Wijziging Verzamel uitvoeringsbesluit subsidies Coevorden 2016 (4e wijziging)

Het college van burgemeester en wethouders van Coevorden;

gelezen het voorstel van de afdeling Leefomgeving, team Economie & Leefbaarheid d.d. <datum>;

overwegende, dat het gewenst is naar aanleiding van de evaluatie van de uitvoering van Hoofdstuk V. ‘voorschoolse educatie het Verzameluitvoeringsbesluit subsidies Coevorden 2016 te wijzigen;

gelet op artikel 2 lid 2 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012;

 

besluit:

 

vast te stellen de navolgende

 

Wijziging van het Verzameluitvoeringsbesluit subsidies Coevorden 2016 ( 4e wijziging)

 

 

Artikel I  

Hoofdstuk V. Voorschoolse educatie wordt vervangen door:

 

Hoofdstuk V Voorschoolse educatie 2017

Artikel 17 Begripsomschrijving

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    Beroepskracht: een beroepskracht voorschoolse educatie als bedoeld in hoofdstuk 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen of de beroepskracht voorschoolse educatie als bedoeld in hoofdstuk 2 van die wet;

  • b.

    Doelgroeppeuter: peuter van 2,5 tot 4 jaar met een leerlinggewicht en/of een (risico op) taalachterstand door onvoldoende taalaanbod in het Nederlands blootstellingsachterstand);

  • c.

    Houder: houder als bedoeld in artikel 1.1 lid lof als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen:

    • 1.

      degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

    • 2.

      degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Hande!sregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een peuterspeelzaal exploiteert;

  • d.

    Voorschoolse educatie: uitvoering van een door het college gesubsidieerd programma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten.

  • e.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

 

Artikel 18 Reikwijdte

Het college kan subsidie verstrekken aan een houder ten behoeve van de uitvoering van voorschoolse educatie voor doelgroeppeuters in 2017.

 

Artikel 19 Hoogte subsidie, verdelingssystematiek en subsidieplafond

  • 1.

    De subsidie bedraagt € 276,65 per maand per bij de houder ingeschreven doelgroeppeuter.

  • 2.

    De subsidie is kindgebonden. De subsidie kan starten wanneer een kind 2,5 jaar wordt. De subsidie eindigt in ieder geval wanneer een kind 4 wordt. Het college verleent eenmalig per kind een subsidie tot het moment, dat er zich een wijziging voordoet.

  • 3.

    Bij aanvraag van de subsidie dient een aanvraagformulier te worden ingevuld.

  • 4.

    Wijzigingen in de gegevens op dit formulier dienen door de houder op de bovengenoemde data van uitbetaling bij de gemeente schriftelijk of per mail binnen te zijn.

  • 5.

    De subsidie wordt verleend op volgorde van ontvangst van een ontvankelijke aanvraag tot maximaal het subsidieplafond is bereikt.

  • 6.

    Het subsidieplafond bedraagt in 2017 € 309.000.

 

Artikel 20 Aanvraag subsidie

  • 1.

    De subsidie wordt middels het formulier 'Subsidieaanvraag voorschoolse educatie 2017' aangevraagd. Deze regeling geldt tot en met 31 december 2017.

  • 2.

    De subsidie gaat, na aanvraag, in vanaf de eerste dag van de volgende maand.

Aanvraag voor 2017

Subsidieverlening per

Bevoorschotting

1-31 december 2016

1 januari 2017

1 maart 2017

1-31 januari 2017

1 februari 2017

 

1-28 februari 2017

1 maart 2017

1 mei 2017

1-31 maart 2017

1 april 2017

 

1-30 april 2017

1 mei 2017

1 juli 2017

1-31 mei 2017

1 juni 2017

 

1-30 juni 2017

1 juli 2017

1 september 2017

1-31 juli 2017

1 augustus 2017

 

1-31 augustus 2017

1 september 2017

1 november 2017

1-30 september 2017

1 oktober 2017

 

1-31 oktober 2017

1 november 2017

1 januari 2018

1-30 november 2017

1 december 2017

 

 

Artikel 21 Criteria

Het college verleent slechts een subsidie indien:

  • a.

    de subsidiabele activiteit minimaal 10 uur per week in minimaal 3 dagdelen omvat;

  • b.

    de houder werkt met een, op 1 januari 2017, gecertificeerd VVE programma;

  • c.

    de beroepskracht beschikt over certificaten behorende bij het gebruikte VVE programma;

  • d.

    de beroepskracht beschikt over een certificaat taaltoets Nederlands VVE op het niveau 3F voor leesvaardigheden en mondelinge vaardigheden (luisteren, spreken en gesprekken voeren) en 2F voor schriftelijke vaardigheden (schrijven en taalverzorging) ;

  • e.

    de beroepskracht die voorschoolse educatie uitvoert met goed gevolg een opleiding op ten minste PW3 niveau heeft afgerond;

  • f.

    het aanbod van voorschoolse educatie lokaal beschikbaar is en de houder zoveel mogelijk met heterogene groepen van doelgroep- en niet-doelgroeppeuters werkt;

  • g.

    de houder, met het oog op een doorgaande leerlijn, samenwerkt met het primair onderwijs in de gemeente Coevorden;

  • h.

    de houder werkt met de zorgstructuur Samen Vroeg Erbij;

  • i.

    de houder gebruik maakt van het instrument Peuterestafette;

  • j.

    de maximale ouderbijdrage voor de laagste categorie van het toets-inkomen gezin niet meer bedraagt dan het in de VNG adviestabel ouderbijdrage peuterwerk 2017 genoemde bedrag;

  • k.

    de Stichting Icare Jeugdgezondheidszorg de doelgroeppeuter indiceert en toeleidt en de doelgroeppeuter voorkomt op de indicatielijsten van de Stichting Icare Jeugdgezondheidszorg.

 

Artikel 21a Horizonbepaling

Dit hoofdstuk vervalt op 1 januari 2018, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt.

 

Artikel II  

Na Hoofdstuk Vb ‘Laagrentende leningen investeringen sportaccommodaties’ wordt een nieuw Hoofdstuk Vc ingevoegd luidende als volgt:

 

Hoofdstuk Vb. Niet KOT Peuters

 

Artikel 28q Begripsomschrijving

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • 1.

    Beroepskracht: Een beroepskracht voorschoolse educatie als bedoeld in hoofdstuk 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen of de beroepskracht voorschoolse educatie als bedoeld in hoofdstuk 2 van die wet;

  • 2.

    Niet KOT peuter: Peuter van 2,5 tot 4 jaar, die niet VVE geïndiceerd is en waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag (KOT).

  • 3.

    Houder: Houder als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 of als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen:

    • a.

      degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindcentrum exploiteert;

    • b.

      degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een peuterspeelzaal exploiteert;

  • 4.

    Asscher gelden: Door het Rijk aan de gemeenten beschikbaar gestelde gelden, waarbij de gemeenten verplicht zijn zich in te spannen voor voldoende en een financieel toegankelijk aanbod in een voorschoolse voorziening voor alle peuters waarvan de ouders géén recht hebben op kinderopvangtoeslag (KOT).

  • 5.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

 

Artikel 28r Reikwijdte

  • 1.

    Het college kan subsidie verstrekken aan een houder ten behoeve van de uitvoering van de beleidsregel ‘niet KOT peuters 2017’.

  • 2.

    De subsidie kan aangevraagd worden en verstrekt worden aan de houder, die als zodanig staan ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP).

 

Artikel 28s Subsidieplafond, verdelingssystematiek, hoogte van de subsidie

  • 1.

    Indien het college een subsidieplafond als bedoeld in artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012 vast stelt, dan verleent het college de subsidie op volgorde van ontvangst van een ontvankelijke aanvraag tot maximaal het subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    De subsidie bedraagt € 1.436 per jaar per bij de houder ingeschreven ‘niet KOT peuter.

 

Artikel 28t Aanvraag subsidie en verlening

  • 1.

    Het college stelt het formulier ‘Subsidieaanvraag niet KOT peuters 2017’ vast.

  • 2.

    De houder vraagt de subsidie middels het formulier ‘Subsidieaanvraag niet KOT peuters 2017’ aan.

  • 3.

    De aanvrager maakt wijzigingen in de gegevens van de subsidie-aanvraag voor uiterlijk de datum van de bevoorschotting, zoals opgenomen in de onder lid. 4 van dit artikel opgenomen tabel, schriftelijke dan wel per email kenbaar aan het college.

  • 4.

    Het college verleent en bevoorschot de subsidie overeenkomstig de in dit artikel opgenomen tabel.

Aanvraag voor 2017

Ingangsdatum subsidie

Bevoorschotting

1-31 december 2016

1 januari 2017

1 maart 2017

1-31 januari 2017

1 februari 2017

 

1-28 februari 2017

1 maart 2017

1 mei 2017

1-31 maart 2017

1 april 2017

 

1-30 april 2017

1 mei 2017

1 juli 2017

1-31 mei 2017

1 juni 2017

 

1-30 juni 2017

1 juli 2017

1 september 2017

1-31 juli 2017

1 augustus 2017

 

1-31 augustus 2017

1 september 2017

1 november 2017

1-30 september 2017

1 oktober 2017

 

1-31 oktober 2017

1 november 2017

1 januari 2018

  • 5.

    De subsidie is kindgebonden. De subsidie kan starten wanneer een kind 2,5 jaar wordt. De subsidie eindigt in ieder geval wanneer een kind 4 wordt. Het college verleent eenmalig per kind een subsidie tot het moment, dat er zich een wijziging voordoet.

 

Artikel 28u Criteria

Het college verleent slechts een subsidie indien:

  • a.

    de subsidiabele activiteit minimaal 5 uur per week in minimaal 2 dagdelen omvat;

  • b.

    de ouders van de peuter niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;

  • c.

    de peuter niet VVE-geïndiceerd is;

  • d.

    de beroepskracht die voorschoolse voorziening uitvoert met goed gevolg een opleiding op ten minste PW3 niveau heeft afgerond;

  • e.

    het aanbod van de voorschoolse voorziening in de gemeente Coevorden beschikbaar is.

  • f.

    de houder, met het oog op een doorgaande leerlijn, samenwerkt met het primair onderwijs in de gemeente Coevorden;

  • g.

    de ouderbijdrage in overeenstemming is met de in de VNG adviestabel ouderbijdrage peuterwerk 2017 genoemde bedragen.

 

Artikel 28v Vaststelling

De aanvraag voor vaststelling wordt uiterlijk ingediend vier weken nadat de opvang van de peuter is beëindigd. Het college stelt de subsidie vast binnen een wettelijke termijn van acht weken.

 

Artikel 28w Horizonbepaling

Dit hoofdstuk vervalt op 1 januari 2018, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt.

 

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van de gemeente Coevorden op

<datum>

 

 

, burgemeester , secretaris

 

B.J. Bouwmeester B.M. Romani (loco-secretaris)

Naar boven