2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een project:
|
|
|
de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Aanvraag omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit indien de bouwkosten:
|
|
|
a. minder bedragen dan € 500,-- :
|
€ 66,40
|
|
b. € 500,-- of meer bedragen, doch minder dan € 2.500,--:
|
|
|
€ 23,35 per € 500,-- bouwkosten met een minimum van
|
€ 78,00
|
|
c. € 2.500,-- of meer bedragen, doch minder dan € 50.000,--:
|
|
|
€ 17,50 per € 500,-- bouwkosten met een minimum van
|
€ 129,50
|
|
d. € 50.000,-- of meer bedragen, doch minder dan € 120.000--:
|
|
|
€ 15,75 per € 500,---- bouwkosten met een minimum van
|
€ 1.931,80
|
|
e. € 120.000,-- of meer bedragen, doch minder dan € 250.000,--:
|
|
|
€ 13,40 per € 500,-- bouwkosten met een minimum van
|
€ 4.335,50
|
|
f. € 250.000,-- of meer bedragen, doch minder dan € 500.000,--:
|
|
|
€ 10,55 per € 500,-- bouwkosten met een minimum van
|
€ 7.368,90
|
|
g. € 500.000,-- of meer bedragen;
|
|
|
€ 9,35 per € 500,-- bouwkosten met een minimum van
|
€ 11.716,70
|
|
|
|
2.3.1.2
|
Het tarief bedraagt voor het buiten behandeling stellen, als bedoeld in artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht, van de aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.1
|
€ 561,80
|
|
|
|
2.3.1.3
|
vervallen
|
|
|
|
|
2.3.1.5
|
Achteraf ingediende aanvraag omgevingsvergunning
|
|
|
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.1.1 en volgende wordt, indien de aanvraag van een omgevingsvergunning wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, verhoogd met
|
|
|
a. indien de bouwkosten onder toepassing van hetgeen is bepaald in artikel 2.1.1 en volgende van dit hoofdstuk, worden geraamd op:
|
|
|
minder dan € 12.500,--:
|
€ 66,50
|
|
€ 12.500,-- of meer, doch minder dan € 25.000,--:
|
€ 133,10
|
|
€ 25.000,-- of meer, doch minder dan € 50.000,--:
|
€ 198,50
|
|
€ 50.000,-- of meer, doch minder dan € 70.000,--:
|
€ 265,00
|
|
€ 70.000,-- of meer, doch minder dan € 90.000,--:
|
€ 397,90
|
|
€ 90.000,-- of meer, doch minder dan € 115.000,--:
|
€ 499,50
|
|
€ 115.000,-- of meer, doch minder dan € 140.000,--:
|
€ 663,00
|
|
€ 140.000,-- of meer, doch minder dan € 160.000,--:
|
€ 796,30
|
|
€ 160.000,-- of meer, doch minder dan € 190.000,--:
|
€ 928,10
|
|
€ 190.000,-- of meer:
|
€ 1.000,00
|
|
b. indien op het tijdstip van indiening het project nog niet in uitvoering is, worden de in a. van dit artikel genoemde leges geheven tot een percentage van 50;
|
|
|
c. de ingevolge a. en b. van dit artikel berekende leges worden slechts eenmaal geheven.
|
|
|
d. indien door het afwijken van de oorspronkelijke vergunning de bouwkosten stijgen wordt behalve het onder a. en b. van dit artikel berekende bedrag een bedrag geheven overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.1.1 en volgende berekend op de grondslag van een nadere raming van de bouwkosten, onder aftrek van het bedrag, dat voor de oorspronkelijke vergunning was verschuldigd.
|
|
|
e. bij de ingevolge a. en b. van dit artikel berekende leges wordt uitgegaan van het bedrag van de bouwkosten dat op de zelfstandige eenheid, waarop de wijziging van toepassing is, betrekking heeft.
|
|
|
|
|
2.3.1.6
|
Leges als bedoeld in onderdeel 2.3.1, worden niet geheven voor de volgende bouwwerken:
- collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking voor percelen gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht en bij een beschermd monument.
- collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking indien niet geplaatst op of geïntegreerd in een dak voor percelen gelegen bij en in de directe omgeving van een woning, bedrijfswoning of dienstwoning en die bedoeld zijn voor het eigen gebruik van de woning, bedrijfswoning of dienstwoning
|
|
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
a. voor werken, waarvan de aanlegkosten € 10.000,-- of minder bedragen:
|
€ 66,40
|
|
b. voor werken, waarvan de aanlegkosten meer dan € 10.000,--, doch niet meer dan € 20.000,-- bedragen:
|
€ 96,20
|
|
c. voor werken, waarvan de aanlegkosten meer dan € 20.000,--, doch niet meer dan € 40.000,-- bedragen:
|
€ 193,20
|
|
d. voor werken, waarvan de aanlegkosten meer dan € 40.000,--bedragen:
|
€ 480,50
|
|
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) met uitzondering van een afwijking waarbij een ruimtelijk kwaliteitsplan volgens een bestemmingsplan moet worden beoordeeld:
|
€ 66,40
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
|
|
2.3.3.1.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking), waarbij een ruimtelijk kwaliteitsplan volgens een bestemmingsplan moet worden beoordeeld, wordt het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1 verhoogd met extra leges, geheven tot het bedrag van de aan de aanvrager meegedeelde kosten van behandeling van de afwijking en de behandeling en de beoordeling van het ruimtelijk kwaliteitsplan. Voor de kosten wordt een begroting opgesteld door of vanwege het college van burgemeester en wethouders. Voor de toepassing van deze tarieventabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de kostenbegroting aan de aanvrager bekend is gemaakt. De aanvrager kan gedurende deze vijf werkdagen zijn aanvraag kosteloos intrekken. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. Dit geldt ook als de aanvrager tijdens de behandeling zijn aanvraag intrekt.
|
|
2.3.3.1.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking), waarbij aanvrager verzoekt een ruimtelijk kwaliteitsplan op te stellen, wordt het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1 verhoogd met extra leges, geheven tot het bedrag van de aan de aanvrager meegedeelde kosten van behandeling van de afwijking en van het opstellen van een ruimtelijk kwaliteitsplan. Voor de kosten wordt een begroting opgesteld door of vanwege het college van burgemeester en wethouders. Voor de toepassing van deze tarieventabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de kostenbegroting aan de aanvrager bekend is gemaakt. De aanvrager kan gedurende deze vijf werkdagen zijn aanvraag kosteloos intrekken. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. Dit geldt ook als de aanvrager tijdens de behandeling zijn aanvraag intrekt.
|
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 102,90
|
2.3.3.2.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (kleine buitenplanse afwijking), waarbij sprake is van:
- toepassing van artikel 4, lid 9 van Bijlage II Besluit omgevingsrecht;
- toepassing van artikel 4, lid 11 van Bijlage II Besluit omgevingsrecht of andere leden van hetzelfde artikel 4 voor een termijn van of langer dan 4 jaar;
wordt het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1 verhoogd met extra leges geheven tot het bedrag van de aan de aanvrager mee gedeelde kosten van behandeling, inclusief bekendmakingskosten, (externe) onderzoek- en advieskosten, stedenbouwkundige bureaukosten en de kosten van een op te stellen ruimtelijk kwaliteitsplan indien daarom wordt verzocht. Voor de kosten wordt een begroting opgesteld door of vanwege het college van burgemeester en wethouders. Voor de toepassing van deze tarieven tabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de kostenbegroting aan de aanvrager bekend is gemaakt. De aanvrager kan gedurende deze 5 werkdagen zijn aanvraag kosteloos intrekken. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. Dit geldt ook als aanvrager tijdens de behandeling zijn aanvraag intrekt.
Dit artikel is niet van toepassing indien de met deze aanvraag voor een buitenplanse afwijking gepaard gaande kosten op grond van afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening zijn of worden verhaald met toepassing van een exploitatieplan of een grondexploitatieovereenkomst.
|
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (kleine buitenplanse afwijking, voorheen projectbesluit), wordt het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1, verhoogd met extra leges geheven tot het bedrag van de aan de aanvrager mee gedeelde kosten van planbehandeling, inclusief bekendmakingskosten, (externe) onderzoek- en advieskosten, stedenbouwkundige bureaukosten en de kosten van een op te stellen ruimtelijk kwaliteitsplan indien daarom wordt verzocht.
Voor de kosten wordt een begroting opgesteld door of vanwege het college van burgemeester en wethouders. Voor de toepassing van deze tarieven tabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de kostenbegroting aan de aanvrager bekend is gemaakt. De aanvrager kan gedurende deze 5 werkdagen zijn aanvraag kosteloos intrekken. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. Dit geldt ook als aanvrager tijdens de behandeling zijn aanvraag intrekt.
Dit artikel is niet van toepassing indien de met deze aanvraag voor een buitenplanse afwijking gepaard gaande kosten op grond van afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening zijn of worden verhaald met toepassing van een exploitatieplan of een grondexploitatieovereenkomst.
|
|
2.3.3.4
|
vervallen
|
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 102,90
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 102,90
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 102,90
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 102,90
|
|
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast
(binnenplanse afwijking) met uitzondering van een afwijking waarbij een ruimtelijk kwaliteitsplan volgens een bestemmingsplan moet worden beoordeeld:
|
€ 66,40
|
2.3.4.1.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast
(binnenplanse afwijking), waarbij een ruimtelijk kwaliteitsplan volgens een bestemmingsplan moet worden beoordeeld, wordt het verschuldigde bedrag leges, geheven tot het bedrag van de aan de aanvrager meegedeelde kosten van behandeling van de afwijking en de behandeling en de beoordeling van het ruimtelijk kwaliteitsplan. Voor de kosten wordt een begroting opgesteld door of vanwege het college van burgemeester en wethouders. Voor de toepassing van deze tarieventabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de kostenbegroting aan de aanvrager bekend is gemaakt. De aanvrager kan gedurende deze vijf werkdagen zijn aanvraag kosteloos intrekken. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. Dit geldt ook als de aanvrager tijdens de behandeling zijn aanvraag intrekt.
|
|
2.3.4.1.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking), waarbij aanvrager verzoekt een ruimtelijk kwaliteitsplan op te stellen, wordt het verschuldigde bedrag leges, geheven tot het bedrag van de aan de aanvrager meegedeelde kosten van behandeling van de afwijking en het opstellen van een ruimtelijk kwaliteitsplan.
Voor de kosten wordt een begroting opgesteld door of vanwege het college van burgemeester en wethouders.
Voor de toepassing van deze tarieventabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de kostenbegroting aan de aanvrager bekend is gemaakt. De aanvrager kan gedurende deze vijf werkdagen zijn aanvraag kosteloos intrekken. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. Dit geldt ook als de aanvrager tijdens de behandeling zijn aanvraag intrekt.
|
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast
(buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 364,60
|
2.3.4.2.2
|
indien artikel 2.12, tweede lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (kleine buitenplanse afwijking), waarbij sprake is van:
- toepassing van artikel 4, lid 9 van Bijlage II Besluit omgevingsrecht;
- toepassing van artikel 4, lid 11 van Bijlage II Besluit omgevingsrechtof andere leden van hetzelfde artikel 4 voor een termijn van of langer dan 4 jaar;
wordt het verschuldigde bedrag geheven tot het bedrag van de aan de aanvrager mee gedeelde kosten van behandeling, inclusief bekendmakingskosten, (externe) onderzoek- en advieskosten, stedenbouwkundige bureaukosten en de kosten van een op te stellen ruimtelijk kwaliteitsplan indien daarom wordt verzocht. Voor de kosten wordt een begroting opgesteld door of vanwege het college van burgemeester en wethouders. Voor de toepassing van deze tarieven tabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de kostenbegroting aan de aanvrager bekend is gemaakt. De aanvrager kan gedurende deze 5 werkdagen zijn aanvraag kosteloos intrekken. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. Dit geldt ook als aanvrager tijdens de behandeling zijn aanvraag intrekt.
Dit artikel is niet van toepassing indien de met deze aanvraag voor een buitenplanse afwijking gepaard gaande kosten op grond van afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening zijn of worden verhaald met toepassing van een exploitatieplan of een grondexploitatieovereenkomst.
|
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast
(buitenplanse afwijking, voorheen projectbesluit), wordt het verschuldigde bedrag leges geheven tot het bedrag van de aan de aanvrager mee gedeelde kosten van planbehandeling, inclusief bekendmakingskosten, (externe) onderzoek- en advieskosten, stedenbouwkundige bureaukosten en de kosten van een op te stellen ruimtelijk kwaliteitsplan, indien daarom wordt verzocht.
Voor de kosten wordt een begroting opgesteld door of vanwege het college van burgemeester en wethouders. Voor de toepassing van deze tarieventabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de kostenbegroting aan de aanvrager bekend is gemaakt. De aanvrager kan gedurende deze 5 werkdagen zijn aanvraag kosteloos intrekken. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.
