Gemeenteblad van Blaricum
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Blaricum | Gemeenteblad 2016, 187894 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Blaricum | Gemeenteblad 2016, 187894 | Overige besluiten van algemene strekking |
Mandaat volmacht machtigingsbesluit Crisisdienst 2017
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Blaricum
Het portefeuillehoudersoverleg Sociaal Domein Regio Gooi en Vechtstreek in zijn vergadering van 30 juni 2016 heeft besloten een crisisdienst voor huiselijk geweld en kindermishandeling vanaf 1 januari 2017 bij Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek onder te brengen, en dat uit de onderliggende stukken blijkt dat dit zowel ziet op:
de taak jeugdhulp te allen tijde bereikbaar en beschikbaar te hebben in situaties waarin onmiddellijke uitvoering van taken is geboden en dat het portefeuillehoudersoverleg daarmee heeft beoogd de situaties tijdens kantooruren waarin reeds een jeugdhulpaanbieder betrokken is, uit te zonderen, als op
Het onderbrengen van de onder 2 genoemde taken bij Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van de 24/7 crisisinterventies aan inwoners met als resultaat dat acuut huiselijk geweld en kindermishandeling stopt en snel in samenwerking met de uitvoeringsdiensten passende (jeugd)hulp wordt georganiseerd.
Dat de uitvoering van de onder 2 genoemde taken deels zal plaatsvinden binnen het wettelijk kader van de Jeugdwet, voor zover die wet ziet op het uitvoeren van jeugdhulp in situaties waarin onmiddellijke uitvoering van taken geboden is (art. 2.6 lid 1 onder b Jeugdwet) en dat voor zover bij de uitvoering van de onder 2 genoemde taken wordt gehandeld binnen het kader van de Jeugdwet, er wordt opgetreden als jeugdhulpaanbieder, waardoor in het bijzonder de hoofdstukken 4 en 7 van de Jeugdwet van toepassing zijn.
Dat nu aanpassing van de gemeenschappelijke regeling Regio Gooi en Vechtstreek vóór 1 januari 2017 met het oog op de hiervoor vermelde taakopdracht aan de Regio per 1 januari 2017 niet mogelijk is, is gekozen voor de mogelijkheid die de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt om met behulp van mandaat, volmacht en machtiging de uitvoering van de onder 2 genoemde taken voor zover dit plaatsvindt binnen het wettelijk kader van de Jeugdwet, bij de Regio onder te brengen.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden in mandaat, volmacht dan wel machtiging wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, verordeningen, regelingen, besluiten, aanwijzingen en richtlijnen, hoe ook genaamd, van Europese, rijks, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen in acht genomen.
Artikel 3 Verantwoordelijkheid
De uitoefening van de bevoegdheden in mandaat, volmacht dan wel machtiging vindt plaats in naam en onder verantwoordelijkheid van het college.
Artikel 4 Begrenzing mandaat, volmacht en machtiging
De uitoefening van de bevoegdheden in mandaat, volmacht en machtiging geschiedt uitsluitend ten behoeve van de uitvoering van de crisisdienst Jeugdwet.
Artikel 5 Voldoen aan Jeugdwet
De gemandateerde draagt zorg dat waar medewerkers van Veilig Thuis optreden als jeugdhulpverlener, deze medewerkers voldoen aan de verplichtingen en eisen als bedoeld in paragraaf 7.3 van de Jeugdwet (toestemming, dossier en privacy).
De gemandateerde neemt bij de uitvoering van de Crisisdienst Jeugdwet de bepalingen van paragraaf 7.1 van de Jeugdwet in acht.
Artikel 7 Reikwijdte mandaat, volmacht en machtiging; instructies en voorschriften
1.De verlening van de bevoegdheden in mandaat, volmacht dan wel machtiging geschiedt in de ruimste zin des woords voor zover direct te maken hebbend met de opgedragen taken.
1.2. De gemandateerde is bevoegd tot het verrichten van alle handelingen, benodigd voor de voorbereiding, bekendmaking en uitvoering van een door hem krachtens mandaat genomen besluit.
1.3. De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht en de bij of krachtens wettelijke regelingen door het college vastgestelde richtlijnen, beleidsregels, evenals de financiële afspraken die gelden op grond van de regeling voor de uitoefening van de betreffende taak.
1.4. Eenieder aan wie krachtens dit besluit mandaat, volmacht of machtiging (of het recht van substitutie) is verleend past de algemene dan wel specifieke instructie als bedoeld in artikel 10:6 Algemene wet bestuursrecht, van het college, respectievelijk de burgemeester toe.
