Verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening Amstelveen 2016

Z-2016/057107

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

gelet op artikel 4 van de Huisvestingswet 2014;

besluit vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening Amstelveen 2016 naar aanleiding van wijziging van de Huisvestingswet 2014 en de wet Doorstroming Huurmarkt 2015.

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel I  

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

h.  Corporaties: toegelaten instellingen als bedoeld in artikel 70, eerste lid van de Woningwet die werkzaam zijn in één of meer gemeenten van de Stadsregio Amsterdam;

 

wordt vervangen door:

 

h.  Corporaties: toegelaten instellingen als bedoeld in artikel 19, eerste lid van de Woningwet die werkzaam zijn in één of meer gemeenten van de Woningmarktregio Amsterdam;

 

na onderdeel j wordt een onderdeel ingevoegd:

 

k.  Gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

 

Onderdelen k t/m r worden vernummerd tot l t/m s;

 

k.  Huishouden: een alleenstaande dan wel twee personen met of zonder kinderen, die een gemeenschappelijke huishouding voeren of wensen te voeren;

 

wordt vervangen door:

 

l.  Huishouden: een alleenstaande dan wel twee personen met of zonder kinderen, die een gemeenschappelijke huishouding voeren of wensen te voeren of een woongroep;

 

n.  Indicatie: een beoordeling van de mate van zelfredzaamheid van de woningzoekende, gemaakt door burgemeester en wethouders of een door hen aan te wijzen adviseur, ter voorbereiding op een door hun te nemen beslissing op een aanvraag om een huisvestingsvergunning;

 

wordt vervangen door:

 

o.  Indicatie: een beoordeling van de mate van medische beperkingen van een woningzoekende, gemaakt door burgemeester en wethouders of een door hen aan te wijzen adviseur, ter voorbereiding op een door hun te nemen beslissing op een aanvraag om een huisvestingsvergunning;

 

na onderdeel s wordt een onderdeel ingevoegd:

 

t.  jongere: onder jongere wordt verstaan een volwassene tot een leeftijd van 28 jaar.

 

Onderdelen t t/m hh worden vernummerd tot v t/m ll.

 

Na onderdeel gg wordt een onderdeel ingevoegd:

 

hh.  Sociale koopwoning: een koopwoning zoals beschreven in artikel 1.1.1 lid e van het Besluit op de ruimtelijke ordening.

 

Na onderdeel ii wordt een onderdeel ingevoegd:

 

jj.  Standplaats: een standplaats zoals benoemd in artikel 1, eerste lid onder e van de wet.

 

Onderdelen hh t/m xx worden vernummerd tot ll t/m ccc.

 

gg.  Student: studenten als bedoeld in artikel 7.274 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek alsmede voltijds promovendi bij binnen het gebied van de woningmarktregio gevestigde universiteiten;

 

wordt vervangen door:

 

kk.  Student: studenten als bedoeld in artikel 7.274d tweede lid van het Burgerlijk Wetboek alsmede voltijds promovendi bij universiteiten die zijn gevestigd binnen de woningmarktregio;

 

pp.  Woningmarktregio: de woningmarktregio gevormd door de Stadsregio Amsterdam die bestaat uit de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang;

 

wordt vervangen door:

 

vv.  Woningmarktregio: de gemeenten die behoren tot de (voormalige) Stadsregio Amsterdam; de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland en Zaanstad;

 

tt.  Woongroep: een samenlevingsverband bestaande uit tenminste drie personen tussen wie geen familierechtelijke relatie bestaat;

 

wordt vervangen door:

 

yy.  Woongroep: een samenlevingsverband bestaande uit drie of meer personen die een duurzaam gemeenschappelijke huishouding voeren of wensen te voeren;

 

Onderdeel yy vervalt.

 

Onderdelen zz t/m bbb worden vernummerd tot zzz t/m fff.

Artikel II  

Artikel 2.1.1 lid 3 wordt als volgt gewijzigd:

 

In afwijking van het tweede lid is het bepaalde in deze afdeling niet van toepassing op:

  • a.

    onzelfstandige woonruimte en woonruimte gebruikt voor inwoning;

  • b.

    Woonschepen;

  • c.

    De complexen genoemd in bijlage 1 behorende bij deze verordening;

  • d.

    Woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder a tot en met c, van de Leegstandwet;

  • e.

