Gemeenteblad van Goeree-Overflakkee
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goeree-Overflakkee | Gemeenteblad 2016, 185545 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goeree-Overflakkee | Gemeenteblad 2016, 185545 | Beleidsregels |
Gemeente Goeree-Overflakkee – Subsidieregeling peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE)
Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee;
gezien hun besluit d.d. 15 maart 2016 inzake Harmonisatie peuterspeelzaalwerk Goeree-Overflakkee en hun besluit d.d. 1 november 2016 inzake Uitgangspunten en subsidievoorwaarden peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE);
gelet op titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Goeree-Overflakkee 2015;
besluiten vast te stellen de volgende regeling: Subsidieregeling peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Goeree-Overflakkee.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
houder: de rechtspersoon aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet toebehoort, waarbij onder ‘onderneming’ wordt begrepen een in de gemeente Goeree-Overflakkee gevestigde locatie voor kinderopvang waar peuteropvang wordt uitgevoerd en die in het LRKP staat geregistreerd als kinderdagverblijf;
overdrachtsformulier: het in de gemeente Goeree-Overflakkee gebruikte overdrachtsinstrument waarmee pedagogisch medewerkers op een systematische manier hun beeld van de ontwikkeling van een peuter beschrijven. Dit document wordt vervolgens besproken met ouders en overgedragen naar de toekomstige basisschool;
peuteropvang: educatieve opvang voor kinderen vanaf 2 jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen, gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool en die voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen met het daarbij behorende Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.
tabel ouderbijdrage peuteropvang 2017: tabel op basis waarvan voor gesubsidieerde peuteropvang een inkomensafhankelijke tariefstelling voor peuteropvang kan worden vastgesteld. Deze tabel is als bijlage 1 bij deze regeling gevoegd en gebaseerd op de door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) opgestelde tabel voor de ouderbijdrage peuterwerk 2017;
VVE (voor- en vroegschoolse educatie): hier opgevat als peuteropvang voor kinderen vanaf 2,5 jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen, waarin via een VVE-programma op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling;
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor het in artikel 3 benoemde doel.
Deze subsidieregeling heeft als doelstelling het mogelijk maken van de uitvoering van peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE).
In afwijking van het gestelde in artikel 18 eerste lid van de Algemene subsidieverordening Goeree-Overflakkee 2015 moet de aanvraag worden ingediend voor 1 juli, voorafgaand aan het boekjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.
Artikel 8 Hoogte van de subsidie
Burgemeester en wethouders compenseren voor ouders die aantoonbaar geen recht hebben op kinderopvangtoeslag het verschil tussen het maximum uurtarief volgens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (voor 2017 € 7,18) en de voor hen geldende ouderbijdrage volgens de tabel ouderbijdrage peuteropvang 2017.
Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks, in overleg met de aanbieders van peuteropvang en op basis van de met burgemeester en wethouders afgestemde en geaccordeerde kostprijs, een maximum uurtarief voor peuteropvang vast. Dit is het tarief dat maximaal in rekening gebracht mag worden bij ouders. Voor 2017 is het uurtarief vastgesteld op € 8,00. Burgemeester en wethouders bekostigen het verschil tussen de kostprijs en het maximum uurtarief voor de ouders van alle peuters.
Burgemeester en wethouders stellen een VVE-toeslag beschikbaar voor doelgroeppeuters van 2,5 jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen. Deze subsidie wordt verstrekt voor peuters die een VVE-peuterplek bezetten van drie of vier dagdelen per week, ongeacht of de ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag. Deze VVE-toeslag bedraagt in 2017 per geplaatste doelgroeppeuter € 1.100,00 per jaar. Indien de doelgroeppeuter de VVE-plek niet het gehele jaar bezet, wordt de toeslag naar rato verstrekt.
Het definitieve subsidiebedrag wordt na afloop van de subsidieperiode, op basis van de gegevens uit de eindrapportage van de houder, door burgemeester en wethouders vastgesteld. Deze vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplekken in het subsidiejaar. Hierbij wordt gekeken naar:
Artikel 9 Verdeling van middelen
Indien gelijktijdig meerdere subsidieaanvragen worden ontvangen en verstrekking van meerdere subsidies zou leiden tot een overschrijding van de vastgestelde subsidieplafonds, worden de aanvragen in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst daarvan. Als tijdstip van indiening geldt daarbij het moment waarop de aanvraag compleet is.
