Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2015

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2016;

gezien het advies van de raadscommissie samenlevingszaken van 28 november 2016;

gezien het advies van Participatieraad sociaal domein van 23 oktober 2016;

overwegende dat het van groot belang is dat de Wet maatschappelijke ondersteuning zorgvuldig en correct wordt uitgevoerd; dat wettelijke begrippen eenduidig worden gehanteerd; dat kleine juridisch-technische onvolkomenheden zijn verbeterd; dat gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015,alsmede gelet op de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2015

Artikel IA De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2015 wordt gewijzigd als volgt.

A. In artikel 1.1. komen te vervallen

het begrip onder sub q, “plan van aanpak: een in samenspraak met de cliënt opgesteld afsprakenkader over diens te vergen inzet, zijn sociaal netwerk, algemene voorzieningen en/of maatwerkvoorzieningen gelet op zijn beperking(en) waaronder ook criteria als bedoeld in het budgetplan kunnen zijn inbegrepen;” en het begrip onder sub u, “verslag: een schriftelijk document als bedoeld in artikel 2.3.2 achtste lid van de wet met de uitkomsten van het in artikel 2.3.2 eerste lid van de wet bedoelde onderzoek waarin de oplossingen in samenspraak met de cliënt zijn benoemd;”.

B. Artikel 1.1, sub d. wordt gewijzigd als volgt:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1:1, onder d

Artikel 1.1, onder d

d. besluit: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2015

d. besluit: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder

 

C. Na artikel 1.1 onderdeel a.a worden, onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, onderdelen toegevoegd luidende:

 

ab. ondersteuningsplan: de in samenspraak met cliënt opgestelde benodigde acties ten behoeve van maatschappelijke participatie. De acties betreffen de te vergen inzet van cliënt, zijn sociaal netwerk, algemene voorzieningen en/of maatwerkvoorzieningen;

 

ac. gespreksverslag: een schriftelijke weergave van het vraagverhelderingsgesprek. Een ondersteuningsplan kan hier onderdeel van uitmaken;

 

ad. huishoudelijke ondersteuning: geheel of gedeeltelijk ondersteunen of overnemen van noodzakelijke activiteiten in het huishouden dan wel van de leefeenheid waartoe de cliënt behoort.

  

D. Artikel 2.5, lid 1,2 en 3 worden gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2.5, lid 1,2 en 3

Artikel 2.5, lid 1,2 en 3

1. Het college stelt van het vraagverhelderingsgesprek een schriftelijk verslag op.

2. In afwijking van het eerste lid kan het college in plaats van een verslag een plan van aanpak (laten) opstellen.

3. Het verslag als bedoeld in het eerste lid heeft betrekking op de uitkomsten van het vraagverhelderingsgesprek en indien aanwezig het persoonlijk plan.

 

1. Het college stelt van het vraagverhelderingsgesprek een gespreksverslag op.

2. Indien van toepassing kan het college een ondersteuningsplan toevoegen aan het gespreksverslag.

3. Het gespreksverslag als bedoeld in het eerste lid heeft betrekking op de uitkomsten van het vraagverhelderingsgesprek en indien aanwezig het persoonlijk plan.

  

E. Artikel 3.1, lid 5 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 3.1, lid 5

Artikel 3.1, lid 5

Het college merkt een aanvraag en een daarbij behorend van een plan van aanpak, welk naar oordeel van het college gedateerde informatie bevat, aan als een ondersteuningsvraag.

Het college merkt een aanvraag en een daarbij behorend van een ondersteuningsplan, welk naar oordeel van het college gedateerde informatie bevat, aan als een ondersteuningsvraag.

   

F. Artikel 4.1, lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4.1, lid 2

Artikel 4.1, lid 2

De maatwerkvoorziening als bedoeld in het eerste lid levert, rekening houdend met het verslag en indien aanwezig het persoonlijk plan, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in aanvaardbare mate in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie mede met het oog op zo lang mogelijk op verantwoorde wijze in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen.

