Gemeenteblad van Brunssum
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brunssum | Gemeenteblad 2016, 180264 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brunssum | Gemeenteblad 2016, 180264 | Overige besluiten van algemene strekking |
Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Brunssum 2017
Het college van de gemeente Brunssum
overwegende dat het in verband met de nieuwe wet maatschappelijke ondersteuning, en in verband hiermee nieuw opgestelde verordening, wenselijk is nadere regels te stellen in verband met de zorg voor maatschappelijke ondersteuning;
gelet op de artikelen 2.1.1 en 2.3.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en het beleidsplan Wmo ‘Samen lukt het!’ gemeente Brunssum 2012-2015 en het addendum Wmo 2015 & 2016;
gezien de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Brunssum 2015.
vast te stellen de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Brunssum 2017
Een maatwerkvoorziening (in natura dan wel in de vorm van een PGB) wordt geweigerd indien er sprake is van gebruikelijke zorg.
Artikel 4. Persoonsgebonden budget (PGB)
Voor de uitbetaling van het PGB geldt dat dit exclusief bemiddelingskosten, administratiekosten, eenmalige uitkering en inclusief feestdagenuitkering en reiskosten van de zorgverlener is. De budgethouder mag een vast maandloon afspreken met de zorgverlener. Er is sprake van een vrij besteedbaar bedrag van 250 euro per jaar. Indien een PGB verstrekt wordt voor een periode korter dan een jaar wordt dit bedrag naar rato berekend.
Het PGB voor voorzieningen als bedoeld in het eerste lid, sub b is, voor zover noodzakelijk (en van toepassing), inclusief onderhoud, reparatie en verzekering, zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald bij de verstrekking van een voorziening in natura. Hierbij wordt rekening gehouden met de tussen het college en de leverancier reeds overeengekomen korting voor een nieuw hulpmiddel.
Het door het college te verstrekken PGB voor een voorziening als bedoeld in het eerste lid, sub b wordt verstrekt voor een periode die gelijk is aan de door de leverancier in de offerte vastgestelde levensduur. Onder de levensduur wordt tevens verstaan de periode die resteert na aftrek van de in de betreffende branche gebruikelijke afschrijvingsperiode.
Artikel 5. Geen persoonsgebonden budget
Het wederom verstrekken van een PGB voor een reeds eerder verstrekte soortgelijke voorziening, kan slechts dan geschieden indien de economische afschrijvingstermijn, zoals deze geldt bij het verstrekken van een voorziening in natura, van de betreffende voorziening verstreken is én als de voorziening niet meer adequaat is.
Artikel 6. Afleggen verantwoording persoonsgebonden budget
Degene aan wie een PGB als bedoeld in artikel 4 voor woningaanpassing is toegekend, dan wel de eigenaar van de woning, meldt zo mogelijk binnen een termijn van 12 maanden nadat het PGB werd verleend, op basis van een door het college aan te reiken gereedmeldingsformulier, inhoudende dat de woningaanpassing is gerealiseerd onder overlegging van de hierop betrekking hebbende originele facturen.
De vaststelling van de hoogte van het PGB (voor bouwkundig en niet bouwkundige (woon)voorzieningen) vindt plaats nadat het gereedmeldingsformulier met bijbehorende facturen door het college zijn ontvangen en het college heeft vastgesteld dat de aanpassing heeft plaatsgevonden overeenkomstig het programma van eisen.
Artikel 7. Verkorte procedure bij woonvoorzieningen
Indien een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening noodzakelijk is en die voorziening is geheel opgenomen in bijlage 2 behorend bij deze nadere regels, dan kan die voorziening tegen het in de bijlage opgenomen maximale bedrag worden verstrekt zonder dat de aanvrager voorafgaand een offerte behoeft over te leggen.