Artikel 10 Voorwaarden om in aanmerking te komen voor subsidie peuteropvang
Subsidie peuteropvang wordt uitsluitend verstrekt aan houders die:
peuteropvang aanbieden in groepen die bestaan uit minimaal acht en maximaal zestien peuters. Hierbij wordt gekeken naar het gemiddeld aantal peuters per groep per jaar. In het geval dat op een bestaande peuteropvanglocatie in een van de kleine kernen de laatste en enige groep onder het minimum aantal van gemiddeld acht peuters per groep per jaar komt, kunnen burgemeester en wethouders in verband met de leefbaarheid in de kleine kernen de afweging maken om af te wijken van deze subsidievoorwaarde;
Artikel 11 Voorwaarden om in aanmerking te komen voor subsidie VVE
Subsidie VVE wordt uitsluitend verstrekt aan houders die:
Artikel 12 Toetsing recht op een gesubsidieerde peuterplek
Voor de beoordeling van de vraag of een peuter in aanmerking komt voor een gesubsidieerde peuterplek dient de houder vast te stellen of ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag. Dit doet de houder aan de hand van de Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag die als bijlage 2 bij deze regeling is gevoegd, in combinatie met een inkomensverklaring van de ouder(s). De inkomensverklaring heeft betrekking op het meest recent voltooide kalenderjaar. In de periode tussen 1 januari en 1 mei is een inkomensverklaring van het daaraan voorafgaande jaar voldoende.
Indien het verwachte verzamelinkomen over een jaar substantieel wijzigt ten opzichte van het verzamelinkomen dat is aangegeven op de inkomensverklaring(en) van het meest recent voltooide kalenderjaar, dient deze verklaring aangevuld te worden met documenten waaruit de hoogte van het verwachte verzamelinkomen blijkt. Dit kunnen zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc. Uit de documenten dient te blijken dat de inkomenswijziging structureel is en in ieder geval geldt voor de maand voorafgaand aan plaatsing op een peuterplek.
Artikel 14 De subsidieverlening
Indien gedurende de periode waarop de subsidieverlening betrekking heeft blijkt dat het uurtarief op de betreffende peuteropvanglocatie voor ouders die een beroep doen op kinderopvangtoeslag lager is dan het uurtarief voor de door burgemeester en wethouders te subsidiëren peuterplekken, terwijl het aanbod in uren per week en weken per jaar voor deze ouders gelijk is, wordt de subsidie geheel of gedeeltelijk teruggevorderd.
Artikel 15 Verantwoording subsidie
In aanvulling van het gestelde in artikel 12 van de Algemene subsidieverordening Goeree-Overflakkee 2015 levert houder op uiterlijk 15 juni van het lopende subsidiejaar een tussenrapportage over de periode januari tot en met mei van dat jaar aan burgemeester en wethouders aan. In deze tussenrapportage is minimaal opgenomen:
In afwijking van het gestelde in artikel 12 van de Algemene subsidieverordening Goeree-Overflakkee 2015 levert houder op uiterlijk 1 april van het jaar volgend op het jaar waarover subsidie is verleend, een verzoek in tot subsidievaststelling. Bij het verzoek tot subsidievaststelling wordt naast een inhoudelijk en financieel verslag van de uitgevoerde activiteiten een eindrapportage aan burgemeester en wethouders aangeleverd. In deze eindrapportage is minimaal opgenomen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij de houder nadere gegevens opvragen om de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie conform de opgelegde voorwaarden te controleren. Daartoe is houder verplicht burgemeester en wethouders desgewenst inzage te geven in diens administratie betreffende onder meer:
Artikel 16 Vaststelling subsidie
Indien gedurende of na afloop van de subsidieperiode blijkt dat het werkelijk gehanteerde uurtarief voor ouders die een beroep doen op de kinderopvangtoeslag lager is dan het werkelijk gehanteerde uurtarief voor de door burgemeester en wethouders gesubsidieerde peuterplekken, kunnen burgemeester en wethouders de subsidie herzien of lager vaststellen.
Artikel 17Onvoorziene gevallen
Burgemeester en wethouders beslissen in alle voorkomende gevallen waarin deze subsidieregeling niet voorziet.
Burgemeester en wethouders kunnen van deze subsidieregeling afwijken voor zover toepassing daarvan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 19 Intrekking voorgaande regeling
De Subsidieregeling peuterspeelzalen Goeree-Overflakkee wordt ingetrokken.
