Verordening van de openbare rechtspersoon ‘Reflexis Openbaar Basisonderwijs’.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE MONTFERLAND

 

overwegende dat het gewenst is de bestaande verordening van de openbare rechtspersoon BLADWeG aan te passen zodat voldaan kan worden aan de wijzigingen in de Wet op het primair onderwijs (WPO), waarbij voorgeschreven wordt dat binnen de openbare rechtspersoon functies van bestuur en toezicht gescheiden zijn;

 

  • gelezen het advies van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad d.d.

  • gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

  • gelet op het bepaalde in artikel 47 van de Wet Primair Onderwijs;

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende aangepaste Verordening van de openbare rechtspersoon ‘Reflexis Openbaar Basisonderwijs’.

Artikel 1 Naam en vestiging

  • 1.

    De openbare rechtspersoon draagt de naam: Reflexis Openbaar Basisonderwijs, afgekort Reflexis.

  • 2.

    De openbare rechtspersoon is gevestigd in de gemeente Oude IJsselstreek

Artikel 2 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

a) gemeente:

de gemeenten Aalten, Montferland, Oost Gelre en Oude IJsselstreek;

 

b) college van B&W:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten gemeenten Aalten, Montferland, Oost Gelre en Oude IJsselstreek;

 

c) gemeenteraden:

de gemeenteraden van de gemeenten Aalten, Montferland, Oost Gelre en Oude IJsselstreek;

 

d) scholen:

de openbare scholen voor primair onderwijs die onder het bestuur van de openbare rechtspersoon ressorteren;

 

e) openbare rechtspersonen:

Reflexis Openbaar Basisonderwijs;

 

f) WPO:

de Wet op het primair onderwijs;

 

g) GMR:

de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad;

 

h) college van bestuur:

het bevoegd gezag van de openbare rechtspersoon;

 

i) raad van toezicht:

de intern toezichthouder van de openbare rechtspersoon;

 

j) schriftelijk:

bij brief, telefax of e-mail, of bij boodschap die via een ander gangbaar communicatiemiddel wordt overgebracht en op schrift kan worden ontvangen.

Artikel 3 Doel, middelen en grondslag

  • 1.

    Het doel van de openbare rechtspersoon is het in stand houden van openbare scholen voor primair onderwijs als bedoeld in artikel 46 van de WPO.

    Om haar doel te bereiken kan de openbare rechtspersoon gebruik maken van alle middelen die daaraan dienstbaar zijn. De openbare rechtspersoon beoogt niet het maken van winst.

  • 2.

    Het openbaar onderwijs dat wordt verzorgd door de door de openbare rechtspersoon in stand gehouden openbare scholen draagt bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de kernwaarden van het openbaar onderwijs, zijnde: ieder kind is welkom, iedereen is benoembaar, aandacht voor normen en waarden die leven in de Nederlandse samenleving, met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid hiervan, democratische waarden en normen binnen de samenleving met aandacht voor burgerschap, aandacht voor levensbeschouwelijke en godsdienstige waarden en respectvolle omgang ten aanzien van de verscheidenheid binnen de samenleving.

  • 3.

    De openbare rechtspersoon tracht haar doel te bereiken langs wettige weg en wel door:

    • a.

      Het stichten en beheren van openbare scholen;

    • b.

      Het samenwerken met openbare rechtspersonen, verenigingen en/of publieke lichamen, die activiteiten ontplooien op het gebied van onderwijs en educatieve, culturele en maatschappelijke ontwikkeling, waardoor een bijdrage kan worden geleverd aan de continuïteit en de kwaliteit van het onderwijs en de ontwikkelmogelijkheden van de aan haar toevertrouwde kinderen;

    • c.

      Zich aan te sluiten bij de voor de openbare rechtspersoon relevante onderwijs- en besturenorganisaties;

    • d.

      Alle andere wettige middelen waarlangs het doel kan worden bereikt.

  • 4.

    Het tot verwezenlijking van het doel van de openbare rechtspersoon bestemde vermogen wordt gevormd door:

    • a.

      de Rijks- en gemeentelijke bijdragen, die ten behoeve van de scholen worden toegekend;

    • b.

      vergoedingen voor de door de openbare rechtspersoon verleende diensten;

    • c.

      subsidies, giften en donaties;

    • d.

      hetgeen verkregen wordt door erfstellingen of legaten, met dien verstande dat erfstellingen slechts kunnen worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving;

    • e.

      ten behoeve van de openbare rechtspersoon gekweekt vermogen;

    • f.

      overige op wettige wijze verkregen inkomsten.

Artikel 4 Tijdsduur
  • 1.