De maatwerkvoorziening als bedoeld in het eerste lid levert, rekening houdend met het gespreksverslag en indien aanwezig het persoonlijk plan, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in aanvaardbare mate in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie mede met het oog op zo lang mogelijk op verantwoorde wijze in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen.

  

G. Artikel 4.1, lid 4 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4.1, lid 4

Artikel 4.1, lid 4

De maatwerkvoorziening als bedoeld in het vorige lid levert, rekening houdend met het verslag en indien aanwezig het persoonlijk plan, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

De maatwerkvoorziening als bedoeld in het vorige lid levert, rekening houdend met het gespreksverslag en indien aanwezig het persoonlijk plan, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

  

H. Artikel 4.1, lid 5 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4.1, lid 5

Artikel 4.1, lid 5

Bij het beoordelen van de aanspraak op een maatwerkvoorziening neemt het college het verslag als bedoeld in artikel 2.5 van de verordening en indien aanwezig het persoonlijk plan als uitgangspunt.

Bij het beoordelen van de aanspraak op een maatwerkvoorziening neemt het college het gespreksverslag als bedoeld in artikel 2.5 van de verordening en indien aanwezig het persoonlijk plan als uitgangspunt.

  

I. Artikel 5.3, lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

 

Artikel 5.3, lid 1

 

1) De onderdelen d tot en met i worden geletterd e tot en met j.

2) Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: d. schoonmaakondersteuning

  

J. Artikel 6.1, lid 2 onder a wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 6.1, lid 2 onder a

Artikel 6.1, lid 2 onder a

de cliënt stelt een budgetplan op

de cliënt stelt een budgetplan op, tenzij er sprake is van een aanvraag voor huishoudelijke ondersteuning. Dit geldt zowel voor schoonmaakondersteuning als voor ondersteuning bij regie/zorg over het huishouden;

  

K. Artikel 6.1, lid 2 onder d wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 6.1, lid 2, onder d

Artikel 6.1, lid 2 onder d

uit het persoonsgebonden budget mogen geen administratieve bemiddelingsbureaus worden betaald

uit het persoonsgebonden budget mogen geen bemiddelingsbureaus of bemiddelingskosten, waaronder begrepen administratiekosten, worden betaald.

  

L. Artikel 6.2, lid 3 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 6.2, lid 3

Artikel 6.3, lid 3

De hoogte van het persoonsgebonden budget voor diensten is afgeleid van de tarieven waarvoor het college deze diensten heeft gecontracteerd en bedraagt niet meer dan een percentage van dat tarief.

De hoogte van het persoonsgebonden budget voor diensten is afgeleid van de tarieven waarvoor het college deze diensten heeft gecontracteerd en bedraagt niet meer dan een percentage van dat tarief, of een vast bedrag.

  

M. Artikel 7.2, lid 1 onder b wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 7.2, lid 1 onder b

Artikel 7.2, lid 1 onder b

verlenen in de vorm van een totaal aan afspraken zoals neergelegd in een plan van aanpak

verlenen in de vorm van een totaal aan afspraken zoals neergelegd in een ondersteuningsplan

  

N. Artikel 9.2, lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 9.2, lid 2

Artikel 9.2, lid 2

Onder de leefomgeving in het vorige lid wordt 15 tot 20 kilometer rondom de woning verstaan. Het college kan in individuele gevallen afwijken van het gestelde in dit lid.

 

Onder de leefomgeving in het vorige lid wordt 15 tot 35 kilometer rondom de woning verstaan. Het college kan in individuele gevallen afwijken van het gestelde in dit lid. 

  

O. Artikel 10.2, lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 10.2, lid 1

Artikel 10.2, lid 1

De cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor het gebruik van een algemene voorziening, niet zijnde cliëntondersteuning.

De cliënt kan een bijdrage in de kosten verschuldigd zijn voor het gebruik van een algemene voorziening, niet zijnde cliëntondersteuning. 

