Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.1.1.1
|
Indien de bouwkosten minder dan € 10.000 bedragen, 4,75% van de bouwkosten met een minimum van € 100,00.
|
4,75%
|
minimaal € 100
|
2.3.1.1.2
|
Indien de bouwkosten € 10.000,= tot € 15.000,= bedragen:
|
€ 373,50
|
|
2.3.1.1.3
|
Indien de bouwkosten € 15.000 tot € 25.000 bedragen:
|
€ 423,10
|
|
2.3.1.1.4
|
Indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:
|
€ 423,10
|
|
2.3.1.1.5
|
Indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen:
|
€ 570,00
|
|
2.3.1.1.6
|
Indien de bouwkosten € 100.000 tot € 200.000 bedragen:
|
€ 570,00
|
|
2.3.1.1.7
|
Indien de bouwkosten € 200.000 of meer bedragen:
|
€ 817,00
|
|
2.3.1.1.8
|
De in de artikelen 2.3.1.1.2 t/m 2.3.1.1.7 genoemde leges worden verhoogd met 1,90% van de bouwkosten, waarbij het maximum legesbedrag voor de bouwactiviteit € 48.257 bedraagt.
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
|
2.3.1.2
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 168,90
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
2.3.1.3
|
Indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, wordt het in dat onderdeel bedoelde tarief verhoogd naar 150%.
|
150%
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
2.3.2.1.
|
waarbij het oppervlak van de aanlegactiviteit groter is dan 250 m², bedraagt het tarief
|
€ 674,50
|
|
2.3.2.2
|
waarbij het oppervlak van de aanlegactiviteit kleiner is dan 250 m², bedraagt het tarief
|
€ 337,80
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
|
2.3.3.1
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 82,15
|
|
2.3.3.2
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 393,30
|
|
2.3.3.2.1
|
Indien het een bouwplan betreft voor het toevoegen van een of meerdere woningen, bedraagt het tarief 50% van de tarieven genoemd in artikel 2.3.3.3.1.
|
50%
|
|
2.3.3.3
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
|
|
|
|
|
|
2.3.3.3.1
|
Indien de bouwkosten tot € 10.000 bedragen:
|
€ 1.090,00
|
|
|
Indien de bouwkosten € 10.000 tot € 100.000 bedragen:
|
€ 1.744,00
|
|
|
Indien de bouwkosten € 100.000 tot € 300.000 bedragen:
|
€ 3.454,00
|
|
|
Indien de bouwkosten € 300.000 of meer bedragen:
|
€ 4.362,00
|
|
2.3.3.4
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 393,30
|
|
2.3.3.5
|
Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 393,30
|
|
2.3.3.6
|
Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 393,30
|
|
2.3.3.7
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 393,30
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.4.1
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 393,30
|
|
2.3.4.2
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 393,30
|
|
2.3.4.3
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
|
|
2.3.4.3.1
|
Indien de perceelsoppervlakte waarop de aanvraag betrekking heeft minder dan 2.500 m2 bedraagt:
|
€ 872,50
|
|
2.3.4.3.2
|
Indien de perceelsoppervlakte waarop de aanvraag betrekking heeft 2.500 m2 of meer bedraagt:
|
€ 4.363,00
|
|
2.3.4.4
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 393,30
|
|
2.3.4.5
|
Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 393,30
|
|
2.3.4.6
|
Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 393,30
|
|
2.3.4.7
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 393,30
|
|
2.3.4.8
|
Onverminderd het bepaalde in onderdelen 2.3.3 en 2.3.4 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Commissie Limburgs Kwaliteitsmenu nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 1.144,00
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
€ 563,50
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 393,30
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.6.1.1
|
Voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
€ 208,40
|
|
2.3.6.1.2
|
Voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 208,40
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:
|
€ 208,40
|
|
2.3.7.1.1
|
In gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:
|
€ 819,50
|
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
2.3.8.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken van een uitweg naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2,12 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a van de Wabo
|
€ 187,10
|
|
2.3.8.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 147,50
|
|
2.3.9
|
Kappen
|
|
|
2.3.9.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van artikel 2 Bomenverordening een vergunning vereist is, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief voor een eenvoudige aanvraag (basistarief)
|
€ 27,75
|
|
2.3.9.2
|
Een complexe aanvraag waarbij een herplant/inrichtingsplan is vereist
|
€ 166,40
|
|
2.3.10
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.10.1
|
Indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:
|
€ 33,55
|
|
2.3.10.2
|
Indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
|
€ 33,55
|
|
2.3.11
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
|
2.3.11.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
|
€ 147,30
|
|
2.3.11.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998
|
€ 147,30
|
|
2.3.11.3
|
Indien bij de aanvraag om omgevingsvergunning, in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998, een verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Limburg is vereist, bedraagt het tarief:
|
€ 2.455,00
|
|
2.3.12
|
Handelingen in het kader van de Flora-en Faunawet
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
|
€ 147,30
|
|
2.3.13
|
Andere activiteiten
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
2.3.13.1
|
Behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 103,20
|
|
2.3.13.2
|
Behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 103,20
|
|
2.3.13.2.1
|
Als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
€ 100,90
|
|
2.3.13.2.2
|
Als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
€ 103,20
|
|
2.3.14
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.14.1
|
Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft
|
€ 236,80
|
|
2.3.15
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
|
2.3.15.1
|
Voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 168,90
|
|
2.3.15.2
|
Bij archeologie wordt ook regelmatig vooraf om advies gevraagd zonder dat er sprake is van een bodemrapport. Deze kosten zijn net zo hoog als de beoordeling en advisering bij een bodemrapport. Voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport of het schriftelijk verstrekken van adviezen inzake archeologische waarden, verwachtingen en / of onderzoek
|
€ 383,00
|
|
2.3.16
|
Advies
|
|
|
2.3.16.1
|
Indien in verband met de beoordeling van een beoordeling als bedoeld in 2.3.15.2 advies wordt ingewonnen bij een extern adviseur, wordt het in 2.3.15.2. genoemde tarief verhoogd met de kosten van die adviseur, blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld en voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan aanvrager medegedeeld
|
|
|
2.3.16.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.17.3
|
Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.
|
|
|
2.3.17
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
2.3.17.1.1
|
Indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 98,30
|
|
2.3.17.1.2
|
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Beschikking vergunningsvrij project
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
2.4
|
Indien een aanvrager op uitdrukkelijk verzoek een beschikking wenst te ontvangen voor een project dat op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht als vergunningvrij project kan worden aangemerkt, bedraagt het tarief
|
€ 47,55
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Vermindering
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
2.5
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Teruggaaf
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
2.6.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
60%
|
|
2.6.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 36 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
30%
|
|
2.6.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
2.6.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
2.6.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
2.6.4
|
Teruggaaf als gevolg van niet ontvankelijk verklaring aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
2.6.5
|
Als de gemeente een aangevraagde omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, niet ontvankelijk verklaart, bestaat aanspraak op teruggaaf:
|
75%
|
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
|
|
|
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
|
Een bedrag minder dan € 112,50 wordt niet teruggegeven.
|
€ 112,50
|
|
2.6.6
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
2.6.7.
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.4.9, 2.3.15, 2.3.16, 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Intrekking omgevingsvergunning
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.6.2 van toepassing is:
|
€ 393,30
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
2.8
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 287,30
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
2.9.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 3.126,00
|
|
2.9.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 2.142,00
|
|
2.9.3
|
Toets commissie Limburgs Kwaliteitsmenu
|
|
|
2.9.3.1
|
Onverminderd het bepaalde in onderdelen 2.9.1 en 2.9.2 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Commissie Limburgs Kwaliteitsmenu nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 1.052,00
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 Rioolaansluiting
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
2.10.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in stand brengen van een directe of een indirecte aansluiting op de gemeentelijke riolering zoals bedoeld in artikel 2 van de Verordening Aansluitvoorwaarden Riolering Gemeente Mook en Middelaar 2003
|
€ 137,20
|
|
2.10.2
|
Het tarief voor het aansluiten op de gemeentelijke riolering bedraagt de werkelijke kostprijs. De kostprijs wordt voorafgaand aan de uitvoering aan de aanvrager bekend gemaakt en blijkt uit een begroting die door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.10.3
|
Het tarief terzake het aansluiten op de gemeentelijke riolering als bedoeld in art. 2.10.2 bedraagt de werkelijke kostprijs tot maximaal
|
€ 3.845,00
|
|
|
Indien het een aansluiting betreft van een bestaand object dat nog niet is aangesloten op het gemeentelijke riool of is voorzien van een alternatieve geldende voorziening en als zodanig is opgenomen in het afvalwatersaneringsplan Gemeente Mook en Middelaar 2003.
|
|
|
2.10.4
|
Planning en uitvoering van de werkzaamheden betreffende een aansluiting op de gemeentelijke riolering als bedoeld in artikel 2.10.2 en 2.10.3 vindt in overleg met de aanvrager plaats nadat deze schriftelijk heeft bevestigd akkoord te gaan met de uitvoering en kosten als bedoeld in art. 2.10.2 cq 2.10.3.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde beschikking
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
2.11
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 98,30
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Titel III Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
|
Hoofdstuk 1 Horeca
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
3.1.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet
|
€ 202,40
|
|
3.1.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet
|
€ 100,70
|
|
3.1.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet
|
€ 100,90
|
|
3.1.4
|
Het tarief bedraagt voor van het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing van het tijdstip van sluiting van een voor het publiek toegankelijke inrichting (cafés, restaurants e.d.):
|
|
|
3.1.4.1
|
Voor het eerste uur na het in de Algemene Plaatselijke Verordening vastgestelde sluitingsuur, per dag
|
€ 50,50
|
|
3.1.4.2
|
Voor ieder volgend uur per dag
|
€ 10,45
|
|
|
|
|
|
3.1.5
|
Het tarief bedraagt indien de ontheffing als bedoeld in 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening een geldigheidsduur van een kalenderjaar heeft en betrekking heeft op het eerste uur na het in de Algemene Plaatselijke Verordening vastgestelde sluitingsuur, geldig voor:
|
|
|
3.1.5.1
|
één dag per week
|
€ 100,70
|
|
|
twee dagen per week
|
€ 125,80
|
|
|
drie dagen per week
|
€ 150,90
|
|
|
meer dan drie dagen per week
|
€ 202,40
|
|
3.1.5.2
|
Het tarief bedraagt indien de ontheffing als bedoeld in 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening een geldigheidsduur van één kalenderjaar heeft en betrekking heeft op het tweede uur na het in de Algemene Plaatselijke Verordening vastgestelde sluitingsuur geldig voor:
|
|
|
3.1.5.3
|
één dag per week
|
€ 75,80
|
|
|
twee dagen per week
|
€ 100,70
|
|
|
drie dagen per week
|
€ 125,80
|
|
|
meer dan drie dagen per week
|
€ 150,90
|
|
3.1.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een exploitatievergunning op grond van artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening
|
€ 302,10
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
3.2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid en artikel 2.25a, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:
|
|
|
3.2.1.1
|
Een commercieel evenement
|
€ 234,00
|
|
3.2.1.2
|
Een niet-commercieel evenement
|
€ 90,65
|
|
3.2.1.3
|
Een buurtbarbecue of straatfeest die niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2.25, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening
|
€ 49,55
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
3.3.1
|
Een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening (seksinrichting of escortbedrijf) voor de periode van één jaar
|
€ 2.267,00
|
|
3.3.1.1
|
Een verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening (seksinrichting of escortbedrijf)
|
€ 1.134,00
|
|
3.3.1.2
|
Een wijziging van een vergunning in verband met wijziging van beheer als bedoeld in artikel 3:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening (seksinrichting of escortbedrijf)
|
€ 1.134,00
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Standplaatsen
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
3.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
3.4.1
|
Een standplaatsvergunning als bedoeld in als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening:
|
€ 121,40
|
|
3.4.2
|
In afwijking van het bepaalde in 3.4.1 t/m 3.4.8 bedraagt het tarief terzake van het innemen van een standplaats ten behoeve van de verkoop tijdens de jaarlijkse Vierdaags van Nijmegen voor iedere dag waarop de standplaats krachtens de vergunning mag worden ingenomen
|
€ 161,80
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Overige op basis van de APV
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
3.5.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van:
|
|
|
3.5.1.1
|
Een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening (produceren geluid)
|
€ 48,00
|
|
3.5.1.2
|
Van een vergunning voor het houden van snuffelmarkten als bedoeld in artikel 5:22 van de Algemene Plaatselijke Verordening
|
€ 45,85
|
|
3.5.2
|
Het tarief voor het in gebruik nemen van een aanlegplaats in de haven te Mook per 24 uur
|
€ 10,10
|
|
3.5.3
|
Het tarief voor het aanmeren aan de kade te Mook per 24 uur
|
€ 30,35
|
|
3.5.4
|
In afwijking van 3.5.2 en 3.5.3 is het aanmeren aan de kade of in gebruik nemen van een aanlegplaats in de haven te Mook voor niet-commerciële instanties of beroepsvaart van zaterdag 12.00 uur tot maandag 10.00 uur vrijgesteld van leges
|
|
|
3.5.5
|
Een vergunning als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening (voorwerpen op, boven of aan de weg)
|
€ 60,70
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Luchtvaart
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
3.6.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar op grond van artikel 8a.50 lid 2 Wet Luchtvaart juncto 18 lid 2 van de Regeling burgerluchthavens voor het opstijgen en/of landen van een luchtballon, schermzweeftoestellen, zeilvliegtuigen en gemotoriseerde schermvliegtuigen:
|
|
|
3.6.1.1
|
Voor het eenmalig opstijgen / landen
|
€ 70,25
|
|
3.6.1.2
|
Voor het meermaals opstijgen / landen gedurende één jaar
|
€ 175,50
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Brandbeveiligingsverordening
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
3.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening
|
|
|
3.7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken
|
€ 755,50
|
|
3.7.2
|
Het verlenen van een vergunning tot het in gebruik hebben of houden van een inrichting, als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening, niet zijnde een vergunning als bedoeld onder 2.3.5
|
€ 755,50
|
|
3.7.3
|
Het verlenen van een vergunning voor een inrichting, als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening uitsluitend in de open lucht al dan niet geheel of gedeeltelijk overdekt
|
€ 234,10
|
|
3.7.4
|
De overeenkomstig de in 3.6.3 genoemde leges worden - indien en voor zover deze op het bouwwerk of de inrichting, waarop de verleende vergunning betrekking heeft, van toepassing zijn - vermeerderd met:
|
|
|
3.7.4.1
|
Bij indeling in groep A als bedoeld in 3.6.5 ten aanzien van
|
|
|
|
Bouwwerken of inrichtingen waarin aan meer dan tien personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft
|
|
|
|
Bouwwerken of inrichtingen waarin aan meer dan tien personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft;
|
|
|
|
Bouwwerken of inrichtingen waarin aan meer dan tien kinderen jonger dan twaalf jaar of aan meer dan tien lichamelijk en/of verstandelijk gehandicapten dagverblijf zal worden verschaft;
|
|
|
|
Bouwwerken of inrichtingen waarin meer dan vijftig personen tegelijk aanwezig kunnen zijn, niet zijnde:
|
|
|
|
Woongebouwen
|
|
|
|
Bouwwerken of inrichtingen voor (weg-) verkeer
|
|
|
|
Sporthallen, zwembaden en sportscholen
|
|
|
|
Info- en exportuimten, tentoonstellingsruimten, kampeerterreinen, jachthavens, dierenverblijf, met een oppervlakte van:
|
|
|
|
< 300m2
|
€ 201,70
|
|
|
300 – 1000 m2
|
€ 443,20
|
|
|
1000 – 5000 m2
|
€ 665,50
|
|
|
>5000 m2
|
€ 1.328,00
|
|
3.7.4.2
|
Bij indeling in groep B als bedoeld in 3.6.5 ten aanzien van:
|
|
|
|
Bouwwerken waarin bedrijfsmatig de in artikel 6.2.2 van de Bouwverordening bedoelde stoffen zullen worden opgeslagen;
|
|
|
|
Inrichtingen waarin bedrijfsmatig de in artikel 2.2.2. van de Brandbeveiligingsverordening bedoelde stoffen zullen worden opgeslagen;
|
|
|
|
Bouwwerken of inrichtingen voor (weg-)verkeer en voor zover het gaat om bouwwerken of inrichtingen waarin meer dan vijftig personen aanwezig kunnen zijn;
|
|
|
|
Sporthallen, zwembaden en sportscholen;
|
|
|
|
Info- en exporuimten, tentoonstellingsruimten, kampeerterreinen, jachthavens en dierenverblijf;
|
|
|
|
met een oppervlakte van:
|
|
|
|
< 300m2
|
€ 101,20
|
|
|
300 – 1000 m2
|
€ 222,40
|
|
|
1000 – 5000 m2
|
€ 333,50
|
|
|
> 5000 m2
|
€ 666,00
|
|
3.7.4.3
|
Bij indeling in groep C als bedoeld in 3.6.5 ten aanzien van het tijdelijk in gebruik hebben van bouwsels of voor evenementen in tentoonstellingsruimten:
|
€ 234,10
|
|
|
De overeenkomstig de in 3.6.4.1 en 3.6.4.2 genoemde leges worden - indien en voor zover de verleende vergunning betrekking heeft op niet-bebouwde voor bedrijfsdoeleinden bestemde terreinen bij bouwwerken waarin bedrijfsmatig de in artikel 6.2.2. van de Bouwverordening bedoelde stoffen zullen worden opgeslagen - vermeerderd met:
|
|
|
|
bij een oppervlakte van:
|
|
|
|
< 300m2
|
€ 88,95
|
|
|
300 tot 1.000 m2
|
€ 195,30
|
|
|
1000 tot 5.000 m2
|
€ 266,10
|
|
|
>= 5.000 m2 een basisbedrag van
|
€ 273,90
|
|
|
vermeerderd per 5.000 m2 of gedeelte daarvan met
|
€ 45,45
|
|
3.7.5
|
Voor toepassing van indeling in groepen als bedoeld in 3.6.4.1, 3.6.4.2 en 3.6.4.3 wordt onderscheiden:
|
|
|
|
Omschrijving
|
groep
|
|
|
Theater, schouwburg
|
A
|
|
|
Bioscoop
|
A
|
|
|
Gebedshuis
|
A
|
|
|
Tentoonstellingsruimte
|
B
|
|
|
Museum
|
A
|
|
|
Winkel/warenhuis
|
A
|
|
|
Kantoor
|
A
|
|
|
School
|
A
|
|
|
Horeca
|
A
|
|
|
Kampeerterrein, jachthaven
|
B
|
|
|
Tijdelijke bouwsels
|
C
|
|
|
Markt
|
V
|
|
|
Loods, veem, opslagplaats, fabrieken
|
V
|
|
|
Garage
|
V
|
|
|
Ziekenhuis, verpleeginrichting
|
A
|
|
|
Hotel
|
A
|
|
|
Nachtverblijf
|
A
|
|
|
Bejaardenoord/verzorgingstehuis
|
A
|
|
|
Dagverblijf
|
A
|
|
|
Dierenverblijf
|
B
|
|
|
Sporthallen, zwembaden en sportscholen
|
B
|
|
|
Overige, afhankelijk van bouwwerk/inrichting
|
A/B
|
|
|
Combinatie van bovengenoemde bouwwerken/inrichtingen
|
A/B
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Kinderopvang
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
3.8
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot registratie kinderopvang bedraagt:
|
|
|
3.8.1
|
Voor een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaal of gastouderbureau
|
€ 758,50
|
|
3.8.2
|
Voor een voorziening voor gastouderopvang
|
€ 379,30
|
|
3.8.3
|
Voor een voorziening voor gastouderopvang indien sprake is van een verkorte inspectie van de GGD (indien sprake is van een reeds geregistreerde gastouder en de laatste inspectie na 1-1-2014 heeft plaatsgevonden)
|
€ 284,20
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 Wet op de lijkbezorging
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
3.9
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
|
€ 283,20
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
|
Tarief
|
Opmerkingen
|
3.10
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
|
€ 122,40
|
|
|
|
|
|
Tarief # is een op veelvouden van € 0,05 naar beneden afgerond tarief van het wettelijke maximaal door de rijksoverheid
|
vastgestelde of nog vast te stellen tarief. Als het maximale tarief door de rijksoverheid wordt gewijzigd, kan ook het
|
legestarief wijzigen.
|
|
|