    De openbare rechtspersoon is opgericht voor onbepaalde tijd. De openbare rechtspersoon dient conform het bepaalde in artikel 47 lid 9 van de WPO minimaal voor vijf jaar in het leven te worden geroepen.

  • 2.

    Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar

Artikel 5 Organen
  • 1.

    De openbare rechtspersoon kent de volgende organen:

    • a)

      het College van Bestuur

    • b)

      de Raad van Toezicht

  • 2.

    De openbare rechtspersoon kan commissies instellen. Een huishoudelijk reglement bevat regels voor de werkwijze en samenstelling van de commissies.

Artikel 6 Samenstelling, benoeming, schorsing en ontslag College van Bestuur

  • 1.

    Samenstelling en benoeming

    De openbare rechtspersoon wordt bestuurd door een college van bestuur, bestaande uit een door de raad van toezicht te bepalen aantal personen van ten minste één. Slechts natuurlijke personen zijn benoembaar als lid van het bestuur.

  • 2.

    De raad van toezicht benoemt het college van bestuur conform het bepaalde in artikel 17c lid 3 van de WPO. De raad benoemt de voorzitter van het college in functie. Indien het college slechts uit één persoon bestaat, is deze persoon automatisch voorzitter.

  • 3.

    Het college van bestuur kan onderling vaststellen welk lid met welke taak is belast. Een taakverdeling laat de gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle leden van het college van bestuur voor het gehele bestuur onverlet.

  • 4.

    Competenties

    Bij de samenstelling van het college van bestuur wordt gelet op diverse facetten die de aandacht van het college van bestuur vragen.

    Het college van bestuur wordt in ieder geval samengesteld op basis van:

    • algemene bestuurlijke kwaliteiten; en

    • affiniteit met de doelstelling van de openbare rechtspersoon.

    De aandachtspunten voor de van een lid van het college van bestuur gevraagde deskundigheid en achtergrond worden in algemene zin vastgesteld door de raad van toezicht in een profielschets.

    De raad van toezicht kan – indien overgegaan moet worden tot de vervulling van een vacature – besluiten tot een aanvulling dan wel een nadere detaillering van de vereiste kwaliteiten en eigenschappen voor de betreffende zetel in het college van bestuur. Een lid van het college van bestuur mag geen lid zijn van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad van de onder deze openbare rechtspersoon vallende scholen.

  • 5.

    Schorsing en ontslag bestuurder

    Een lid van het college van bestuur kan te allen tijde worden geschorst door de raad van toezicht, met inachtneming van het bepaalde in de Collectieve arbeidsovereenkomst voor het primair onderwijs (CAO-PO). De schorsing vervalt indien de raad van toezicht niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan voor ten hoogste drie maanden worden verlengd, ingaande op de datum waarop het besluit tot verlenging van de schorsing werd genomen. Het betrokken lid wordt in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van de raad van toezicht waarin schorsing of verlenging daarvan aan de orde is te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door een raadsman.

  • 6.

    De raad van toezicht is te allen tijde bevoegd een lid van het college van bestuur te ontslaan. Het betrokken lid van het college van bestuur wordt in de gelegenheid gesteld zich ten overstaan van de raad van toezicht te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door een raadsman. Een lid van het college van bestuur kan ondermeer worden geschorst en ontslagen wegens:

    • a.

      verwaarlozing van zijn taak of onvoldoende functioneren;

    • b.

      onverenigbaarheid van functies of belangen;

    • c.

      wijziging van de omstandigheden of andere redenen op grond waarvan hij zijn handhaving als lid redelijkerwijs niet van de openbare rechtspersoon kan worden verlangd;

    • d.

      als hij failliet is of de schuldsanering natuurlijke personen op hem van toepassing is.

  • 7.

    Leden van het college van bestuur worden benoemd voor een periode gelijk aan de duur van hun arbeidsovereenkomst.

  • 8.

    Een lid van het college van bestuur de-fungeert:

    • a.

      door zijn overlijden;

    • b.

      door zijn vrijwillig aftreden (bedanken);

    • c.

      door zijn ontslag door de rechtbank;

    • d.

      door zijn ontslag verleend door de raad van toezicht;

    • e.

      als hij toetreedt tot de raad van toezicht, en

    • f.

      als zijn arbeidsovereenkomst eindigt.

  • 9.

    Vacature

    In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet voltallig college van bestuur behoudt zijn bevoegdheden. Bij ontstentenis of belet van alle leden van het college van bestuur wordt het college van bestuur waargenomen door één persoon die daartoe door de raad van toezicht is of wordt aangewezen. Gaat de raad van toezicht niet binnen twee weken tot een zodanige aanwijzing over dan wordt het college van bestuur waargenomen door de persoon die daartoe door de voorzieningenrechter van de Rechtbank (bevoegde rechtbank), op verzoek van één of meer belanghebbende(n) is of wordt aangewezen.

