Gemeenteblad van Stichtse Vecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Stichtse Vecht | Gemeenteblad 2016, 184848 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Stichtse Vecht | Gemeenteblad 2016, 184848 | Verordeningen |
Verordening Adviescommissie bezwaarschriften Stichtse Vecht 2016
De gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de werkgeverscommissie van de gemeente Stichtse Vecht, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 september 2016;
gehoord de commissie Bestuur en Financiën van 11 oktober 2016;
gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Gemeentewet en artikel 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
Hoofdstuk II Instelling en taak van de commissie
Artikel 2 De Adviescommissie bezwaarschriften
De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften:
tegen besluiten op grond van artikel 4:86 (beschikking tot betaling), 4:94 (beschikking tot uitstel van betaling), 4:95 (beschikking tot het verlenen van een voorschot), 4:96 (beschikking tot het intrekken of wijzigen van een uitstel van betaling of een verlening van een voorschot) en artikel 4:99 (beschikking tot vaststelling verschuldigde rente) van de wet.
Hoofdstuk IV Mandaat en machtiging
Artikel 9 Uitoefening van bevoegdheden
1.De volgende in de wet neergelegde bevoegdheden worden, voor zover de voorbereiding van de beslissing op bezwaar in handen van de commissie is gesteld, uitgeoefend door de voorzitter:
artikel 7:6, lid 4 (het beslissen om belanghebbenden van het verhandelde tijdens het horen buiten hun aanwezigheid niet op de hoogte te brengen).
2.De volgende in de wet neergelegde bevoegdheden worden, voor zover de voorbereiding van de beslissing op bezwaar in handen van de commissie is gesteld, uitgeoefend door de secretaris:
De secretaris bepaalt dag, plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord.
Artikel 17 Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
De in het vorige lid bedoelde nadere informatie wordt in afschrift toegezonden aan de leden, de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan. Zij kunnen hierop binnen een door de voorzitter te bepalen termijn schriftelijk een reactie geven of verzoeken een nieuwe hoorzitting te beleggen. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.
Het jaarverslag bevat in ieder geval een overzicht van behandelde zaken en daarop uitgebrachte adviezen. Verder kunnen in het jaarverslag omstandigheden worden gesignaleerd die het indienen van bezwaarschriften in de hand zouden kunnen werken en kunnen voorstellen worden gedaan om gebleken gebreken in de organisatie of in procedures te verbeteren.
TOELICHTING OP DE “VERORDENING ADVIESCOMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN STICHTSE VECHT 2016”
In de verordening is bepaald dat de bestuursorganen van de gemeente, de raad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de werkgeverscommissie, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, besluiten de verordening vast te stellen. Duidelijk is dat de raad de verordende bevoegdheid heeft (artikel 108 juncto 147 Gemeentewet). Het college, de burgemeester en de werkgeverscommissie hebben deze bevoegdheid niet, maar nemen hiermee het besluit tot instellen van de Adviescommissie bezwaarschriften. Op deze manier is het mogelijk dat de bestuursorganen samen een en dezelfde commissie instellen om te adviseren op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college, de burgemeester en de werkgeverscommissie. De ondertekening gebeurt eveneens door de drie bestuursorganen.
In dit artikel zijn slechts die begripsbepalingen opgenomen die niet in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voorkomen. Zo ontbreekt er een omschrijving van het begrip 'bestuursorgaan' hoewel dat op meerdere plaatsen in de verordening voorkomt. Het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen, wordt in de verordening aangeduid als 'verwerend orgaan'. Dit kan de gemeenteraad betreffen, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de werkgeverscommissie of een commissie waaraan via delegatie bepaalde bevoegdheden van de hiervoor genoemde bestuursorganen zijn overgedragen.
Onder een bezwaarschrift wordt in deze verordening ook gerekend een schrijven dat kennelijk bedoeld is als een bezwaarschrift, maar gericht is tegen een handeling waartegen (nog) geen bezwaar open staat.
Het derde lid bepaalt dat de commissie tevens adviseert over de beslissing op een verzoek om vergoeding van kosten van beroepsmatig juridisch advies in de bezwaarfase (artikel 7:15 lid 2 Awb).
