Wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016, Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016, Ambtenarenreglement, Vakantie- en Verlofregeling 1971, Besluit Levensloopregeling, Verordening Van werk naar werk-aanpak en voorzieningen bij werkloosheid en de Wachtgeld- en uitkeringsverordening 1996 in verband met de invoering van het Individueel Keuzebudget

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de wethouder Financiën, Organisatie, Haven, Binnenstad en Sport van 6 december 2016 met kenmerk: 2096909;

 

gelet op artikel 1 van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016;

besluit vast te stellen:

 

Wijziging Besluit salaris, vergoedinge n, toelagen en uitkeringen 2016, Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 , Ambtenarenreglement, Vakantie- en Verlofregeling 1971, Besluit Levensloopregeling, Verordening Van werk naar werk-aanpak en voorzieningen bij werkloosheid en de Wachtgeld- en uitkeringsverordening 1996 in verband met de invoering van het Individueel Keuzebudget

 

Artikel I

Het besluit Vierde wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 van 25 oktober 2016, gemeenteblad 2016, nummer 173, wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In artikel I onderdeel C wordt artikel 28 als volgt gewijzigd:

  • a.

    Het vierde en vijfde lid, komen te luiden:

    • 4.

      Indien in een maand het salaris en de toegekende salaristoelage(n) gedeeltelijk zijn uitbetaald, wordt het IKB in die maand berekend op basis van het uitbetaalde salaris en de uitbetaalde salaristoelage(n). Ontvangt de ambtenaar in een maand geen salaris, dan wordt in die maand geen IKB opgebouwd.

    • 5.

      Indien in een maand het salaris en de toegekende salaristoelage(n) gedeeltelijk zijn uitbetaald op grond van artikel 52, tweede tot en met vierde lid van het Ambtenarenreglement, wordt, in afwijking van het vierde lid van dit artikel, het IKB in die maand berekend op basis van het volledige salaris en toegekende salaristoelage(n).

  • b.

    De toelichting op het derde lid komt te luiden:

    Lid 3

    In dit lid zijn de niet-pensioengevende bronnen van het IKB geregeld.

    De financiële tegenwaarde van 14,4 uren bovenwettelijk vakantieverlof is niet pensioengevend. Tot 1 januari 2017 had de ambtenaar op grond van artikel 1 van de Vakantie- en Verlofregeling 1971 recht op ten minste 173,6 (schaal 1 tot en met 8), dan wel 180,8 (schaal 9 en hoger) uren vakantieverlof per kalenderjaar. Met ingang van 1 januari 2017 wordt de aanspraak op vakantieverlof met 14,4 uur verminderd. De financiële tegenwaarde van 14,4 uren vakantieverlof is per diezelfde datum opgenomen in het IKB. Voor een deeltijder geldt dit alles naar rato.

     

B

In artikel I onderdeel C komt de toelichting op artikel 29 als volgt te luiden:

 

Lid 1

Voor het bepalen van het aantal uren dat op grond van onderdeel a gekocht mag worden is de arbeidsduur op het moment dat de ambtenaar de keuze maakt bepalend.

 

De verwijzing naar de fiscale wetgeving in onderdeel c betekent dat het moet gaan om een opleiding om de vakkennis actueel te houden dan wel een opleiding met als oogmerk andere betaalde arbeid te gaan verrichten.

 

C

In artikel I onderdeel C wordt artikel 30 als volgt gewijzigd:

  • a.

    Het vijfde lid, komt te luiden:

    • 5.

      Besteding van het IKB kan alleen binnen het op het moment van keuze beschikbare budget; het eventuele meerdere kan niet worden uitgeruild met een ander inkomensbestanddeel of worden overgeheveld naar het volgende kalenderjaar. De keuze voor een doel heeft uitsluitend betrekking op hetzelfde kalenderjaar.

  • b.

    In de toelichting op het vijfde lid vervalt de tekst: ‘Daarnaast geldt er één uitzondering op de regel dat uitruil alleen kan plaatsvinden als deze betrekking heeft op kosten in het lopende kalenderjaar, namelijk het geval waarin een verzoek tot uitruil wordt ingediend nadat de sluitingsdatum van de salarisverwerking in december is verstreken. In dat geval is er in december al een onvoorwaardelijk recht op vergoeding van de kosten ontstaan en kan in januari van het volgende kalenderjaar worden uitgeruild, mits het IKB in die (ene) maand voldoende is. Anders is er per 31 december geen onvoorwaardelijk recht, wat vereist is voor de vrijgestelde betalingen, in het bijzonder studie.’

     

D

In artikel I onderdeel C wordt artikel 36 als volgt gewijzigd:

  • a.

    Het tweede en derde lid worden vernummerd tot derde en vierde lid.

  • b.

    Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

    • 2.

      Vakantie-uren die de ambtenaar heeft gekocht op grond van artikel 29, eerste lid, onderdeel a, kunnen niet worden verkocht op grond van dit artikel.