De eigen bijdrage voor ongehuwde personen die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt, bedraagt € 19,70 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 22.632 het bedrag van € 19,70 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 22.632;
De eigen bijdrage voor ongehuwde personen die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid , van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt, bedraagt €19,70 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 17.033, het bedrag van € 19,70 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 17.033;
De eigen bijdrage per vier weken voor gehuwde personen indien een van beiden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt of indien beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt, bedraagt € 28,00 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 28.402 het bedrag van € 28,00 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 28.402;
De eigen bijdrage per vier weken voor gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt bedraagt € 28,00 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtige inkomen meer bedraagt dan € 23.525, het bedrag van € 28,00 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 23.525.
Artikel 10. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Hulpverlening vanuit het sociale netwerk
Hierbij worden aan de hulpverlener geen bijzondere eisen gesteld. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt om de gestelde resultaten te bereiken en deze ook zichtbaar te maken. Dit wordt beoordeeld bij de toekenning en/of de herbeoordeling.
Artikel 11. Meldingsregeling calamiteiten en geweld
Agressie en geweld, verbaal en/of fysiek, is iedere vorm van gedrag en voorvallen in en buiten werktijd waarbij een medewerker van een dienstverlener welke namens of in opdracht van de gemeente Brunssum handelt, psychisch en/of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd, of aangevallen en/of schade wordt toegebracht, onder omstandigheden, die rechtstreeks verband houden met de te vervullen functie van die medewerker. Voorbeelden van verbale agressie zijn: beledigen, uitschelden, treiteren, pesten, vernederen, schreeuwen, discriminerende opmerkingen, uiten van beschuldigen, medewerker stelling dwingen te nemen tegen de gemeente.
Voorbeelden van fysieke agressie en geweld zijn: schoppen, slaan, knijpen, vastpakken, (gericht) gooien van voorwerpen, steken, spuwen, schade toebrengen aan eigendommen.
De aangewezen functionaris brengt binnen veertien dagen na inlevering van het formulier advies uit aan het college. Het college neemt binnen veertien dagen na ontvangst van het advies een besluit over de te treffen maatregel.
Meldingsformulieren met de genomen besluiten worden centraal gearchiveerd.
Artikel 12.Jaarlijkse waardering mantelzorgers
De dag van de mantelzorgers is voor mantelzorgers. Er wordt minimaal een keer per jaar kosteloos een leuke dag (of dagdeel) georganiseerd met entertainment, een hapje en een drankje.
Deze nadere regels geven aan hoe de Verordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Brunssum 2015 ten uitvoer zal worden gebracht. Bij een beperkt aantal artikelen in de verordening is aangegeven dat het college nadere regels zal vaststellen. Enkel deze betreffende artikelen zullen in deze nadere regels geëxpliciteerd worden. De keuze om de nadere regels beperkt te houden, komt voort uit het feit dat er een nieuwe wet maatschappelijke ondersteuning is aangenomen. De domeinen waarop de compensatieplicht van toepassing was, zijn niet in de nieuwe wet overgenomen. Er zijn daarom geen artikelen meer opgenomen die specifiek betrekking hebben op een voorziening (zoals dat in de oude Wmo regeling wel het geval was).
In de nieuwe Wmo wordt het adagium gehanteerd dat “de voorzieningen terecht moeten komen bij de burgers die het echt niet zelf kunnen regelen en betalen”. Van belang is het kunnen sturen op de eigen inzet van de burgers en zijn sociaal netwerk. Uitgangspunt van de nieuwe Wmo is:
De compensatieplicht vervalt en deze wordt vervangen door een zorgplicht in de vorm van een stelsel van algemene voorzieningen, maatwerkvoorzieningen en persoonsgebonden budget.
Ad Artikel 1. Begripsbepalingen
Voor een deel worden hier begripsbepalingen gehanteerd die ook in de Wet en/of in de verordening Wmo gehanteerd worden.
