Gemeenteblad van Hollands Kroon
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hollands Kroon | Gemeenteblad 2016, 178871 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hollands Kroon | Gemeenteblad 2016, 178871 | Verordeningen |
De gemeenteraad van Hollands Kroon
gelezen het voorstel van college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016
gelet op artikel 223 van de Gemeentewet
Verordening op de heffing en invordering van de forensenbelasting
Artikel 1 – Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Artikel 2 - Belastbaar feit en belastingplicht
1. Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
Artikel 4 - Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen Nota tarieven.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 7 - Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2. In afwijking van het eerste lid geldt:
a. zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van lid 2 sub a van dit artikel moet in geval het totale aanslagbedrag, van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, kleiner is dan € 80,00, of meer bedraagt dan € 2.000, de aanslag in twee gelijke bedragen worden betaald, conform lid 1 van dit artikel.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.
De ’Verordening forensenbelasting’ van 25 september 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
Deze verordening wordt aangehaald als: ’Verordening forensenbelasting’.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 november 2016.
Deze nota Tarieven 2017 bevat een overzichtelijke bundeling van alle gemeentelijke belastingen/heffingen die in de gemeente Hollands Kroon geheven worden.
Bij het samenstellen van deze nota zijn de begrotingsrichtlijnen die door de raad zijn aangenomen, leidend geweest. Door het verloop van de tijd of door nieuwe inzichten of informatie kan het noodzakelijk zijn om eerder genomen standpunten te wijzigen. Wanneer hier sprake van is, wordt hiervan melding gemaakt in het betreffende onderdeel van de nota.
Ook is er gekeken of vanwege wettelijke wijzigingen of nieuwe inzichten tekstuele aanpassingen nodig waren. De verordeningen zijn getoetst aan de modelverordeningen van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).
In de begroting 2017 is de opbrengst van de onroerende zaakbelasting bepaald. In de paragraaf lokale heffingen is aangegeven wat de uitgangspunten zijn voor onroerende zaakbelasting. Omdat zowel de WOZ-waarden als de gewenste opbrengst voor 2017 wijzigen, moeten de tarieven worden aangepast.
In de tariefstelling is rekening gehouden met een waardedaling van de niet-woningen van -0,4% en bij de woningen met een waardestijging van 0,7%. Daarnaast is ook rekening gehouden met leegstand, vrijstellingen en areaaluitbreiding.
De inwoners gaan gemiddeld iets meer betalen aan OZB. Dit geldt ook voor de eigenaren en gebruikers van niet-woningen.
Algemeen dekkingsmiddel ter dekking van de gemeentelijke uitgaven.
De tarieven worden met het inflatiepercentage van 1% verhoogd.De inwoners gaan iets meer aan afvalstoffenheffing betalen.
Doorberekenen van kosten die de gemeente maakt voor het inzamelen en laten verwerken van huishoudelijke afvalstoffen. De tarieven zijn gebaseerd op 100% kostendekking.
De tarieven zijn op basis van de kosten als volgt opgebouwd:
Alle kosten die op het taakveld Afval worden geboekt hebben te maken met de inzameling van huishoudelijk afval. Deze worden dan ook voor 100% meegenomen. Van de overhead wordt 0,8% meegenomen. Dit is gebaseerd op het aantal FTE dat zich bezig houdt met afval. De lasten en baten van de heffing en invordering worden voor 20% meegenomen. De lasten zijn op basis van een inschatting verdeeld over de verschillende soorten belasting die we heffen. Van de inkomensregeling wordt alleen de kwijtschelding meegenomen. De verdeling van de totale kwijtscheldingskosten is gebaseerd op ervaringscijfers uit het verleden. De BTW over de kosten van taakveld Afval wordt volledig meegenomen.
Omdat we het tarief alleen met de inflatie (1%) laten stijgen is in de bedragen een aantal neerwaartse bijstellingen gedaan.
Het tarief wordt niet aangepast.
Doorberekenen van kosten die de gemeente maakt voor aanleg, onderhoud en exploitatie van de gemeentelijke riolering. De tarieven zijn gebaseerd op 100% kostendekking.
De tarieven zijn op basis van de kosten als volgt opgebouwd:
Op het taakveld riolering worden alleen kosten geboekt die uitsluitend met de openbare riolering te maken hebben. Deze worden dus volledig meegenomen. Van de overhead wordt 3,7% meegenomen. Dit is gebaseerd op het aantal FTE dat voor riolering werkt. De lasten en baten van de heffing en invordering worden voor 20% meegenomen. De lasten zijn op basis van een inschatting verdeeld over de verschillende soorten belasting die we heffen. Van de inkomensregeling wordt alleen de kwijtschelding meegenomen. De verdeling van de totale kwijtscheldingskosten is gebaseerd op ervaringscijfers uit het verleden. De BTW over de exploitatiekosten en de investeringen worden volledig meegenomen. Omdat we het tarief in afwachting van het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) dat in 2017 komt niet laten stijgen is in de bedragen een aantal neerwaartse bijstellingen gedaan.