Dit geldt ook als aanvrager tijdens de behandeling zijn aanvraag intrekt. Dit artikel is niet van toepassing indien de met deze aanvraag voor een buitenplanse afwijking gepaard gaande kosten op grond van afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening zijn of worden verhaald met toepassing van een exploitatieplan of een grondexploitatieovereenkomst.
|
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 102,90
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 102,90
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 102,90
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 102,90
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid gebruiksbesluit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief voor:
|
|
2.3.5.1
|
Tehuizen > 10 pers.
|
€ 1.369,80
|
2.3.5.2
|
Woningen (bedrijfsm./complexen) niet zelfredz.bew. > 10 pers.
|
€ 912,10
|
2.3.5.3
|
Bejaardenoorden / verzorgingshuizen > 10 pers.
|
€ 2.739,40
|
2.3.5.4
|
Kinderdagverblijf > 10 pers.
|
€ 912,10
|
2.3.5.5
|
Peuterspeelzaal > 10 pers.
|
€ 912,10
|
2.3.5.6
|
Gevangenissen > 10 pers.
|
€ 2.739,40
|
2.3.5.7
|
Klinieken (poli-, psychiatr., ...) > 10 pers.
|
€ 2.739,40
|
2.3.5.8
|
Ziekenhuis > 10 pers.
|
€ 9.132,80
|
2.3.5.9
|
Verpleegtehuizen > 10 pers.
|
€ 4.567,00
|
2.3.5.10
|
Hotel 10-50 pers.
|
€ 2.739,40
|
2.3.5.11
|
Hotel > 50 pers.
|
€ 2.739,40
|
2.3.5.12
|
Pension/Nachtverblijf 10-50 pers.
|
€ 1.826,60
|
2.3.5.13
|
Pension/Nachtverblijf > 50 pers.
|
€ 2.739,40
|
2.3.5.14
|
Dagverblijf (kinderen / gehandicapten) 10-50 pers.
|
€ 912,10
|
2.3.5.15
|
Dagverblijf (kinderen / gehandicapten) > 50 pers.
|
€ 1.826,60
|
2.3.5.16
|
School (l.l < 12 jaar) >10 pers.
|
€ 912,10
|
|
|
|
2.3.5.17
|
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het in gebruik hebben of houden van een tijdelijke inrichting, als bedoeld in artikel 2.1 van de Brandbeveiligingsverordening voor een evenement waarbij gelijktijdig aanwezig kunnen zijn:
|
|
|
maximaal 500 personen
|
€ 90,60
|
|
501 t/m 2.000 personen
|
€ 182,50
|
|
meer dan 2.000 personen
|
€ 366,00
|
|
voor specifieke bij name genoemde grote evenementen
|
€ 1.462,60
|
|
|
|
2.3.5.18
|
Adviseren
|
|
2.3.5.18.1
|
Adviseren vooraf
|
|
|
De leges voor het adviseren in het kader van de brandveiligheid van een project met betrekking tot de vraag of een uitgewerkt bouwplan zal leiden tot een omgevingsvergunning, bedraagt per per project per uur of gedeelte daarvan
|
€ 90,60
|
2.3.5.18.2
|
Adviseren bij niet-ontvankelijk
|
|
|
De leges voor het adviseren over een aanvraag omgevingsvergunning voor het gebruik indien deze niet-ontvankelijk is of indien deze bijstelling behoeft, niet zijnde een toelichting hierop, bedraagt per uur of gedeelte daarvan
|
€ 90,60
|
|
|
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen of veranderen van een weg waarvoor op grond van artikel 2.2, eerste lid, onder d van de Wabo een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
a. voor werken, waarvan de aanlegkosten € 10.000,-- of minder bedragen:
|
€ 66,40
|
|
b. voor werken, waarvan de aanlegkosten meer dan € 10.000,--, doch niet meer dan € 20.000,-- bedragen:
|
€ 96,20
|
|
c. voor werken, waarvan de aanlegkosten meer dan € 20.000,--, doch niet meer dan € 40.000,-- bedragen:
|
€ 192,20
|
|
d. voor werken, waarvan de aanlegkosten meer dan € 40.000,--bedragen:
|
€ 480,50
|
|
|
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 66,40
|
|
|
|
2.3.12
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
|
€ 66,40
|
2.3.12.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, bedraagt het tarief:
|
€ 66,40
|
|
|
|
2.3.13
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief:
|
€ 66,40
|
|
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.14.1
|
vervallen
|
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 66,40
|
2.3.14.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
€ 66,40
|
2.3.14.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld
Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een reguliere en uitgebreide vergunning eerste fase: 100 % van de overeenkomstig artikel 2.1.1 en volgende berekende leges;
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een reguliere en uitgebreide vergunning tweede fase: 100% van de overeenkomstig artikel 2.1.1 en volgende berekende leges;
|
|
|
|
|
2.3.15.5
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.15.5.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 66,40
|
2.3.15.5.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 66,40
|
|
|
|
2.3.16
|
Advies
|
|
2.3.16.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag, of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, het bedrag van de voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken..
|
|
|
|
|
2.3.17
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.17.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 66,40
|
2.3.17.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 66,40
|