Gemeenteblad van Landgraaf
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Landgraaf | Gemeenteblad 2016, 184562 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Landgraaf | Gemeenteblad 2016, 184562 | Verordeningen |
Gemeente Landgraaf - Invoering Individueel Keuzebudget
Burgemeester en wethouders van L a n d g r a a f ;
Gezien de LOGA-circulaire van 29 juni 2016 inzake de vaststelling door het LOGA op 24 juni 2016 van de definitieve regeling Individueel Keuzebudget en de intrekking van hoofdstuk 4a van de CAR;
Gelet op de mogelijkheid om lokaal te besluiten bronnen en bestedingsdoelen aan het IKB toe te voegen;
Gelet op de bereikte overeenstemming in het GO d.d. 10 november 2016;
Gelet op de instemming van de Ondernemingsraad d.d. 29 november 2016;
Artikel 1:2c wordt gewijzigd en komt te luiden:
Artikel 1:2c Aanstellingen op grond van de banenafspraak
In afwijking van artikel 3:3 lid 1 kan het college vaststellen dat de ambtenaar die op grond van de Wet banenafspraak een aanstelling krijgt omdat hij Wajonger is met arbeidsvermogen en voor wie een loonwaarde van minder dan 100% is vastgesteld, recht heeft op een door zijn loonwaarde bepaald percentage van het salaris. Is het door het loonwaarde bepaalde percentage van het salaris lager dan het wettelijk minimumloon, dan is het salaris van de ambtenaar gelijk aan het wettelijk minimumloon.
Artikel 3:19 lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Bij 25 jaar overheidsdienst bedraagt de toelage de helft van het maandsalaris en de toegekende salaristoelage(n) over de maand van jubileren, tezamen vermeerderd met 8%. Bij 40 en 50 jaar overheidsdienst bedraagt de toelage het maandsalaris en de toegekende salaristoelage(n) over de maand van jubileren, tezamen vermeerderd met 8%.
Artikel 3:29:1:0 Begripsbepalingen lokale bestedingsdoelen IKB 2017
In de artikelen 3:29:1:1 t/m 3:29:1:10 wordt verstaan onder:
de ambtenaar zoals gedefinieerd in artikel 1:1 van de ARL, die gebruik maakt van deze regeling.
Accessoires behorende bij de fiets
een vrijwillige verzekering van de fiets.
De conditie- of krachttraining van werknemers die plaatsvindt bij een erkend sportbedrijf in eigen tijd van de deelnemer.
een als vakbondslid geregistreerde deelnemer;
het bedrag dat een werknemer op jaarbasis moet voldoen ten behoeve van het vakbondslidmaatschap.
Het bedrag dat een deelnemer inlegt in zijn levenslooppolis. Deelname hieraan is enkel mogelijk als de deelnemer op 31-12-2010 een bedrag had gestort in zijn levenslooppolis groter dan of gelijk aan € 3.000,-.
het bedrag dat wordt gestort in ABP extra pensioen, tot het maximum van de fiscale ruimte.
Artikel 3:29:1:1 Bestedingsdoelen
Op grond van artikel 3:29, lid 2 worden de volgende bestedingsdoelen toegevoegd aan het IKB:
De deelnemer die ten behoeve van woon-werkverkeer gebruik maakt van het openbaar vervoer kan de kosten hiervan onbelast financieren uit het IKB. De hoogte van de onbelaste financiering wordt begrensd door de geldende fiscale bepalingen.
Artikel 3:29:1:3 Woon-werk met een privé-vervoermiddel
De deelnemer die ten behoeve van woon-werkverkeer gebruik maakt van een privé- vervoermiddel kan de kosten hiervan onbelast financieren uit het IKB, mits de vergoeding per kilometer niet meer bedraagt dan het fiscale maximum.
De deelnemer die een fitnessabonnement heeft kan de kosten van het abonnement onbelast financieren uit het IKB.
Artikel 3:29:1:6 Lidmaatschap vakbond
Een vakbondslid kan de jaarlijkse vakbondscontributie onbelast financieren uit het IKB .