1.5. Het college zorgt er voor dat de algemeen directeur over de aan het college bekende informatie beschikt die noodzakelijk is voor een correcte uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden. De algemeen directeur zorgt er voor dat de personen aan wie hij ondermandaat verleent eveneens kunnen beschikken over de informatie bedoeld in de eerste volzin.
1.6. Waar volmacht is verleend tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen ter uitvoering van een daarop betrekking hebbend besluit wordt onder de volmacht ook begrepen het bewaken van de uitvoering van die rechtshandeling, waartoe onder meer worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden.
1.In de ondertekening van besluiten dient tot uitdrukking te worden gebracht, dat het besluit is genomen krachtens mandaat. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden:
“namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Blaricum,
de algemeen directeur van de Regio Gooi en Vechtstreek
2. Bij de uitoefening van volmacht moet de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de gemeente blijken uit de ondertekende stukken.
1. Indien en voor zover niet anders is aangegeven, is ondermandaat en het recht van substitutie (doorgeven van volmacht en machtiging) toegestaan na afstemming met het college respectievelijk de burgemeester. Op het ondermandaat en op de doorgegeven volmacht en machtiging zijn alle bepalingen van dit besluit van overeenkomstige toepassing.
2.Ondermandatering en het doorgeven van volmacht geschieden bij schriftelijk besluit door de oorspronkelijke gemandateerde of gevolmachtigde.
De oorspronkelijke gemandateerde of gevolmachtigde blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van de ondergemandateerde of doorgegeven bevoegdheden.
3.Ondermandaten en de doorgegeven volmachten worden ter kennis van het college gebracht.
3.4. Bij ondermandaat geschiedt de ondertekening op de wijze als bepaald in artikel 5, waarbij voor gemandateerde ontvanger de naam en functie van de ondergemandateerde moet worden ingevuld.
Artikel 10 Mandatering van bevoegdheden, verlenen volmacht en machtiging
1.Het college verleent aan de algemeen directeur mandaat, volmacht en machtiging met het oog op de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 2.6 onder b van de Jeugdwet en de daarmee verband houdende bevoegdheden, te weten dat:
jeugdhulp te allen tijde bereikbaar en beschikbaar is in situaties waar onmiddellijke uitvoering van taken is geboden;
2.Het college verleent aan de algemeen directeur mandaat, volmacht en machtiging met het oog op de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 4.1.1 lid 1 en 2 van de Jeugdwet en de daarmee verband houdende bevoegdheden, te weten dat:
Verantwoorde hulp wordt verleend, waaronder wordt verstaan hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of de ouder;
Zodanig wordt georganiseerd, kwalitatief en kwantitatief zodanig van personeel en materieel wordt voorzien en zorg wordt gedragen voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot verantwoorde hulp.
3.Het college verleent aan de algemeen directeur mandaat, volmacht en machtiging met het oog op de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 4.1.6 lid 1, van de Jeugdwet en de daarmee verband houdende bevoegdheden, te weten dat:
Personen die in hun opdracht beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger in contact kunnen komen met jeugdigen of ouders aan wie de jeugdhulp wordt of is verleend of aan wie een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering is opgelegd in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.
6.Het college verleent aan de algemeen directeur mandaat, volmacht en machtiging met het oog op de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 4.1.8 lid 1 van de Jeugdwet en de daarmee verband houdende bevoegdheden, te weten dat:
Aan de ingevolge de Jeugdwet met het toezicht belastbare ambtenaren onverwijld melding wordt gedaan van:
a. iedere calamiteit die bij de verlening van jeugdhulp heeft plaatsgevonden, en
b. geweld bij de verlening van jeugdhulp.
7.Het college verleent aan de algemeen directeur mandaat, volmacht en machtiging met het oog op de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 4.1.9 van de Jeugdwet en de daarmee verband houdende bevoegdheden te weten dat:
Een vertrouwenspersoon in de gelegenheid wordt gesteld zijn taak uit te oefenen.
8 . Het college verleent aan de algemeen directeur mandaat, volmacht en machtiging met het oog op de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 4.2.1 van de Jeugdwet en de daarmee verband houdende bevoegdheden, te weten dat:
Een regeling wordt getroffen voor de behandeling van klachten over gedragingen van de Crisisdienst Jeugdwet en van voor de Crisisdienst Jeugdwet werkzame personen jegens een jeugdige, ouder, ouder zonder gezag, voogd, degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag over de jeugdige uitoefent of een pleegouder in het kader van de verlening van jeugdhulp.