    De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de gemeenten worden uitdrukkelijk als belanghebbenden aangemerkt.

  • 10.

    Arbeidsvoorwaarden

    De raad van toezicht stelt de arbeidsvoorwaarden, bezoldiging en kostenvergoedingen van de leden van het college van bestuur vast.

Artikel 7 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    Taak college van bestuur

    Het college van bestuur is belast met het besturen van de openbare rechtspersoon. Bij de vervulling van zijn taak richt het college van bestuur zich naar het belang van de openbare rechtspersoon, het belang van de scholen die door de openbare rechtspersoon in stand worden gehouden en het belang van de samenleving.

  • 2.

    Het college van bestuur heeft al die taken en bevoegdheden die niet bij of krachtens deze verordening aan anderen zijn toegekend.

  • 3.

    Begroting

    Het college van bestuur stelt jaarlijks, in overleg met de raad van toezicht, een begroting op. Het college van bestuur zendt de ontwerpbegroting vóór één december aan de gemeenteraden ter kennisneming.

    Het college van bestuur stelt de begroting vast nadat de raad van toezicht deze heeft goedgekeurd. Het college van bestuur zendt binnen twee weken na vaststelling van de begroting een afschrift daarvan aan de gemeenteraden.

  • 4.

    Als het college van bestuur de begroting wil wijzigen, wordt de wijziging ter kennisneming aan de gemeenteraden voorgelegd.

  • 5.

    Doelstellingen openbare rechtspersoon

    Het college van bestuur formuleert concrete doelstellingen voor de scholen die door de openbare rechtspersoon in stand worden gehouden, daarbij rekening houdend met de belangen van hen die bij die scholen zijn betrokken en rekening houdend met de eisen die de samenleving aan onderwijs stelt. Het college van bestuur legt in het jaarverslag verantwoording af over de mate waarin de vastgestelde missie en doelstellingen worden gehaald.

  • 6.

    Goedkeuring raad van toezicht

    Voorts heeft het college van bestuur voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht nodig voor het nemen van besluiten over:

    • a.

      vaststelling en wijziging van het reglement op het College van Bestuur;

    • b.

      het vaststellen van de begroting en het jaarverslag, inclusief de jaarrekening;

    • c.

      vaststelling van strategische beleidsplannen, alsmede belangrijke organisatieveranderingen;

    • d.

      wijziging van de grondslag van één of meer scholen;

    • e.

      besturenfusie en overdracht of overname van scholen;

    • f.

      stichten, opheffen en samenvoegen van scholen;

    • g.

      het aangaan of verbreken van samenwerking indien deze van ingrijpende betekenis is;

    • h.

      het aangaan van overeenkomsten waarbij de openbare rechtspersoon zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt;

    • i.

      de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen een kort tijdbestek;

    • j.

      vaststelling van een sociaal statuut;

    • k.

      vaststelling of wijziging van een treasurystatuut;

    • l.

      wijziging van de verordening;

    • m.

      ontbinding van de openbaar rechtspersoon;

    Het ontbreken van de goedkeuring zoals hiervoor bedoeld tast de vertegenwoordigings-bevoegdheid van het college van bestuur niet aan.

  • 7.

    Inlichtingen

    Het college verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taken en bevoegdheden noodzakelijke gegevens, en daarnaast aan ieder lid van de raad van toezicht alle inlichtingen over de aangelegenheden van de openbare rechtspersoon die deze mocht verlangen. De raad van toezicht mag inzage (doen) nemen van alle boeken, bescheiden, overige gegevensdragers en correspondentie van de openbare rechtspersoon. Het/de door de raad van toezicht aangewezen lid/leden heeft/hebben te allen tijde toegang tot alle bij de openbare rechtspersoon in gebruik zijnde ruimten en terreinen.

Artikel 8 Werkwijze

  • 1.

    Stemmen en het nemen van besluiten

    In de vergaderingen van het college van bestuur heeft ieder lid van het college van bestuur één stem. Alle besluiten van het college van bestuur worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

  • 2.

    Als de stemmen staken brengt het college van bestuur de raad van toezicht hiervan onverwijld schriftelijk op de hoogte. Binnen drie weken na ontvangst van deze schriftelijke mededeling overlegt de voorzitter van de raad van toezicht met het college van bestuur over het voorgenomen besluit. Na dit overleg neemt het college van bestuur alsnog een besluit. Indien dan alsnog de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 3.

    Het college van bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle leden van het college van bestuur in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de volstrekte meerderheid van het aantal leden van het college van bestuur zich vóór het voorstel heeft verklaard. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld.