Artikel 3:29:1:7 Bijdrage levensloop
Artikel 3:29:1:9 overleggen bewijsstukken
De deelnemer voegt bij de digitale aanvraag van een bestedingsdoel toe een bewijsstuk, waaruit blijkt, welk bedrag hij aan het bestedingsdoel wil besteden c.q. dat het gevraagde bedrag is voldaan (fiets, vakbond en fitness).
Artikel 3:29:1:10 Overgangsrecht
Voor de deelnemer die op basis van de fietsregeling gemeente Landgraaf 2004 vóór 1 januari 2017 een fiets heeft aangeschaft en op 31 december 2016 de in artikel 4a:3:1:4 van deze regeling genoemde tegenprestatie nog niet volledig heeft geleverd, geldt vanaf 1 januari 2017 het volgende:
indien de deelnemer bij het aangaan van de fietsovereenkomst heeft ingestemd met verlaging van de bruto vakantietoelage of de bruto eindejaarsuitkering, wordt de vakantietoelage 2016 zoals bedoeld in artikel 3:34 in de maand mei 2017 verlaagd met een bedrag dat overeenkomt met de verlaging van de bruto vakantietoelage of de bruto eindejaarsuitkering zoals deze zou zijn toegepast als artikel 4a:3:1:4 nog zou hebben gegolden;
indien de deelnemer bij het aangaan van de fietsovereenkomst heeft ingestemd met een jaarlijkse verlaging van de aanspraak op vakantieverlof, klokuren en overwerkuren, wordt het saldo hiervan, gedurende de in de fietsovereenkomst overeengekomen periode, verlaagd met het overeengekomen aantal uren. Bij vakantieverlof wordt in mindering gebracht het aantal bovenwettelijke vakantie-uren dat de medewerker op grond van artikel 4a:2 kan verkopen;
Artikel 3:31 Waarde van een vakantie-uur
Als de ambtenaar kiest voor het kopen van vakantie-uren dan wordt het IKB per vakantie-uur verlaagd met het voor de ambtenaar geldende uurloon in de maand waarin hij de vakantie-uren koopt.
Artikel 3:32 Uitbetaling IKB bij einde dienstverband
Voor de ambtenaar die werkzaam is in de kunsteducatie en op wie artikel 19b:10 van toepassing is, is artikel 3:28, lid 3, niet van toepassing.
In artikel 7:13:2 lid 1 worden tussen de woorden “in artikel 7:3” en “indien” de woorden “en de opbouw van het IKB, bedoeld in artikel 3:28, worden gestaakt,” toegevoegd.
Artikel 7:13:2 lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:
De doorbetaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) en de opbouw van het IKB vinden wel plaats indien de ambtenaar op grond van zijn geestelijke toestand geen verwijt kan worden gemaakt van het gedrag, genoemd in het lid 1.
AA. Artikel 7:14 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Artikel 7:14 Sanctie bij nalatigheid algemene verplichtingen
II. te bepalen dat dit besluit gepubliceerd wordt en in werking treedt op 1 januari 2017.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
De toelichting op artikel 3:19 lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:
De ambtsjubileumgratificatie wordt berekend op basis van het geldende salaris en de toegekende salaristoelagen, tezamen vermeerderd met 8% (deze 8% betreft de vakantietoelage die per 1 januari 2017 is toegevoegd aan het IKB; hoofdstuk 3, par. 5) naar rato over de maand waarin het jubileum valt. Een ambtsjubileumgratificatie kan niet in alle gevallen onbelast worden uitgekeerd; aanbevolen wordt om dit bij de Belastingdienst na te gaan.
De toelichting op artikel 3:24 lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Nabestaanden van de ambtenaar die als gevolg van een ongeval in en door de dienst overlijden, krijgen deze overlijdensuitkering naast de overlijdensuitkering van artikel 3:23.
