Gemeenteblad van Brummen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brummen | Gemeenteblad 2016, 184366 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brummen | Gemeenteblad 2016, 184366 | Beleidsregels |
Gemeente Brummen - Nota Nieuw Beschut Werk Brummen 2017 – 2018
De raad van de gemeente Brummen,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 november 2016 met kenmerk RV16.0082;
gehoord het behandeladvies van het forum Samenleving van 1 december 2016;
De nota Nieuw Beschut Werk Brummen 2017 – 2018 vast te stellen.
Participatiewet, voorziening beschut werk nieuwe stijl
Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Een nieuwe voorziening onder deze wet is beschut werk nieuwe stijl 1 .
Gemeenten hebben onder deze wet de opdracht gekregen vast te leggen of en op welke wijze zij beschut werk nieuwe stijl (verder: nieuw beschut werk) vormgeven. Het UWV is aangewezen om middels een deskundigenadvies op basis van landelijke criteria te beoordelen welke mensen tot de doelgroep van het nieuw beschut werk behoren. De gemeente bepaalt welke mensen zij voor een beoordeling nieuw beschut werk aan het UWV voordraagt.
Met de komst van de Participatiewet is de instroom in de Wsw beëindigd. Dat maakt het oud beschut werk een uitsterfconstructie. De mensen met een Wsw-indicatie op 31-12-2014 behouden deze, inclusief de daarbij horende rechten. Daarmee bestaan er twee vormen van beschut werk:
Deze nota is gericht op het nieuw beschut werk.
In november 2015 heeft de staatssecretaris het eerste evaluatierapport van de Participatiewet aan de kamer toegelicht. In navolging daarvan heeft de staatssecretaris de Inspectie SZW opdracht gegeven vervolgonderzoek te doen naar de voortgang van de realisatie nieuw beschut werk. In het voorjaar van 2016 is dit onderzoek afgerond en in medio juni 2016 is het evaluatierapport ‘Vervolgonderzoek Beschut werk’ uitgebracht. De belangrijkste punten die naar voren komen:
In reactie op het vervolgonderzoek heeft de staatssecretaris de kamer op 26 juni 2016 geïnformeerd. Zij maakt hierin haar voornemen voor de volgende maatregelen kenbaar:
De verwachting is dat de gewijzigde Participatiewet in werking treedt op 1 januari 2017 en daarin de aangekondigde maatregelen zijn opgenomen. Of inwoners zich ook rechtstreeks tot het UWV kunnen gaan wenden, staat nog ter discussie.
Vooruitlopend op de besluitvorming van de wetswijziging stelt de gemeente Brummen het beleid en de uitvoeringslijnen nieuw beschut werk voor deze datum vast. Los van het verwachte verplichtende wettelijke kader, wil de gemeente de inrichting van het nieuw beschut werk hoge prioriteit geven en zorgvuldig en doeltreffend inrichten.
De staatssecretaris heeft een raming gemaakt voor het aantal arbeidsplaatsen nieuw beschut werk per gemeente. In deze raming is opgenomen dat de gemeente Brummen in 2018 in totaal 5 plaatsen nieuw beschut werk heeft ingevuld. Iedere plaats is er één, ook als er sprake is van een parttime dienstverband.
De gemeenteraad van Brummen heeft de beleidsnota Participatiewet 2015 – 2016 vastgesteld. In die nota is opgenomen:
“Beleidsuitgangspunt voor de gemeente Brummen is dat wij ons willen inspannen om deze voorziening te organiseren, binnen onze budgettaire mogelijkheden. In het wetsvoorstel invoering Participatiewet is aangegeven dat rekening gehouden moet worden met € 8.500 aan begeleidingskosten per beschutte werkplek. Het doel van de voorziening beschut werk is om mensen volwaardig te laten participeren in de maatschappij. We onderzoeken of een combinatie te maken is met de huidige groep Wsw-ers die een beschutte werkplek nodig hebben. Voor deze groep hebben we bepaald dat we hun een werkplek in de gemeente Brummen gaan aanbieden. Ook kan een combinatie gemaakt worden met de doelgroep arbeidsmatige dagbesteding, in het verlengde van reeds lopende pilots. Wij zullen ons inspannen om beschutte werkplekken ook bij reguliere werkgevers te realiseren.”
De kaders en uitvoeringslijnen
In de nu voorliggende notitie wordt een beleidslijn ten aanzien van de voorziening beschut werk vastgesteld, zodat er duidelijkheid is voor de inwoners van de gemeente Brummen.
Allereerst wordt ingegaan op de voorziening beschut werk. Daarnaast wordt ingegaan op de criteria ten aanzien van de doelgroep en de criteria ten aanzien van de voorziening. Vervolgens wordt ingegaan op de praktische aspecten, zoals waar deze voorziening wordt ondergebracht. Afgesloten wordt met een financiële paragraaf.
Gemeenten hebben met de Participatiewet een breed scala aan instrumenten gekregen om mensen te ondersteunen naar (arbeids)participatie. In Brummen is maatwerk leidend om te bepalen welk instrument voor wie wordt ingezet. De voorziening nieuw beschut werk is één van deze instrumenten en is bedoeld voor mensen die:
Of iemand tot de doelgroep nieuw beschut werk behoort, beoordeelt het UWV. Als gemeente dragen wij, na een eigen voorselectie, kandidaten aan. Mensen die een nieuw beschut werk-indicatie hebben, kunnen in een beschutte werkomgeving aan de slag. De mensen die daadwerkelijk via nieuw beschut werk in dienstverband werken, tellen mee voor de telling van de arbeidsplaatsen nieuw beschut werk. De landelijke opgave is om in 2048 hier 30.000 voltijdplaatsen van gerealiseerd te hebben.
De doelgroep voor nieuw beschut werk kent overlap met de Wsw, maar ook verschillen. De inschatting is dat ongeveer 2/3 van de huidige Wsw-ers in staat is om (met begeleiding) bij een reguliere werkgever te werken. Ongeveer 1/3 kan enkel in een beschutte omgeving werken. Deze groep is vergelijkbaar met de doelgroep beschut werk volgens de Participatiewet.
Met de komst van de Wet harmonisatie instrumenten Participatiewet, is de uniforme no-riskpolis van het UWV ook op nieuw beschut werk van toepassing. Dit blijft in ieder geval zo tot 2020. In 2019 volgt een evaluatie van deze regeling waarna een besluit volgt over de werkwijze na 2020.
4. Criteria ten aanzien van de doelgroep en de voorziening
In de wet is opgenomen dat de doelgroep voor nieuw beschut werk bestaat uit mensen die uitsluitend in een beschutte werkomgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Het gaat bij beschut werk om mensen die (al dan niet tijdelijk) door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanig hoge mate van (structurele) begeleiding of aanpassing van de werkplek nodig hebben, dat niet van een reguliere werkgever mag worden verwacht dat hij deze mensen in dienst neemt. Ook niet met extra voorzieningen van de gemeente en/of UWV. Of iemand in aanmerking komt voor nieuw beschut werk hoeft niets te zeggen over de mate van productiviteit van deze persoon. De voorziening is juist bedoeld voor mensen die met deze (structurele) ondersteuning wel in staat zijn om loonvormende arbeid te verrichten.
Beschut werk is een duur instrument. Ondanks de (hoge) kosten willen we de instroom in deze voorziening mogelijk maken zoals beschreven in de beleidsnota Participatiewet 2015 – 2016.
Het UWV geeft, na beoordeling van de aanvraag van de gemeente, een advies nieuw beschut werk af. Het college besluit bij een positief advies dat de betreffende kandidaat uitsluitend beschut kan werken.
In beginsel maken we de voorziening nieuw beschut werk toegankelijk voor de ‘nieuwe doelgroep’, waar de voorziening voor bedoeld is. Dit betreft voor het grootste deel inwoners die in de oude situatie een Wsw-indicatie kregen en in de huidige situatie een te grote (arbeids)beperking hebben om onder het Doelgroepenregister voor de Banenafspraak te vallen.
De volgende doelgroep komt voor nieuw beschut werk in aanmerking:
In principe is de voorziening daarmee dus voor een brede doelgroep beschikbaar, mits ze voldoen aan de criteria. Inwoners zonder uitkering, ook wel niet-uitkeringsgerechtigde of NUG’er genoemd, die een beroep doen op de gemeente voor ondersteuning naar participatie of werk zijn uitgesloten van deze voorziening. Dat geldt ook voor inwoners die de pensioengerechtigde leeftijd hebben behaald. Reden hiervoor is dat zij voldoende middelen hebben om in hun eigen bestaan te voorzien want men ontvangt geen uitkering voor het levensonderhoud. De NUG`ers komen eventueel wel in aanmerking voor ondersteuning van klantmanagement Werk en Participatie vanuit het Team Voor Elkaar. Een andere doelgroep die wordt uitgesloten van deze voorziening betreft de doelgroep met een UWV-uitkering. Reden hiervoor is dat deze doelgroep onder de verantwoordelijkheid van het UWV valt en het UWV zelf middelen heeft om mensen te laten participeren.
Beslispunt 2: Mensen met een loonwaarde tussen 25% en 50%.
Om voor beschut werk in aanmerking te komen, moeten mensen in staat zijn om (uiteindelijk) een loonwaarde tussen de 30% en 50% te behalen, met een startende loonwaarde van minimaal 25%. De reden hiervoor is dat medewerkers met een loonwaarde van minder dan 25% een te ‘beperkt’ verdienvermogen hebben, waardoor er eerder sprake is van arbeidsmatige dagbesteding dan van ‘loonvormende’ arbeid. Voor deze medewerkers zijn andere voorzieningen voor handen, zoals Talent, (arbeidsmatige) dagbesteding, vrijwilligerswerk en stage. Tegelijkertijd geldt voor mensen met een loonwaarde van boven de 50% dat een werkgever kan ‘verdienen’ aan de inzet van een medewerker en liggen oplossingen met marktpartijen (bijvoorbeeld detacheringen) meer voor de hand.
Beslispunt 3: Mensen krijge n een aanstelling tussen de 0, 6 fte en 0,8 fte .
Wij bieden mensen voor de voorziening beschut werk een aanstelling te geven tussen de 0,6 en 0,8 fte. De volgende argumenten zijn hierbij gehanteerd:
Met deeltijdbanen kunnen ‘meer’ mensen in aanmerking komen voor een beschutte werkplek. Daarnaast blijkt uit praktijkervaring elders dat de meeste mensen gezien hun beperking het niet redden om fulltime te werken en dat deze belasting zeer onwenselijk is. Als ze dat wel kunnen, is het te betwijfelen of nieuw beschut werk voor hen wel het geëigende instrument is.
Een minimumaanstelling van 24 uur per week (0,6 fte) is nodig om in aanmerking te kunnen komen voor het Lage inkomensvoordeel (LIV) 2 .
Beslispunt 4: Mensen krijgen een tijdelijk contract op 100% Wml .
Wettelijk is bepaald dat bij nieuw beschut werk sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst en de beloning moet minimaal het wettelijk minimumloon (Wml) zijn. Door de staatssecretaris is gesteld dat als er een cao van toepassing is die een hoger loon dan Wml heeft bepaald, de werkgever het verschil betaalt. Voorgesteld wordt om mensen een tijdelijk contract voor minimaal 6 maanden en maximaal 1 jaar op 100% WML te geven. Dit is een vorm van werken die ook in de ‘reguliere arbeidsmarkt’ gebruikelijk is. Zo wordt de drempel voor werkgevers niet onnodig hoog om een arbeidsplaats beschut werk beschikbaar te stellen.
Beslispunt 5: De aantallen instroom per jaar vaststellen op 2 personen in 201 7 en 3 personen in 2018 .
De staatssecretaris heeft een raming gemaakt die loopt tot en met 2018, waarin ook een aantal voor de gemeente Brummen is vastgesteld. Deze raming toont dat in 2018 in totaal 5 arbeidsplaatsen beschut werk ingevuld moeten zijn. Dit wordt gefaseerd ingevoerd door in 2017 te starten met 2 plaatsen en dit in 2018 met 3 uit te breiden naar 5 in totaal. Gedurende 2017 en 2018 kan het college besluiten de instroom te verhogen wanneer de vraag naar nieuw beschut werk hoger is en de middelen dat toelaten. In de tweede helft van 2018 wordt het vervolg richting latere jaren bepaald. Bij de afweging voor die invulling wordt rekening gehouden met het totaal aan beschikbare middelen in het Participatiebudget.
Beslispunt 6: De uitvoering en inrichting van nieuw beschut werk is maatwerk.
De doelgroep in de gemeente Brummen is relatief klein, maar daarom niet minder belangrijk. Voor succesvolle plaatsing is het leveren van maatwerk essentieel. Dat vullen we in door samen met de kandidaat nauwkeurig te onderzoeken waar wensen en talenten liggen, maar die werkplek moet er wel zijn. De wensen van de kandidaat zijn leidend zolang praktische invulling redelijk en haalbaar is. Er zijn 3 opties:
Reguliere werkgever. De gemeente Brummen vraagt de reguliere lokale arbeidsmarkt om haar bijdrage te leveren in het realiseren van nieuw beschut werk. Dit sluit aan bij de bepaling in de Participatiewet die voorschrijft dat werkgevers een taak en verantwoordelijkheid hebben om deze groep arbeidsplaatsen te bieden. De gemeente heeft contact met de werkgevers lokaal en in de regio en heeft zicht op waar mogelijkheden liggen en welke werkgevers de benodigde ervaring met de doelgroep hebben. Zodra inzichtelijk is wat een de werkzoekende kan, waar de beperkingen liggen en wat de voorkeuren zijn, kan de gemeente de oriëntatie naar een passende plaats uitvoeren.
Philadelphia zorg. Binnen de dienstverlening die Philadelphia biedt, zijn er mogelijkheden om ook deze groep inwoners werk te bieden. In 2014 en 2015 heeft er een pilot arbeidsmatige dagbesteding en nieuw beschut werk plaatsgevonden. Een evaluatie heeft laten zien dat de dienstverlening van Philadelphia voor een deel van de doelgroep uitstekend aansluit. Philadelphia is bereid om beschutte werkplekken beschikbaar te stellen. Het voordeel is dat Philadelphia waar nodig een combinatie kan bieden tussen werk en niet arbeidsmatige dagbesteding.
Gemeente Brummen. Binnen de gemeente Brummen zijn voldoende mogelijkheden om de doelgroep werk te bieden. Onderzoek heeft in 2015 aangetoond dat er behoefte en mogelijkheden zijn voor enkele beschut werkplekken in de buitendienst. Ook werkplekken in gebouwbeheer en het KCC zijn denkbaar. Het vormgeven van nieuw beschut werk binnen de gemeente sluit aan bij hetgeen in de beleidsnota Participatiewet 2015 – 2016 is vastgesteld en de brede voorbeeldfunctie die we als lokale overheid naar onze lokale ondernemers hebben.
Beslispunt 7: Het formeel werkgeverschap te beleggen bij reguliere werkgevers of een SW-bedrijf.
Een inwoner die vanuit het nieuw beschut werk werkt, heeft een arbeidscontract. Daarmee is er een overeenkomst tussen de werknemer en werkgever. Die werkgever kan de gemeente Brummen zelf zijn, maar ook een externe werkgever is mogelijk. Brummen wil dat de werknemer een betrouwbare werkgever heeft die ervaring heeft met de doelgroep. Veel gemeenten kiezen ervoor, zo ook Brummen, om het formele werkgeverschap buiten de eigen organisatie te beleggen. De belangrijkste reden daarvoor is om de risico’s die bij het werkgeverschap horen te beperken. Als een werknemer werkzaam is bij een ‘reguliere werkgever’, dan kan die werkgever ook belast worden met het werkgeverschap. Een alternatief is om het formele werkgeverschap bij het SW-bedrijf Delta of Felua onder te brengen. De praktijk bepaalt per werknemer welke invulling het meest passend is.