  • 4.

    Elk lid van het college van bestuur, alsmede elk lid van de raad van toezicht, is bevoegd een vergadering van het college van bestuur bijeen te roepen.

  • 5.

    Openbare vergaderingen, tenzij

    De vergaderingen van het college van bestuur zijn openbaar voor zover het college van bestuur niet – gemotiveerd per agendapunt – beslist dat openbaarheid tegen het belang van de openbare rechtspersoon is of een ontoelaatbare inbreuk op de privacy van personen oplevert. De opgelegde geheimhouding wordt zowel door degenen die bij de behandeling aanwezig waren als door degenen die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen, totdat het college van bestuur de geheimhouding opheft.

  • 6.

    Notulen

    Van het verhandelde in de vergaderingen van het college van bestuur worden notulen gehouden door de daartoe door de voorzitter aangewezen persoon. De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering en door de voorzitter van de vergadering ondertekend.

  • 7.

    Reglement

    Het college van bestuur regelt zijn werkzaamheden en al hetgeen zijn functioneren betreft bij reglement.

Artikel 9 Vertegenwoordiging

  • 1.

    Vertegenwoordigen

    Het college van bestuur alsmede ieder lid van het college van bestuur afzonderlijk vertegenwoordigt de openbare rechtspersoon, voor zover de WPO niet anders bepaalt.

  • 2.

    Volmacht

    Het college van bestuur kan een derde een volmacht geven, om de openbare rechtspersoon binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

  • 3.

    Bijzondere handelingen

    De voorzitter van het college van bestuur is bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen, daaronder met name ook begrepen:

    • a.

      het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen;

    • b.

      het aangaan van overeenkomsten waarbij de openbare rechtspersoon zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. Het college van bestuur behoeft hiervoor goedkeuring van de raad van toezicht als bepaald in artikel 7 lid 6. Het ontbreken van deze goedkeuring tast evenwel de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur niet aan.

Artikel 10 Toezicht op het bestuur

  • 1.

    De raad van toezicht is in ieder geval belast met de taken als omschreven in artikel 17c van de WPO. Dat artikel vermeldt:

    • a.

      het goedkeuren van de begroting en het jaarverslag en, indien van toepassing, het strategisch meerjarenplan van de openbare rechtspersoon;

    • b.

      het toezien op de naleving door het college van bestuur van wettelijke verplichtingen, de code voor goed bestuur, bedoeld in artikel 171 lid 1 sub a WPO, en de afwijkingen van die code;

    • c.

      het toezien op de rechtmatige verwerving en de doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van de middelen van de openbare rechtspersoon die zijn verkregen op grond van de WPO;

    • d.

      het aanwijzen van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die verslag uitbrengt aan de raad van toezicht, en

    • e.

      het jaarlijks afleggen van verantwoording over de uitvoering van de taken en de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld onder a tot en met d, in het jaarverslag.

    Conform de code voor goed bestuur als bedoeld in artikel 171 WPO heeft de raad van toezicht een klankbordfunctie naar het college van bestuur. Verder heeft de raad van toezicht de bevoegdheden en taken die in deze verordening zijn gemeld.

  • 2.

    De raad van toezicht houdt toezicht op het college van bestuur. Dit geschiedt op de wijze en binnen de kaders als omschreven in deze verordening en de WPO.

  • 3.

    De gemeenteraad is in geval van ernstige taakverwaarlozing door het college van bestuur of functioneren in strijd met de WPO bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig de openbare rechtspersoon te ontbinden overeenkomstig het bepaalde in artikel 47 lid 8 van de WPO.

Artikel 11 Raad van toezicht
  • 1.

    Toezicht op college van bestuur

    De raad van toezicht houdt toezicht op het beleid van het college van bestuur en op de algemene gang van zaken in de openbare rechtspersoon, onverminderd het bepaalde ten aanzien van de gemeenteraden in deze verordening en de WPO.

  • 2.

    Samenstelling raad van toezicht

    De raad van toezicht bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste zeven natuurlijke personen, de raad van toezicht bepaalt uit hoeveel leden de raad van toezicht uiteindelijk bestaat.

  • 3.

    Benoeming en bindende voordrachten

    De leden van de raad van toezicht worden benoemd door de gemeenteraden.

