Gemeenteblad van Leusden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leusden | Gemeenteblad 2016, 185507 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leusden | Gemeenteblad 2016, 185507 | Beleidsregels |
Beleidsregels verordening jeugdhulp gemeente Leusden 2017
Burgemeester en Wethouders van Leusden;
gelet op artikelen 2, derde lid, artikel 4, en artikel 6, lid 3 en 4 , artikel 10, lid 4 Verordening Jeugd 2017 en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht
overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de Verordening Jeugd 2017
Hoofdstuk 2: Toegang jeugdhulp, zijnde een individuele voorziening, via de gemeente
Artikel 3. Toegang jeugdhulp via de gemeente, melding
Larikslaan2 brengt de jeugdige en zijn ouders op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet op te stellen. Als de jeugdige en zijn ouders daarom verzoeken, draagt Larikslaan2 zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.
Voor het gesprek verschaffen de jeugdige of zijn ouders aan Larikslaan2 alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van Larikslaan2 voor het gesprek of onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige of zijn ouders verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage. Het college kan in overleg met de jeugdige of zijn ouders afzien van een onderzoek als bedoeld in het eerste lid. Het onderzoek en het gesprek vallen dan samen.
Larikslaan2 onderzoekt in een gesprek tussen deskundigen en de jeugdige of zijn ouders, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de wijze waarop een mogelijk toe te kennen individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, of werk en inkomen: in het kader van het uitgangspunt 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur, wordt de hulp of begeleiding die door verschillende partijen gegeven wordt op elkaar afgestemd. En in samenspraak met het gezin vastgelegd in een Plan van Aanpak.
Als de jeugdige en zijn ouders een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet hebben opgesteld, betrekt Larikslaan2 dat als eerste bij het onderzoek/gesprek, bedoeld in het eerste lid.
Larikslaan2 informeert de jeugdige of zijn ouders over de gang van zaken bij het gesprek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure en vraagt hen toestemming om hun persoonsgegevens te verwerken en alleen dan te delen met andere professionals als dat de hulp of ondersteuning ten goede komt. Larikslaan2 kan samen met de jeugdige en zijn ouders besluiten een familienetwerkberaad te houden om een plan van aanpak te formuleren.
Artikel 6. Verslag/plan van aanpak
Larikslaan2 verstrekt het plan van aanpak aan de jeugdige of zijn ouders zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen de wettelijk gestelde 6 weken vanaf de melding. Indien deze termijn door omstandigheden niet kan worden gehaald, stuurt Larikslaan2 een bericht van vertraging naar jeugdige of zijn ouders
Een ondertekend verslag/plan van aanpak zoals genoemd in artikel 6, voorzien van dagtekening, kan fungeren als aanvraag voor een individuele voorziening.
Artikel 8. Richtlijnen voor afweging
Conform artikel 2.3 van de Jeugdwet waarborgt het college een deskundige toeleiding naar of bepaling van het inzetten van de aangewezen voorziening. Het college heeft daartoe Larikslaan2 gemandateerd.Larikslaan2 heeft professionals aangesteld en 2 teams geformeerd. Een team voor enkelvoudige vragen en een team voor meervoudige en complexe vragen. Deze professionals hanteren op basis van het onderzoek (artikel 4), het gesprek (artikel 5), het verslag/plan van aanpak (artikel 6) en de aanvraag (artikel 7) regionaal eenduidig geformuleerde leidende principes bij hun afwegingen en besluiten tot verwijzing naar of inzet van een overige voorziening, een algemene voorziening of een individuele voorziening.
Hoofdstuk 3: Regels voor persoonsgebonden budget
Artikel 9. Wijze waarop de hoogte van het persoonsgebonden budget (pgb) wordt vastgesteld
het college van de gemeente Leusden
E.D. Luchtenburg
directeur-secretaris
mevrouw drs. A. Vermeulen
burgemeester
Toelichting beleidsregels Verordening Jeugd 2017
Hoofdstuk 1 Vormen van jeugdhulp
Artikel 1 Overige voorzieningen
De overige voorzieningen zijn vrij toegankelijk beschikbaar zonder een aanvraagprocedure. De overige voorzieningen bestaan uit het laagdrempelig verlenen van informatie en advies en uit het verstrekken van ambulante hulpverlening. Voor een deel van de hulpvragen zal volstaan kunnen worden met een vrij toegankelijke voorziening. Indien dit niet toereikend is, wordt een individuele voorziening ingezet. Daarnaast kunnen de overige voorzieningen een goede ondersteuning bieden bij de inzet van een individuele voorziening.