Maatschappelijke verantwoording
9.Het college verleent aan de algemeen directeur mandaat, volmacht en machtiging met het oog op de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 4.3.1 van de Jeugdwet en de daarmee verband houdende bevoegdheden, te weten dat:
Jaarlijks een verslag wordt opgesteld over de naleving van deze wet in het voorafgaande jaar met betrekking tot regels omtrent de kwaliteit van de jeugdhulp onderscheidenlijk de kwaliteit van de uitvoering van de taken, het klachtrecht en de medezeggenschap.
Burgerservicenummer 10. Het college verleent aan de algemeen directeur mandaat, volmacht en machtiging met het oog op de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 7.2.1, artikel 7.2.2 en artikel 7.2.6 van de Jeugdwet en de daarmee verband houdende bevoegdheden, te weten dat:
- Het burgerservicenummer van een jeugdige wordt gebruikt met het doel te waarborgen dat de in het kader van de uitvoering van de Jeugdwet en de daarop berustende bepalingen te verwerken persoonsgegevens op die jeugdige betrekking hebben.- Het burgerservicenummer van een jeugdige wordt vastgesteld bij het eerste contact met de jeugdige in het kader van de uitvoering van deze wet en de daarop berustende bepalingen.- Van de genoemde verplichtingen mag worden afgeweken voor zolang dit noodzakelijk is met betrekking tot spoedeisende gevallen.
Gegevensverwerking ten behoeve van de uitvoering van de wet en ten behoeve van beleidsinformatie
11.Het college verleent aan de algemeen directeur mandaat, volmacht en machtiging met het oog op de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 7.4.0 lid 1 en 2 van de Jeugdwet en de daarmee verband houdende bevoegdheden te weten dat:- Persoonsgegevens worden verwerkt van een jeugdige of zijn ouders, waaronder het burgerservicenummer van de jeugdige en andere bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor:
a. de toeleiding naar, advisering over, bepaling van of het inzetten van een voorziening op het gebied van de jeugdhulp;
b. het doen van een verzoek tot onderzoek bij de raad voor de kinderbescherming of de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering .
- Kosteloos persoonsgegevens worden verstrekt van een jeugdige of zijn ouders, waaronder het burgerservicenummer van de jeugdige en andere bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, die voor het college of door het college aangewezen personen noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden bedoeld in artikel 7.4.0 lid 1 Jeugdwet .
12.Het college verleent aan de algemeen directeur mandaat, volmacht en machtiging met het oog op de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 7.4.3 van de Jeugdwet en de daarmee verband houdende bevoegdheden te weten dat:
Kosteloos gegevens aan het college en o nze m inisters als bedoeld in artikel 1.1 Jeugdwet worden verstrekt ten behoeve van de verwerking, bedoeld in artikel 7.4.1, eerste lid en tweede lid. Deze verstrekking kan zowel een structureel als incidenteel karakter hebben.
Wet bescherming persoonsgegevens ( Wbp )
Het college verleent aan de algemeen directeur mandaat, volmacht en machtiging tot de uitoefening van taken voortvloeiend uit de artikelen 35 tot en met 39 en 43 van de Wet bescherming persoonsgegevens uitsluitend voor zover deze zien op de taakuitoefening van de uitvoering van de Crisisdienst Jeugdwet.
De burgemeester verleent volmacht, met recht van substitutie, aan de algemeen directeur, tot het verrichten van alle privaatrechtelijke rechtshandelingen die verband houden met of voortvloeien uit de in de artikelen 10 bedoelde bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Artikel 13Informatie en overlegplicht
1. De gemandateerde, gevolmachtigde of degene die in de plaats van de gevolmachtigde de (rechts)handeling verricht, stelt het college in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten en/of verrichte (rechts)handelingen waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door het college gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:
a. de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;
de algemeen directeur het noodzakelijk acht af te wijken van de door het college vastgestelde kaders en beleid.
2. De algemeen directeur draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem in mandaat en onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen krachtens ondermandaat genomen besluiten via de reguliere planning en controlecyclus, een en ander in overleg met het college.
3. De algemeen directeur draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem op basis van volmacht en onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen krachtens ondervolmacht verrichte rechtshandelingen via de reguliere planning en controlecyclus, een en ander in overleg met het college.
4. Periodiek evalueert de algemeen directeur in samenspraak met het college de mandaatverlening en de informatieverstrekking.
Dit besluit wordt aangehaald als “Mandaatbesluit Crisisdienst 2017”.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-187894.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.