    De raad van toezicht doet aan de gemeenteraad een voordracht voor de benoeming van de leden van de raad van toezicht. De benoeming geschiedt op voordracht van de raad van toezicht, tenzij de benoeming geschiedt op bindende voordracht van de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Benoeming geschiedt met inachtneming van een vooraf openbaar gemaakte profielschets waarin de noodzakelijke competenties van de raad van toezicht en de afzonderlijke leden van de raad van toezicht worden beschreven. De gemeenteraden kunnen besluiten het voorgedragen lid niet te benoemen. De commissie dient dan een andere bindende voordracht te doen. De gemeenteraden zijn niet bevoegd leden van de raad van toezicht te benoemen die niet zijn voorgedragen.

  • 4.

    Een derde gedeelte, naar boven toe afgerond indien een derde gedeelte een niet geheel getal als resultaat kent, van de leden van de raad van toezicht wordt voorgedragen op bindende voordracht van de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggen-schapsraad. Slechts een persoon die blijkens een gezamenlijke verklaring van de raad van toezicht en de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voldoet aan de profielschets is benoembaar. De raad van toezicht en de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad stellen gezamenlijk vast of de betrokken persoon voldoet aan de profielschets en leggen hun gezamenlijk oordeel vast in de verklaring bedoeld in voorgaande zin. De raad van toezicht en de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad kunnen nadere werkafspraken maken. Wanneer is vastgesteld dat een persoon niet aan de profielschets voldoet kan de oudergeleding overgaan, overeenkomstig de profielschets, tot het doen van een nieuwe voordracht.

  • 5.

    Indien overgegaan moet worden tot het doen van een bindende voordracht, als bedoeld in het voorgaande lid, tot benoeming van een lid van de raad van toezicht, wordt genoemde oudergeleding uitgenodigd een bindende voordracht op te stellen. Wanneer de oudergeleding geen gebruik maakt van dit recht, is de raad van toezicht bevoegd een bindende voordracht te doen. De oudergeleding wordt geacht geen gebruik te maken van dit recht wanneer (i) de oudergeleding verklaart van dit recht geen gebruik te maken, of (ii) wanneer de oudergeleding niet binnen drie maanden na daartoe uitgenodigd te zijn tot een voordracht komt. De raad van toezicht kan op verzoek van de oudergeleding besluiten dat de in de vorige zin genoemde termijn van drie maanden wordt verlengd met een periode van ten hoogste twee maanden.

  • 6.

    De raad van toezicht benoemt uit zijn midden een voorzitter.

    Onverminderd de collectieve verantwoordelijkheid kan de raad van toezicht besluiten tot een onderlinge verdeling van taken en bevoegdheden.

  • 7.

    Termijn, herbenoeming en rooster van aftreden

    De leden van de raad van toezicht worden benoemd voor een periode van vier jaar. Aftreden geschiedt volgens een door de raad van toezicht op te stellen rooster van aftreden. Een volgens rooster aftredend lid van de raad van toezicht is onmiddellijk herbenoembaar. Herbenoeming is slechts eenmaal mogelijk. Degene die in een tussentijdse vacature benoemd is, neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.

  • 8.

    Vergoeding

    Eventuele bezoldiging van leden van de raad van toezicht en onkostenvergoedingen aan leden van het college van bestuur en de raad van toezicht geschieden op basis van een door de raad van toezicht vastgesteld – en op hoofdlijnen in het jaarverslag openbaar gemaakt – reglement. Jaarlijks verantwoordt het college van bestuur uitdrukkelijk in de jaarrekening welke bedragen op grond van deze regeling zijn uitgegeven.

  • 9.

    Informatieverstrekking

    Het college van bestuur verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taken en bevoegdheden noodzakelijke gegevens en voorts aan ieder lid van de raad van toezicht alle inlichtingen over de aangelegenheden van de openbare rechtspersoon die deze mocht verlangen. De raad van toezicht is bevoegd inzage te nemen en te doen nemen van alle boeken, bescheiden, overige gegevensdragers en correspondentie van de openbare rechtspersoon; het/de door de raad van toezicht aangewezen lid/leden van de raad heeft te allen tijde toegang tot alle bij de openbare rechtspersoon in gebruik zijnde ruimten en terreinen.

  • 10.

    Bijstand door deskundigen

    De raad van toezicht kan zich voor rekening van de openbare rechtspersoon in de uitoefening van zijn taak doen bijstaan door één of meer deskundigen.

  • 11.

    Einde lidmaatschap raad van toezicht

    Een lid van de raad van toezicht de-fungeert:

    • a.

      door zijn overlijden;

    • b.

      door zijn vrijwillig aftreden (bedanken);

    • c.

      door het verstrijken van de termijn vermeld in het rooster van aftreden;

    • d.

      door zijn ontslag verleend door de rechtbank;

    • e.

      door zijn ontslag verleend door de gemeenteraad;

    • f.

      door zijn ontslag hem verleend door de raad van toezicht bij besluit genomen met algemene stemmen van in functie zijnde leden van de raad van toezicht met uitzondering van het betrokken lid van de raad van toezicht;

    • g.

      als hij het vrije beheer over zijn vermogen verliest;

    • h.

      als hij lid van het college van bestuur wordt.

