Verordening tot wijziging van de verordeningen afvalstoffenheffing, rioolheffing, onroerende-zaakbelastingen en hondenbelasting 2017 in verband met de invoering van automatische incasso

De raad van de gemeente Wageningen;

 

gelezen het voorstel aan de raad, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 8 november 2016;

 

gelet op artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer en artikelen 220 tot en met 220h, 226 een 228a van de Gemeentewet;

 

Besluit de Verordening tot wijziging van de verordeningen afvalstoffenheffing, rioolheffing, onroerende-zaakbelastingen en hondenbelasting 2017 in verband met de invoering van automatische betalingsincasso vast te stellen.

 

Artikel I

In artikel 8 van de Verordening afvalstoffenheffing 2017 wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

 

2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,-, doch minder is dan € 2.500,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de in artikel 6, eerste lid, bedoelde aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Artikel II

Artikel 10 van de Verordening rioolheffing 2017 wordt als volgt aangepast:

 

  • 1.

    Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

     

    2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,-, doch minder is dan € 2.500, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

     

  • 2.

    In het derde lid (nieuw) wordt 'het eerste lid van dit artikel' vervangen door 'de eerste twee leden van dit artikel'.

Artikel III

Artikel 7 van de Verordening onroerende-zaakbelastingen 2017 wordt als volgt aangepast:

 

  • 1.

    Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

     

    2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,-, doch minder is dan € 2.500,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

     

  • 2.

    In het derde lid (nieuw) wordt 'het eerste lid' vervangen door 'voorgaande leden'.

Artikel IV

Artikel 9 van de Verordening hondenbelasting 2017 wordt als volgt aangepast:

 

  • 1.

    Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

     

    2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,-, doch minder is dan € 2.500, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

     

  • 2.

    In het derde lid (nieuw) wordt 'het eerste lid' vervangen door 'voorgaande leden'.

Artikel V
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017, of zo dit later is, op de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt in dat geval terug tot en met 1 januari 2017.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening tot wijziging van de verordeningen afvalstoffenheffing, rioolheffing, onroerende-zaakbelastingen en hondenbelasting 2017 in verband met de invoering van automatische betalingsincasso.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 12 december 2016

de voorzitter,

de griffier,

Inzage

Dit besluit wordt met deze elektronische publicatie bekendgemaakt en tevens ter inzage gelegd.

Bezwaar

Op dit besluit is geen bezwaar en beroep mogelijk.

Naar boven