De tarieven voor de lijkbezorgingskosten niet te verhogen. In 2017 vindt een onderzoek plaats naar de kostendekking plaats vinden. Wel is de tarieventabel aangevuld met een nieuw tarief voor het verlengen van het recht tot begraven in Middenmeer.
Doorberekenen van kosten die de gemeente maakt die betrekking hebben op lijkbezorging, de bijbehorende administratie en onderhoud van de begraafplaatsen.
De tarieven zijn bepaald rekening houdend met de in de begroting opgenomen opbrengst.
Alle kosten die op het taakveld begraafplaatsen en crematoria worden geboekt hebben te maken met lijkbezorging. Deze worden dan ook voor 100% meegenomen. Van de overhead wordt 0,8% meegenomen. Dit is gebaseerd op het aantal FTE dat zich bezig houdt met lijkbezorging. In 2017 wordt verder onderzoek gedaan naar het aantal FTE dat zich bezig houdt met lijkbezorging. Voor openbaar groen en (openlucht) recreatie worden alleen de kosten meegenomen die met de lijkbezorging te maken hebben en het onderhoud van de begraafplaatsen.
De tarieven zijn verhoogd met een inflatiepercentage van 1%. Dit resulteert niet voor alle tarieven in een stijging omdat het tarief daarvoor te laag is. Daar waar dit het geval is blijft het tarief voor 2017 gelijk en wordt in 2018 deinflatie van 2017 alsnog meegenomen.
Bij de vaststelling van de Havengeldverordening 2015 is ook bepaald dat het tarief voor de Wieringer vloot (zie lid 1 b en 1 c van de tarieventabel) in een periode van vijf jaar gelijk wordt getrokken met de tarieven van Den Helder. Dit betekent een jaarlijkse stijging van ongeveer 5%.
Vanuit de raad is de toezegging gedaan om het tarief voor pleziervaartuigen in de haven van Den Oever gelijk te trekken met de tarieven van de Marina Den Oever. Uitgangspunt is dat de passantenhaven in Den Oever niet marktverstorend wordt geëxploiteerd. Nu erin 2017 sprake is van een comfortverbetering in de haven (aanleg van stroom, water en wifi) is dat ook meer dan gerechtvaardigd.Daarom is er voor de passantenhaven in Den Oever een apart tarief opgenomen in de tarieventabel.
Doorberekenen van kosten die gemeente maakte voor het beheren en onderhouden van gemeentelijke havens.
Alle kosten die geboekt worden op het taakveld recreatieve havens hebben betrekking op de havens en zijn volledig meegenomen. Bij het taakveld Economische Havens en Waterwegen zijn de incidentele kosten met betrekking tot Waddenpoort er buiten gehouden. Daarom is 75% van de kosten meegenomen. Van de overhead wordt 1,5% meegenomen. Dit is gebaseerd op het aantal FTE dat zich bezig houdt met de havens.
De tarieven voor 2017 zijn verhoogd met 1%, tenzij het Rijk dit anders heeft voorgeschreven. De tarieven voor het aanvragen van een omgevingsvergunning zijn niet verhoogd. Uit onderzoek naar de kostendekking is gebleken dat deze tarieven zelfs iets verlaagd kunnen worden.
Voor de producten reisdocumenten en rijbewijzen is het tarief opgebouwd uit een deel rijksleges en een deel gemeenteleges. De rijksleges worden bepaald door het Rijk. Daarnaast stel het Rijk een maximum prijs vast van deze producten. De kosten voor uittreksel uit de burgerlijke stand worden door het Rijk bepaald. De kosten van de Eigen Verklaring van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (in sommige gevallen nodig voor het verlengen van een rijbewijs) worden één op één doorberekend aan de inwoner.
Overige tarieven die door het Rijk worden bepaald zijn: verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens en kansspelen. Hier heeft de gemeente geen invloed op.