  • 12.

    Vacatures

    In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet voltallige raad van toezicht houdt zijn bevoegdheden. Bij ontstentenis of belet van alle leden van de raad van toezicht of van het enige (overgebleven) lid worden de taken en bevoegdheden van de raad van toezicht waargenomen door de perso(o)n(en) die daartoe door de gemeenteraden is of wordt aangewezen. De gemeenten dienen zo spoedig mogelijk nadat deze situatie is ontstaan hiervan schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. De wijze waarop de gemeenteraad op de hoogte wordt gesteld dient bij reglement te worden vastgesteld.

    Gaat de gemeenteraad niet binnen twee weken nadat zij van de gemelde situatie op de hoogte is gesteld tot een zodanige aanwijzing over dan wordt de raad van toezicht waargenomen door de persoon die daartoe door de voorzieningenrechter van de Rechtbank (bevoegde rechtbank) op verzoek van één of meer belanghebbende(n) is of wordt aangewezen.

  • 13.

    Belang van openbare rechtspersoon

    Bij de vervulling van zijn taak richt de raad van toezicht zich naar het belang van de openbare rechtspersoon, het belang van de scholen die door de openbare rechtspersoon in stand worden gehouden en het belang van de samenleving.

  • 14.

    Schorsing en ontslag lid raad van toezicht

    Een lid van de raad van toezicht kan te allen tijde worden geschorst door de raad van toezicht bij besluit genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde leden van de raad van toezicht met uitzondering van het betrokken lid van de raad van toezicht.

    Een lid van de raad van toezicht kan worden geschorst of ontslagen wegens ondermeer:

    • a.

      verwaarlozing van zijn/haar taak of onvoldoende functioneren;

    • b.

      onverenigbaarheid van functies of belangen;

    • c.

      wijziging van de omstandigheden of andere redenen op grond waarvan zijn/haar handhaving als lid redelijkerwijs niet van de openbare rechtspersoon kan worden verlangd.

    Een schorsing vervalt als de raad van toezicht niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan voor ten hoogste drie maanden worden verlengd,ingaande op de datum waarop het besluit tot verlenging van de schorsing werd genomen.

    Het betrokken lid wordt in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van raad van toezicht waarin schorsing of verlenging daarvan, of het ontslag aan de orde is te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door een raadsman.

Artikel 12 Raad van Toezicht: werkwijze

  • 1.

    Stemmen

    In de vergaderingen van de raad van toezicht heeft ieder lid één stem. Alle besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.

  • 2.

    De raad van toezicht kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle leden van de raad van toezicht schriftelijk, waaronder begrepen per e-mail, hebben verklaard met het desbetreffende voorstel akkoord te gaan. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld.

  • 3.

    Bijeenroepen vergadering

    Elk lid van de raad van toezicht is bevoegd een vergadering van de raad van toezicht bijeen te roepen.

  • 4.

    De bijeenroeping van de vergaderingen van de raad van toezicht geschiedt schriftelijk op een termijn van ten minste zeven dagen, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. In spoedeisende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, kan de termijn van oproeping worden beperkt tot ten minste vierentwintig uur. De vergaderingen worden gehouden ter plaatse binnen Nederland, bij voorkeur in een gemeente waarbinnen de openbare rechtspersoon een school in stand houdt, te bepalen door degene die de vergadering bijeenriep, dan wel deed bijeenroepen. Indien werd gehandeld in strijd met het hiervoor in dit lid bepaalde, kan de raad van toezicht niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter vergadering afwezige leden vóór het tijdstip van de vergadering hebben verklaard zich niet tegen de besluitvorming te verzetten.

  • 5.

    Volmacht

    Stemmen bij volmacht is niet toegestaan.

  • 6.

    Wijze van vergaderen

    De voorzitter leidt de vergaderingen van de raad van toezicht; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

  • 7.

    De voorzitter bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden, met dien verstande, dat indien één of meer leden zulks verlangen, stemmingen over personen schriftelijk geschieden.

  • 8.

    Het door de voorzitter ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van de stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.

  • 9.

    Notulen

    Van het verhandelde in de vergaderingen van de raad van toezicht worden notulen gehouden door de daartoe door de voorzitter aangewezen persoon. De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering en door de voorzitter van de vergadering ondertekend.

  • 10.

    Reglement

    De raad van toezicht regelt zijn werkzaamheden en al hetgeen zijn functioneren betreft bij reglement. In ieder geval wordt hierin een regeling voorzien betreffende de wijze van vergaderen en de wijze van besluitvorming.

Artikel 13 Jaarstukken
  • 1.

    Jaarrekening en jaarverslag

    • a.

      Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar van de openbare rechtspersoon maakt het college van bestuur een jaarrekening en een jaarverslag op over dat boekjaar. De raad van toezicht kan deze termijn met ten hoogste vijf maanden verlengen op grond van bijzondere omstandigheden.

    • b.

      Bij het opmaken van het jaarverslag houdt het college van bestuur in ieder geval rekening met bepaalde in artikel 7 lid 5 (doelstellingen).

    • c.

      Bij het opmaken van de jaarrekening houdt het college van bestuur rekening met het bepaalde in artikel 6 lid 10 en artikel 11 lid 8 (bezoldiging en onkostenvergoeding college van bestuurders en leden raad van toezicht).

    • d.

      De raad van toezicht is belast met het goedkeuren van de jaarrekening en het jaarverslag.

    • e.

      De jaarrekening wordt ondertekend door ieder lid van het college van bestuur en ieder lid van de raad van toezicht. Indien de ondertekening van één of meer van hen ontbreekt, wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.

  • 2.

    Accountant

    De raad van toezicht draagt jaarlijks het college van bestuur op de jaarrekening te doen onderzoeken door een door de raad van toezicht aangewezen certificerend accountant.

Artikel 14 Verantwoording
  • 1.

    Het College van Bestuur stuurt jaarlijks voor één juli tezamen met de jaarrekening een bestuursverslag aan de gemeenteraden, waarin in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs.

  • 2.

    Het College van Bestuur en vertegenwoordigers van de betrokken gemeenten hebben minimaal eenmaal per jaar en verder zo vaak als nodig is overleg met elkaar.

Artikel 15 Wijziging verordening

  • 1.

    Het college van bestuur kan, na verkregen goedkeuring van de raad van toezicht, een verzoek tot wijziging of intrekking van deze verordening indienen bij de gemeenteraad.

  • 2.

    De gemeenteraad kan de verordening te allen tijde wijzigen. De gemeenteraad kan niet tot wijziging overgaan dan na overleg met het college van bestuur.

  • 3.

    Een wijziging van de verordening van de openbare rechtspersoon treedt niet eerder in werking dan nadat de wijziging van de verordeningen van alle gemeenten in werking is getreden.

Artikel 16 Ontbinding en vereffening

  • 1.

    Besluitvorming

    Het college van bestuur is bevoegd de openbare rechtspersoon te ontbinden. Het besluit tot ontbinding is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht en de gemeenteraden.

  • 2.

    Ontbinding door gemeente

    Voorts zijn de gemeenteraden, in geval van ernstige taakverwaarlozing door het college van bestuur of functioneren in strijd met de WPO zoals bedoeld in artikel 47 lid 8 WPO, bevoegd zo nodig de openbare rechtspersoon te ontbinden. De openbare rechtspersoon is niet eerder ontbonden dan nadat alle gemeenten de verordening hebben ingetrokken.

  • 3.

    Vereffening

    Tenzij de raad van toezicht anders besluit, is het college van bestuur met de vereffening belast.

  • 4.

    De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding inschrijving geschiedt in het op het kantoor van het door de Kamer van Koophandel gehouden handelsregister.

  • 5.

    De raad van toezicht stelt de bestemming van het batig liquidatiesaldo vast.

  • 6.

    Na de ontbinding blijft de openbare rechtspersoon voortbestaan voor zover dit tot de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze verordening zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de openbare rechtspersoon worden toegevoegd de woorden ‘in liquidatie’.

  • 7.

    Bewaren documenten

    Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en overige gegevens-dragers van de ontbonden openbare rechtspersoon gedurende de door de wet bepaalde termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. Deze persoon is gehouden zijn aanwijzing ter inschrijving op te geven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Artikel 17 Juridische fusie en juridische splitsing

  • 1.

    Het college van bestuur is bevoegd te besluiten tot juridische fusie en juridische splitsing van de openbare rechtspersoon. Een dergelijk besluit is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht en de gemeenteraden.

  • 2.

    Het bepaalde in artikel 8, lid 1 en 2 is van overeenkomstige toepassing op besluiten van het college van bestuur tot fusie en splitsing.

Artikel 18 Vrijtekening en vrijwaring

  • 1.

    Definitie

    Waar in dit artikel wordt gesproken over lid, wordt daaronder begrepen een lid van het college van bestuur of een lid van de raad van toezicht.

  • 2.