    Studentenwoningen

 

wordt vervangen door:

 

In afwijking van het tweede lid is het bepaalde in deze afdeling niet van toepassing op:

  • a.

    onzelfstandige woonruimte en woonruimte gebruikt voor inwoning;

  • b.

    Woonschepen;

  • c.

    Woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder a tot en met c, van de Leegstandwet;

  • d.

    Studentenwoningen;

  • e.

    Bij besluit van besluit van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen complexen.

  • f.

    Woonwagens en standplaatsen voor woonwagens.

Artikel III  

Artikel 2.2.4 wordt als volgt gewijzigd:

 

3.  De inschrijving eindigt nadat een woningzoekende als huurder woonruimte aangewezen in artikel 2.1.1 in gebruik heeft genomen;

 

wordt vervangen door:

 

3.  De inschrijving eindigt nadat een woningzoekende als huurder woonruimte aangewezen in artikel 2.1.1, tweede lid, die eigendom is van een corporatie in gebruik heeft genomen in de woningmarktregio;

 

4.  De in het derde lid bedoelde beëindiging van de inschrijving geldt voor de ingeschreven woningzoekende en de leden van zijn huishouden, niet-zijnde meeverhuizende inwonende kinderen, wier medeverhuizing noodzakelijk was voor het verkrijgen van een huisvestingsvergunning voor de bewoning van de betreffende woonruimte;

 

wordt vervangen door:

 

4.  De inschrijfduur die per 1 januari 2016 van rechtswege door omzetting van woonduur in inschrijfduur is verkregen of nadien is verkregen op grond van artikel 5.2 vervalt, nadat een woningzoekende een andere woonruimte betrekt;

 

5.  In afwijking van het bepaalde in het derde lid eindigt de inschrijving niet nadat een woningzoekende als huurder woonruimte aangewezen is in artikel 2.1.1 in gebruik heeft genomen, voor zover die woonruimte geen eigendom is van een corporatie en niet via het aanbodinstrument Woningnet te huur is aangeboden;

 

Wordt vervangen door:

 

5.  Burgemeester en wethouders kunnen besluiten dat de inschrijfduur die door een woningzoekende per 1 januari 2016 van rechtswege door omzetting van woonduur in inschrijfduur is verkregen of nadien is verkregen op grond van artikel 5.2 vervalt, indien de huurovereenkomst van de woningzoekende wegens woonfraude wordt beëindigd.

 

Na lid 5 wordt een nieuw lid ingevoegd:

 

6. In afwijking van het bepaalde in het derde lid eindigt de inschrijving niet:

a. nadat een jongere woonruimte heeft betrokken die krachtens de huurovereenkomst bestemd is voor jongeren;

b. nadat een huurder een zelfstandige woonruimte van een corporatie heeft betrokken met een tijdelijke huurovereenkomst voor twee of vijf jaar als bedoeld in artikel 7:271, eerste lid tweede volzin van het Burgerlijk Wetboek gesloten na 1 juli 2016;

c. voor meeverhuizende inwonende kinderen die lid zijn van een huishouden, wier medeverhuizing noodzakelijk was voor het verkrijgen van een huisvestingsvergunning voor de bewoning van de betreffende woonruimte.

Artikel IV  

Na artikel 2.2.4 wordt een nieuw artikel ingevoegd:

 

2.2.4a: Extra inschrijfduur voor aangewezen categorieën woningzoekenden

Burgemeester en wethouders kunnen door hen aan te wijzen categorieën woningzoekenden extra inschrijfduur toekennen welke alleen geldt in de gemeente Amstelveen.

Artikel V

Artikel 2.2.6 lid 4 wordt als volgt gewijzigd:

 

Indien aanvrager een huisvestingsvergunning aanvraagt voor woonruimte als bedoeld in artikel 2.4.4, tweede lid, eerste kolom, derde rij, dient de aanvraag tevens vergezeld te gaan van een indicatie op basis waarvan beoordeeld kan worden of de specifieke eigenschappen van de woonruimte tegemoetkomen aan de verminderde zelfredzaamheid van één of meerdere leden van het huishouden;

 

Wordt vervangen door:

 

Indien aanvrager een huisvestingsvergunning aanvraagt voor woonruimte als bedoeld in artikel 2.4.4, tweede lid, eerste kolom, derde rij, dient de aanvraag tevens vergezeld te gaan van een indicatie op basis waarvan beoordeeld kan worden of de specifieke eigenschappen van de woonruimte tegemoetkomen aan de geïndiceerde medische beperkingen van één of meerdere leden van het huishouden;

Artikel VI  

De labels die zijn opgenomen in de tabel in Artikel 2.4.4 lid 2 worden als volgt gewijzigd:

 

Woonruimte in het bijzonder geschikt voor de huisvesting van senioren: Huishoudens waarvan één lid tenminste de leeftijd van 55 jaar of ouder heeft bereikt. Indien er geen huishouden dat voldoet aan het in de eerste zin bepaalde voor de woonruimte in aanmerking komt, wordt voorrang gegeven aan het huishouden met een lid dat de leeftijd van 55 jaar het dichtst benadert.

 

Wordt vervangen door:

 

Woonruimte in het bijzonder geschikt voor de huisvesting van senioren (55plus): woningzoekenden met een leeftijd van tenminste 55 jaar, dan wel huishoudens waarvan tenminste één lid deze leeftijd heeft bereikt en/of woonruimte in het bijzonder geschikt voor de huisvesting van senioren (75plus): woningzoekenden met een leeftijd van tenminste 75 jaar, dan wel huishoudens waarvan tenminste één lid deze leeftijd heeft bereikt.

 

Woonruimte in het bijzonder geschikt voor de huisvesting van jongeren: Huishoudens bestaande uit één persoon, zijnde een jongere met een leeftijd tot 26 jaar die geen student is;

 

wordt vervangen door:

 

Woonruimte in het bijzonder geschikt voor de huisvesting van jongeren: huishoudens bestaande uit tenminste een persoon person met een leeftijd van tenminste 18 jaar en ten hoogste 22 jaar, die geen student zijn (EN/OF) huishoudens bestaande uit personen tenminste een persoon met een leeftijd van tenminste 23 jaar en ten hoogste 27 jaar, die geen student zijn.

 

Woonruimte in het bijzonder geschikt voor de huisvesting van personen met verminderde zelfredzaamheid: Huishoudens in het bezit van een indicatie waaruit blijkt dat de specifieke eigenschappen van de woonruimte tegemoetkomen aan de verminderde zelfredzaamheid van één of meerdere leden van het huishouden;

 

wordt vervangen door:

 

Woonruimte in het bijzonder geschikt voor de huisvesting van personen met medische beperkingen: Huishoudens in het bezit van een indicatie waaruit blijkt dat de specifieke eigenschappen van de woonruimte tegemoetkomen aan medische beperkingen van één of meerdere leden van het huishouden.

 

De labels huishoudens met een laag inkomen en huishoudens met een hoger inkomen komen te vervallen.

 

Na artikel 2.4.4 lid 2 worden twee nieuwe leden toegevoegd:

 

3.  Als categorie woonruimte als bedoeld in artikel 11 van de wet wordt voorts aangewezen: woonruimte in het bijzonder geschikt voor de huisvesting van grote huishoudens;

 

4.  Voorts wordt bij het verlenen van een huisvestingsvergunning overeenkomstig het bepaalde in Bijlage 2 voorrang verleend;

Artikel VII  

Aan artikel 2.4.5 wordt één nieuw lid toegevoegd:

 

3.  Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat het in het eerste en tweede lid bepaalde uitsluitend van toepassing is op door hen aangewezen delen van de gemeente of door hen aangewezen categorieën woonruimte;

Artikel VIII  

Aan artikel 2.4.7 worden twee nieuw leden toegevoegd:

 

4.  Het bepaalde in de voorgaande leden is alleen van toepassing op houders van een SV-urgentieverklaring indien het door burgemeester en wethouders voor het desbetreffende tijdvak maximaal te huisvesten aantal houders van een SV-urgentieverklaring nog niet bereikt is.

5.  Burgemeester en wethouders stellen het in het vorige lid bedoelde aantal niet eerder vast dan na overleg met de overige gemeenten van de Woningmarktregio.

Artikel IX  

Artikel 2.4.8 lid 3 wordt als volgt gewijzigd:

 

Per kalenderjaar wordt in de gehele woningmarktregio op ten hoogste 15% en per gemeente op ten hoogste 20% van door corporaties te huur aangeboden woonruimten het rangordecriterium loting toegepast;

 

wordt vervangen door:

 

Per kalenderjaar wordt ten hoogste 20% van door corporaties te huur aangeboden woonruimten het rangordecriterium loting toegepast.

