Gemeenteblad van Beemster
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Beemster | Gemeenteblad 2016, 186103 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Beemster | Gemeenteblad 2016, 186103 | Verordeningen |
Besluit maatschappelijke ondersteuning Beemster 2017
Hoofdstuk 2 - Bijdrage in de kosten van een maatwerkvoorziening
1. Onverminderd het gestelde in het derde, vijfde en zesde lid van artikel 2.1, wordt de bijdrage opgelegd zo lang als iemand gebruik maakt van de maatwerkvoorziening of gedurende de periode waarvoor het Pgb wordt verstrekt.
2. De maximale bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.8 van het uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
3. Voor rolstoelen, sportrolstoelen en hulpmiddelen voor minderjarigen is geen bijdrage verschuldigd. Voor cliënten van 18 jaar en ouder geldt de vrijstelling alleen voor (sport)rolstoelen, sportvoorzieningen, individuele vervoerskostenvergoeding eigen of bruikleen auto, (rolstoel)taxikostenvergoeding en de tegemoetkoming van verhuis-en herinrichtingskosten.
4. Voor beschermd wonen geldt de bijdrage zoals benoemd in hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
Artikel 2.2 Hoogte en duur bijdrage
1. De bijdrage voor individuele begeleiding, dagbesteding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf in natura is €14,20 per uur/dagdeel en etmaal.
2. Bij individuele begeleiding, dagbesteding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf via een Pgb verstrekking, mag de bijdrage niet hoger zijn dan € 14,20 per uur/dagdeel en etmaal.
3. Voor de berekening van de bijdrage voor hulp bij het huishouden in natura wordt de kostprijs gebaseerd op het uurtarief zoals is overeengekomen met de door de gemeente gecontracteerde aanbieders.
4. In het geval van een bijdrage bij hulp bij het huishouden in de vorm van een Pgb, mag deze niet hoger zijn dan de waarde van het verstrekte Pgb per uur.
5. Indien een maatwerkvoorziening bestaat uit een bouwkundige of woontechnische aanpassing aan een woning, wordt voor de berekening van de bijdrage de kostprijs gebaseerd op de kostprijs van de woningaanpassing plus de eventuele kosten voor onderhoud, keuring en reparatie en wordt geïnd gedurende maximaal 39 periodes van 4 weken.
6. Indien een maatwerkvoorziening bestaat uit een individuele vervoersvoorziening of een losse woonvoorziening, bestaat voor de berekening van de bijdrage de kostprijs uit de gemiddelde aanschafprijs van een nieuwe maatwerkvoorziening en een depotverstrekking plus de kosten voor het onderhoud, keuring en reparatie van de maatwerkvoorziening voor 7 jaar zijnde de afschrijftermijn van de leverancier.
Artikel 2.3 Bijdrage maatschappelijke opvang
1. Met inachtneming van artikel 3.20, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 bedraagt de eigen bijdrage € 363,- per maand .
Het college kan jaarlijks op 1 januari en 1 juli de genoemde eigen bijdrage aan de hand van de geldende normering Participatiewet indexeren.
Artikel 2.4 Klanttarief aanvullend openbaar vervoer
1. Voor gebruik van het aanvullend openbaar vervoer betaalt de geïndiceerde cliënt een bedrag dat vergelijkbaar is met het zonetarief van de OV chippas:
2. De ouders en/of de partners en/of de kinderen tot en met 12 jaar, die woonachtig zijn op hetzelfde adres, kunnen tegen een gelijk gereduceerd tarief met de aanvrager meereizen in het collectief systeem van aanvullend openbaar vervoer.
3. De begeleider van de cliënt die recht heeft op de maatwerkvoorziening als bedoeld in lid 1 onderdeel a, kan gratis meereizen in het collectief systeem van aanvullend openbaar vervoer indien de bedoelde cliënt zonder die begeleiding niet kan reizen of zich op de plaats van bestemming niet zelfstandig kan verplaatsen.
Hoofdstuk 3 - Persoonsgebonden budget (Pgb)
1. Aanvrager dient, om in aanmerking te kunnen komen voor een Pgb, een persoonlijk plan in waarin het verzoek om een Pgb wordt gemotiveerd en onderbouwd.
2. Verstrekking in de vorm van een Pgb kan worden geweigerd indien:
3. Om de budgethouder volstrekt duidelijk te laten zijn wat met het Pgb dient te worden aangeschaft en aan welke vereisten de aan te schaffen ondersteuning dient te voldoen, wordt een zo nauwkeurig mogelijk omschreven programma van eisen bij de beschikking gevoegd.
Wordt dan toch een maatwerkvoorziening aangeschaft die niet aan het programma van eisen voldoet, dan is gehandeld in strijd met de beschikking en kan het Pgb alsnog geweigerd worden.
4. In geval een Pgb wordt verleend voor de duur van een bepaalde periode, vangt de periode aan op de dag waarop het recht op de maatwerkvoorziening is ontstaan.
5. Een Pgb voor de aanschaf van een maatwerkvoorziening is mede bestemd voor het onderhoud, de reparaties en de verzekering van de maatwerkvoorziening.
6. Voor de kosten van ondersteuning of bemiddeling bij de besteding of de verantwoording van het Pgb wordt geen bijdrage verleend.
7. Aanvrager dient zijn medewerking aan een gecontracteerde aanbieder ter verlenen om tot een prijsopgave te komen die noodzakelijk is voor de vaststelling van het maximale Pgb.
8. Een Pgb kan alleen worden verstrekt ten behoeve van ondersteuning die in Nederland wordt geboden.
9. Het deel van het toegekende Pgb dat niet wordt besteed aan de geïndiceerde ondersteuning of maatwerkvoorziening, wordt niet uitgekeerd, of dient te worden terugbetaald aan het college.
Artikel 3.2 Invulling Pgb door personen uit het sociale netwerk
1. Een toegekend Pgb kan uitsluitend na toestemming van het college worden besteed aan diensten, hulpmiddelen, woningaanpassing of andere maatregelen die worden betrokken uit het netwerk van de aanvrager.
2. De persoon uit het sociale netwerk moet voldoen aan de volgende criteria om in aanmerking te komen voor het professionele tarief:
3. De toestemming om het Pgb in te laten vullen door iemand uit het sociale netwerk van de aanvrager wordt in ieder geval geweigerd indien:
1. De bedragen voor het Pgb voor individuele begeleiding , dagbesteding, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging door een professionele zorgverlener bedraagt maximaal 90% van de kostprijs van de tegenhanger in natura. De bedragen voor 2017 zijn opgenomen in bijlage 1.
2. Voor de levering van hulp bij het huishouden geldt de uitzondering dat door een particuliere hulp, de hoogte voor het Pgb 75% bedraagt van het natura tarief, hulp bij het huishouden door een professionele zorgaanbieder bedraagt vervolgens 90% van het natura tarief.
De bedragen voor 2017 zijn opgenomen in bijlage 1.
3. De hoogte van een Pgb waarmee een niet professionele hulpverlener met uitzondering van lid 2 wordt betaald, bedraagt maximaal € 20,- per uur en € 30,- per dagdeel/etmaal.
4. Het Pgb voorindividuele vervoersvoorzieningen (met uitzondering van een vervoerskosten vergoeding voor eigen dan wel bruikleen auto en een (rolstoel)taxivergoedingen), rolstoelen en losse woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde gelijkwaardig aan de in de betreffende situatie te verstrekken voorziening in natura, bij de door de gemeente gecontracteerde leverancier. Binnen de natura-variant zijn er per voorziening meerdere mogelijkheden met hieraan verschillende tarieven verbonden. Om de tegenwaarde van de adequate voorziening in natura te kunnen bepalen is veelal een passing nodig bij de leverancier. Op het moment dat de budgethouder een passing weigert wordt er van uitgegaan dat de goedkoopste maatwerkvoorziening binnen de natura-variant-mogelijkheden adequaat is zodat het Pgb-bedrag hierop wordt afgestemd.
5. De hoogte van een Pgb voor professionele ondersteuning van zintuiglijke beperkingen is gebaseerd op 90% van de gemiddelde tarieven van de landelijke gecontracteerde aanbieders. De bedragen voor 2017 zijn opgenomen in bijlage 1.
Hoofdstuk 4 - Maatwerkvoorziening bestaande uit woonvoorzieningen
Hoofdstuk 5 - Maatwerkvoorziening bestaande uit vervoersvoorzieningen
Artikel 5.1 Vervoersvoorziening
1. De door het college te verlenen vervoersvoorziening kunnen bestaan uit:
2. Indien de persoon met beperkingen geen gebruik kan maken van in lid 1 sub a benoemde vervoersvoorziening kan deze in aanmerking komen voor een individuele vervoerskostenvergoeding. Hier geldt een maximumvergoeding à €0,19 per km tot maximaal 2000 km op jaarbasis.
Indien er geen sprake is van een eigen auto of bruikleenauto kan de cliënt in aanmerking komen voor een taxikostenvergoeding . Zie voor de maximale vergoedingen bijlage 1 Vergoedingenlijst Pgb’s 2017
3. Wijze van verstrekken van de vervoersvoorzieningen:
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 8, vierde lid, van de Verordening wordt de maatwerkvoorziening in natura of het (maximale) Pgb bedrag voor maatwerkvoorzieningen genoemd in lid 1 sub b, c, d, e en f niet vaker dan één keer per 5 jaar verstrekt.
5. Het Pgb voor de aanpassing aan een motorvoertuig bedraagt maximaal € 2.200,- inclusief onderhoud en reparatie. Dit bedrag wordt niet vaker dan één keer per 5 jaar verstrekt.
6. Indien de collectieve vervoersvoorziening een adequate voorziening is maar de persoon met beperkingen wenst een aanpassing aan een motorvoertuig als bedoelt in lid 5, dan kan deze alleen worden verstrekt in plaats van het collectief vervoer als deze voor een periode van minimaal 5 jaar adequaat wordt geacht. Gedurende deze 5 jaar bestaat geen recht op gebruik van het aanvullend openbaar vervoer, tenzij de persoon met beperkingen het verstrekte Pgb voor de aanpassing naar rato terugbetaalt aan de gemeente.
Hoofdstuk 6 - Maatwerkvoorziening bestaande uit rolstoelvoorziening
Artikel 6.1 Rolstoelvoorziening
1. De door het college te verlenen rolstoelvoorziening kan bestaan uit:
2. De maatwerkvoorzieningen als bedoeld in artikel 6.1, lid 1, onderdelen a, b en c, worden in natura of in de vorm van een Pgb verleend.
3. Het persoonsgebonden budget voor de in lid 1, onderdeel d, bedoelde sportrolstoel, of een andere sportvoorziening is mede bestemd als tegemoetkoming in aanschaf, het onderhoud, de reparaties en de aanpassingen van de voorziening voor een periode van 3 jaar en bedraagt maximaal € 2.940,-.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van dit besluit indien de onverkorte toepassing van dit besluit tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.
1. De in dit besluit geldende bedragen kunnen jaarlijks door het college worden aangepast conform de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek, te rekenen over de periode oktober tot oktober.
2. In afwijking van het vorige lid wordt het klanttarief van de aanvullend openbaar vervoerritten aangepast aan de prijsontwikkeling overeenkomstig de Openbaar Vervoertarieven.
Beemster, 20 december 2016
Burgemeester en wethouders van Beemster,
De loco-secretaris,
H.C.P. van Duivenvoorde
de burgemeester,
A.J.M. van Beek
Toelichting Besluit Maatschappelijke ondersteuning Beemster 2017
Vanaf 1 januari 2015 is de Wmo 2015 in werking getreden en zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor een belangrijk deel van de ondersteuning aan burgers die zelf onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie. In de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2016 zijn gemeentelijke keuzes vastgelegd. Deze keuzes worden verder uitgewerkt in de nadere regels en de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning. In dit Besluit maatschappelijke ondersteuning zijn de nadere financiële regels voor de uitvoering van de Wmo in 2017 opgenomen.
Dit Besluit is mede afgeleid van de landelijke AMvb “Uitvoeringsbesluit Wmo 2015”. Hierin zijn nadere regels gesteld om te borgen dat in alle gemeenten een uniforme systematiek voor het vaststellen van inkomens- en vermogensafhankelijke bijdragen in de kosten worden gehanteerd.
Hoofdstuk 2 – Bijdrage in de kosten van een maatwerkvoorziening
Gemeenten dienen binnen de in het Uitvoeringsbesluit aangegeven bandbreedte parameters vast te stellen voor de berekening van de bijdragen in de kosten. Voor de berekening van de eigen bijdragen wordt aangesloten bij de maximale parameters van het Uitvoeringsbesluit. Naast deze parameters worden de gehanteerde kostprijzen van de maatwerkvoorzieningen benoemd. Deze kostprijs mag maximaal de daadwerkelijke kostprijs bedragen.
Specifiek met betrekking tot beschermd wonen wordt in het Uitvoeringsbesluit paragraaf 3 de bepaling van de bijdrage beschreven. De gemeente heft een eigen bijdrage voor deze maatwerkvoorziening en volgt daarmee de systematiek die in het Uitvoeringsbesluit is opgenomen.
Voor wat betreft het gebruik van het aanvullend openbaar vervoer, hier wordt geen bijdrage gevraagd zoals is geregeld in het Uitvoeringsbesluit. Hier betaalt de gebruiker een tarief dat vergelijkbaar is met het reguliere openbaar vervoer. Dit vervoersysteem biedt vervoer van deur tot deur met behulp van auto’s en (rolstoel) busjes. Dit vervoersysteem is alleen toegankelijk voor geïndiceerden (met eventuele begeleiders) en wordt door de gemeente ingekocht.
Hoofdstuk 3 – Persoonsgebonden budget (Pgb)
De tegenhanger in natura wordt gehanteerd voor de berekening van het Pgb bedrag in 2017. Hiermee wordt zoals beschreven in artikel 3.3, lid 1 uitgegaan van de meest adequate maatwerkvoorziening in natura (zie bijlage 1). Wanneer er meerdere geschikte oplossingen zijn, wordt er gekozen voor de goedkoopste adequate maatwerkvoorziening. Indien aanvrager een duurdere voorziening wenst (die eveneens adequaat is) komen de meerkosten voor rekening van aanvrager.
Het college verstrekt een Pgb in overeenstemming met artikel 2.3.6 van de wet.
Voor de maatwerkvoorzieningen hulp bij het huishouden, individuele begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf, dagbesteding (met het eventuele bijbehorende vervoer), wordt bij de inzet van een professionele aanbieder 90% van het naturatarief gehanteerd.
Er wordt geen 100% gehanteerd omdat deze aanbieders minder overheadkosten hebben.
Wanneer gebruik wordt gemaakt van hulp binnen het sociale netwerk, bestaan voor de genoemde maatwerkvoorzieningen verschillen. Voor hulp bij het huishouden wordt uitgegaan van 75% van het tarief, gebaseerd op reële markttarieven. Voor individuele begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf, dagbesteding wordt een uur, dagdeel, etmaaltarief van € 20,- dan wel € 30,- gehanteerd, deze tarieven zijn gebaseerd op de tarieven van de voormalige Awbz.
Voor zintuigelijke beperkingen wordt vanwege de zeer specialistische ondersteuning alleen professionele ondersteuning geboden.
De maatwerkvoorziening in natura voor beschermd wonen wordt gefinancierd middels subsidie. Voor het bepalen van de hoogte van het Pgb bedrag wordt uitgegaan van het subsidiebedrag voor de natura maatwerkvoorziening.
De maatwerkvoorziening beschermd wonen kan niet worden uitgevoerd door een niet-professional aangezien beschermd wonen een intramurale voorziening betreft die per definitie door professionals wordt verzorgd.
Hoofdstuk 4 – woonvoorzieningen
Wanneer een verhuizing voor een persoon met beperkingen de meest adequate oplossing is en door betreffende persoon kan worden aangetoond dat deze persoon niet in de mogelijkheid verkeert om alle bijbehorende kosten te betalen dan kan er op declaratiebasis een bedrag worden verstrekt in de vorm van een Pgb. Zie voor het maximale bedrag bijlage 1 vergoedingenlijst Pgb’s 2017.
Bijlage 1 Vergoedingenlijst Pgb’s 2017
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-186103.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.