Bijlage 1 Tabel ouderbijdrage peuterwerk 2017behorend bij artikel 1 onder q van de Subsidieregeling peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Goeree-Overflakkee
Bijlage 2 Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag behorend bij artikel 10 onderg van de Subsidieregeling peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Goeree-Overflakkee
Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag
Gegevens ouder/ verzorger (aanvraag op naam van de ouder/verzorger die geen inkomen heeft)
Voorletters en achternaam: ________________________________________________________
Burgerservicenummer (BSN): ________________________________________________________
Straatnaam, huisnummer: _______________________________________________________________
Postcode en woonplaats: _______________________________________________________________
Telefoonnummer: ______________________________________________________________________
E-mailadres: ______________________________________________________________________
Gegevens kind (kind dat gaat deelnemen aan het peuterprogramma):
Voor- en achternaam: ______________________________________________________________
Geboortedatum: _____________________________________________________________________
Hierbij verklaar ik geen recht te hebben op de kinderopvangtoeslag zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko)1.
Ook verklaar ik hierbij (maak uw keuze door het juiste vakje aan te kruisen):
dat er één ouder/verzorger is met inkomen en de andere ouder/verzorger geen inkomen heeft en ook niet in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag op grond van de omschrijvingen in de toelichting (zie bijlage)
• Bij een alleenstaande ouder/verzorger:
dat er geen inkomen is en ik ook niet in aanmerking kom voor kinderopvangtoeslag op grond van de omschrijvingen in de toelichting (zie bijlage)
Als bewijs is een inkomensverklaring (voorheen IB60 verklaring) van mijzelf en (indien van toepassing) van mijn toeslagpartner bijgevoegd (hoe u deze kunt aanvragen, staat in de toelichting). De bijgevoegde inkomensverklaring heeft betrekking op het meest recent voltooide kalenderjaar. In de periode tussen 1 januari en 1 mei2 is een inkomensverklaring van het daaraan voorafgaande jaar voldoende.
1 Een overschrijding van het maximum aantal uren kinderopvang waarover men recht heeft op kinderopvangtoeslag (140% van de arbeidsuren van de minstwerkende ouder) geeft geen recht om deze "Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag" in te vullen. In de basis heeft men dan namelijk wel recht op kinderopvangtoeslag."
2 Hierbij kan verzocht worden om na 1 mei een recentere versie op te vragen.
Handtekening:_______________________________________________________________________
Plaats en datum: _____________________________________________________________________
Dit formulier en bewijsstuk(ken) inleveren bij de kinderopvangorganisatie
Toelichting bij Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag
Wanneer heeft u recht op gesubsidieerde peuteropvang?
Als u geen recht heeft op de kinderopvangtoeslag zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, kunt bij gebruik van peuteropvang in aanmerking komen voor een gemeentelijke regeling. U moet met de ‘Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag’ en een inkomensverklaring aan de kinderopvangorganisatie en aan gemeente verklaren dat u geen recht heeft op kinderopvangtoeslag. De gemeente geeft dan subsidie aan de kinderopvangorganisatie, zodat u een lager tarief in rekening gebracht krijgt voor peuteropvang. Om de hoogte van de ouderbijdrage te kunnen berekenen heeft de kinderopvangorganisatie uw inkomensverklaring en (indien van toepassing) die van uw toeslagpartner nodig.
Kinderopvangtoeslag is een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang via de Belastingdienst.
U komt in aanmerking voor kinderopvangtoeslag wanneer er sprake is van:
Kinderopvangtoeslag vraagt u aan bij de Belastingdienst via www.toeslagen.nl. Het te ontvangen toeslagbedrag zorgt voor een vermindering van de maandelijkse kosten voor de peuteropvang. De hoogte van het toeslagbedrag is afhankelijk van de hoogte van uw inkomen.
Geen recht op kinderopvangtoeslag? Dan gemeentelijke regeling!
Werkt u niet, of een van beiden niet en/of u volgt geen studie of traject, dan kunt u in aanmerking komen voor een gemeentelijke regeling. U moet dan met de ‘Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag’ en de inkomensverklaring aan de kinderopvangorganisatie en aan de gemeente verklaren dat u geen recht heeft op kinderopvangtoeslag. Wanneer u hebt aangetoond dat u geen recht heeft op kinderopvangtoeslag, dan komt u in aanmerking voor de gemeentelijke regeling. De gemeente geeft dan subsidie aan de kinderopvangorganisatie zodat u een lager tarief betaald. Dit tarief geldt voor 2 dagdelen peuteropvang en is gelijk aan wat u zou betalen als u wel recht had op kinderopvangtoeslag.