Zoals eerder vermeld is wettelijk vastgesteld dat de indicatie voor nieuw beschut werk loopt via het UWV op verzoek van de gemeente. Na de wijziging van de Participatiewet in 2017, kan een inwoners wellicht zelf een indicatie bij het UWV aanvragen. De verwachting is dat het grootste aantal indicaties door de gemeente Brummen wordt aangevraagd. De gemeente verzorgt zelf een voorselectie, voordat een (gratis) advies bij het UWV wordt aangevraagd. Eenzelfde werkwijze wordt bij herkeuring gehanteerd.
Het streven is om voornamelijk mensen voor te dragen die binnen de doelgroep vallen en een concrete arbeidsplaats op het oog hebben. Zo voorkomen we teleurstelling en een wachtlijst. We zetten erop in dat alleen mensen die voldoen aan de landelijk vastgestelde criteria worden aangemeld bij het UWV.
Het landelijke evaluatierapport toont aan dat het UWV in 66% van de aanvragen positief besluit en daadwerkelijk het advies beschut werk afgeeft. Daarom vinden we in Brummen de voorselectie heel belangrijk. Indien inwoners toch een negatief besluit ontvangen dan continueren we de dienstverlening.
Er wordt samen met de inwoner nagegaan of andere arrangementen zoals regulier werk, (arbeidsmatige) dagbesteding, vrijwilligerswerk of stage ingezet kunnen worden.
Het Rijk biedt via het inkomensdeel middelen voor de inzet van het instrument loonkostensubsidie die Brummen kan inzetten voor betaling van het loon. Hierin is uitgegaan van een gemiddelde loonwaarde van 30% van het Wml. Daarnaast heeft de gemeente de beschikking over middelen voor de begeleiding van mensen die via nieuw beschut werk aan de slag gaan. Deze middelen zijn beschikbaar gesteld via het Participatiebudget.
Kosten van een nieuw beschut werk plek zijn maximaal 70% Wml: bij een voltijd dienstverband ongeveer € 17.000 aan loonkosten vanuit het inkomensdeel. Aanvullend wordt landelijk gerekend met € 8.500 (jaarlijks) per fulltimebaan aan begeleidingskosten en werkplekaanpassing. Deze verdeelsleutel geldt tot en met 2017. Voor de langere termijn is nog geen verdeelsleutel bekend.
Het Lage Inkomens Voordeel (LIV)
Het LIV geldt per 01.01.2017 voor werknemers die tussen 100% en 120% van het Wml verdienen. Voorwaarde is dat er sprake is van een minimaal dienstverband van 24 uur per week, wat gemiddeld neerkomt op 0,6 fte. Het LIV is maximaal € 2.000,- per jaar voor een inkomen tot 10% boven het Wml. Voor 10% tot 20% boven het Wml is het maximumbedrag € 1.000,- per jaar. Bij deeltijdwerk wordt het LIV navenant verlaagd.
Naast de structurele vergoeding heeft de staatssecretaris aangekondigd een extra financiële impuls beschikbaar te stellen. Deze wordt geschat op een jaarlijks bedrag van ca. € 3.000,- per gerealiseerd beschut werkplek, voor een periode van 5 jaar. Het is hierin niet relevant hoeveel uur de werkplek omvat want iedere plek telt.
De financiering bestaat op dit moment uit vijf delen:
Daarmee is de inrichting van nieuw beschut werk een dure voorziening.
Deze nota treedt een dag na publicatie in werking.
Aldus besloten tijdens de openbare raadsvergadering van 15 december 2016
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-184366.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.