E

In artikel I onderdeel C wordt na artikel 36 een toelichting ingevoegd, luidende:

 

TOELICHTING

 

Lid 1

Voor het bepalen van het aantal uren dat op grond van het eerste lid verkocht mag worden is de arbeidsduur op het moment dat de ambtenaar de keuze maakt bepalend.

 

Lid 2

Op grond van fiscale wetgeving is het niet toegestaan om vakantie-uren te verkopen die in het IKB zijn gekocht.

Artikel II

Het besluit Zesde wijziging Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 van 25 oktober 2016, gemeenteblad 2016, nummer 174, wordt als volgt gewijzigd:

 

In artikel I onderdeel F wordt in de aanhef van artikel 28 de zinsnede ‘de medewerker die die’ vervangen door: de medewerker die.

Artikel III

Het Ambtenarenreglement wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Aan artikel 1, tweede lid, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • t.

    vakantietoelage: jaarlijkse toelage van 8% van het salaris en de toegekende salaristoelage(n), hetgeen met ingang van 1 januari 2017 een vast onderdeel van het Individueel Keuze Budget vormt.

B

Artikel 2c komt te luiden:

Artikel 2c Aanstellingen op grond van de banenafspraak

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan in afwijking van artikel 1, eerste lid, onderdeel j, salarisschaal A vaststellen voor de ambtenaar die op grond van de Wet banenafspraak een aanstelling krijgt omdat hij onder de Participatiewet valt en door beperkingen niet het wettelijk minimumloon kan verdienen.

    Salarisschaal A is opgenomen in Bijlage C bij het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan in afwijking van artikel 1, eerste lid, onderdeel j, vaststellen dat de ambtenaar die op grond van de Wet banenafspraak een aanstelling krijgt omdat hij Wajonger is met arbeidsvermogen en voor wie een loonwaarde van minder dan 100% is vastgesteld, recht heeft op een door zijn loonwaarde bepaald percentage van het salaris. Is het door het loonwaarde bepaalde percentage van het salaris lager dan het wettelijk minimumloon, dan is het salaris van de ambtenaar gelijk aan het wettelijk minimumloon.

  • 3.

    Voor de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, gelden niet de in artikel 28, tweede lid, onderdelen a, b en c, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 genoemde minimumbedragen.

  • 4.

    Voor de in het tweede lid genoemde ambtenaar gelden als minimumbedragen de bedragen genoemd in artikel 28 tweede lid, onderdelen a, b en c, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016, naar rato van de loonwaarde en de deeltijdfactor.

  • 5.

    Indien het college van burgemeester en wethouders voor de in het tweede lid genoemde ambtenaar loondispensatie op grond van de WAJONG ontvangt, wordt deze loondispensatie toegepast op het salaris en de daarop gebaseerde toelagen en vergoedingen.

     

C

Artikel 14a, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5.

    Op verzoek van het college van burgemeester en wethouders kan de formele arbeidsduur van een ambtenaar met een volledig dienstverband tijdelijk met maximaal gemiddeld vier uur per week worden uitgebreid, met dien verstande dat:

    • de urenuitbreiding maximaal een jaar kan gelden;

    • het salaris evenredig wordt verhoogd;

    • de duur van de vakantie evenredig wordt verhoogd;

    • de pensioenopbouw evenredig wordt verhoogd;

    • het IKB, bedoeld in artikel 28, tweede lid, onderdeel a, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 evenredig wordt verhoogd;

    • het IKB, bedoeld in artikel 28, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 evenredig wordt verhoogd;

    • instemming van de ambtenaar is vereist;

    • de verkoop van vakantie-uren op grond van artikel 36 van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 voor de duur van de verruiming niet is toegestaan;

    • dit verzoek niet gedaan kan worden aan ambtenaren met een functie in de functionele salarisklassen 1 tot en met 10.

D

In artikel 56a worden tussen de woorden ‘salaristoelage(n)’ en ‘bestaat:’ de woorden ‘en geen opbouw van het IKB, bedoeld in artikel 28 van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016,’ toegevoegd.

 

E

Artikel 56b wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

    De doorbetaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n), bedoeld in artikel 52, en de opbouw van het IKB, bedoeld in artikel 28 van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016, worden gestaakt, indien en voor zolang de ambtenaar:

  • b.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      De doorbetaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) en de opbouw van het IKB vinden wel plaats indien de ambtenaar op grond van zijn geestelijke toestand geen verwijt kan worden gemaakt van het gedrag, genoemd in het eerste lid.

       

F

Artikel 56c komt te luiden:

 

Sanctie bij nalatigheid algemene verplichtingen

 

Artikel 56c

  • 1.

    De ambtenaar die zich niet houdt aan zijn verplichtingen, bedoeld in artikel 55a, eerste lid, onderdeel c, wordt disciplinair gestraft wegens plichtsverzuim.

  • 2.