Ouders en jeugdige kunnen zonder een aanvraag rechtstreeks toegang krijgen tot overige jeugdhulp. Larikslaan2 communiceert duidelijk naar de inwoners welke voorzieningen direct toegankelijk zijn en welke voorzieningen niet direct toegankelijk zijn.
Artikel 2 Individuele voorzieningen
De individuele voorziening is een voorziening die alleen via een aanvraag en een beschikking kan worden ingezet. Het is een voorziening, die niet vrij toegankelijk is voor ouders en jeugdigen. Larikslaan2 heeft het mandaat om een individuele voorziening in te zetten en zal de procedure daartoe zorgvuldig moeten doorlopen. Voorzieningen ter uitvoering van het gedwongen kader vallen onder de diensten van SAVE. De diensten die onder het gedwongen karakter vallen, zijn niet op aanvraag beschikbaar, maar worden opgelegd door de Rechtbank. De gemeente geeft hier geen beschikking voor af. Het gaat hier om jeugdbescherming en jeugdreclassering. De gemeente is verantwoordelijk voor een toereikend aanbod van deze voorzieningen.
De individuele voorzieningen betreffen specialistische hulpverlening/begeleiding die niet door Larikslaan2 geboden kan worden. De specialistische hulpverlening/begeleiding kan zowel ambulant als in een intramurale setting worden geboden.
In artikel 2 lid 2 van de Verordening Jeugd gemeente Leusden 2017 worden de volgende individuele voorzieningen genoemd:
Specialistische jeugdhulp, zijnde in ieder geval:
In deze Beleidsregels Verordening jeugd 2017 wordt als volgt een vertaling gemaakt:
Deze indeling past binnen de ingezette beweging in het sociaal domein en sluit aan bij de vormen van individuele voorzieningen zoals staan beschreven in artikel 2 lid 2 van de Verordening Jeugd 2017 gemeente Leusden.
Hoofdstuk 2 Toegang jeugdhulp via de gemeente
De gemeente organiseert de toegang tot de jeugdhulp. We gaan er hiervan uit dat de toegang naar jeugdhulp zo dicht mogelijk bij het kind en gezin wordt georganiseerd. Na bevestiging van de melding of hulpvraag wordt een afspraak gemaakt voor een gesprek, indien mogelijk zal het gesprek bij de ouders en jeugdige thuis plaatsvinden.
Het familiegroepsplan is in artikel 1.1 van de Jeugdwet gedefinieerd als: hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren. In artikel 4.1.2 van de Jeugdwet is bepaald dat de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling bij het uitvoeren van artikel 4.1.1 Jeugdwet en indien sprake is van vroegsignalering van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als eerste de mogelijkheid biedt om, binnen redelijke termijn, een familiegroepsplan op te stellen. Op voorhand bepalen deze beleidsregels niet wat een redelijke termijn is. Per situatie kan met het gezin hierover afspraken worden gemaakt. Op grond van artikel 2.1., onder g, Jeugdwet, maakt het familiegroepsplan onderdeel uit van het gemeentelijk beleid.
Wanneer er sprake is van spoedeisende hulp, kan direct een individuele voorziening worden ingezet. Dit betekent dat de ouders en jeugdige geen procedure hoeven te doorlopen om de nodige zorg te ontvangen.
Een consulent van Larikslaan2 informeert de ouders en jeugdigen over de procedure van het gesprek en informeert de ouders en jeugdigen over hun rechten en plichten. Het kan zijn dat een consulent van Larikslaan2 op basis van de gegevens uit het brede gesprek nader onderzoek doet om te bepalen of belanghebbende een individuele voorziening op grond van de Jeugdwet nodig heeft. Het aanvragen van advies door andere deskundigen kan onderdeel uitmaken van het onderzoek. Het is van belang dat de ouders (en jeugdigen) toestemming geven voor het uitwisselen van persoonsgegevens.
Na bevestiging van de melding of hulpvraag wordt een afspraak gemaakt voor een gesprek. Op voorhand bepalen de beleidsregels niet precies wanneer deze afspraak wordt gemaakt. Afhankelijk van de hulpvraag kan het namelijk zijn dat de consulent eerst gegevens wil verzamelen (met medeweten van de jeugdige en/of ouders) voor een goede voorbereiding op het gesprek.
Wanneer de gegevens bekend zijn bij de consulent, dan is het niet nodig om het gehele onderzoek opnieuw te houden.
In het gesprek wordt de jeugdige of zijn ouders geïnfomeerd over de mogelijkheid dat persoonlijke gegevens kunnen worden gedeeld met andere professionals. Dat gebeurt altijd zorgvuldig, anoniem als dat kan en alleen als de hulp of ondersteuning daarmee gediend is. Als dat gebeurt, wordt de jeugdige of de ouders daarvan op de hoogte gesteld.
