Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening 2015 Lelystad

De raad van de gemeente Lelystad,

 

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 1 november 2016;

 

B E S L U I T:

 

  • 1.

    de Algemene Plaatselijke Verordening 2015 als volgt te wijzigen:

 

Artikel 1:3 Indiening aanvraag komt te vervallen

 

Artikel 1:8 Weigeringsgronden wordt gewijzigd en komt te luiden:

  • 1.

    Een vergunning of ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

  • 2.

    Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor is ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft.

 

A rtikel 2:11 Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg, vierde lid wordt gewijzigd en komt te luiden:

  • 4.

    Het verbod is voorts niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, de provinciale omgevingsverordening, de Waterschapskeur, of de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren.

 

Aan artikel 2:24 Begripsbepaling wordt toegevoegd

lid 3: Evenementen worden op basis van de risicoscan onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a.

    0-meldingen: Zeer kleinschalig; evenement waarbij sprake is van een minimale impact op de omgeving, weinig tot geen geluid, geen politie-inzet en geen gevolgen voor het verkeer;

  • b.

    A-evenement: Laag risico; evenement waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving en beperkte gevolgen voor het verkeer;

  • c.

    B-evenement: Gemiddeld Risico; evenement waarbij sprake is van een grote impact op de directe omgeving en/of gevolgen voor het verkeer;

  • d.

    C-evenement: Hoog Risico; evenement waarbij sprake is van een grote impact op de stad en/of regionale gevolgen voor het verkeer.

 

Artikel 2:25 Evenementen wordt gewijzigd en komt te luiden

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. 

  • 2.

    Geen vergunning is vereist voor een evenement indien uit een bij het evenementenbeleid behorend risicoscanformulier blijkt dat er sprake is van een zeer kleinschalig evenement waarvoor een 0-melding volstaat. Niet risicovolle evenementen dienen door de organisator binnen acht werkdagen voorafgaand aan het evenement te worden gemeld aan de burgemeester.

  • 3.

    De burgemeester kan binnen acht werkdagen na ontvangst van de melding besluiten het organiseren van een evenement als bedoeld in het tweede lid te verbieden, indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

  • 4.

    De burgemeester kan (de aanvraag voor) een evenementenvergunning , geheel of gedeeltelijk weigeren, tijdelijk of voor onbepaalde tijd intrekken of wijzigen indien naar zijn oordeel:

    • a.

      de vooraankondiging van een B- of een C-evenement niet vóór 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de jaarkalender wordt vastgesteld is ingediend;

    • b.

      een A-evenement niet ten minste acht weken voor aanvang van het evenement is ingediend;

    • c.

      een B- en C-evenement niet ten minste zestien weken voor aanvang van het evenement is ingediend;

    • d.

      de inhoud of uitstraling van het evenement niet past in het evenementenbeleid, het imago of de belangen van de gemeente Lelystad.

  • 5.

    Het verbod van het eerste lid geldt niet voor een wedstrijd op of aan de weg, voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto 148, van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 6.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing

 

Ingevoegd wordt artikel 2:25A nadere regels 

Het bestuursorgaan is bevoegd nadere regels te stellen.

 

Ingevoegd wordt Artikel 2:25b Beslistermijn

  • 1.

    Het bevoegd bestuursorgaan neemt het besluit op de aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid voor zover het betreft een C-evenement in afwijking van artikel 1:2 van deze verordening binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is;

  • 2.

    Het bevoegd bestuursorgaan kan zijn besluit eveneens in afwijking van artikel 1:2 van deze verordening voor ten hoogste twaalf weken verdagen.

 

Artikel 2:37 wordt gewijzigd en komt te luiden 

De houder van een inrichting is verplicht een register, als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, bij te houden dat is ingericht volgens het door de burgemeester vastgestelde model

 

Artikel 2:39 Speelgelegenheden, tweede lid, onder b, wordt gewijzigd en komt te luiden:

speelgelegenheden waarvoor de raad van bestuur van de kansspelautoriteit bevoegd is vergunning te verlenen; en

 

Artikel 2:77 Cameratoezicht wordt ingevoegd en komt te luiden:

  • 1.

    De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet te besluiten tot plaatsing van camera’s, voor de duur van maximaal 5 jaar, ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats en ten aanzien van alle voor door het publiek toegankelijke parkeerterreinen.

  • 2.

    De burgemeester zendt, indien van toepassing, na afloop van de periode waarin de camera’s zijn geplaatst een beknopt verantwoordingsverslag aan de raad over het gevoerde cameratoezicht.

 

Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:

  • 1.

    Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld. 

 

Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water, vijfde lid, wordt gewijzigd en komt te luiden:

  • 5.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale vaarwegenverordening, de Waterschapskeur of de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Lelystad .

 

2. Dit besluit treedt in werking 8 dagen na bekendmaking.

 

Lelystad, 20 december 2016.

De raad van de gemeente Lelystad,

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven