Gemeenteblad van Heusden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heusden | Gemeenteblad 2016, 183376 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heusden | Gemeenteblad 2016, 183376 | Beleidsregels |
Gemeente Heusden - BELEIDSREGELS WMO EN JEUGDHULP GEMEENTE HEUSDEN 2017
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden;
gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Verordening Wmo en jeugdhulp gemeente Heusden 2017;
overwegende dat de raad in de hiervoor genoemde verordening heeft bepaald dat het college nadere regels dient te stellen;
vast te stellen de navolgende:
Beleidsregels Wmo en jeugdhulp gemeente Heusden 2017
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.
Met inwerkingtreding van dit besluit komen de Beleidsregels Wmo en Jeugdhulp gemeente Heusden 2016, vastgesteld op 23 december 2015, te vervallen.
Aldus besloten in de vergadering van het college van Heusden, gehouden op 20 december 2016.
De secretaris, De burgemeester,
mr. H.J.M. Timmermans drs. J. Hamming
BELEIDSREGELS WMO EN JEUGDHULP GEMEENTE HEUSDEN 2017
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder Beleidsregels: de Beleidsregels Wmo en jeugdhulp gemeente Heusden 2017.
2. Alle begrippen die in deze Beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wmo, de Jeugdwet, de Algemene Wet bestuursrecht (Awb) en de verordening Wmo en jeugdhulp gemeente Heusden 2017.
Artikel 2. Boven gebruikelijke hulp
Gebruikelijke hulp is de normale, dagelijkse hulp, zorg of begeleiding die partners, ouders, inwonende kinderen en/of andere huisgenoten geacht worden elkaar te bieden. Gebruikelijke hulp valt niet onder de Wmo. Boven gebruikelijke hulp is alle hulp die de gebruikelijke hulp per dag overstijgt en komt op zichzelf in aanmerking voor ondersteuning. Ondersteuning wordt echter slechts gegeven wanneer de boven gebruikelijke hulp meer dan 1 uur per dag in beslag neemt en dat eerste uur komt niet voor ondersteuning in aanmerking.
Voorbeeld: een jongen van 16 jaar moet verschoond en gewassen worden. Dit kost per dag 2,5 uur. Een gezonde jongen van 16 hoeft niet verschoond en gewassen te worden. De boven gebruikelijke zorg is 2,5 uur, waarvan 1,5 uur ondersteuning ingezet kan worden .
Van partners, volwassen kinderen en huisgenoten mag in kortdurende situaties (maximaal 6 maanden) verwacht worden dat zij elkaar hulp, begeleiding en persoonlijke verzorging geven. Redenen als “niet gewend zijn om” of “geen huishoudelijk werk willen en/of kunnen verrichten” leiden niet tot aanspraak op hulp. Indien de verzorgende huisgenoot overbelast dreigt te raken dan wordt hier incidenteel rekening mee gehouden door middel van maatwerk. Rekening wordt gehouden met de ontwikkelingsfase van kinderen.
Ouders hebben een zorgplicht voor hun kinderen, zowel bij gezondheid als ziekte. Zij dienen te zorgen voor opvoeding van hun kinderen, het geestelijk en lichamelijk welzijn en het bevorderen van de ontwikkeling van hun persoonlijkheid. Bij uitval van één van de ouders, dient de ander ouder de zorg voor de kinderen over te nemen. Hierbij dienen zij zelf naar oplossingen voor problemen in de zorg te zoeken. Zorgverlof, mantelzorg of andere voorliggende voorzieningen als kinderopvang, kunnen een oplossing bieden. Indien deze zorg niet realiseerbaar is dan kan een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo of de Jeugdwet toegekend worden. In kortdurende situaties wordt van ouders verwacht dat zij hun kind alle persoonlijke verzorging, begeleiding en verpleegkundige handelingen geven. Bij langdurige situaties valt alleen de gebruikelijke persoonlijke verzorging en begeleiding onder gebruikelijke hulp. Als een kind van 12 jaar of ouder aangeeft dat het geen intieme verpleegkundige en persoonlijke verzorgende handelingen van de ouder wil hebben, dan wordt deze zorg als substantieel meer zorg gezien en kan volledig geïndiceerd worden.
Het ministerie heeft richtlijnen opgesteld over gebruikelijke hulp van ouders voor kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel bij verschillende leeftijden. Deze richtlijnen moeten altijd toegepast worden op de specifieke situatie:
Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening in de vorm van Zorg in Natura wordt in het persoonlijk plan in ieder geval vastgelegd voor welk resultaat de maatwerkvoorziening wordt aangewend. Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van het vastgelegde resultaat door overleggen met de aanbieders, een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek, en het zo nodig in overleg met de cliënt ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen.