Artikel 6, Verslag/plan van aanpak
Van het gesprek wordt een schriftelijk verslag opgesteld. Daarin staan mogelijkheden tot oplossingen (arrangement) die in samenspraak met de ouders en jeugdigen, en indien aanwezig andere personen uit het sociale netwerk, tot stand zijn gekomen. In plaats van een verslag kan ook een plan van aanpak worden opgesteld. De inhoud daarvan bevat in ieder geval ook de strekking van de genoemde onderzoeksonderwerpen.
Het verslag vormt de belangrijkste basis voor de beslissing op de aanvraag. Nadat de ouders en jeugdigen beschikken over het verslag is het wel de verantwoordelijkheid van de ouders en jeugdige, al dan niet personen uit het sociale netwerk, zelf te beslissen of een aanvraag wordt ingediend. Als de ouders en jeugdige het niet eens zijn met het opgestelde plan, dan is er altijd een mogelijkheid voor de ouders en jeugdige om aan te geven waarom hij niet akkoord is.
Het verslag maakt integraal onderdeel uit van het plan van aanpak, net als het familiegroepsplan.
Als de ouders en/of jeugdige het plan ondertekent en het plan is voorzien van zijn naam, en een dagtekening, kan het plan fungeren als aanvraag voor een individuele voorziening; als dat (mede) de uitkomst is van het gesprek.
Artikel 8, Richtlijnen voor afweging
In de inleiding van de Jeugdwet wordt in overweging genomen dat het wenselijk is dat hulp op maat wordt geboden, er meer ruimte voor professionals is en tot het demedicaliseren, ontzorgen en normaliseren van de jeugdsector, waarbij het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt.
Passende jeugdhulp wordt geboden zo licht als het kan, zo zwaar als het moet. Waarbij de beoordeling van wat passende jeugdhulp is aan de professional wordt overgelaten. De consulenten verstrekken een onderbouwd besluit op basis van intercollegiale toetsing en stellen richtlijnen op die behulpzaam zijn bij het formuleren van dat besluit.
In de Jeugdwet staat vermeld dat de ouder of jeugdige op eigen kracht of met hulp van zijn sociaal netwerk in staat moet zijn de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren (zie artikel 8.1.1).
Wijze waarop de hoogte van het pgb wordt vastgesteld
Een individuele voorziening in de vorm van een PGB wordt alleen verstrekt indien de aanvrager dit gemotiveerd, aan de hand van een opgesteld plan vraagt. De ouders (en jeugdige) moet motiveren dat het bestaande aanbod van zorg in natura niet passend is. Conform hetgeen in de Jeugdwet (artikel 8.1.1.) staat kan het niet beschikbaar zijn van ZIN die identiteitsgebonden is, een reden zijn dat ZIN “niet passend is”. In het plan moet duidelijk worden aangetoond dat de verstrekking van een PGB aantoonbaar leidt tot veilige, betere en effectievere ondersteuning. Ook dient de ondersteuning aantoonbaar doelmatiger te zijn. De gemeente beoordeelt of dit plan voldoet. Door het opstellen van een persoonlijk plan wordt de ouders en jeugdige gestimuleerd na te denken over zijn zorgvraag, deze uit te werken en te concretiseren.
Bij de vaststelling van de tarieven voor dienstverlening wordt een onderscheid gemaakt tussen zorgverlening door professionals in dienst van een instelling, professionals niet in dienst van een instelling en niet professionals (zoals werkstudenten, sociaal netwerk). Het PGB voor dienstverlening door professionals in dienst van een instelling bedraagt 100% van het door Larikslaan2 vast te stellen tarief. Voor dienstverlening door professionals niet in dienst van een instelling (zoals ZZP-ers) wordt uitgegaan van 75% van het vastgestelde tarief omdat deze professionals lagere overheadkosten hebben. Voor de categorie niet professionals hanteert Larikslaan2 een bedrag van 50% van het vastgestelde tarief.
Wanneer de jeugdhulp die gefinancierd wordt uit het PGB duurder blijkt te zijn dan de hulp in natura, mag het PGB niet op voorhand worden geweigerd. Gemeenten mogen in dit geval ervoor kiezen alleen een budget te verstrekken ter hoogte van het ingekochte ZIN-tarief (zorg in natura). De extra kosten om de jeugdhulp uit het PGB te contracteren, kunnen dan bijbetaald worden door de aanvrager.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-185507.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.