Ad Artikel 2. Te bereiken resultaten
In de nieuwe Wmo worden de domeinen waarop de gemeente de burger met een belemmering moest compenseren volgens de vorige Wmo (huishouden voeren, zich verplaatsen in en om de woning en lokaal medemensen ontmoeten) niet meer genoemd. Voor de nieuwe taken zijn geen nieuwe domeinen opgenomen. In plaats daarvan wordt in de wet gesproken over het bieden van maatwerkvoorzieningen ter “ondersteuning van zelfredzaamheid en participatie”, “beschermd wonen” en “opvang”.
Gemeente Heerlen is door de Parkstadgemeenten gemandateerd voor de praktische uitvoering van het beschermd wonen en opvang.
Zie art 1.1.1 lid 1 van de Wmo voor de definities van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang.
Ad Artikel 3. Weigeringsgronden
Voordat een voorziening wordt verstrekt, onderzoekt het college of de betreffende persoon op eigen kracht of met behulp van het sociaal netwerk de beperkingen kan oplossen. Is sprake van gebruikelijke zorg waardoor de bestaande beperkingen afdoende kunnen worden opgelost, ondersteunt het college niet. Gebruikelijke zorg is hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten. Gebruikelijke zorg is alleen aan de orde als er een leefeenheid is die een gezamenlijk huishouden voert.
Ad Artikel 4. Persoonsgebonden budget
Indien de aanvrager kiest voor een persoonsgebonden budget, dan kan het college aan de hand van het bepaalde in artikel 4 hiertoe besluiten.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen een PGB voor een dienst en PGB voor een voorziening.
Bij een PGB voor diensten (zoals hulp bij het huishouden of begeleiding) is uitgangspunt voor de bepaling van de hoogte van het PGB, het bedrag dat is afgesproken met de gecontracteerde aanbieders. Gemeenten mogen variëren met hun tarieven al naar gelang de professionaliteit van de met het PGB ingekochte ondersteuning. Voor een niet-opgeleid persoon uit het eigen netwerk geldt een lager tarief dan voor een opgeleide hulpverlener in dienst bij een aanbieder.
Bij een PGB voor een voorziening ( bijvoorbeeld een traplift) is uitgangspunt voor de bepaling van de hoogte van de PGB, het bedrag dat de voorziening nieuw zou hebben gekost en indien van toepassing, onder aftrek van de in een offerte van de gecontracteerde leverancier vaste contractueel overeengekomen korting. Onderhoud, keuring en reparatie wordt in de offerte meegerekend voor de door de leverancier vastgestelde levensduur van de voorziening.
Ad Artikel 5. Geen persoonsgebonden budget
In dit artikel is geregeld onder welke omstandigheden er geen keuzevrijheid bestaat voor het persoonsgebonden budget.
Ad Artikel 6. Afleggen verantwoording persoonsgebonden budget
In dit artikel wordt voor de maatwerkvoorzieningen in de vorm van een PGB bepaald op welke wijze en binnen welke termijn hierover verantwoording dient te worden afgelegd.
Indien niet of onvoldoende wordt verantwoord, wordt dit gesanctioneerd. Hiervoor wordt verwezen naar het betreffende artikel in de verordening.
Ad Artikel 7. Verkorte p rocedure bij woonvoorzieningen
In dit artikel is omschreven welke procedure geldt bij een verkorte woonprocedure. Indien het een eenvoudige woningaanpassing betreft, waarvan de voorzieningen zijn opgenomen in de in de bijlage weergegeven (SCIO)lijst, hoeft een klant geen offerte aan te vragen. Door het hanteren van de SCIO lijst wordt het proces voor de klant eenvoudiger.
Ad. Artikel 8. Omvang hulp bij het huishouden
Dit artikel spreekt voor zich.
Bij een voorziening in natura of een PGB, welke aan de aanvrager zelf worden uitgekeerd, wordt gesproken over een eigen bijdrage. Een PGB wordt altijd bruto uitbetaald. Dit betekent dat de eigen bijdrage niet in het bedrag wordt verrekend. De eigen bijdrage moet belanghebbende uit eigen middelen voldoen.