Hoofdstuk 2: Hulp bij het huishouden
Artikel 4 . Proces toekenning huishoudelijke ondersteuning
Door middel van een gesprek met een cliënt wordt individueel onderzocht of deze in aanmerking komt voor huishoudelijke ondersteuning. De onderbouwing hiervoor wordt vastgelegd in het persoonlijk plan. In het persoonlijk plan staat tevens beschreven welke resultaten (Schoon en leefbaar huis of Persoonlijke ondersteuning) behaald moeten worden;
De cliënt maakt een keuze voor Zorg in Natura (ZiN) of een persoonsgebonden budget (pgb). Indien de cliënt kiest voor ZiN, dan maakt de gecontracteerde zorgaanbieder een ondersteuningsplan samen met de cliënt. Als de cliënt kiest voor een pgb dan dient de cliënt een budgetplan op te stellen. In het ondersteuningsplan of het budgetplan staat beschreven op welke wijze er invulling wordt gegeven aan de te behalen resultaten. In het budgetplan moet de cliënt motiveren waarom deze kiest voor een pgb en aantonen dat hij/zij een pgb kan beheren;
Artikel 5 . Algemene uitgangspunten
Huishoudelijke ondersteuning is een maatwerkvoorziening, hierdoor kan niet precies worden uitgeschreven welke werkzaamheden voor alle cliënten gelden. Dit moet individueel worden onderzocht. Bij het onderzoek wordt ook rekening gehouden met de gebruikelijke hulp zoals beschreven in artikel 3 van de Beleidsregels Wmo en jeugdhulp gemeente Heusden 2016. Welke resultaten met de daarbij behorende activiteiten en frequenties worden beschreven in de onderstaande artikelen onderverdeeld in Schoon en leefbaar huis en Persoonlijke ondersteuning. De frequenties die per activiteit zijn beschreven, zijn richtlijnen. De frequentie is bijvoorbeeld afhankelijk van:
In het gesprek tussen de aanbieder en de cliënt wordt bepaald welke activiteiten inclusief de frequentie wordt aangehouden om het resultaat te behalen. Een schoon huis wil niet zeggen dat alle ruimten/objecten wekelijks schoongemaakt moeten worden. Het betekent dat het huis periodiek schoongemaakt moet worden, waardoor het dus niet vervuilt, om een zo algemeen aanvaardbaar niveau van schoon te realiseren. Daarnaast moet het huis opgeruimd en functioneel zijn, bijvoorbeeld om vallen te voorkomen. Onder een algemeen aanvaardbaar niveau van schoon verstaan we: een niveau van schoon, net en georganiseerd, gericht op het stimuleren van zelfredzaamheid en participatie, dat past bij de situatie van de individuele cliënt. Daarbij kan worden gekeken naar de situatie van personen in vergelijkbare omstandigheden en in dezelfde leeftijdscategorie die geen beperkingen hebben. Om die reden moet de cliënt zich er soms bij neer leggen dat zijn verwachtingen ten aanzien van de huishoudelijk ondersteuning afwijken van de persoonlijke normen.
Het onderhoud van een tuin en het verzorgen van huisdieren (niet zijnde hulphonden/dieren) of extra bevuiling als gevolg van een huisdier behoort in principe niet tot huishoudelijke ondersteuning. Dergelijke aspecten worden beschouwd als keuzes waarop de cliënt zelf invloed kan uitoefenen. Van de cliënt en/of zijn/haar sociaal netwerk wordt verwacht dat er medewerking wordt verleend aan een zo efficiënt mogelijke ondersteuning. Dit betekent dat van de betrokkenen mag worden verwacht dat hiermee rekening wordt gehouden bij de inrichting van de woning en planning van huishoudelijke werkzaamheden. Te denken valt aan het zo mogelijk voorbereiden van de was en dat de inrichting van de woning toestaat dat er op een efficiënte manier schoongemaakt kan worden. Zo kan worden gevraagd dat de cliënt, voordat de hulp komt, alvast wat spulletjes van het dressoir of de tafel afhaalt en het later weer terug plaatst. Of dat er wat spullen worden opgeruimd. De cliënt kan er voor kiezen om dit niet te doen, maar dat kan effect hebben op de wijze waarop wordt schoongemaakt.
Artikel 6 . Toetsing van afspraken en klanttevredenheid
Om te toetsen of de aanbieders voldoen aan de gemaakte afspraken in het persoonlijk plan (met het ondersteuningsplan in de bijlage), wordt er steekproefsgewijs gecontroleerd of het huis schoon en leefbaar is. Daarnaast wordt de ervaring van de cliënten gemeten met het klanttevredenheidsonderzoek.