  

P. Artikel 13.2 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 13.2

Artikel 13.2

Het college beoordeelt, al dan niet steekproefsgewijs, de besteding van de persoonsgebonden budgetten als bedoeld in artikel 6.1 van deze verordening. Tevens beoordeelt het college of de cliënt nog voldoet aan de criteria om voor een persoonsgebonden budget in aanmerking te komen.

 

  • 1.

    Het college onderzoekt, al dan niet steekproefsgewijs, of de verstrekte voorzieningen worden gebruikt of besteed ten behoeve van het doel waarvoor ze verstrekt zijn.

  • 2.

    Het college kan in het Besluit nadere regels stellen met betrekking tot de controle op de besteding.

 

 

Artikel II  

Deze Verordening treedt in werking op 1 januari 2017.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 december 2016.

De griffier,

De voorzitter,

TOELICHTING op de Verordening voor het wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2015  

Algemene toelichting

De toelichting op een aantal punten aangescherpt vanwege voortschrijdend inzicht of een vollediger omschrijving van de informatie.

A. In de toelichting op artikel 1. Begripsbepaling komen te vervallen het begrip onder sub q, “plan van aanpak” en het begrip onder sub u, “verslag.

B. Na de toelichting op artikel 1. Begripsbepalingen, onderdeel Ad. aa worden, onderdelen toegevoegd luidende:

Ad ab: ondersteuningsplan Bij het leveren van een maatwerkvoorziening wordt door de aanbieder daarvan een ondersteuningsplan opgesteld welke vanzelfsprekend in samenspraak met de cliënt tot stand komt. Ook het college kan een dergelijk plan opstellen. Andere relevante onderwerpen zoals genoemd komen daar ook in aan bod.

Ad ac: gespreksverslag De definitie van gespreksverslag spreekt voor zich. Indien van toepassing bevat het gespreksverslag een ondersteuningsplan. Zie definitie in dit artikel en zie ook de toelichting bij artikel 2.5 tweede lid van de verordening.

Ad ad: huishoudelijke ondersteuningHuishoudelijk ondersteuning valt uiteen in twee maatwerkvoorzieningen: schoonmaakondersteuning (voorheen HH1) en ondersteuning bij regie/zorg over het huishouden (voorheen HH2).

 

C. Toelichting op artikel 2.3 lid 5 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2.3, lid 5

Artikel 2.3, lid 5

Uitgangspunt is dat het college zorgt draagt voor voldoende deskundigheid van degene die het vraagverhelderingsgesprek uitvoert en daar een verslag over maakt.

Uitgangspunt is dat het college zorgt draagt voor voldoende deskundigheid van degene die het vraagverhelderingsgesprek uitvoert en daar een gespreksverslag over maakt.

   

D. Toelichting op artikel 2.5 lid 1, 2, 3 en 4 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2.5 lid 1, 2, 3 en 4

Artikel 2.5 lid 1, 2, 3 en 4

Van het vraagverhelderingsgesprek wordt een schriftelijk verslag opgesteld. Daarin staan het in samenspraak met de cliënt, en indien aanwezig de mantelzorger en andere personen uit het sociale netwerk, tot stand gekomen oplossingen (een arrangement). Deze oplossingen hebben betrekking op de onderwerpen van artikel 2.3.2 vierde lid van de wet. In plaats van een verslag kan ook een plan van aanpak worden opgesteld. De inhoud daarvan bevat in ieder geval ook de strekking van de genoemde onderzoeksonderwerpen.

     

Het spreekt voor zich dat het persoonlijk plan en de ondersteuningsbehoefte van de mantelzorger onderdeel uitmaken van het verslag. Daarmee is overigens niet gezegd dat het college gehouden is, indien een aanvraag wordt ingediend (volledig) tegemoet te komen aan de wensen zoals die in dat plan zijn beschreven. Dat zal het college in voorkomende gevallen wel nader moeten motiveren.