Het vierde lid vormt een uitzondering op de hoofdregel dat de commissie bezwaarschriften adviseert over bezwaarschriften. Het betreft naast de gebruikelijke belastingzaken en WOZ ook de bezwaarschriften die betrekking hebben op de financiële zaken rondom de bestuurlijke geldschulden. Dergelijke financiële bezwaren lenen zich meer voor behandeling door de Heffingsambtenaar. Invorderingsbeschikkingen inzake verbeurde dwangsommen ex artikel 5:37 Awb zijn geen betalingsbeschikking zoals bedoeld in artikel 4:86 Awb. Bezwaarschriften tegen dergelijke invorderingsbeschikkingen worden dan ook wel ter advisering aan de adviescommissie bezwaarschriften voorgelegd. Kamerstukken II 2003/04, 29 702, nr. 3, p. 113.
De commissie bestaat uit een Algemene, een Sociale en een Personele kamer. De opsomming van categorieën bezwaarschriften die elke kamer zal behandelen is niet uitputtend.
Artikel 4 Samenstelling van de commissie
In verband met de onafhankelijkheid van de commissie bepaalt het vierde lid dat ook de leden van de commissie geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Stichtse Vecht. Artikel 7:13 Awb stelt dit vereiste alleen aan de voorzitter.
Hoewel in de Awb nergens over een secretaris wordt gesproken, is het gebruikelijk dat een commissie beschikt over een secretariaat ter ondersteuning van de werkzaamheden.
De secretaris verleent de commissie de nodige ambtelijke bijstand; hij draagt zorg voor de voorbereiding van de hoorzittingen; neemt (zonder stemrecht) deel aan de beraadslagingen van de commissie; stelt concept-adviezen op en treedt op namens de commissie en/of de voorzitter in door deze te bepalen gevallen.
De medewerker administratieve ondersteuning draagt zorg voor de registratie, correspondentie, archivering en bewaking van het proces van bezwaarafhandeling.
In verband met de onafhankelijkheid van de commissie, is de secretaris van de commissie voor zover het betreft de uitvoering van zijn functie, uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de commissie.
Bij de herbenoeming zoals bedoeld in het tweede lid, wordt het rooster van aftreden (lid 6) in acht genomen.
Voorzitter en leden kunnen bij ontslag zoals bedoeld in het derde lid, zelf het tijdstip van dat ontslag bepalen. Zij kunnen ook een later tijdstip kiezen om zodoende eventueel nog bij de afhandeling van lopende zaken betrokken te kunnen zijn. De bepaling van het vijfde lid is van orde. Een ontslagnemend lid kan niet gedwongen worden ook feitelijk de functie te blijven vervullen.
Artikel 7 Plenaire vergadering
Het spreekt voor zich dat de secretaris(sen) en administratief ondersteuner(s) mee vergaderen.
Artikel 8 Financiële vergoedingen
De vergoeding was geregeld in de Verordening vergoeding externe leden adviescommissie voor de bezwaarschriften, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 3 januari 2011. Deze verordening is ingetrokken (zie artikel 23). Het college stelt voortaan namens de raad de vergoedingen zoals bedoeld in het eerste en tweede lid vast.
De in artikel 8 genoemde vergoedingen worden toegekend op basis van de door de secretaris ondertekende registraties.
Artikel 9 Uitoefening bevoegdheden
Genoemde bevoegdheden worden in mandaat uitgevoerd namens het betreffende bestuursorgaan.
In de verordening worden niet genoemd de al op grond van artikel 7:13, lid 4 Awb aan de commissie toekomende (geattribueerde) bevoegdheden:
Artikel 10 Ingediend bezwaarschrift
Net als elke brief wordt een bezwaarschrift geregistreerd bij binnenkomst en wordt de ontvangst automatisch aan de indiener bevestigd. Er is dan nog niet beoordeeld of er sprake is van een bezwaarschrift dan wel of de brief als zodanig is bedoeld.
Over de ontvangstbevestiging zoals bedoeld in artikel 10 wordt opgemerkt dat naast verzending per post ook uitreiking van een ontvangstbewijs in aanmerking komt.
Een bezwaarschrift verzenden per e-mail is in Stichtse Vecht (nog) niet mogelijk. Wordt een bezwaarschrift per e-mail ingediend, dan brengt de secretaris de verzender op de hoogte van het feit dat dit nog niet mogelijk is en wordt de verzender gevraagd om het bezwaarschrift alsnog op de voorgeschreven wijze te versturen. Een per e-mail ingediend bezwaarschrift kan niet zonder meer niet-ontvankelijk worden verklaard, maar pas nadat de indiener in de gelegenheid is gesteld dit verzuim te herstellen (artikel 6:6 Awb).
Artikel 11 Formele behandeling
Een bezwaarschrift wordt zo spoedig mogelijk ter advisering in handen van de commissie gesteld.
De secretaris zal de indiener de ontvangst van zijn bezwaarschrift door de commissie bevestigen.
Artikel 12 Informele behandeling
Veel waarde wordt gehecht aan het zo informeel mogelijk oplossen van geschillen. De indiener van het bezwaarschrift kan zelf ook aangeven dat hij een informele behandeling wenst. Wanneer het informele traject niet leidt tot het gewenste resultaat wordt de bezwaarprocedure voortgezet. De indiener van het bezwaarschrift ontvangt hiervan een schriftelijk bericht.
Het spreekt voor zich dat de voorzitter en de secretaris van de commissie er zorg voor dienen te dragen dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift genoegzaam voor te bereiden. Dat geldt zowel intern bij de gemeente – zij krijgen de bevoegdheid alle gewenste inlichtingen in te winnen - als extern. Zo moet het mogelijk zijn om met de bezwaarmaker in contact te treden om nadere informatie in te winnen.
De activiteiten van de commissie of haar voorzitter/secretaris bij de voorbereiding van de te behandelen zaken kunnen kosten meebrengen. Daarbij vallen gewone en bijzondere kosten te onderscheiden. Bij gewone kosten valt te denken aan bijvoorbeeld de vergoedingen voor de leden. Het inschakelen van externe deskundigen zal bijzondere kosten meebrengen. Deze kosten komen ten laste van de gemeentebegroting. Normaal gesproken is er in de begroting voorzien in de normale kosten van een commissie. Dat kan anders liggen als het om bijzondere kosten gaat.
Aangezien het college belast is met de uitvoering van de begroting, ligt het voor de hand dat bijzondere kosten niet gemaakt worden voordat dat college de gelegenheid heeft gehad dit te toetsen aan een begrotingspost. Om deze reden is in deze bepaling voor de kosten voor getuigen of deskundigen een machtiging vooraf geïntroduceerd. Uiteraard mag het niet zo zijn dat het college door zo'n toetsing het werk van de commissie frustreert en haar onafhankelijke positie daardoor aantast.
In dit verband verdient ook artikel 3:7 Awb aandacht. Daarin is bepaald dat het bestuursorgaan waaraan advies wordt uitgebracht, al dan niet op verzoek, de gegevens ter beschikking stelt aan de adviseur die nodig zijn voor een goede vervulling van diens taak.
Uit de hier gebezigde formulering volgt dat het ter beoordeling van het bestuursorgaan blijft welke gegevens dat zullen zijn. Uit de aard van het advies van de commissie vloeit evenwel voort dat dit alle op de zaak betrekking hebbende gegevens zullen zijn. De commissie zal immers geen afgewogen oordeel kunnen uitbrengen indien gegevens worden achtergehouden.
Op grond van artikel 7:2 van de Awb dienen belanghebbenden te worden gehoord. Artikel 7:3 van de Awb geeft aan in welke gevallen van het horen kan worden afgezien. Voor een ingediend bezwaarschrift is dat indien:
Ad d: Het ligt voor de hand dat indien het verwerend orgaan aan het bezwaar van appellant volledig tegemoet denkt te kunnen komen, het daarover met de voorzitter van de commissie contact opneemt.
Op grond van artikel 7:13, lid 4, Awb beslist de commissie over de toepassing van artikel 7:3 Awb.
De Adviescommissie bezwaarschriften beschikt het niet over de faciliteiten voor telefonisch horen.