Wat is een inkomensverklaring en hoe vraagt u deze aan?
Een inkomensverklaring is een officiële verklaring van de Belastingdienst met uw inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar. De inkomensverklaring wordt gebruikt om instanties die geen inzage hebben in de inkomensgegevens van burgers, te informeren. Deze verklaring kunt u gratis aanvragen bij de Belastingdienst, via de belastingtelefoon: 0800-0543. Zij zijn bereikbaar van maandag tot en met donderdag van 8.00 tot 20.00 uur en op vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur. Zorg ervoor dat u bij het aanvragen uw burgerservicenummer(s) (BSN) bij de hand hebt. Beide ouders/verzorgers (bij eenoudergezin één ouder/verzorger) moeten de inkomensverklaring aanvragen, ieder met hun eigen BSN. Voorwaarde voor het kunnen aanvragen van een inkomensverklaring is dat u belastingaangifte heeft gedaan.
U kunt geen inkomensverklaring ontvangen?
Als u geen belastingaangifte heeft gedaan, dan kunt u geen inkomensverklaring opvragen bij de Belastingdienst. U moet dan op een andere wijze aantonen dat er sprake is van één inkomen en er geen bijdrage is van UWV of gemeente volgens de in de Wet kinderopvang onder hoofdstuk 2 genoemde redenen. Vul het formulier ‘Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag’ in en lever bewijsstukken aan waaruit blijkt dat u geen recht heeft op kinderopvangtoeslag en hoe hoog uw inkomen is.
Tegemoetkoming voor ouder(s)/verzorger(s) met een eigen onderneming
Zelfstandig ondernemers komen volgens de Wet Kinderopvang ook in aanmerking voor kinderopvangtoeslag. Ook de ouder, die zonder enige vergoeding arbeid verricht in de onderneming van de partner in de zin van art. 3.78 van de Wet Inkomstenbelasting 2001. Dit artikel gaat over de meewerkaftrek, die geldt als de partner meer dan 525 uur per jaar meewerkt. Als de man dus een onderneming heeft en de vrouw (of andersom) minimaal 525 uur per jaar meewerkt, voldoen ze beiden aan de criteria voor de Wet kinderopvang. Hiermee hebben ze dus recht op een tegemoetkoming van de Belastingdienst en kan er geen gebruik worden gemaakt van de gemeentelijke regeling.
Als u een eigen onderneming heeft en u komt niet in aanmerking voor de tegemoetkoming van de Belastingdienst, dan kunt u gebruik maken van de gemeentelijke regeling. U moet dan de ‘Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag’ aanleveren inclusief de inkomensverklaring van uzelf en (indien van toepassing) van uw toeslagpartner. In principe moet deze inkomensverklaring betrekking hebben op het meest recent voltooide kalenderjaar of in de periode tussen 1 januari en 1 mei van het daaraan voorafgaande jaar. Mocht u over de gevraagde periode geen inkomensverklaring van de Belastingdienst kunnen krijgen, dan is een inkomensverklaring van het jaar voorafgaand aan het meest recent voltooide kalenderjaar voldoende. In 2017 kunt u dan een inkomensverklaring over 2015 aanleveren. U kunt ook op met behulp van andere bewijsstukken aantonen wat de hoogte van uw inkomen is.
Waar worden deze verklaring en inkomensverklaring/bewijsstukken voor gebruikt?
Deze verklaring en de inkomensverklaring(en) van de Belastingdienst en/of andere bewijsstukken van de hoogte van uw inkomen worden gebruikt om te kunnen bepalen of u aanmerking komt voor de gemeentelijke regeling. Daarnaast worden ze gebruikt om te kunnen beoordelen onder welke inkomenscategorie u valt en welk tarief u moet betalen voor peuteropvang. U moet de gevraagde stukken inleveren vóórdat uw kind met de peuteropvang start. U krijgt dan een lager tarief in rekening gebracht voor deelname aan het peuterprogramma voor maximaal 2 dagdelen per week. Wanneer de benodigde formulieren niet aanwezig zijn, zal het reguliere tarief in rekening worden gebracht.
Heeft u nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de kinderopvangorganisatie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-185545.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.