VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIGGELDEN 2017

 

Artikel 1 Aard van de heffing, belastbaar feit

Onder de naam liggelden wordt een recht geheven terzake van het gebruik

overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde wateren of

van de daarbij behorende voor de openbare dienst bestemde werken of

inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Pleziervaartuig: een vaartuig bestemd voor het beoefenen van de watersport,

    daaronder mede begrepen vaartuigen bestemd vaartuigen bestemd voor

    beroepsmatig vervoer van watersporters.

  • b.

    Watersporter: een persoon die zich de aanwezigheid op een vaartuig als

    hoofddoel van zijn recreatie stelt.

  • c.

    Bruine vloot: zeilend bedrijfsvaartuig: een vaartuig dat m.b.v. zeilen wordt voortgestuwd en dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van mensen.

  • d.

    Ligplaats: een krachtens de ligplaatsverordening of een op grond van het bestemmingsplan aangewezen locatie.

  • e.

    Lengte van een vaartuig: de lengtemaat van het pleziervaartuig, gemeten over het dek, naar boven afgerond op hele meters.

  • f.

    Zomerseizoen: het aaneengesloten tijdvak tussen 1 april en 31 oktober daaraanvolgend.

  • g.

    Winterseizoen: het aaneengesloten tijdvak tussen 1 november en 31 maart daaraanvolgend.

  • h.

    Maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 dagen.

  • i.

    Week: een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen.

  • j.

    Dag: een dag of een gedeelte daarvan indien dit gepaard gaat met het gebruik maken van een ligplaats voor overnachting.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de hoofdgebruiker of de gebruiker van het vaartuig. Wie hoofdgebruiker of gebruiker is wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 4 Heffingsgrondslag

Grondslag voor de berekening van het liggeld is de lengte van een vaartuig.

Artikel 5 Tarieven

Het tarief bedraagt voor het innemen van een ligplaats:

Aanlegplaatse n in gemeentelijk beheer :

Voor passanten: € 0,75/m1/dag

Voor vaste liggers: € 21,20/m1/zomerseizoen

Voor vaste liggers; € 6,95/m1/winterseizoen

Voor de Bruine Vloot:

Voor passanten: € 1,65/m1/dag

Voor vaste liggers: € 1,10/m1/dag, met een maximum van € 1.411,60 per kalenderjaar voor zover de heffing plaatsvindt in de periode van 1 april tot en met 31 december.

De rechten zijn inclusief de wettelijk verschuldigde omzetbelasting en exclusief de gemeentelijke toeristenbelasting.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en ontheffing tijdvak.

  • 1.

    Het liggeld is verschuldigd op het moment dat een ligplaats als bedoeld in artikel 2 wordt ingenomen.

  • 2.

    Indien een belastingplichtige in de loop van een zomerseizoen ophoudt gebruik te maken van een ligplaats, wordt ontheffing verleend over de nog niet ingetreden maanden van het zomerseizoen.

  • 3.

    Indien in de loop van een zomerseizoen een ligplaats wordt ingenomen is gedurende de resterende looptijd van het zomerseizoen het maandtarief verschuldigd. Een gedeelte van een maand wordt hierbij voor een gehele maand gerekend.

Artikel 7 Vrijstellingen

Geen liggeld is verschuldigd voor:

  • a.

    Pleziervaartuigen, die slechts korte tijd de ligplaats, voor zover deze beschikbaar is, innemen, zulks voor het doen van inkopen, het nuttigen van maaltijden en dergelijke.

  • b.

    Zogenaamde bijboten behorende bij pleziervaartuigen voor zover zij geen ligplaatslengte van betekenis innemen.

  • c.

    Politievaartuigen of andere rijks-, provinciale en gemeentelijke vaartuigen.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur.

  • 2.

    Het liggeld moet worden betaald ingeval de kennisgeving, nota of andere schriftuur, als bedoeld in artikel 7 wordt toegezonden, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving, nota of andere schriftuur.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Tijdstip van betaling

De rechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in

artikel 9:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving.

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de liggelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van liggelden.

Artikel 12 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening Liggelden 2016 van 15 december 2015, wordt ingetrokken met

    ingang van 1 januari 2017, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de

    belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Liggelden 2017”.

Naar boven