    Vrijtekening

    De openbare rechtspersoon zal een lid niet aansprakelijk stellen voor schade die de openbare rechtspersoon lijdt als gevolg van enig handelen of nalaten van een lid in diens hoedanigheid van lid van het college van bestuur respectievelijk lid van de raad van toezicht.

  • 3.

    Vrijwaring

    De openbare rechtspersoon zal een lid schadeloos stellen voor het bedrag dat dit lid aan een derde dient te vergoeden voor de schade die derden lijden als gevolg van enig handelen en/of nalaten van een lid in diens hoedanigheid van lid van het college van bestuur of lid van de raad van toezicht van de openbare rechtspersoon. De openbare rechtspersoon zal tot vergoeding overgaan van het bedrag dat een lid gehouden is op grond van een in kracht van gewijsde gegaan rechterlijk of arbitraal vonnis of van een met die derde(n) overeengekomen vaststellingsovereenkomst, mits de verdediging in de desbetreffende procedure door of namens de openbare rechtspersoon is gevoerd respectievelijk de desbetreffende vaststellingsovereenkomst is gesloten met de uitdrukkelijke schriftelijke goedkeuring van de openbare rechtspersoon en het lid volledige medewerking aan de openbare rechtspersoon heeft gegeven bij het voeren van de verdediging respectievelijk de desbetreffende schikking-onderhandelingen.

  • 4.

    Geen vrijtekening en vrijwaring in bepaalde gevallen

    Aan de in lid 2 van dit artikel omschreven vrijtekening en de in lid 3 van dit artikel opgenomen vrijwaring kan een lid geen rechten ontlenen indien de desbetreffende schade het gevolg is van diens opzettelijk handelen of nalaten. Van een zodanig handelen en/of nalaten is in ieder geval sprake wanneer dat handelen en/of nalaten het gevolg heeft of met dat handelen of nalaten werd beoogd het desbetreffende lid en/of anderen verbonden aan de openbare rechtspersoon en/of derden, in welk opzicht dan ook onrechtmatig te bevoordelen. Ook kan een lid van het college van bestuur geen rechten ontlenen aan de in lid 2 van dit artikel omschreven vrijtekening als hij een handeling heeft verricht waarvoor hij eerst goedkeuring van de raad van toezicht nodig had, en die goedkeuring niet heeft gevraagd en gekregen.

  • 5.

    Aan de in lid 2 omschreven vrijtekening en de in lid 3 omschreven vrijwaring kan een lid geen rechten ontlenen voor zover de schade als bedoeld in dit artikel is verzekerd en wordt vergoed door een verzekeraar.

  • 6.

    Definitie schade

    Onder schade in de zin van dit artikel wordt mede verstaan de over enig te vergoeden bedrag verschuldigde wettelijke rente, de proceskosten welke een lid gehouden is te voldoen en/of de ten behoeve van de verdediging van het lid gemaakte rechtsbijstand-kosten, mits deze kosten in redelijkheid zijn gemaakt en in redelijke verhouding staan tot de omvang van de schade.

  • 7.

    Kosten

    Kosten door een lid gemaakt voor het voeren van verweer zullen door de openbare rechtspersoon worden voorgeschoten tijdens een actie of procedure, mits het betreffende lid zich schriftelijk en onherroepelijk jegens de openbare rechtspersoon heeft verbonden tot terugbetaling daarvan indien uit een in kracht van gewijsde gegaan vonnis volgt dat hij geen aanspraak kan maken op de vrijwaring door de openbare rechtspersoon. De openbare rechtspersoon kan nadere voorwaarden aan de uitbetaling verbinden, zoals het stellen van zekerheid.

  • 8.

    Geldigheidsduur

    De vrijtekening en vrijwaring als bedoeld in dit artikel blijven gelden voor een persoon die geen lid meer is en komen ook ten goede aan de erfgenamen of legatarissen van het lid.

  • 9.

    Wijziging artikel

    Dit artikel kan zonder toestemming van de personen die aanspraak maken op vrijtekening en vrijwaring gewijzigd worden. Deze personen kunnen echter aanspraak blijven maken op de bescherming als geboden door dit artikel voor schade als gevolg van handelen of nalaten tijdens de periode dat dit artikel van kracht is.

  • 10.

    Het college van bestuur sluit, in samenspraak met de raad van toezicht, een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering af voor de leden van het college van bestuur en de raad van toezicht.

Artikel 19 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    De verordening treedt in werking op 1 januari 2017

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening openbaar rechtspersoon Reflexis Openbaar Basisonderwijs

     

Aldus vastgesteld in de openbare raadvergadering van 24 november 2016

‘s-Heerenberg, 24 november 2016

De Raadsgriffier,

D. Berends

De Voorzitter,

C.C. Leppink-Schuitema

Naar boven