Op grond van artikel 7:13, lid 5, van de Awb wordt ook het bestuursorgaan in de gelegenheid gesteld om bij het horen een toelichting te geven. Nu aldus verschillende partijen en personen bij het horen door de commissie dienen te worden betrokken, is het met het oog op het belang van een overzichtelijk en zorgvuldig verloop van het horen gerechtvaardigd dat geen gelegenheid wordt geboden voor telefonisch horen (RvS 25 maart 2015 ECLI:NL:RVS:2015:917).
Artikel 15 Uitnodiging zitting
Ingevolge artikel 7:13, lid 5, van de Awb wordt ook het verwerend orgaan uitgenodigd voor de zitting. Het is van belang dat dit orgaan zich ook ter zitting laat vertegenwoordigen. Daarmee kan worden voorkomen dat er, vanwege de inbreng van bezwaarmaker, een eenzijdig beeld ontstaat. Voorts is het voor een externe commissie van belang om van bestuurlijke zijde te vernemen hoe een beslissing tot stand is gekomen. Anders kan het voor de commissie moeilijk worden om een goede afweging te maken.
Het verdient aanbeveling een termijn vast te stellen die ligt tussen de oproeping en de zitting zelf. Gekozen is voor een termijn van drie weken, mede in verband met de termijn van twaalf weken gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken, waarbinnen, behoudens verdaging, op het bezwaar moet zijn beslist (zie artikel 7:10 Awb) en de termijn voor het indienen van stukken (artikel 7:4 Awb).
Voorts is een regeling opgenomen over het desgevraagd wijzigen van het tijdstip van de zitting. Een gemotiveerd verzoek om uitstel hoeft niet per definitie gehonoreerd worden. Betrokkene dient tijdig uitsluitsel over zijn verzoek om uitstel te krijgen. Inwilliging van een verzoek om uitstel dient beperkt te worden tot een eenmalig uitstel, omdat anders de afwikkeling van het bezwaarschrift te grote vertraging oploopt. Wanneer de verzoeker om uitstel de indiener van het bezwaarschrift is wordt deze geacht in te stemmen met het uitstellen van de beslistermijn gedurende de periode die is gelegen tussen de datum van de aanvankelijke hoorzitting en de datum van de nieuwe hoorzitting (artikel 7:10, vierde lid en onder b, Awb). Verzoeker wordt daarvan schriftelijk op de hoogte gebracht.
Dit artikel spreekt voor zich.
In het tweede lid is de mogelijkheid opgenomen dat er gehoord wordt door de voorzitter of een lid. Van belang is wel dat het advies door de commissie, dat wil zeggen de voorzitter en tenminste twee leden, wordt uitgebracht (zie artikel 19).
Artikel 17 Niet-deelneming aan de behandeling
Wanneer het de voorzitter betreft wijst de commissie uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.
Artikel 18 Openbaarheid zitting
Op grond van artikel 7:13, lid 4 van de wet besluit de commissie, voor zover niet bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, of het horen in het openbaar plaatsvindt. In deze verordening is bepaald dat de zittingen van de Algemene kamer openbaar zijn, behoudens de in artikel 16, lid 2 en 3 genoemde gevallen. In lid 4 is bepaald dat de zittingen van de Sociale en Algemene kamer besloten zijn.
Hoorzittingen van de Algemene Kamer vinden in principe in het openbaar plaats. Uitzondering op deze regel blijft mogelijk. Bijvoorbeeld indien bijzondere persoonlijke omstandigheden van familiaire, medische of financiële aard of andere omstandigheden met een vertrouwelijk karakter aan de orde komen. Zaken waarover de Sociale kamer of de Personele kamer adviseert worden altijd achter gesloten deuren behandeld in verband met het vertrouwelijke karakter van de onderwerpen waarover deze kamers adviseren.
De openbaarheid dan wel beslotenheid van de hoorzitting dient te worden onderscheiden van de beslotenheid van de beraadslaging door de commissie. Het raadkameroverleg vindt altijd achter gesloten deuren plaats.