De hoogte van de uitkering is één jaarsalaris vermeerderd met de toegekende salaristoelage(n), tezamen vermeerderd met 8% (deze 8% betreft de vakantietoelage die per 1 januari 2017 is toegevoegd aan het IKB; hoofdstuk 3, par. 5), waarbij de 12 kalendermaanden direct voorafgaand aan de maand van overlijden als referteperiode dient.
Ziekte van de ambtenaar in die referteperiode, waarbij zijn salaris is gekort o.g.v. artikel 7:3 CAR, heeft geen invloed op de hoogte van de overlijdensuitkering. Op jaarbasis wordt gerekend met het volledige salaris. Ook bij toepassing van lid 3 gelden de 12 kalendermaanden voorafgaand aan de maand van overlijden als referteperiode.
De toelichting op artikel 3:28 komt als volgt te luiden:
In dit lid is geregeld wat de bronnen van het pensioengevende deel van het IKB zijn. De bronnen komen uit arbeidsvoorwaarden die tot 1 januari 2017 onder een andere naam in de CARUWO geregeld waren. Het IKB is opgebouwd uit:
In dit lid zijn de niet-pensioengevende bronnen van het IKB geregeld:
De financiële tegenwaarde van 14,4 uren bovenwettelijk vakantieverlof is niet pensioengevend. Tot 1 januari 2017 had de ambtenaar op grond van artikel 6:2 recht op ten minste 158,4 uren vakantieverlof per kalenderjaar. Met ingang van 1 januari 2017 is de aanspraak op vakantieverlof verminderd tot 144 uren per kalenderjaar. De financiële tegenwaarde van 14,4 uren vakantieverlof is per diezelfde datum opgenomen in het IKB.
Brandweerpersoneel dat valt onder hoofdstuk 9a heeft recht op 2,5% opbouw van de levenslooptoelage, in plaats van 1,5%. De extra 1% is niet pensioengevend en is daarom in het IKB niet een bron die pensioengevend is.
In dit lid is geregeld dat de 1,5% opbouw van het IKB, als vervanging van de levensloopuitkering, niet van toepassing is op brandweerpersoneel dat recht heeft op FLO overgangsrecht zoals omschreven in hoofdstuk 9b. De reden hiervan is dat voor medewerkers met FLO overgangsrecht aparte afspraken gelden over levensloop. Voor medewerkers als bedoeld in paragraaf 5 van hoofdstuk 9b geldt deze uitzondering niet.
De toelichting op artikel 3:36 lid 2 komt te luiden:
De reden dat dit lid is opgenomen, is dat het op grond van fiscale regelgeving niet is toegestaan om vakantie-uren te verkopen die in het IKB zijn gekocht.
De toelichting op artikel 3:38 wordt als volgt gewijzigd:
In de toelichting op punt 3, in de derde alinea, worden de woorden: “extra eindejaarsuitkering of een” geschrapt.
In de toelichting op punt 4 worden de woorden “eindejaarsuitkering, vakantietoelage of levensloopbijdrage” vervangen door: “het IKB”.
De toelichting op artikel 6:2 lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Een ambtenaar kan verzoeken in enig jaar maximaal 50,4 uur op jaarbasis (bij een volledig dienstverband) meer te werken dan de maximale arbeidsduur van 1836 uur voortvloeit.
Voor een deeltijder geldt een naar evenredigheid aantal uren als maximum.
Toekenning van dit verzoek geeft de ambtenaar recht op een gelijk aantal extra vakantie-uren. Dit verzoek dient betrokkene in vóór 1 november (tenzij anders geregeld) in het jaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor het verzoek geldt. Gelet op de samenhang met paragraaf 5 en 6 van hoofdstuk 3 ligt het voor de hand dat het college bij de toewijzing van de verzoeken rekening houdt met alle mutaties van het verlof, te weten:
Op basis van het totaalbeeld van de effecten van alle verzoeken kan worden bezien in hoeverre sprake is van ernstige problemen van organisatorische dan wel roostertechnische aard.
