt het bureau antidiscriminatiezaken Noord-Holland Noord verslag uit aan de gemeente Alkmaar op basis van de gemaakte afspraken.

 

Artikel 5 – Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet bevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat om daar op een praktische wijze invulling aan te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeente zelf aanwezig te zijn. Een gemeente kan zich bijvoorbeeld aansluiten bij een (bestaande) regionale antidiscriminatievoorziening. In Alkmaar hebben wij gekozen voor Bureau antidiscriminatiezaken Art. 1 Noord-Holland Noord. Dit bureau verzorgt al langere tijd deze taak voor de gemeente. Voor de nodige laagdrempeligheid wordt gezorgd voor een doorverwijsfunctie binnen de gemeentelijke organisatie zoals bijvoorbeeld een loket burgerzaken, slachtofferhulp of WMO-loket.

In de wet is uitdrukkelijk aangegeven dat de antidiscriminatievoorziening onafhankelijk is en op geen enkele wijze onder het gezag van de (gemeentelijke) overheid kan vallen. Hierin is tegemoet gekomen door de keuze voor Bureau antidiscriminatiezaken Noord-Holland Noord.

 

Artikel 6 - Inwerkingtreding

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

 

Artikel 7 - Citeertitel

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

Naar boven