De eigen bijdrage die voor een voorziening wordt verstrekt geldt voor de periode zolang als de voorziening wordt verstrekt of ten hoogste de kostprijs. Dat betekent dat de termijn van 39 perioden van 4 weken is losgelaten. Een klant betaalt zolang hij gebruik maakt van de voorziening. In lid 3 van dit artikel wordt geregeld dat, indien het een in bruikleen verstrekte voorziening betreft, een klant (voordat de afschrijvingstermijn is verstreken) betaald voor het middel, onderhoud, reparatie en verzekering. Nadat de afschrijvingstermijn is verstreken betaald een klant alleen nog eigen bijdrage ten behoeve van onderhoud, reparatie en verzekering.
Deze termijn is overeenkomstig het gestelde in artikel 3.1 van het Uitvoeringsbesluit Wmo (besluit van 27 oktober 2014, gepubliceerd op 7 november 2014).
Een cliënt kan ook een bijdrage in de kosten gevraagd worden als hij gebruik maakt van een algemene voorziening. In deze versie zijn echter nog geen algemene voorzieningen opgenomen waarvoor een bijdrage verschuldigd is.
Ad Artikel 10. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
In dit artikel is geregeld aan welke kwaliteitseisen de beroepskracht/hulpverlener moet voldoen.
Met de leveranciers van de verschillende voorzieningen zijn (middels de aanbestedingen) afspraken gemaakt over kwaliteitseisen van de betreffende voorzieningen.
Ad Artikel 11. Meldingsregeling calamiteiten en geweld
In dit artikel is geregeld welke eisen gelden voor het melden van calamiteiten en geweld bij de verstrekking van een voorziening.
Ad Artikel 12. Jaarlijkse waardering mantelzorgers
De dag van de mantelzorgers is voor mantelzorgers. Er wordt dan minimaal 1 keer per jaar kosteloos een leuke dag (of dagdeel) georganiseerd met entertainment onder het genot van een hapje en een drankje. Ook andere vormen van een blijk van waardering ten behoeve van de mantelzorgers mogen/kunnen worden georganiseerd/uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is een bloemenbon voor mantelzorgers.
Ad artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel
Bijlage 1: Protocol indicatiestelling hulp bij het huishouden
Protocol Indicatiestelling Hulp bij het Huishouden
Activiteiten en tijdsnormering Hulp bij het Huishouden
Voor de Hulp bij het Huishouden is een indeling in activiteiten te maken:
De Hulp bij het Huishouden wordt toegekend in minuten, gebaseerd op de hoeveelheid tijd die de verzorging van het huishouden kost. Deze tijdsnormering is een inschatting, met goede redenen kan hiervan afgeweken worden (maatwerk).
De normtijden worden gebaseerd op de samenlevingssituatie van een persoon en het type woning waarin deze persoon verblijft. Hierbij wordt uitgegaan van de maatgeving van een appartement en eengezinswoning in de sociale woningbouwsector. De activiteiten kennen een vaste tijdsnormering met ieder mogelijkheden tot meer- en minderwerk.
Bij de lichte en zware huishoudelijke werkzaamheden wordt in eerste instantie uitgegaan van een tweewekelijkse (om de week) uitvoering. Wekelijkse uitvoering is mogelijk bij:
In de tweede week vindt dan een onderhoudsbeurt plaats voor binnen de tijdsspanne zoals genoemd in onderstaande tijdsnormering. Voor zwaar huishoudelijk werk betreft dit een gedeeltelijke uitvoering van de beschreven activiteiten.
Licht huishoudelijk werk is opgedeeld in
A. Licht huishoudelijk werk all inclusive
Uitgangspunt bij de indicatiestelling is een tweewekelijkse (om de week) uitvoering. Indicatie voor een wekelijkse uitvoering is mogelijk onder eerder genoemde criteria. In de tweede week wordt een onderhoudsbeurt gegeven met een tijdsnormering van 20 minuten.
