Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

 

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GILZE EN RIJEN;

gezien het voorstel, genummerd RS16.00174, van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en artikel 229, eerste lid,

aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 2, tweede lid en artikel 7 van de Paspoortwet;

b e s l u i t :

vast te stellen de "Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017"

(Legesverordening 2017)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening c.q. de bij deze verordening behorende tarieventabel verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    'maand': 'maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ’kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • f.

    ‘ideële instelling’: een vereniging of stichting die als doel heeft ideële of maatschappelijke activiteiten te ontplooien.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

a.

het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

b.

het verrichten van handelingen voor een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument,

dan wel degene voor wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

a.

bewijs van in leven zijn, ter verkrijging van enige uitkering ten laste van een openbaar lichaam;

b.

verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

c.

Collectevergunningen;

d.

beschikkingen of afschriften van aanstelling, benoeming, bevordering enz. met betrekking tot enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

e.

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor gebouwen ten behoeve van de publieke dienst van deze gemeente;

f.

het raadplegen van de bij de gemeente beschikbare informatie uit de Basisregistratie Kadaster door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;

g.

diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening

(grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

h.

diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

i.

het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2 a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

j.

diensten, door openbare besturen, ambtenaren of openbare instellingen in het openbaar belang verzocht, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen in deze verordening is voorzien.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

1.

De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in dit artikel bepaalde;

2.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet;

3.

Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke

kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke

kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 1.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 2.

    In afwijking van artikel 4:90, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wordt in geval van contante betaling geen kwitantie afgegeven.

  • 3.

    Indien de leges, op het moment van het in behandeling nemen van een aanvraag om een dienst, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven

dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en

overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende

tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn, of

  • b.

    het gevolg zijn nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving, die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • -

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • -

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • -

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen)

    • -

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • -

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens)

    • -

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • -

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of later wijzigen van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2016’ van 5 november 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3.

    Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd (Kamerstukken I 2015/2016, 34358 (R2065), nr. A), tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:

    “2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.”

  • 4.

    Indien artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt, worden de onderdelen 2.3.12 en 2.3.13 van de bij deze verordening behorende tarieventabel vervangen door:

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied)

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 238,00

2.3.13

Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 238,00

5.De op grond van het vierde lid vervangen onderdelen blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de in artikel 13, derde lid, onder b, bedoelde datum van ingang van heffing hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid is de datum van ingang van de heffing van:

    • a.

      artikel 12, derde lid, het tijdstip waarop het in dat lid genoemde wetsvoorstel tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt.

    • b.

      artikel 12, vierde lid, het tijdstip waarop artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Legesverordening Gilze en Rijen 2017".

Aldus vastgesteld in de openbare

vergadering van 19 december 2016.

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier, de voorzitter,

mr. J.W. Timmermans dr. A.J.W. Boelhouwer

Naar boven