Artikel X  

Artikel 2.6.1 wordt als volgt gewijzigd:

 

Op een aanvraag om een urgentieverklaring beslissen burgemeester en wethouders bij wie de aanvraag ingevolge artikel 2.6.2, eerste lid, aangevraagd moet worden.

 

wordt vervangen door:

 

Op een aanvraag om een urgentieverklaring beslissen burgemeester en wethouders bij wie de aanvraag ingevolge artikel 2.6.2, eerste lid, wordt ingediend;

Artikel XI  

Artikel 2.6.5 lid 1.g wordt als volgt gewijzigd:

 

De aanvraag is ingediend binnen twee jaar nadat een eerder aan aanvrager of een lid van zijn huishouden verleende urgentieverklaring is ingetrokken met toepassing van artikel 2.6.10, eerste lid, aanhef en onder a en d;

 

wordt vervangen door:

 

De aanvraag is ingediend binnen twee jaar nadat een eerder aan aanvrager of een lid van zijn huishouden verleende urgentieverklaring is vervallen of ingetrokken met toepassing van artikel 2.6.9 of 2.6.10;

Artikel XII  

De titel van artikel 2.6.6 wordt als volgt gewijzigd:

 

Wettelijke urgentiecategorieën;

 

wordt vervangen door:

 

Wettelijke urgentiecategorieën en statushouders

Artikel XIII  

Artikel 2.6.8 lid 1b wordt als volgt gewijzigd:

 

Woningzoekenden die op grond van medische of sociale redenen dringend woonruimte nodig hebben en niet behoren tot de in artikel 2.6.7 bedoelde urgentiecategorie;

 

wordt vervangen door:

 

Woningzoekenden, met inbegrip van de situatie waarin dit slechts geldt voor één lid van het huishouden van een woningzoekende, die op grond van medische of sociale redenen dringend woonruimte in een levensontwrichtende woonsituatie verkregen die naar het oordeel van burgemeester en wethouders alleen opgelost kan worden door verhuizing naar andere zelfstandige woonruimte, voor zover zij niet behoren tot de in artikel 2.6.7 bedoelde urgentiecategorie;

 

Na 1.c wordt een nieuw lid ingevoegd:

 

1.d Woningzoekenden waarvan de binnen de gemeente gelegen zelfstandige woonruimte als gevolg van een calamiteit naar het oordeel van burgemeester en wethouders duurzaam ongeschikt is voor bewoning

Artikel XIV  

Na artikel 2.6.8. wordt een nieuw artikel ingevoegd:

 

Artikel 2.6.8a: Sociaal medische urgentie:

  • 1.

    Een urgentieverklaring kan worden verleend indien zich geen van de in artikel 2.6.5, eerste en tweede lid, genoemde omstandigheden voordoet en de aanvrager, het huishouden van aanvrager of een lid van dat huishouden zich naar het oordeel van burgemeester en wethouders op grond van medische of sociale omstandigheden in een levens ontwrichtende woonsituatie bevindt, welke alleen beëindigd kan worden door verhuizing naar andere zelfstandige woonruimte.

  • 2.

    Van een leven ontwrichtende woonsituatie als bedoeld in het eerste lid is sprake:

    • a.

      indien een of meerdere leden van het huishouden van aanvrager ernstige medische beperkingen heeft;

    • b.

      bij dakloosheid of dreigende dakloosheid van een huishouden waarvan minderjarige kinderen deel uitmaken;

    • c.

      indien een of meerdere leden van het huishouden van aanvrager met geweld bedreigd wordt of het slachtoffer is van geweld; of,

    • d.

      indien het huishouden naar het oordeel van burgemeester en wethouders onevenredig hoge woonlasten heeft.

Artikel XV  

Artikel 2.8.1. wordt als volgt gewijzigd:

 

In de gemeente Amstelveen worden alle standplaatsen aangewezen als woonruimte als bedoeld in artikel 1, derde lid onder a, van de wet;

 

Wordt vervangen door:

 

In de gemeente Amstelveen worden alle standplaatsen aangewezen als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder e, van de wet.

Artikel XVI  

Na artikel 2.8.2 wordt een nieuw artikel ingevoegd:

 

2.8.3 Het aanbieden van Stansplaatsen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders bieden hun voor verhuur beschikbare standplaatsen eenduidig en transparant te huur aan aan de vijf langst ingeschrevenen in het register van standplaatszoekenden.

  • 2.

    Bij het aanbieden van een standplaats wordt vermeld aan welke eisen de standplaatszoekende moet voldoen om in aanmerking te komen voor de aangeboden standplaats.

 

De artikelen 2.8.3 t/m 2.8.7 worden vernummerd tot 2.8.4 t/m 2.8.8.

Artikel XVII  

Artikel 2.8.3 wordt als volgt gewijzigd:

 

2.8.3 Inschrijving register

  • 1.

    Burgemeester en wethouders houden een register bij van standplaatszoekenden. Het register vermeldt de standplaatszoekenden in volgorde van inschrijvingsdatum.

  • 2.

    Om op de in het eerste lid genoemde lijst te kunnen worden ingeschreven moet de standplaatsgerechtigde aantonen dat hij voldoet aan de criteria genoemd in artikel 4.

  • 3.

    De inschrijving in het register is geldig voor één jaar. Burgemeester en wethouders kunnen de termijn van de inschrijving verlengen.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders verstrekken aan de standplaatszoekende een bewijs van inschrijving, waarop in ieder geval de volgende gegevens zijn vermeld:

    • a.

      inschrijvingsnummer;

    • b.

      datum van inschrijving;

    • c.

      naam en adres van aanvrager.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders halen een inschrijving door in het register indien:

    • a.

      de standplaatszoekende niet meer aan de vereisten voor inschrijving voldoet;

    • b.

      de standplaatszoekende daarom verzoekt;

    • c.

      de standplaatszoekende is overleden;

    • d.

      de geldigheidstermijn van de inschrijving is verstreken;

    • e.

      de standplaatszoekende een standplaats of woning in Nederland krijgt toegewezen en deze accepteert;

    • f.

      de standplaatszoekende een standplaats achterlaat bij toewijzen en acceptatie van een woning;

    • g.

      de standplaatszoekende gegevens heeft verstrekt bij de inschrijving waarvan deze wist of redelijkerwijs kan vermoeden dat zij onjuist of onvolledig waren;

    • h.

      de standplaatszoekende niet binnen tien dagen zijn inschrijving heeft gecontinueerd door inzending van een door burgemeester en wethouders te verstrekken enquêteformulier

 

wordt vervangen door:

 

2.8.4. Standplaatszoekenden en inschrijving register

  • 1.

    Burgemeester en wethouders houden een register bij van standplaatszoekenden. Het register vermeldt de standplaatszoekenden in volgorde van inschrijvingsdatum.

  • 2.

    Om in het eerste lid genoemde register te kunnen worden ingeschreven moet de standplaatszoekende aantonen dat hij voldoet aan de criteria genoemd in artikel 2.2.1.

  • 3.

    Bij inschrijving is een inschrijfgeld van € 55,00 verschuldigd. Als datum van inschrijving geldt de datum van ontvangst van het inschrijfgeld.

  • 4.

    De inschrijving in het register is geldig voor één jaar. De inschrijving wordt automatisch verlengd tenzij de inschrijving is beëindigd. De verlengingskosten zijn jaarlijks € 10,00.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders zijn gerechtigd de in het derde en vierde lid van dit artikel genoemde bedragen voor inschrijving en verlenging te wijzigen.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders verstrekken aan de standplaatszoekende een bewijs van inschrijving, waarop in ieder geval de volgende gegevens zijn vermeld:

    • a.

      inschrijvingsnummer;

    • b.

      datum van inschrijving;

    • c.

      naam en adres van aanvrager.

  • 7.

    De inschrijfduur is gelijk aan de periode dat men als standplaatszoekende ingeschreven staat.

  • 8.

    Burgemeester en wethouders halen een inschrijving in het register door indien:

    • a.

      de standplaatszoekende als huurder een standplaats van de gemeente in gebruik heeft genomen;

    • b.

      de standplaatszoekende als medehuurder wordt aangemerkt voor het huren van een standplaats van de gemeente;

    • c.

      de standplaatszoekende daarom verzoekt omdat hij/zij zelf niet langer ingeschreven wilt staan;

    • d.

      de standplaatszoekende is overleden;

    • e.

      de standplaatszoekende niet tijdig de inschrijf- of verlengingskosten betaalt;

    • f.

      de standplaatszoekende bij de inschrijving gegevens heeft verstrekt waarvan deze wist of redelijkerwijs kan vermoeden dat zij onjuist of onvolledig waren;

    • g.

      de standplaatszoekende bij een verandering in zijn/haar adres niet binnen vier weken deze wijziging van zijn inschrijving heeft doorgegeven door inzending van een door burgemeester en wethouders te verstrekken wijzigingsformulier.

Artikel XVIII  

Artikel 2.8.4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Bij inschrijving in het register worden de volgende bescheiden overgelegd:

    • a.

      een uittreksel uit de Gemeentelijke Basisadministratie van de woonplaats van aanvrager;

    • b.

      een geldig identiteitsbewijs;

    • c.

      een geldig verblijfsdocument indien aanvrager niet de Nederlandse nationaliteit bezit;

    • d.

      bewijzen van inkomsten waaruit het huidige inkomen van het huishouden blijkt;

    • e.

      indien de aanvrager behoort tot de groep personen genoemd in artikel 18 van de voormalige Woonwagenwet: een bewonersverklaring waaruit blijkt dat de woningzoekende daadwerkelijk tot de traditionele doelgroep behoort.

  • 2.

    In de gemeente Amsterdam worden eveneens bescheiden overgelegd waaruit blijkt dat:

    • a.

      de standplaatszoekende een bedrijf of beroep uitoefent dat verband houdt met de exploitatie van het circus- of kermisbedrijf;

    • b.

      minimaal 70% van zijn/haar gemiddeld jaarinkomen over de afgelopen drie kalenderjaar binnen het onder a genoemde bedrijf of beroep heeft vergaard.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere gegevens te vragen die nodig zijn om de inschrijving te beoordelen.

 

wordt vervangen door:

 

2.8.5 Voorwaarden aan inschrijving als standplaatszoekenden

  • 1.

    Bij inschrijving in het register worden de volgende bescheiden overgelegd:

    • a.

      een uittreksel uit de Basis Registratie Personen van de woonplaats van de inschrijver;

    • b.

      een geldig identiteitsbewijs;

    • c.

      een geldig verblijfsdocument indieninschrijver niet de Nederlandse nationaliteit bezit;

    • d.

      het verzamelinkomen waaruit het huidige inkomen van het huishouden blijkt;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere gegevens te vragen die nodig zijn de inschrijving te beoordelen.

Artikel XIX  

Artikel 2.8.5. wordt als volgt gewijzigd:

 

2.8.5 Criteria voor vergunningverlening

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen de huisvestingsvergunning voor het betrekken van een

  • 2.

    standplaats, indien het huishouden voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 2.2.1 en het huishouden volgens de volgordebepaling bedoeld in artikel 2.8.7 als eerste voor de standplaats in aanmerking komt.

  • 3.

    Artikel 2.2.6, 2.2.7 en 2.2.8, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Er kan één huisvestingsvergunning per huishouden worden verstrekt.

 

wordt vervangen door:

 

2.8.6 Criteria voor vergunningverlening

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen de huisvestingsvergunning voor het betrekken van een standplaats, indien:

    • a.

      het huishouden voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 2.2.1;

    • b.

      het huishouden volgens de volgordebepaling bedoeld in artikel 2.8.8 als eerste voor de standplaats in aanmerking komt;

    • c.

      het aannemelijk is dat het huishouden de standplaats in gebruik zal nemen; en

    • d.

      de gemeente, gelet op haar taak als exploitant van de woonwagenlocaties of haar belang als verhuurder, daaronder mede begrepen haar verantwoordelijkheid voor de bescherming van de belangen van de overige bewoners en voor de waarborging van het woongenot, redelijkerwijs het sluiten van een huurovereenkomst met aanvrager niet weigert.

  • 2.

    Artikel 2.2.6, 2.2.7 en 2.2.8, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Er kan één huisvestingsvergunning per huishouden worden verstrekt.

Artikel XX  

Artikel 2.8.7 wordt als volgt gewijzigd:

 

2.8.7 Nadere uitwerking

Burgemeester en wethouders stellen regels op over de wijze van verdeling en volgordebepaling bij toewijzing van een standplaats aan een standplaatszoekende.

 

wordt vervangen door:

 

2.8.8 Toewijzing standplaatsen

Burgemeester en wethouders wijzen een standplaats toe aan de standplaatszoekende met de langste wachttijd.

De wachttijd wordt bepaald door de inschrijfduur, die wordt bepaald door de datum van inschrijving in het register van standplaatszoekenden.

 

Deze verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening Amstelveen 2016 treedt in werking op 1 januari 2017.

 

De griffier,

drs. H.H. Winthorst, wnd

De voorzitter,

drs. M.M. van 't Veld

Naar boven