Gemeenteblad van Noordoostpolder
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordoostpolder | Gemeenteblad 2016, 180926 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordoostpolder | Gemeenteblad 2016, 180926 | Verordeningen |
Financiële beheersverordening gemeente Noordoostpolder
De raad van de gemeente Noordoostpolder;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Bestuur, Financiën en Economische Zaken;
besluit vast te stellen de Financiële beheersverordening gemeente Noordoostpolder:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
Artikel 5 Autorisatie begroting en investeringskredieten
Tijdens de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor. Bij investeringen informeert het college de raad in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van de gemeente.
Artikel 6 Tussentijdse rapportage
Het college informeert de raad door middel van drie tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vier maanden middels een voorjaarsrapportage, over de eerste acht maanden middels een najaarsrapportage en over de eerste negen maanden middels een decemberrapportage van het lopende boekjaar.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 8 Waardering en afschrijving vaste activa
De materiële vaste activa zoals bedoeld in artikel 35 van het BBV, zijnde de investeringen met een economisch nut en de investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, worden afgeschreven volgens de termijnen en criteria zoals opgenomen in de nota Waardering, activeren en afschrijven.
Artikel 9 Waardering vlottende activa gronden in exploitatie
De lasten en baten verband houdende met grondexploitatie worden in de algemene exploitatie verantwoord en via een tegenboeking naar de balans gemuteerd.
Artikel 11 Reserves en voorzieningen
Indien een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen twee volledige kalenderjaren niet is aangewend ten behoeve van de lasten van het gekoppelde doel, rapporteert het college dit aan de gemeenteraad en doet de gemeenteraad een voorstel om het niet aangewende budget vrij te laten vallen aan het resultaat.
Artikel 12 Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden betrokken, naast de directe kosten, de overheadkosten uitgedrukt in een percentage van de totale lasten van het betrokken taakveld/beleidsveld en de rente van de inzet van vreemd vermogen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa (projectfinanciering) maar ook de renteomslag in geval van totaalfinanciering.
Bij de directe kosten worden onder meer betrokken de toevoeging aan voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten als gevolg van oninbaarheid en kwijtscheldingsbeleid betrokken.
Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden toegerekend aan activiteiten welke geheel of deels worden bekostigd met een specifieke uitkering of subsidie, binnen het taakveld Overhead geadministreerd en in de desbetreffende verantwoordingen over de besteding toegerekend aan die activiteiten.
Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijnde activa, bedoeld in het tweede lid, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van het bij de begroting geraamde rentepercentage van de rentekosten op de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten. De uitkomst van dit percentage van de omslagrente wordt op een half procent afgerond.
In afwijking van het zevende lid wordt bij een verstrekte lening voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs uitgegaan van de rente van de lening die voor de financiering van de verstrekte lening is aangetrokken. Deze rente kan worden verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.
Bij vennootschapsbelastingplichtige activiteiten en grondexploitaties worden voor toerekening van rentekosten, in afwijking van het tweede lid, alleen de rentekosten voor de inzet van vreemd vermogen in verhouding tot het totale vermogen aan de kostprijs toegerekend. Bij projectfinanciering worden de werkelijke rentekosten toegerekend. In andere gevallen wordt uitgegaan van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de portefeuilleleningen.
Artikel 13 Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven of derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Daaronder wordt verstaan dat bij de kostentoerekening naast de directe kosten alleen die indirecte kosten worden betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
Bij afwijking van deze wijze van kosten toerekenen doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven of derden brengt de gemeente de geraamde integrale kosten in rekening aan de belanghebbenden, waaronder wordt verstaan dat bij de kostentoerekening naast de directe kosten alleen die indirecte kosten worden betrokken die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven of derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Daaronder wordt verstaan dat bij de kostentoerekening naast de directe kosten alleen die indirecte kosten worden betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Artikel 14 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, de rioolheffingen, de afvalstoffenheffing en alle overige tarieven.
Artikel 15 Financieringsfunctie
Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de richtlijnen, alsmede de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening zoals die zijn opgenomen in het door de raad vastgestelde Treasurystatuut gemeente Noordoostpolder, in acht.
Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak, bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.
Artikel 16 Registratie bezittingen, activa en vermogen.
Het college draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de vier jaar.
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het BBV in elk geval op:
Artikel 18 Weerstandsvermogen en risicobeheersing
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het BBV in elk geval op de risico’s van materieel belang en een schatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Hierbij wordt speciale aandacht gegeven aan:
Het college biedt ten minste eenmaal in de vier jaar een nota weerstandsvermogen en risicomanagement aan. In deze nota wordt ingegaan op het risicomanagement, het opvangen van risico’s door verzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen of anderszins. In de nota wordt tevens de gewenste weerstandscapaciteit bepaald. De raad stelt de nota vast binnen drie maanden nadat de nota is aangeboden.
Artikel 19 Onderhoud kapitaalgoederen
Behoudens de verplichte onderdelen op grond van artikel 12 van het BBV biedt het college bij begroting en de jaarstukken in elk geval de volgende zaken aan:
Het college biedt ten minste eens in de vier jaar een nota Beheer Openbare Ruimte aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt de nota vast binnen drie maanden nadat de nota is aangeboden.
Het college biedt ten minste eens in de vier jaar een verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en de uitbreiding van de riolering alsmede de kwaliteit van het milieu en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt de nota vast binnen drie maanden nadat de nota is aangeboden.
Het college biedt ten minste eens in de vier jaar een nota onderhoud gebouwen aan ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota bevat de voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt de nota vast binnen drie maanden nadat de nota is aangeboden.
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het BBV in elk geval op:
In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het BBV in elk geval op:
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf verbonden partijen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 15 van het BBV in elk geval op:
De raad stelt de nota vast binnen drie maanden nadat de nota is aangeboden.
Artikel 24 Verstrekking subsidies
Het college biedt ten minste eens in de vier jaar een nota verstrekking gemeentelijke subsidies aan. De nota bevat het kader voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies en een overzicht van de toegekende gemeentelijke subsidies. De raad stelt de nota vast binnen drie maanden nadat de nota is aangeboden. Tevens biedt het college jaarlijks een verstrekkingennota subsidies ter kennisname aan.
Hoofdstuk 5 Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Artikel 29 Aanbesteding en inkoop
Het college draagt zorg voor en legt de interne regels vast voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.
Artikel 30 Subsidieverstrekking en steunverlening
Het college draagt zorg voor en legt de regels voor de toekenning van steunverlening aan ondernemingen en toekenning van subsidies. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie en de subsidieverordening van de gemeente Noordoostpolder.
Artikel 31 Intrekken oude verordening
De ‘Financiële beheersverordening 212 gemeente Noordoostpolder 2015’, vastgesteld 30 maart 2015, wordt ingetrokken,
De ‘Financiële beheersverordening 212 gemeente Noordoostpolder 2015’ blijft van toepassing op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt. Op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut die voor 1 januari 2017 zijn gedaan, blijft de ‘Financiële verordening 212 gemeente Noordoostpolder 2015’, van toepassing zoals deze gold op de dag voor de inwerkingtreding van deze verordening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-180926.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.