B. Licht huishoudelijk werk hoog & laag
Uitgangspunt bij de indicatiestelling is een tweewekelijkse (om de week) uitvoering. Indicatie voor een wekelijkse uitvoering is mogelijk onder eerder genoemde criteria. In de tweede week wordt een onderhoudsbeurt gegeven met een tijdsnormering van 10 minuten.
Zwaar huishoudelijk werk is onderverdeeld in diverse deelactiviteiten, leidend tot totale tijdsnormering. Indien een cliënt één of meerdere deelactiviteiten zelf kan verrichten of uitvoering hiervan zelf kan organiseren door sociaal netwerk, kan voor overblijvend deel van de totale tijdsnormering geïndiceerd worden. Ook is bij deze vorm van hulp bij het huishouden de woonsituatie van belang.
Daardoor is zwaar huishoudelijk werk opgedeeld in:
A. Eén persoons huishouden in appartement
Uitgangspunt bij de indicatiestelling is een tweewekelijkse (om de week) uitvoering. Indicatie voor een wekelijkse uitvoering is mogelijk onder eerder genoemde criteria. In de tweede week wordt een onderhoudsbeurt gegeven met een tijdsnormering van 60 minuten.
Uitgangspunt bij de indicatiestelling is een tweewekelijkse (om de week) uitvoering. Indicatie voor een wekelijkse uitvoering is mogelijk onder eerder genoemde criteria. In de tweede week wordt een onderhoudsbeurt gegeven met een tijdsnormering van 90 minuten.
Voor de compensatie van belemmeringen gericht op de activiteit ‘wassen en strijken’ heeft de gemeente Brunssum een collectieve voorziening. Enkel als deze niet beschikbaar of onvoldoende compenserend is vanwege de specifieke beperkingen of bijzondere situatie van een cliënt, kan een individuele variant worden ingezet.
Een individuele variant bestaat uit de volgende tijdsnormering:
Voor de compensatie van belemmeringen gericht op de activiteit ‘maaltijden’ heeft de gemeente Brunssum een collectieve voorziening. Enkel als deze niet beschikbaar of onvoldoende compenserend is vanwege de specifieke beperkingen of bijzondere situatie van een cliënt, kan een individuele variant worden ingezet.
Een individuele variant bestaat uit de volgende tijdsnormering:
De gemeente Brunssum heeft voor ‘boodschappen doen’ een voldoende beschikbaar en adequaat voorliggend aanbod. Enkel als deze niet beschikbaar of onvoldoende compenserend is vanwege de specifieke beperkingen of bijzondere situatie van een cliënt, kan een individuele variant worden ingezet.
Een individuele variant bestaat uit de volgende tijdsnormering:
Voor de compensatie van belemmeringen gericht op de activiteit ‘ramen lappen aan de binnenzijde’ heeft de gemeente Brunssum een voldoende beschikbaar en adequaat voorliggend aanbod. Enkel als deze niet beschikbaar of onvoldoende compenserend is vanwege de specifieke beperkingen of bijzondere situatie van een cliënt, kan een individuele variant worden ingezet.
Het ramen lappen aan de buitenzijde van de woning is geen activiteit die binnen het compensatiebeginsel van de Wmo valt.
Een individuele variant ramen lappen binnenzijde bestaat uit de volgende tijdsnormering:
2 Organisatie van het huishouden voor eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens
Helpen bij de organisatie van het huishouden, de dagstructuur en administratie ter vergroting van de zelfredzaamheid |
Bij matig/ernstig regieverlies |
3 Advies, instructie en voorlichting voor eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens
Instructie in de omgang met hulpmiddelen en verrichten van huishoudelijk werk |
4 Verzorging en/of opvang van kinderen
Indien opvang noodzakelijk is: maximaal tot 40 uur per week gedurende maximaal 3 maanden.