Artikel 7 . Opmerkzaam zijn en melden
De professional die de hulp bij het huishouden levert is de eerste persoon die verandering van leven en/of leefomgeving kan constateren bij de cliënt. Als de professional (negatieve) veranderingen opmerkt tijdens de werkzaamheden, dient deze hiervan melding te maken bij zijn/haar leidinggevende/coördinator. Deze kan dan de afweging maken om de situatie voor te leggen aan de gemeente om te kijken of de toewijzing moet worden bijgesteld of dat er mogelijk een andere vorm van zorg noodzakelijk is.
Artikel 8. Inhoud resultaten en bijbehorende activiteiten
Artikel 9. Frequentie activiteiten
Hoofdstuk 3 : Aanvullende reg els Persoonsgebonden budget (pgb )
In het keukentafelgesprek kan worden bepaald of een cliënt al dan niet in aanmerking komt voor een pgb. De volgende zaken kunnen aanleiding zijn om een pgb te verstrekken:
Een pgb kan alleen toegekend worden als er naast het persoonlijk plan, ook een budgetplan is opgesteld door de cliënt. Het pgb mag niet beheerd worden door de zorgaanbieder.
Een pgb is bedoeld om zorg en ondersteuning in te kopen. Het pgb kent geen vrij besteedbaar bedrag. Eventuele reiskosten van de cliënt of zorgaanbieder mogen uit het pgb betaald worden. Hier mag maximaal 10% van het totale pgb budget aan uitgegeven worden. Er mag een vast maandloon worden afgesproken met de zorgaanbieder. De volgende kosten mogen niet uit een pgb betaald worden:
Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb wordt in het persoonlijk plan en het budgetplan in ieder geval vastgelegd voor welk resultaat de maatwerkvoorziening wordt aangewend en hoe het budget daarvoor wordt ingezet. Daarnaast wordt vastgelegd dat de cliënt de facturen en de betalingsbewijzen van de maatwerkvoorziening dient te bewaren. Deze moeten bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) of, in geval van eenmalige pgb bij de gemeente worden aangeleverd. Door de benodigde zorgovereenkomst tussen cliënt en aanbieder te accorderen en op basis van controle van de ingediende facturen en uitbetaalde pgb’s, controleert de gemeente of het pgb rechtmatig is uitgegeven.
Artikel 13 . Onderscheid professionele ondersteuning en informele ondersteuning
In het kader van het toekennen van een pgb, wordt er onderscheid gemaakt tussen professionele ondersteuning en informele ondersteuning. Zowel mantelzorg als zorg vanuit het sociaal netwerk vallen in principe onder informele ondersteuning. Een pgb voor professionele ondersteuning kan alleen worden toegekend als de zorg wordt verleend door een hulpverlener die is opgeleid om deze vorm van zorg en ondersteuning te verlenen. Dit kan bepaald worden op basis van de door de hulpverlener te overleggen diploma’s of certificaten. Wanneer de hulpverlener geen diploma’s of certificaten heeft, is het per definitie informele ondersteuning.
Hoofdstuk 4 : Overige bepalingen
Artikel 14 . Waardering mantelzorgers
De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente wordt, net als de reguliere mantelzorgondersteuning, uitgevoerd door de maatschappelijke partners in het voorliggend veld.
Artikel 15 . Meldingsregeling calamiteiten en geweld
Wanneer er sprake is van calamiteiten of geweld bij de levering van een voorziening door een aanbieder, dient hiervan melding te worden gedaan bij de gemeente Heusden via het agressie- en geweldprotocol gemeente Heusden. Meldingen worden ook doorgegeven aan de regionaal aangewezen toezichthoudend ambtenaar, bedoeld in artikel 6.1, van de Wmo. Deze doet onderzoek naar de calamiteiten en geweldsincidenten en adviseert het college over het voorkomen van verdere calamiteiten en het bestrijden van geweld.
Elke professional of burger die een vermoeden heeft van geweld in huiselijke kring, zowel bij volwassenen als bij kinderen, moet hierover een melding doen bij Veilig Thuis.
Professionals zijn verplicht te werken met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze meldcode beschrijft in 5 stappen wat moet gebeuren bij vermoedens van geweld.
Artikel 17 . Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Nadere regels over het betrekken van ingezetenen bij het bepalen van beleid zijn vastgelegd in de Verordening Wmo-adviesraad 2012.
Artikel 18. Inwerkingtreding en citeertitel
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-183376.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.