 

Het verslag vormt de belangrijkste basis voor de beslissing op de aanvraag. Nadat de cliënt beschikt over het verslag is het wel de verantwoordelijkheid van de cliënt, al dan niet diens mantelzorger, zelf te beslissen of een aanvraag wordt ingediend.

 

Het eerder genoemde arrangement speelt overigens ook een rol bij het plan van aanpak dat in samenspraak met de cliënt wordt opgesteld. Verwezen wordt naar de begripsbepalingen in artikel 1.1 eerste lid van de verordening.

 

Van het vraagverhelderingsgesprek wordt een schriftelijk gespreksverslag opgesteld. Daarin staan het in samenspraak met de cliënt, en indien aanwezig de mantelzorger en andere personen uit het sociale netwerk, tot stand gekomen oplossingen (een arrangement). Deze oplossingen hebben betrekking op de onderwerpen van artikel 2.3.2 vierde lid van de wet. Het ondersteuningsplan kan onderdeel zijn van het gespreksverslag. De inhoud daarvan bevat in ieder geval ook de strekking van de genoemde onderzoeksonderwerpen.

 

Het spreekt voor zich dat het persoonlijk plan en de ondersteuningsbehoefte van de mantelzorger onderdeel uitmaken van het gespreksverslag. Daarmee is overigens niet gezegd dat het college gehouden is, indien een aanvraag wordt ingediend (volledig) tegemoet te komen aan de wensen zoals die in dat plan zijn beschreven. Dat zal het college in voorkomende gevallen wel nader moeten motiveren.

 

Het gespreksverslag vormt de belangrijkste basis voor de beslissing op de aanvraag. Nadat de cliënt beschikt over het gespreksverslag is het wel de verantwoordelijkheid van de cliënt, al dan niet diens mantelzorger, zelf te beslissen of een aanvraag wordt ingediend.

 

Het eerder genoemde arrangement speelt overigens ook een rol bij het ondersteuningsplan dat in samenspraak met de cliënt wordt opgesteld. Verwezen wordt naar de begripsbepalingen in artikel 1.1 eerste lid van de verordening.

 

  

E. Toelichting op artikel 3.1, lid 1 en 2 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 3.1 lid 1 en 2

Artikel 3.1 lid 1 en 2

Pas na verstrekking van een verslag kan een aanvraag voor een maatwerkvoorziening worden gedaan, tenzij het onderzoek niet binnen zes weken is uitgevoerd (art. 2.3.2 negende lid van de wet). De aanvraag wordt in principe ingediend op een door het college beschikbaar gesteld formulier. Om administratieve lasten te voorkomen kan het verslag ook als aanvraag worden aangemerkt.

Pas na verstrekking van een gespreksverslag kan een aanvraag voor een maatwerkvoorziening worden gedaan, tenzij het onderzoek niet binnen zes weken is uitgevoerd (art. 2.3.2 negende lid van de wet). De aanvraag wordt in principe ingediend op een door het college beschikbaar gesteld formulier. Om administratieve lasten te voorkomen kan het gespreksverslag ook als aanvraag worden aangemerkt.

  

F. Toelichting op artikel 3.1 lid 5 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 3.1 lid 5

Artikel 3.1 lid 5

Verder kan het voorkomen dat geruime tijd verstrijkt tussen het verstrekken van een verslag en het feitelijk indienen van een aanvraag. Dit kan meebrengen dat het verslag verouderde informatie bevat waardoor het college niet (meer) binnen de wettelijke kaders zoals genoemd in hoofdstuk 4 van de verordening kan beslissen op de aanvraag

Verder kan het voorkomen dat geruime tijd verstrijkt tussen het verstrekken van een gespreksverslag en het feitelijk indienen van een aanvraag. Dit kan meebrengen dat het gespreksverslag verouderde informatie bevat waardoor het college niet (meer) binnen de wettelijke kaders zoals genoemd in hoofdstuk 4 van de verordening kan beslissen op de aanvraag

  

G. Toelichting op artikel 4.1 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4.1 lid 2

Artikel 4.1 lid 2

Dit artikel bepaalt dat voor de beoordeling van de aanspraak op een maatwerkvoorziening het college rekening moet houden met het verslag.

Dit artikel bepaalt dat voor de beoordeling van de aanspraak op een maatwerkvoorziening het college rekening moet houden met het gespreksverslag.

  

H. Toelichting op artikel 4.1, lid 4 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4.1 lid 4

Artikel 4.1 lid 4

Dit artikel bepaalt dat voor de beoordeling van de aanspraak op een maatwerkvoorziening het college rekening moet houden met het verslag.

Dit artikel bepaalt dat voor de beoordeling van de aanspraak op een maatwerkvoorziening het college rekening moet houden met het gespreksverslag.

  

I. Toelichting op artikel 4.1, lid 5 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4.1 lid 5

Artikel 4.1 lid 5

Dit artikel benadrukt dat het college bij het beoordelen van de aanspraak op een maatwerkvoorziening het verslag en indien aanwezig het persoonlijk plan als uitgangspunt neemt.

Dit artikel benadrukt dat het college bij het beoordelen van de aanspraak op een maatwerkvoorziening het gespreksverslag en indien aanwezig het persoonlijk plan als uitgangspunt neemt.

  

J. Aanvulling op de toelichting op artikel 5.3, onder soorten maatwerkvoorzieningen:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5.3, onder soorten maatwerkvoorzieningen

Artikel 5.3, onder soorten maatwerkvoorzieningen

 

Schoonmaakondersteuning Schoonmaakondersteuning behoort vanaf 2017 weer tot de maatwerkvoorzieningen. Schoonmaakondersteuning betreft de zorg voor het schoon houden en op orde hebben van het huishouden en de zorg voor het kunnen beschikken over schoon beddengoed en schone kleding.

  

K. Toelichting op artikel 6.1 lid 2 onder a wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 6.1, lid 2 onder a

Artikel 6.1, lid 2 onder a

De cliënt die een persoonsgebonden budget wenst en daar recht op heeft is verplicht een budgetplan op te stellen. Wat daaronder wordt verstaan (ook de eisen) is opgenomen in artikel 1.1 eerste lid van de verordening.

De WMO kent geen verplichting om een budgetplan op te stellen voor het aanvragen van een PGB, maar geeft gemeenten wel de mogelijkheid deze verplichting aan inwoners op te leggen. Gemeente Noordoostpolder legt haar inwoners deze verplichting op, omdat een inwoner hierdoor genoodzaakt is een bewuste keuze te maken waaraan het PGB wordt besteed. Voor huishoudelijke ondersteuning wordt echter geen verplichting opgelegd aan inwoners om een budgetplan op te stellen, aangezien deze inspanningen ten aanzien van het opstellen van een budgetplan niet in verhouding staan tot de aard van de ondersteuning. Wat onder een budgetplan wordt verstaan (ook de eisen) is opgenomen in artikel 1.1 eerste lid van de verordening.

  

L. Toelichting op artikel 6.1 lid 2 onder d wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 6.1, lid 2 onder d

Artikel 6.1, lid 2 onder d

De wetgever heeft met de invoering van het trekkingsrecht nadrukkelijk de bedoeling gehad om uitbetaling van

persoonsgebonden budgetten niet meer toe te staan aan bemiddelingsbureaus.

De wetgever heeft met de invoering van het trekkingsrecht nadrukkelijk de bedoeling gehad om uitbetaling van

persoonsgebonden budgetten niet meer toe te staan aan bemiddelingsbureaus. Er mogen geen administratieve kosten worden betaald uit het PGB, omdat een inwoner met een PGB in staat moet zijn om zelf of met behulp van derden een eigen administratie te voeren. Het PGB is niet bedoeld voor de financiering van bemiddelingsbureaus.

  

M. Toelichting op artikel 6.2 lid 3 en 4 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 6.2 lid 3 en 4

Artikel 6.2 lid 3 en 4

Voor de vaststellen van de hoogte van het persoonsgebonden budget voor diensten zijn in dit artikel de kaders bepaald. De hoogte is afgeleid van een percentage van de tarieven waarvoor het college de diensten heeft gecontracteerd.

Voor de vaststellen van de hoogte van het persoonsgebonden budget voor diensten zijn in dit artikel de kaders bepaald. De hoogte is afgeleid van een percentage van de tarieven waarvoor het college de diensten heeft gecontracteerd of de hoogte is een vast bedrag.

  

N. Toelichting op artikel 9.2 lid 1, 2 en 3 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 9.2 lid 1, 2 en 3

Artikel 9.2 lid 1, 2 en 3

Onder de leefomgeving in het kader van dit hoofdstuk wordt 15 tot 20 kilometer rondom de woning als redelijk aangenomen (vergelijk CRVB:2009:BH4270 en CRVB:2010:BL4037).

Onder de leefomgeving in het kader van dit hoofdstuk wordt 15 tot 35 kilometer rondom de woning als redelijk aangenomen (vergelijk CRVB:2009:BH4270 en CRVB:2010:BL4037, waarbij als uitgangspunt gold een leefomgeving van ieder geval 15 tot 20 km rond de woning en TK 2005-2006, 30 131, nr. 65 waaruit blijkt dat onder vervoer ook valt aansluiting op regionale en bovenregionale vervoersystemen)

  

O. Toelichting op artikel 10.2 lid 1, 2 en 3 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 10.2 lid 1, 2 en 3

Artikel 10.2 lid 1, 2 en 3

Als hoofdregel geldt dat een bijdrage in de kosten voor het gebruik van een algemene voorziening is verschuldigd. Cliëntondersteuning is gratis, daarvoor mag geen bijdrage worden gevraagd. De cliënt is de bijdrage in principe verschuldigd aan de aanbieder. Denk bijvoorbeeld aan de maaltijdservice. Het spreekt voor zich dat bij het vaststellen van de hoogte van de bijdrage kan rekening worden gehouden met algemeen gebruikelijke kosten. Immers, iedereen heeft kosten voor zijn maaltijd ongeacht het hebben van beperkingen.

Als hoofdregel geldt dat er voor het gebruik van een algemene voorziening, een bijdrage in de kosten gevraagd kan worden. Cliëntondersteuning is gratis, daarvoor mag geen bijdrage worden gevraagd. De inwoner is de bijdrage in principe verschuldigd aan de aanbieder.

Denk bijvoorbeeld aan de maaltijdservice. Het spreekt voor zich dat bij het vaststellen van de hoogte van de bijdrage rekening kan worden gehouden met algemeen gebruikelijke kosten. Immers, iedereen heeft kosten voor zijn maaltijd ongeacht het hebben van beperkingen.

Voor bepaalde algemene voorzieningen vraagt het college geen bijdrage in de kosten. Denk bijvoorbeeld aan de scootmobielpool.

  

P. Toelichting op artikel 13.1 en 13.2 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 13.1 en 13.2

Artikel 13.1 en 13.2

Het college beoordeelt steekproefsgewijs de besteding van de persoonsgebonden budgetten als bedoeld in artikel 6.1 van de verordening. Tevens beoordeelt het college of de cliënt nog voldoet aan de criteria om voor een persoonsgebonden budget in aanmerking te komen (art. 2.3.9 van de wet).

 

Het college beoordeelt steekproefsgewijs de besteding van maatwerkvoorzieningen en de persoonsgebonden budgetten als bedoeld in artikel 6.1 van de verordening. Tevens beoordeelt het college of de cliënt nog voldoet aan de criteria om voor een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget in aanmerking te komen (art. 2.3.9 van de wet).

 

 

 

 

Naar boven