Er is onderzoek gedaan naar de kostendekkendekking van de leges voor 2017. Voor de tarieven van de leges geldt dat deze maximaal kostendekkend mogen zijn. Wanneer er sprake is van veel verschillende tarieven in een verordening zoals bij leges, hoeft de maximale kostendekkendheid niet per tarief te gelden. Dat kan zolang het maximum van 100% voor het geheel van de verordening niet overschreden wordt. Door kruissubsidiëring is het mogelijk om de ‘winst’ van bepaalde producten te gebruiken om het ‘verlies’ op andere producten te dekken. Uit het onderzoek is gebleken dat de kostendekking uitkomt op 97,53%. Het onderzoek naar de kostendekking vindt u in de bijlage.
Doorberekenen van de lasten verbonden aan het in behandeling nemen van aanvragen van diverse diensten.
De tarieven worden, net als bij het havengeld en de leges met het inflatiepercentage verhoogd. Voor 2016 heeft er geen verhoging plaatsgevonden. Daarom wordt voorgesteld om in het tarief voor 2017 ook het inflatiecijfer van vorig jaar mee te nemen. De verhoging komt dan op 2,2%.
Er wordt op diverse plaatsen binnen de gemeente een standplaats ingenomen op gemeentegrond. Op basis van artikel 229 van de Gemeentewet mag de gemeente hier een vergoeding voor vragen.
Vergelijking met omliggende gemeenten
Onderstaande tabellen geven de voorgestelde tarieven 2017 van de gemeente Hollands Kroon weer. De tarieven van andere gemeenten zijn de tarieven van 2016. Van deze gemeenten zijn geen recentere gegevens bekend.
1) Op basis van waterverbruik tot 350 m3
2) Ook voor driepersoonshuishouden
3) Plus waterverbruik boven 500 m3
4) Bedrijven percentage van de WOZ-waarde
5) Op basis van WOZ-waarde. Dit is het tarief bij een gemiddelde WOZ-waarde
De lokale lasten druk wordt bepaald door de tarieven van de onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en de rioolheffing. In de tabel hieronder wordt de opbouw van de lokale lastendruk in Hollands Kroon weergegeven over de jaren 2015 tot en met 2017.
Voor huurders zijn alleen de hoogte van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing bepalend, omdat zij niet worden aangeslagen voor de onroerende zaakbelasting. De eigenaren worden voor alle drie de belastingen aangeslagen (daarbij natuurlijk uitgezonder de rioolheffing voor panden die niet op het gemeentelijke riool zijn aangesloten).
Bij de berekening van de onroerende zaakbelasting is uitgegaan van een WOZ-waarde van € 200.000 (zonder rekening te houden met de waardeontwikkeling) en voor de afvalstoffenheffing is uitgegaan van een meerpersoonshuishouden. Het betreft hier een rekenvoorbeeld. De werkelijke lastenontwikkeling kan voor de individuele burger afwijken, gelet op de werkelijke waarde – en de waardeontwikkeling- van de woning.
Tarieventabel Afvalstoffenheffing bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing’
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
3 als het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door drie of meer personen : € 316,56;
4 als uit de gegevens van de gemeentelijke basisadministratie personen niet blijkt door hoeveel personen het perceel wordt gebruikt (tarief gelijk aan gebruik drie of meer personen): € 316,56;
5.De belasting als bedoeld in onderdeel 1, 2, 3 en 4 wordt voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van iedere (boven het geen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt) rolcontainer vermeerderd met € 77,76.
Voor het vaststellen van het aantal personen per huishouden naar de situatie per 1 januari van het belastingjaar of als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, wordt uitgegaan van de gegevens van de gemeentelijke basisadministratie personen.
Tarieventabel bij de ‘Verordening Lijkbezorgingsrechten’
Het tarief als bedoeld in artikel 6 van de Verordening Havengeld bedraagt exclusief omzetbelasting voor het verblijf van ten hoogste één week voor:
in de periode van oktober tot april: € 0,21
Het tarief als bedoeld in artikel 6 van de Verordening Havengeld Gemeente Hollands Kroon bedraagt voor:
van Den Oever bedraagt het havengeld per jaar per strekkende meter € 47,54
a.Voor het innemen van een vaste ligplaats voor een pleziervaartuig in andere
havens dan Den Oever, bedraagt het havengeld per jaar per strekkende meter € 33,71
Het tarief voor kadegeld bedraagt voor het hebben van voorwerpen op de gemeentelijke kaderuimten € 0,30 per m2 per dag, tenzij de goederen binnen 7 dagen na aanvang van het in beslag nemen worden afgevoerd. Gedeelten van een m2 worden voor een hele m2 gerekend.
Voor schepen, waarvoor de mogelijkheid van reserveren van een ligplaats bestaat, bedraagt de verhoging van het havengeld per reservering € 51,86
Tarieventabel bij de ‘Legesverordening’
Titel 1 Algemene Dienstverlening
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-178871.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.