Bijzonderheden: specifieke voorliggende voorzieningen voor opvang: zorgverlof, crèche, kinderopvang, buitenschoolse/tussenschoolse opvang, gastouder etc.
Gebruikelijke zorg Er bestaat geen recht op hulp bij het huishouden indien sprake is van gebruikelijke zorg. Dit is zorg die geleverd wordt door één of meerdere huisgenoten van de cliënt. Dit kan een partner, ouder of inwonend kind zijn ongeacht of ze de gebruikelijke zorg willen leveren. Een gezin of gezamenlijk huishouden wordt samen de verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor het huishoudelijk werk en taken over te kunnen nemen voor degene die hier niet meer toe in staat is.
Hieronder wordt aan de hand van leeftijd aangegeven wat de norm is:
Daarnaast zijn er de volgende uitgangspunten:
Bepaalde persoonlijke omstandigheden kunnen van invloed zijn op de normering en uitgangspunten voor gebruikelijke zorg. Het gaat om de volgende zaken:
Overbelasting moet medisch worden aangetoond. Een indicatie voor hulp bij het huishouden in geval van overbelasting is in principe kortdurend, bedoeld om de situatie aan te passen. Wanneer de overbelasting veroorzaakt wordt door een combinatie van werk/opleiding, gebruikelijke zorg en andere activiteiten, gaan werk/opleiding en gebruikelijke zorg voor.
De maatwerker moet huisgenoten die gebruikelijke of mantelzorg verlenen, horen om vast te stellen welke taken zij verrichten en hoe zij die belasting ervaren t.o.v. hun maatschappelijke participatie. Een mantelzorger van buiten wordt alleen op verzoek van de zorgvrager gehoord.
Voor het bepalen van de aanwezigheid van huisgenoten wordt gekeken naar de inschrijvingen in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Alle bewoners van een adres volgens het GBA worden gezien als één leefeenheid. Indien sprake is van kamerverhuur wordt de huurder van de desbetreffende ruimte niet tot het huishouden gerekend.
Bijlage 2: Lijst van standaard woonvoorzieningen (verkorte procedure)
De limitatieve lijst is opgesteld door SCIO Consult aan de hand van landelijk gemiddelde prijzen zoals genoemd in op de bouw gerichte maandelijkse en/of halfjaarlijkse periodieken.
Daarnaast maakt SCIO Consult gebruik van de prijzen zoals deze door ArchiCalc en Bouwkosten.nl worden samengesteld. Voor de genormeerde uren maakt SCIO Consult onder andere gebruik van het ‘Manurenboek Kleinbouw – 2009/2010’. Tevens vindt de toetsing plaats aan gemiddelde elementprijzen voor woningaanpassingen zoals door erkende aannemers en installateurs wekelijks bij SCIO Consult worden ingediend. Voor sanitaire elementen worden de bruto catalogusprijzen van de Technische Unie gehanteerd, aangevuld met het bijbehorende hulpmateriaal en de gebruikelijke standaard montagetijd per element. Overige producten met naam omschreven worden vergeleken met de jaarlijkse prijzenlijst van de genoemde firma’s.
De eventuele korting die installateurs en aannemers bedingen op producten is niet verrekend in de limitatieve lijst. De kortingen variëren en zijn afhankelijk van het inkoopbeleid van de aannemer c.q. installateur.
De benodigde bevestigingsmiddelen en reparaties van stuc- en tegelwerk ten gevolge van het aanbrengen van de gewenste artikelen zijn inclusief, tenzij anders is vermeld.
Het gehanteerde uurtarief voor de in lijst opgenomen werkzaamheden voor 2016 is € 44,73 per uur.
ONDERSTAANDE ZIJN PRIJZEN DE PRIJZEN VAN 31-3-2015. Per kalenderjaar worden deze prijzen aangepast/geïndexeerd. De maatwerkers van de gemeente Brunssum werken altijd met de laatste, meest actuele prijslijst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-180264.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.