    De doorbetaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n), bedoeld in artikel 52, en de opbouw van het IKB bedoeld in artikel 28 van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 worden gestaakt, indien en voor zolang de ambtenaar:

    • a.

      weigert mee te werken aan, door het college van burgemeester en wethouders of een door hem aangewezen deskundige, gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen, als bedoeld in artikel 55a, eerste lid, onderdeel a, die erop gericht zijn om de betrokkene in staat te stellen de eigen passende arbeid te verrichten;

    • b.

      weigert mee te werken aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 55a, eerste lid, onderdeel b;

    • c.

      weigert aangeboden passende arbeid te verrichten, waartoe hij op grond van artikel 55a, tweede lid verplicht is.

  • 3.

    De doorbetaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n), en de opbouw van het IKB, bedoeld in het tweede lid, vinden wel plaats indien de ambtenaar op grond van zijn geestelijke toestand geen verwijt kan worden gemaakt van het gedrag, genoemd in het tweede lid.

     

Artikel IV

Het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 19, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Bij 25 jaar overheidsdienst bedraagt de toelage de helft van het maandsalaris en de toegekende salaristoelage(n) over de maand van jubileren, tezamen vermeerderd met 8%. Bij 40 en 50 jaar overheidsdienst bedraagt de toelage het maandsalaris en de toegekende salaristoelage(n) over de maand van jubileren, tezamen vermeerderd met 8%.

     

B

Artikel 23, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Na het overlijden van de ambtenaar ontvangt de achterblijvende partner – of bij het ontbreken daarvan diens minderjarige kinderen — een overlijdensuitkering, die bestaat uit driemaal het laatst genoten salaris en de toegekende salaristoelage(n), tezamen vermeerderd met 8%.

     

C

Artikel 24, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    De uitkering bedraagt één jaarsalaris en de toegekende salaristoelage(n), tezamen vermeerderd met 8%, berekend over de 12 kalendermaanden onmiddellijk voorafgaande aan de maand van overlijden.

Artikel V

De Vakantie- en Verlofregeling 1971 wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 3a, zesde en zevende lid, vervallen.

Artikel VI

Het Besluit betaald ouderschapsverlof 2003 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    Het opschrift boven artikel 5 komt te luiden: Opbouw vakantie.

  • b.

    Artikel 5, tweede lid, vervalt, onder vernummering van het eerste lid tot de enige bepaling.

Artikel VII

Het Besluit Levensloopregeling wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 6 komt te luiden:

 

Artikel 6

De jaarlijkse inleg van de ambtenaar in het kader van de gemeentelijke levensloopregeling bestaat uit één of meer van de volgende bronnen:

  • a.

    het salaris;

  • b.

    de geldelijke vergoeding voor de verkoop van vakantie-uren, bedoeld in artikel 36 van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016;

  • c.

    het opgebouwde verloftegoed, bedoeld in artikel 40a van het Ambtenarenreglement.

Artikel VIII

De Verordening Van werk naar werk-aanpak en voorzieningen bij werkloosheid wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 2, onderdeel b, komt te luiden:

  • b.

    grondslag: het gemiddelde van het salaris, de toegekende salaristoelage(n) en de Toelage Overgangsrecht Salarisbesluit, berekend over een periode van 12 maanden direct voorafgaand aan de start van de re- integratiefase of de start van het Van werk naar werk- traject, vermeerderd met het IKB, bedoeld in artikel 28, tweede lid, onderdelen a en b, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen. Deze wordt geïndexeerd met de generieke salarisverhoging in de gemeentelijke sector;

Artikel IX

De Wachtgeld- en uitkeringsverordening 1996 wordt gewijzigd als volgt.

 

Artikel 2:5, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder ‘salaris en de toegekende salaristoelage(n)’:

    Het salaris en de salaristoelagen, bedoeld in artikel 1 van het Ambtenarenreglement, zoals deze laatstelijk vóór het ontslag aan de functie waren verbonden, vermeerderd met het IKB, bedoeld in artikel 28, tweede lid, onderdelen a, b en c, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen.

Artikel X
  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 2.

    De artikelen I en II treden in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij worden geplaatst.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 6 december 2016.

De secretaris,

Ph. F. M. Raets

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Toelichting

Artikel I

Op 25 oktober 2015 nam het college een besluit tot wijziging van enkele regelingen in verband met de invoering van het Individueel Keuzebudget (IKB). Dit besluit was gebaseerd op de definitieve IKB-regeling zoals deze op 28 juni 2016 in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) is vastgesteld.

Onlangs heeft het LOGA (echter) besloten op een aantal onderdelen wijzigingen aan te brengen in de definitieve LOGA-regeling.

Dit leidt tot een wijziging van het besluit van 25 oktober 2015.

 

Artikelen II tot en met VIII

Met de invoering van het Individueel Keuzebudget vervallen de eindejaarsuitkering, de vakantietoelage en de werkgeverstoelage levensloop als zelfstandige uitkeringen. Om deze reden moeten regelingen waarin deze uitkeringen worden genoemd ook worden aangepast.

Dit gemeenteblad 2016, nummer 223 is uitgegeven op 7 december 2016 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven