Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Scherpenzeel houdende belastingregels voor gebruik van begraafplaatsen Verordening lijkbezorgingsrechten 2017

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de begraafplaatsen Glashorst, oud-Lambalgen en nieuw-Lambalgen;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken, het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • e.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen.

  • i.

    graf: een zand of keldergraf

  • j.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen een onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand

  • k.

    grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf of gedenkplaats.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2016’ van 17 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking van het in voorgaande lid bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 5.

    Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2017'.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 15 december 2016.

B.S. van Ginkel-Schuur

Griffier

B. Visser

voorzitter

Tarieventabel behorende bij de "Verordening Lijkbezorgingsrechten 2017".  

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

 

1.1

voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf voor één

lijk wordt geheven

1.1.1

voor een periode van 30 jaar

852,55

1.1.2

voor een periode van 40 jaar

1.287,80

1.2

voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf voor twee

lijken wordt geheven

1.2.1

voor een periode van 30 jaar

1.284,30

1.2.2

voor een periode van 40 jaar

1.927,20

1.3

voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt

geheven

1.3.1

voor een periode van 30 jaar

514,90

1.3.2

voor een periode van 40 jaar

733,35

1.4

voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven:

1.4.1

voor een periode van 30 jaar

1.116,75

1.4.2

voor een periode van 40 jaar

1.675,05

1.5

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1, 1.2,

1.3 en 1.4 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft

van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het

uitsluitend recht voor een periode van 30 jaar.

 

Hoofdstuk 2 Begraven

 

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder

wordt geheven

1.801,20

2.2

 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt

geheven

452,55

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt

geheven

897,40

2.4

 Voor het begraven op buitengewone uren, zoals bedoeld in artikel 10

van de Beheers verordening gemeentelijke begraafplaatsen

Scherpenzeel 2001 wordt het recht, bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3

verhoogd met

1.101,65

2.5

 Voor het begraven van levenloos geboren, of kort na de geboorte

overleden zuigelingen, die in één kist worden begraven, wordt het

begraafrecht als bedoeld in 2.2 eenmaal geheven.

2.6

 Indien tegelijkertijd twee overledenen in één graf worden begraven,

wordt voor het begraven van de tweede overledene de helft van de

rechten zoals bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 geheven.

 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

 

3.1

voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven

3.1.1

in een urnen nis

231,45

3.1.2

in een eigen urnengraf

231,45

3.1.3

in een eigen graf

231,45

3.1.4

in een algemeen urnengraf

231,45

3.1.5

in een algemeen graf

231,45

 

Hoofdstuk 4 Grafkelders

 

4.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen

van een grafkelder, bedoeld in artikel 16 van de

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen

Scherpenzeel 2001, wordt geheven

695,80

4.2

 Voor de aankoop van een tweepersoonsgrafkelder op begraafplaats

Lambalgen (zuidelijke kamer) wordt geheven

2.969,95

 

Hoofdstuk 5 Grafbedekking

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of

vernieuwen van een grafbedekking, bedoeld in artikel 20 van de Beheers-

verordening begraafplaatsen Scherpenzeel 2001, wordt geheven

 

 

€ 132,35

 

Hoofdstuk 6 Inschrijven en overboeken van eigen graven

6.1

 Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een

daartoe bestemt register wordt geheven

2,65

6.2

 Voor het inschrijven en overboeken van eigen urnengraven in een

daartoe bestemt register wordt geheven

2,65

6.3

Voor het inschrijven en overboeken van urnen nissen in een

daartoe bestemt register wordt geheven

2,65

 

Hoofdstuk 7 Opgraven

7.1

Voor het opgraven van een lijk of de overblijfselen van een lijk

wordt geheven

 

 

2.141,40

7.2

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt

geheven

 

 

1.325,80

7.3

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven

207,90

7.4

Voor het na opgraven van een asbus weer bijzetten in een ander

graf

 

 

231,40

 

Hoofdstuk 8 Overige heffingen

8.1

Voor het luiden van de klok wordt geheven per kwartier

80,90

8.2

Voorloper (per voorloper)

99,30

 

Naar boven