Artikel 19 Schriftelijke verslaglegging
Volgens artikel 7:7 Awb bevat het advies een verslag. Uit de memorie van toelichting bij artikel 7:7 Awb volgt dat het verslag schriftelijk moet zijn:
“Ten behoeve van de beslissing op het bezwaarschrift en ten behoeve van de vorming van het dossier dat in een later stadium eventueel bij een beroepsinstantie dient te worden overgelegd, is het noodzakelijk dat het verhandelde op de hoorzitting schriftelijk wordt vastgelegd. Het zal van de omstandigheden van het geval en van het bestuursorgaan afhangen in welke vorm een verslag wordt gegoten en hoe uitgebreid het is. Zeer bepalend daarvoor is, in hoeverre op de hoorzitting nieuwe feiten of omstandigheden naar voren komen, die nog niet in de schriftelijke stukken aan de orde zijn geweest.
Uit het voorgaande vloeit voort dat de plicht tot verslaglegging op verschillende wijzen vorm kan worden gegeven. Zo kan, in plaats van een afzonderlijk verslag, ook uit de beslissing op het bezwaar blijken van hetgeen tijdens de hoorzitting is verhandeld. Samengevat: niet zozeer is van belang, hoe hetgeen op een hoorzitting naar voren is gekomen, wordt vastgelegd, als wel dàt het wordt vastgelegd. In ieder geval moet op enige wijze een korte weergave van de kern van hetgeen naar voren gebracht is, schriftelijk vastgelegd worden. Bij een uitgebreide hoorzitting zal eerder een uitgebreid verslag in aanmerking kunnen komen dan bij een informeel horen van een belanghebbende die volstaat met een verwijzing naar zijn bezwaarschrift. Het gaat er immers om dat dit op enigerlei wijze schriftelijk wordt vastgelegd.”
In plaats van een afzonderlijk verslag kan het advies dus ook een korte (schriftelijke) weergave bevatten van de kern van hetgeen tijdens de zitting naar voren gebracht is.
Een nader onderzoek kan feiten of omstandigheden aan het licht brengen die op het moment van de zitting nog niet bekend waren. Dit kan aanleiding zijn om belanghebbenden en het verwerend orgaan opnieuw te horen. De onderhavige bepaling voorziet in enkele organisatorische regels.
Een zorgvuldige procedure houdt ook in dat het bestuursorgaan zich niet rechtstreeks tot de adviescommissie kan wenden zonder dat andere belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld om hun standpunt dienaangaande kenbaar te maken (rechtsbeginsel hoor en wederhoor. Rb. Rotterdam, 10 november 1999, JB, 1999/311).
Artikel 21 Raadkamer en advies
De beraadslaging vindt achter gesloten deuren plaats.
Volgens het tweede lid, aanhef, wordt het advies gegeven door minimaal drie personen, waaronder in ieder geval de voorzitter en de leden die bij de hoorzitting aanwezig zijn geweest. Op grond van artikel 7:17, lid 3 kan de commissie het horen opdragen aan alleen de voorzitter of alleen een lid. In het geval het horen is opgedragen aan de voorzitter, adviseren minimaal twee leden mee, die niet bij de zitting aanwezig waren. In het geval het horen is opgedragen aan een lid, adviseren de voorzitter en minimaal één ander lid mee.
Het tweede lid, onder b, is opgenomen voor die gevallen waarin de commissie tijdens de besluitvorming uit een even aantal personen bestaat. Dit is nog niet voorgekomen: het advies wordt standaard gegeven door drie personen: de voorzitter en twee leden.
Een adviescommissie mag alleen adviseren: ze kan geen (gedelegeerde) beslisbevoegdheid krijgen, (Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak 06-01-1997).
De adviescommissie is een adviseur in de zin van artikel 3:5 Awb. Het bestuursorgaan is verplicht om te onderzoeken of het advies zorgvuldig tot stand is gekomen (artikel 3:9 Awb).
Artikel 22 Uitbrengen advies en verdaging
Op grond van artikel 7:13, zesde lid Awb wordt het advies schriftelijk uitgebracht en bevat het een verslag van het horen.
De beslistermijn bedraagt ingevolge artikel 7:10 van de Awb twaalf weken, behoudens in het geval van opschorting of met gebruikmaking van de mogelijkheid van verdaging. De onderhavige bepaling verlangt van de secretaris dat, indien hij voorziet dat de termijn als hiervoor bedoeld niet wordt gehaald, hij tijdig het bestuursorgaan verzoekt de beslissing op het bezwaar te verdagen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-184848.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.