In de toelichting op artikel 6:2:6 lid 3 wordt het getal “187,2” op twee plaatsen gewijzigd in: “144” en het getal “280,8” in: “216”.
De toelichting op artikel 6:5:4 wordt, inclusief titel, gewijzigd en komt te luiden:
De korting van vakantieverlof vindt gedurende het ouderschapsverlof plaats overeenkomstig de omvang en de duur van dit verlof. Geniet de ambtenaar bijvoorbeeld ouderschapsverlof gedurende zes maanden voor de helft van zijn arbeidsduur en loopt het verlof van 1 mei tot 1 november, dan heeft betrokkene tot en met april recht op volledig verlof (4/12 x verlofaanspraak op jaarbasis), van mei tot november een halve verlofopbouw (6/12 x verlofaanspraak op jaarbasis x 0,5) en in november en december weer een gehele verlofopbouw (2/12 x verlofaanspraak op jaarbasis).
In de toelichting op artikel 6:10 lid 1 worden de woorden “de vakantietoelage, levensloopbijdrage en eindejaarsuitkering” vervangen door: “het IKB”.
In de toelichting op hoofdstuk 6a wordt de laatste zin van de eerste alinea geschrapt.
In de toelichting op artikel 7:13:1 worden tussen de woorden “salaristoelage(n)” en “Het gaat” de woorden “en op opbouw van het IKB.” toegevoegd.
De toelichting op artikel 7:13:2 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Artikel 7:13:2 Staken van de doorbetaling
Zowel artikel 7:13:2 als artikel 7:14 bevatten de sancties op overtreding van de verplichtingen als genoemd in artikel 7:10, 7:11 en 7:12, alsmede de conclusies die uit het onderzoek als bedoeld in artikel 7:12 getrokken kunnen worden.
De in deze artikelen beschreven situaties kunnen tijdelijk zijn. Dit houdt in dat artikel 7:13:2 en 7:14 ook tussentijds kunnen worden toegepast. Wanneer de situatie weer hersteld is, wordt de betaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) en de opbouw van het IKB weer gestart.
Artikel 7:13:2 ziet op de verplichtingen die aan de ambtenaar zijn opgelegd in artikel 7:10 en 7:12. Artikel 7:14 ziet op de verplichtingen die op grond van artikel 7:11 aan de ambtenaar zijn opgelegd.
Artikel 7:13:2 sanctioneert allereerst de weigering de benodigde informatie te verstrekken. De andere sancties van artikel 7:13:2 betreffen gedrag van de ambtenaar, waarbij de arbo-dienst een rol speelt in de beoordeling van dat gedrag.
De sancties op de overtredingen die genoemd zijn, zijn imperatief: de betaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) en de opbouw van het IKB worden gestaakt wanneer bijvoorbeeld de ambtenaar nalaat zich onder geneeskundige behandeling te stellen of zich niet houdt aan voorschriften van behandelende geneeskundigen.
Als de ambtenaar geen verwijt gemaakt kan worden op grond van zijn geestelijke toestand, vindt doorbetaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) en de opbouw van het IKB wel plaats. De gemeente moet zich voor het besluit om de salarisbetaling te staken dus vergewissen van de geestestoestand van de ambtenaar.
In de toelichting op artikel 7:14 worden in de eerste alinea tussen de woorden “salaristoelage(n)” en “weer opgestart.” de woorden “en de opbouw van het IKB” toegevoegd.
De toelichting op artikel 7:14 lid 3 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Als de ambtenaar, bedoeld in lid 2, geen verwijt gemaakt kan worden op grond van zijn geestelijke toestand, vindt doorbetaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) en de opbouw van het IKB wel plaats. De gemeente moet zich voor het besluit om de betaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) en de opbouw van het IKB te staken dus vergewissen van de geestestoestand van de ambtenaar.
In de algemene toelichting op artikel 7:16 worden in de laatste alinea tussen de woorden ”salaristoelage(n)” en “te staken,” de woorden “en de opbouw van het IKB” toegevoegd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-184562.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.